In de middeleeuwen stond in het vroegere, door de Dollard verzwolgen dorp Reide, dat aan de Eems lag, een dominicanessenklooster. Wanneer dit klooster gesticht werd, is onbekend. Het werd echter al wel genoemd in een lijst van dominicanessenklooster, die in 1303 bestonden. Derhalve is dit klooster, dat tot de provincie Saxionia behoorde, als het oudste Nederlandse dominicanessenklooster aan te merken. Door overstromingen werd het klooster in de 15e en 16e eeuw herhaaldelijk in zijn bestaan bedreigd. De generaal van orde besloot dan ook in 1494 de zusters van Reide te huisvesten in het dominicanenklooster in Winsum, nadat de dominicanen daar overgeplaatst waren naar het klooster in Groningen. Dit besluit werd evenwel niet ten uitvoer gebracht, evenmin als het besluit van het generaal kapittel in 1518 om het klooster te Reide naar Oostringfelde in het Jeverland over te plaatsten en met het daar bestaande dominicanessenklooster samen te voegen. Tien jaar later werden er opnieuw plannen voor overplaatsing gemaakt. Nu naar Luxwolde. Of het hier ooit tot een feitelijke vestiging is gekomen, is de vraag. Als dat wel het geval is geweest dan moet het convent daar, doordat het nauwelijks levensvatbaar was, al weer vroegtijdig opgeheven zijn. Met de sloop van de kloostergebouwen in Reide werd in 1530 een begin gemaakt. Stenen en hout werden naar Delfzijl afgevoerd