Uw zoekacties: Schoonheidscommissie, later de Welstandsadviescommissie Leeu...

1063 Schoonheidscommissie, later de Welstandsadviescommissie Leeuwarden, 1914-1988 ( Historisch Centrum Leeuwarden/ Histoarysk Sintrum Ljouwert Leeuwarden )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
1063 Schoonheidscommissie, later de Welstandsadviescommissie Leeuwarden, 1914-1988
1.
Inleiding
Met algemene stemmen besloot de Gemeenteraad van Leeuwarden op 28 april 1914 *  . Om artikel 12 van de Bouwverordening aan te vullen met een bepaling waardoor het College van Burgemeester en Wethouders bevoegd werd om bij de verlening van Bouwvergunningen nadere eisen te stellen ten aanzien van 'het uiterlijk van een gebouw opdat het noch op zichzelf, noch in verband met de omgeving uit een oogpunt van welstand aanstoot kan geven.' Uit de Memorie van Toelichting *  van het betreffende B.en W.-voorstel blijkt dat het de architect H. H. Kramer was geweest die, als lid van een commissie die het College had voorgelicht over de bouweisen krachtens een bouwverordening, had gewezen op de aanwezige bedreigingen van het Leeuwarder stadsbeeld. Onder meer de snel gestegen grondprijzen hadden in de uitbreidingswijken goedkopere woningen doen verrijzen, die daar eigenlijk niet pasten. Een uniforme toetsing namens het College van B. en W. van de ingediende bouwplannen door een speciale 'Schoonheidscommissie' zou één en ander kunnen verbeteren. Dergelijke commissies waren eerder ingesteld in Amsterdam, 's-Gravenhage, Laren, Arnhem, Schiedam en Dordrecht.
Deze kenden echter het bezwaar dat zij alleen konden oordelen over bouwwerken die verrezen op de door particulieren van de gemeente aangekochte gronden. Reden waarom, gelijk eerder slechts in de gemeente Laren was gebeurd, het Gemeentebestuur koos voor een regeling met een ruimere werking. De bezwaren die in die jaren tegen dergelijke Commissies in allerlei vakbladen naar voren waren gebracht, zoals het gevaar voor een éénzijdige architectuur -de Commissie zou in het werk van onbekwame 'bouwers' (architecten) moeten gaan voorzien en de procedure voor het verkrijgen van een bouwvergunning zou langer worden- konden volgens het Gemeentebestuur worden ondervangen door te zorgen voor een brede samenstelling en een goed geregelde werkwijze. Het College van B. en W. stelde op 5 september 1914 *  de instruktie vast en benoemde gelijktijdig 10 Commissieleden die de architecten, de bouwers, de juristen en het onderwijs vertegenwoordigden. Als secretaris fungeerde de Inspekteur van het Woningtoezicht ir. H. Thorn Prikker en als voorzitter de griffier van de Provinciale Staten mr. B.C. Menalda. Ook de initiatiefnemer, de Leeuwarder architect Kramer, werd tot lid benoemd.
In 1916 werd een drie leden tellende 'Beroepscommissie' ingesteld die de Gemeenteraad ging adviseren over ingestelde beroepen op grond van een wijziging of weigering van bouwaanvragen *  Deze Beroepscommissie zou later bekend staan onder de naam van de 'Hogere Schoonheidscommissie'. Hoger beroep was daarna nog mogelijk bij de Kroon, vanaf 1976 via een AROB-procedure.
Op grond van artikel 85 van de Woningwet 1965 die de Gemeenteraad verplichtte om het welstandstoezicht formeel te regelen, werd de Schoonheidscommissie eerst in het jaar 1973 omgevormd tot een Welstandsadviescommissie *  .Ledenaantal, werkwijze en doelstelling -het adviseren van het College van B.en W. over het behoud of bereiken van een architectonisch verantwoord stads-, dorps- en landschapsbeeld- bleven in hoofdlijnen ongewijzigd. Sinds 1977 werkte de Commissie met een sub-commissie die eigen afgeleide taken en bevoegdheden bezat *  .
