Vanaf 1833 werden de geheime missives van de burgemeester van Utingeradeel afgeschreven in een afzonderlijk register. Van een kabinetsarchief was in de negentiende eeuw echter nog geen sprake. Met de invoering van het dossierstelsel Groenveld op de gemeentesecretarie kwam daarin verandering. Met ingang van 1917 werden de kabinetsstukken van de burgemeester opgeborgen in een afzonderlijk archief, dat mede via de ‘generale index’ van het secretariearchief was ontsloten.

Het kabinetsarchief bestond uit drie omvangrijke series: Algemene Zaken, Politionele Zaken en Dienstplichtzaken. In het bestand werden niet alleen vertrouwelijke en geheime archivalia opgenomen, maar ook talloze stukken die betrekking hadden op aangelegenheden waarmee de burgemeester een persoonlijke bemoeienis had. Daartoe behoorden ondermeer de vergaderstukken, begrotingen en jaarrekeningen van waterschappen, de jaarverslagen van de coöperatieve boerenleenbank te Akmarijp en stukken betreffende de vordering van particuliere goederen wegens schaarste.

Het bijhouden van een afzonderlijke kabinetsarchief werd met de introductie van het code-archief per 1 januari 1949 gestaakt. Stukken die voordien tot de kabinetsbescheiden werden gerekend, werden vanaf die datum opgenomen in het secretarie-archief.