Uw zoekacties: Stadsgerecht Rhenen

066 Stadsgerecht Rhenen ( Regionaal Archief Zuid-Utrecht )

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
Uw zoekterm komt voor in de vetgedrukte onderdelen van de archieftoegang.
066   Stadsgerecht Rhenen
Inleiding
1. Stadsgerecht
2. Archief en inventaris
3. Aanwijzingen voor de gebruiker
4. Literatuur en bronnen
laatste wijziging 09-01-2024
15.229 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 156 bestanden

Kenmerken

Datering:
1438-1812
Plaatsnaam:
Rhenen
Omvang:
36,5
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van rechterlijke organen
Herkomst:
Overheid_R
Auteur:
D.T. Koen, D. Ruiter, H.J. Postema
Rechtsvoorgangers:
Kantongerecht, Arrondissementsrechtbank, Notarissen, ambtenaren Burgerlijke Stand
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 066 Stadsgerecht Rhenen 1438-1812
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 066
Categorie:
laatste wijziging 09-01-2024
15.229 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 156 bestanden
Gevonden archiefstukken
14-8-1661: Op request van Lucas Jansz van Tienhoven, verzoekende in submissie ontvangen te worden over de injuireuze scheldwoorden door hem de heren van Rhenen op 13-6-1661 op de wagen met volk gezegd. Hij herroept dit voor het volle gerecht op zijn knieën.
23-12-1681: Frederick Klerck, oud-burgemeester en syndicus van Rhenen, proponeert tegen de proceduren tegen zijn broer luitenant Henrick Klerck t.a.v. manslag aan Thomas Bercheijck, in leven raad en procureur alhier, begaan. Hij is hiervan door de krijgsraad vrijgesproken.
4-2-1640: Anselm van Deuverden van Voort, schepen van Rhenen. Partijen persisteren.
22-12-1723: Dhr Jacobus Ignatius vander Heijden, drossaard van Montfoort, gearresteerde wegens maaggescheid tussen de gezamenlijke kinderen van Jacobus Franciscus vander Heijden, oud-drossaard van Montfoort, en Christina Bors, namelijk Henrica Maria vander Heijden x Johannes Zacharia jnder Maur te Strelborg, Jacobus Ignatius vander Heijden, drossaard te Montfoort, Cecilia van der Heijden en Johanna Maria vander Heijden x Antonius Maximilianus vander Pol, gedateerd Dusseldorp 16-8-1719 berustende onder mr. Huijbert van Deventer, secretaris van Rhenen, mitsgaders op de kooppenningen van 6 morgen op 20-12-1723 in het openbaar verkocht aan Cornelis van Ogten.
4-10-1757: Cornelis Willemsen van Ebbenhorst, won. Elst, krijgt boete van 25 gl wegens vervoeren van tabak van Elst naar Amerongen zonder de volle gerechtigheid aan de waagmeester van Rhenen te hebben voldaan.
30-12-1777: Alard de Vrient, raad in de vroedschap en schepen van Rhenen, moet getuigen.
31-10-1775: Gerrit Sandbrink, oud-raad in de vroedschap van Rhenen, accordeert voor 30 gl boete bij Teunis van Barneveld verbeurd wegens insolentiën op 8 en 10-5-1775 aan Cornelis van Engelenburg den ouden en aan de vrouw en zoon van Lammert Vis in Veenendaal gepleegd.
z.j.: Reactie uit Rhenen aan de graaf van Athlone, heer van Amerongen, over missive van dhr. Stuart over procedure van het gerecht van Rhenen tegen zijn knecht, die voorgeeft zijn soldaat te zijn. Die knecht heeft zich misdragen en ook een meisje bezwangerd. Verzoek om meer informatie.
11-3-1682: Magistraat van Rhenen ordonneert Willem van Bouckhorst het huijsken dat op sijn pant onder den bergh heeft laten opslaen tot een woninge voor een persoon die dagelijx loopt te bedelen binnen 8 dagen af te breecken.
28-2-1707: Utrecht heeft zonder consent van Rhenen gevangenen met elkaar geconfronteerd.
30-5-1718: Gerecht van Rhenen uit consideratie der grote diensten door Jannigje Mattheusen van der Zwaan aan justitie op verscheidene tijden toegebracht, moet 18 jaren in tuchthuis.
7-7-1739: Officier moet informeren naar vechten op zondag 5-7-1739 buiten de Rijnpoort door Gerrit Cornelissen van Loghem, Harmen van Klarenbos en Gerrit Hannes, dienaar van justitie van Rhenen.