Naar aanleiding van het aanbod om toe te treden tot de provinciaal werkende 'Friesche Schoonheidscommissie' en de interne evaluatienota inzake het Welstandtoezicht *  werd door de Gemeenteraad op 13 juli 1981 *  besloten om dit aanbod op grond van principiële en praktische redenen af te wijzen, en middels de vaststelling van de nieuwe verordening regelende de Welstandszorg het werkterrein uit te breiden met monumentenzorg en stedebouwkundige plannen. Het secretariaat werd sedertdien vervuld door een vaste medewerker van de Dienst Bouw- en Woningtoezicht.
Begin 1987 werd in de 'Evaluatienota Welstandszorg' nagegaan of het in 1981 verruimde takenpakket in voldoende mate was gerealiseerd *  . Op grond van aan-vullend onderzoek werd uiteindelijk positief geoordeeld over de toetreding tot de gemeenschappelijke regeling 'Hûs en Hiem', de opvolger van de 'Friesche Schoonheidscommissie'. Verwacht werd dat, als gevolg van een breder draagvlak, een meer objectieve en onafhankelijke toetsing kon worden bereikt. De Gemeenteraad besloot dien ten gevolge op 9 juni 1988 om de 'Verordening regelende de Welstandszorg' in te trekken en tot genoemde gemeenschappelijke regeling toe te treden *  .
Onderdelen van het archief van de Commissie werden op verschillende plaatsen binnen het gemeentelijke apparaat teruggevonden. Een klein gedeelte bleek in de jaren 1967-1970 met het archief van de Inspekteur van het Woningtoezicht (1903) 1905-1930 te zijn overgebracht naar het Gemeentearchief. In 1990 konden daaraan de notulen over de jaren 1914-1939 worden toegevoegd, die in de bibliotheek van de Schoonheidscommissie (zie hierna) waren opgenomen. De archiefstukken over de jaren 1986-1988 werden gelijktijdig overgenomen van de laatste Commissie-secretaris.
De archiefbescheiden uit de jaren 1972-1985 blijken -een klein gedeelte werd alsnog gevonden en in 1991 overgedragen- onvindbaar of simpelweg abusievelijk te zijn vernietigd. Eveneens zijn geen archiefbescheiden teruggevonden van de 'Hogere Schoonheidscommissie'; zij het dat de door hen afgegeven adviezen zijn terug te vinden in de stukken/dossiers betreffende de bouwergunningen van het Secretariearchief *  .Tot 1930 archiveerde de Commissie haar correspondentie zelf *  . Uit genomen steekproeven blijkt dat na de verhuizing naar het gebouw aan de Wissedwinger en de benoeming van een nieuwe Inspecteur, de correspondentie van de Commissie in het archief van Bouw- en Woningtoezicht is opgenomen. Een formalisering van een reeds jarenlange gevolgde werkwijze, waarbij het secretariaat werd waargenomen door een medewerker van Bouw- en Woningtoezicht, vond plaats in de in 1981 vastgestelde Verordening *  die tevens voorschreef dat de Commissie haar advies bij de Inspecteur van het B.W.T. diende in te leveren. Deze zond het advies door met zijn eigen bevindingen omtrent een aanvraag voor een bouwvergunning e.a. aan het College van B.en W.
De Schoonheidscommissie vormde, met name voor de Tweede Wereldoorlog, een waardevolle bibliotheek *  . Gezien de nog aanwezige actuele waarde wordt deze verzameling beheerd bij de Dienst Stadsbeheer, afdeling Bouwen: opvolger van de voormalige Dienst Bouw- en Milieu(Woning)toezicht.

Kenmerken

Datering:
1914-1988
Soort toegang:
inventaris
Omvang:
1,1 m1
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 1063 Schoonheidscommissie, later de Welstandsadviescommissie Leeuwarden, 1914-1988
VERKORT:
NL-LwnHCL 1063