Uw zoekacties: Van Haren, o.a. te Leeuwarden, 1673-1750

1758 Van Haren, o.a. te Leeuwarden, 1673-1750 ( Historisch Centrum Leeuwarden/ Histoarysk Sintrum Ljouwert Leeuwarden )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
Inleiding
1758 Van Haren, o.a. te Leeuwarden, 1673-1750
Inleiding
De adellijke familie Van Haren komt oorspronkelijk uit Zuid-Limburg, Tijdens de 80-jarige oorlog stelde Adam van Haren (1540-1589?) zich als kapitein der watergeuzen achter Willem van Oranje op. Na diens overlijden in 1584 trad hij als hofmeester in dienst van de Friese stadhouder Willem Lodewijk en zo kwam de familie Van Haren in Friesland terecht.
Een kleinzoon van Adam, Ernst van Haren (1623-1701) werd grietman in Weststellingwerf, een functie die zijn nakomelingen tot 1795 onafgebroken vervuld hebben. Zij bezaten daar de buitenplaats Lindenoord bij Wolvega. Ook was Ernst kortstondig gedeputeerde van Friesland.
Zijn tweede zoon, Willem (1626-1708), geboortig uit Leeuwarden, was staatsman en diplomaat. Als ambassadeur van de Nederlanden was hij o.a. actief in Denemarken, Zweden en Engeland. Zie archiefstuk 1. Daarnaast bekleedde hij verschillende functies; zo was hij o.a. curator van de Franeker hogeschool.
De bekendste telgen van de familie zijn echter de beide broers Willem van Haren (geboren te Leeuwarden op 21 februari 1710; gestorven in Sint-Oedenrode, 4 juli 1768) en Onno Zwier van Haren (geboren te Sint Annaparochie op 2 april 1713, gestorven te Wolvega op 7 september 1779). Beiden hebben in hun tijd een belangrijke rol gespeeld in de vaderlandse politiek als staatsman en diplomaat, maar ook als dichter en schrijver. En beiden hebben een dusdanig turbulent leven geleid dat er over hen in de loop der tijden een overvloed van literatuur verschenen is.

Willem van Haren (1710-1768) werd geboren in de Leeuwarder Grote Kerkstraat, op de plaats waar nu het Princessehof staat. Daar verbleven zijn ouders ’s zomers. Hij groeide er op in de omgeving van het stadhouderlijk hof. Hij hield er een persoonlijke vriendschap met de latere stadhouder Willem IV (1711-1751) aan over en zijn hele leven zou hij aanhanger van de Oranjes blijven.
In 1728 werd hij op jeugdige leeftijd grietman in Het Bildt als opvolger van zijn grootvader. Hij vestigde zich in Sint Annaparochie. In het volgende decennium trad hij toe tot de Friese Staten en in 1740 werd hij als vertegenwoordiger van het gewest Friesland lid der Staten-Generaal in Den Haag. In die hoedanigheid ontwikkelde hij zich tot een criticus van het Nederlandse koloniale bewind in Indië en Suriname. In het bijzonder veroordeelde hij in scherpe bewoordingen de moord op duizenden Chinezen in 1740 op Java.
Nog bekender werd hij als dichter met ‘Leonidas en Lierzangen’, in 1742 uitgegeven in Leeuwarden. Daarin riep hij het Nederlandse volk op de kant van de Oostenrijkse aartshertogin Maria Theresia te kiezen in de in 1740 uitgebroken Oostenrijkse Successieoorlog. Aanvankelijk hadden de Staten-Generaal zich grotendeels afzijdig gehouden in dit ingewikkelde conflict, maar onder druk van de door Van Haren gealarmeerde publieke opinie kozen de Staten toch de zijde van Maria Theresia en zetten zij, overigens met weinig succes, Nederlandse troepen in. Het leverde ons land wel de vijandschap van de Fransen op. De oorlog eindigde in 1748 met de Vrede van Aken.
Omstreeks 1750 werd Willem gevolmachtigde bij het Hof te Brussel, maar door een huwelijk met zijn huishoudster raakte hij uit de gratie bij de prinses Anna, die als regentes optrad namens haar zoon de latere stadhouder Willen V. Bovendien werd hij langdurig geplaagd door ernstige geldzorgen, o.a. veroorzaakt door zijn rokkenjagerij. In 1768 maakte hij een einde aan zijn leven door zich te vergiftigen. Hij woonde toen op het kasteel Henkenshage in Sint Oedenrode, dat hij eerder gekocht had. Hij werd in Sint Oedenrode begraven.
Zijn verbondenheid met Leeuwarden bestond ook in het bezit van verschillende panden in de Friese hoofdstad. Zo bezat hij huizen in de Breedstraat en Bij de Put.

Onno Zwier van Haren (1713-1779), de jongere broer van Willem, maakte een soortgelijke carrière door als Willem. Ook hij werd grietman (in 1742 van Weststellingwerf), lid van de Friese Staten en later van de Staten-Generaal. Bovendien was hij van 1739 tot 1754 lid van de Raad van State. Door deze functies en door zijn eveneens zeer goede contacten met de Oranjes was hij minstens zo invloedrijk als zijn broer. Die invloed nam in de loop van de jaren ’50 echter af.
Het bekendst werd Onno echter door de beschuldigingen uit 1960 van incest met zijn beide dochters
Marianne Elisabeth en Carolina van de kant van zijn beide schoonzonen Johan Alexander van Sandick en Willem van Hogendorp. Aanvankelijk bekende hij en trok hij zich in Wolvega terug uit het politieke leven, maar het volgende jaar liet hij zich toch weer in de Staten-Generaal zien en nam hij afstand van zijn bekentenis, die onder druk zou zijn afgelegd. Het leidde tot een verhitte discussie tussen voor- en tegenstanders van Van Haren. Het Hof van Friesland, dat op zijn verzoek een oordeel moesten vellen, kwam niet tot een eenduidige conclusie.
Al met al was zijn politieke carrière door de gebeurtenissen gebroken en zag hij zich gedwongen zich terug te trekken op Lindenoord, waar hij het ook niet gemakkelijk had. Nadat hij in 1769 een aanslag had overleefd, brandde Lindenoord in 1776 geheel af. In zijn verbanningsoord ontwikkelde hij zich tot literator, die zich net als zijn broer kritisch uitliet over het Nederlandse gezag in Indië. Ook bleef hij tot zijn dood aanhanger van de Oranjes.
Een van de velen die zich in latere jaren met de kwestie Van Haren heeft bezig gehouden is de bekende Nederlandse letterkundige Eduard du Perron, die in 1939 zijn roman ‘Schandaal in Holland’ het licht deed zien.
In het archiefje zelf vindt men enkele aantekeningen van de Leeuwarder stadsarchivaris Wopke Eekhoff (1809-1880) over de incestzaak (archiefstuk 7).
De in archiefstuk 8 genoemde Willem Anne van Haren (1749- 1835) is een zoon van Onno Zwier. Hij werd geboren in ‘s Gravenhage en overleed in 1835 op Fogelsangh State in Veenklooster. Net als zijn vader was hij grietman van Weststellingwerf. Na de Franse tijd, van 1814 tot aan zijn dood, was hij lid van de Friese Staten.Over de wijze waarop de archiefstukken in het HCL terecht gekomen zijn, is geen informatie beschikbaar

Kenmerken

Datering:
c.1673-1750
Soort toegang:
plaatsingslijst
Omvang:
0,01 m1
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 1758 Van Haren, o.a. te Leeuwarden, 1673-1750
VERKORT:
NL-LwnHCL 1758