13-12-1746: Ten huize van Jan van Vastrik, veerman van Rhenen, is een wagen van Utrecht gekomen met vaatjes vis. Hij weet niet waar ze naar toe moeten. In plaats van vis zat er rundvlees in. Gerecht laat het aan de armen uitdelen.
27-1-1762: Extract uit de resoluties van de Staten van Utrecht over het inslaan van de ramen van de hoofdofficier van Rhenen.
2-11-1767: Verhoor van Willem Berentse, schipper van Rhenen op Rotterdam, die aan het huis van deurwaarde van Ommeren is geweest om het passagegeld van zijn aangenomen vracht aan te geven van de goederen van Lambert van Schalkwijk en zijn vrouw Margarieta van Geer, om hen met zijn schip naar De Briel te vervoeren. Er is niet gesproken over boete van Cors Versteeg.
2-7-1768: Deurwaarder heeft bij arrest doen intineren dhr Hendrik Vork, koopman in wijnen te Wageningen, om te compareren ten stadhuize van Rhenen om te getuigen.
26-2-1790: Brief van gerecht van Broek. Zij hebben op verzoek van Rhenen ds. Cornelis van Heijcob en zijn vrouw verhoord.
1806: Verrichtingen van de substituut-schout van Rhenen.
2-5-1809: Aangifte van diverse goederen bij de hoofdschout van Rhenen.
23-10-1654: Peter van Kesteren, burgemeester van Rhenen.
25-10-1654: Jan Gerritsz Reumelaar contra Aelbert Steck, burger en oud-schepen van Rhenen.
16-12-1697: Cornelis van Wijk, oud-burgemeester van Rhenen.
1771-1772: Specificatie van kosten van Hendrik Smissaert, schout van Rhenen.
1776-1777: Specificatie van kosten van Hendrik Smissaert, schout van Rhenen.
1777-1778: Specificatie van kosten van Hendrik Smissaert, schout van Rhenen.
1786-1787: Specificatie van kosten voor Huijbert Jan van Deventer, schout van Rhenen.
1790-1791: Specificatie van kosten voor Huijbert Jan van Deventer, schout van Rhenen.
1792-1793: Specificatie van kosten voor Huijbert Jan van Deventer, schout van Rhenen.
1794-1795: Specificatie van kosten voor Huijbert Jan van Deventer, schout van Rhenen. Met reactie dd. 31-8-1795.
1796-1797: Specificatie door Jacobus Sandbrink als gewezen ad interim algemeen aanklager van Rhenen.
1-10-1704: Missive van Nijmegen over hun gevangene Claas Peterse, die dezelfde is als Kleijn Claasje op de lijst met criminelen van Rhenen. Hij is geb. Antwerpen. Hij heeft bij zich een vrouw Susanna Pauwels van Arnhem. Met informatie over Martijn van der Linden, waart in de Swarte Ruiter te Nijmegen, en daar geboren, en een jood, genaamd Joost Calmuschen, alias Claessen, en daarna christen geworden zijnde nu Christiaen Mattheus Jodocus heet, geb. Hamburg en te Rotterdam opgevoed.
9-9-1715: Missive van Utrecht als reactie op missive van Rhenen met informatie over Hendrickje Hendricks Schor, gevangen te Rhenen, dat Hendrickje Rijckers van Arnhem, gevangen te Utrecht, wegens diefstal ten huize van Henrick Teunissen Decker boven het Swaantje onder Herveld.
12-9-1677: Secretaris van Rhenen verklaart dat de weduwe van de doodgevallene een vrouw is met een huis vol kleine kindertjes en geen vermogen heeft.
18-9-1688: Opt gerucht tgeene door de stadt gingh, als dat eene Gerrit Jans, wonende tot Zuijlen, sijn soontje out omtrent dertien jaren, sodanigh omtrent Remmerten soude hebben geslagen, dat alhier sijnde gekomen, daer van was komen te sterven, heeft het gerecht van Rhenen zich vervoegd ten huize waar het dode lichaam stond en niets anders gevonden dan een blauw plekje op de rechterdij en onder de schouderbeenderen. Hij had wel het vel van zijn linkerbeen af bij de kuit. Dat kwam, volgens grootmoeder, door het stoten op de kruiwagen. Er wordt verder niets aan het lichaam gevonden.
