Uw zoekacties: Burgemeester van Leeuwarden (Kabinet), 1852-1983

1006 Burgemeester van Leeuwarden (Kabinet), 1852-1983 ( Historisch Centrum Leeuwarden/ Histoarysk Sintrum Ljouwert Leeuwarden )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
1.2. Het ambt van de burgemeester
1006 Burgemeester van Leeuwarden (Kabinet), 1852-1983
1. Inleiding
1.2.
Het ambt van de burgemeester
De positie van de burgemeester is vóór de invoering van de "Gemeentewet van 29 juni 1851" vooral gestoeld op de Grondwet van 1814. Hierin wordt aan de gemeenten een grote vrijheid toegekend om hun belangen op eigen wijze te behartigen.
Art. 155 van het ontwerp van Grondwet van 1815: "De plaatselijke besturen hebben overeenkomstig den inhoud hunner reglementen, de vrije beschikking over hunne huishoudelijke belangen, en maken daaromtrent de vereischte plaatselijke verordeningen,.....". * 
Gemeenten krijgen echter wel te maken met bemoeienis van hogerhand. Koning Willem 1 bemoeit zich veelvuldig en rechtstreeks met het bestuur van de afzonderlijke gemeenten. * 
Dit vooral ook op basis van hetzelfde artikel 155:
" ... blijvende het voorts den Koning onverlet, om ten alle tijde inzage te vorderen, en zoodanige bevelen te geven, als hij vermeent te behooren."
Met de invoering van de Gemeentewet van 1851 wordt de burgemeester door de koning benoemd. Het begrip stad als bestuurlijke eenheid verdwijnt, er worden gemeenten gevormd. Men kiest dan voor een benoemde functionaris ten behoeve van de kwaliteit van het lokale bestuur. Om een zekere garantie voor die kwaliteit en uniformiteit in te bouwen zal de burgemeester voortaan op voordracht van de commissaris van de koning(in), door de koning worden benoemd.
De juristen Verkruisen en Vis schrijven: "In de figuur en de positie van de burgemeester komt dezelfde tweeslachtigheid naar voren als welke besloten ligt in het begrip gedecentraliseerde eenheidsstaat.
De eenheid van het bestuur voor het hele land wordt nagestreefd, maar met behoud van de lokale autonomie. In de benoemingsprocedure van de burgemeester komt het eerste streven (de eenheid van het bestuur) tot uiting, in zijn ambtsomschrijving ligt de nadruk op de tweede" (behoud lokale autonomie). * 

Kenmerken

Datering:
1852-1983
Soort toegang:
inventaris
Omvang:
5 m1
Bloknummer:
4
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Historisch Centrum Leeuwarden. Toegang 1006 Burgemeester van Leeuwarden (Kabinet), 1852-1983
VERKORT:
NL-LwnHCL 1006