28-12 Verhoor van jonkheer Otto van Dolder en mr. Dirck en Jan Sonnenburch. Op het veer van Rhenen heeft Thonis Janz Bough de predikant ernstig beledigd. Pelgrum Vonck heeft hem ter verantwoording geroepen. Zij hebben gevochten
31-1 Attestatie van Jan Hendricksz, koperslager in Veenendaal, op verzoek van Johan Quint, onderschout van Rhenen. Met deductie van Gijsbert Lambertsz. Gijsbert Lambertsz Schoenmaker, buurman van Jan Hendricksz, heeft aan Jan Hendricksz een tangetje gevraagd om van zijn patiënt, Mor Thonisse, (die hij zijn been zou genezen) een tand uit te trekken. De patiënt blijkt steeds meer tanden kwijt te raken en te stinken uit zijn mond. Hij is erg ziek
32-12 Jonker Johan Vosch en Peter van Kesteren, schepenen van Rhenen, in cas van injuriën contra Mercelis Jansz Waecker. Mercelis heeft kwaad gesproken van deze schepenen toen zij commissarissen waren over de zaak vanwege Evert Thijsz als vader van zijn zoon Thijs Evertsz, universeel erfgenaam ab intestato van Gerrit Elisz Tinnevelt, zijn halve broer, om enig koorn te nemen dat gemeen lag met burgemeester de Goijer in het huis waar Maes Willemsz Achterberg woont. Met attestatie van ds. Jacobus Berchman uit Veenendaal
34-3 Getuigenverklaring van Peter Hendricksz van Noort op verzoek van dhr. Jacob Casembrooth. Dat hij in 1654 niet is verschenen voor het gerecht van Rhenen
39-23 Attestatie van Arien Dricksz van Oort en Reijnder ter Schuer, dat Lucas Jansz, grutter te Wijk bij Duurstede, met zijn wagen op zijn tabaksland heeft gescholden op de regering van Rhenen
40-3 Kort verhaal van het gepasseerde te Amerongen op 17-5-1661. Attestatie van Cornelis Boonsaijer. En van Gerrit Lambertsz ketelboeter. Ten huize van Gerrit Vastrick, raad te Rhenen, kwam een persoon, gekleed als knecht, hebbende de trompet om zijn hals die Vastrick verzocht buiten de stad te gaan om een valijse dicht te maken die hij daar op een wagen zou hebben met veel geld, waarin een gat gescheurd was. Hij werd buiten de stad ontvoerd en naar Amerongen gebracht ten huize van Aelbert Verweij, herbergier, door de ruiter Aelbert de Kemp. De burgers van Rhenen kwamen om hem te ontzetten. Er is geschoten. De burgerij heeft huis van Verweij omsingeld en hebben het open gebroken en Vastrick ontzet. Cornelis is met zijn paard naar Amerongen gereden. Daar stond Aert Klock voor de deur van Reijer Jansz, waard in de Zwaan. Vervolgens werd hem door pander Sluijs het geweer in de rug gezet omdat die dacht achtervolgd te worden. Ook sprake van kwestie met Jan Quint
41-13 Jan Fransz, geb. Duinkerken, heeft drie jaar geleden de secretarie van Rhenen opengebroken en gestolen. Heeft ook buiten Antwerpen en te Rhenen in de Koningshof
45-4 Attestatie van Anthonij Beeck, raad van Rhenen, Adriaen Vonck van Lienden, Francois Basu, Jan van Brenck. Herbert de Wijs heeft zich in de Franse tijd tegen zijn wettige overheid geopposeerd. Hij heeft met enkele weinige families van de roomse religie de kerk ingenomen. Heeft de tienden van de kerk genomen. Heeft naderhand burgemeester Klerk lastig gevallen ten huize van Jan Willemsz van Geijn
45-6 Getuigenverklaring van Hermen Tueren, onderschout te Veenendaal, op verzoek van Dirck Klock. Of ten huize van Klock niet is geweest Cornelis Verweij, die smaede en schimpte op die van Rhenen en daarna heeft gevochten
46-5 Attestatie van Dirck Worm, voerman. En van Hans Jeurrien Baior, gewezen militair onder de garde van de prins van Oranje. En van Jantje Aerts, huisvrouw van Warnart Thijssen; Hij was met zijn wagen met passagiers gelogeerd in de Grebbe ten huize van Seger Boschman, herbergier in de Roscamme aldaar. Zij hoorden veel lawaai in het huis, veroorzaakt door Abraham Petersz en Jan Hendricksz, vissers van Rhenen, die heeft gevochten met de herbergier
48-5 Verhoor van Gerard Heurnius en Cornelis Cornelissen of zij met de wagen van de weduwe Leuningh Stou [=Livingstone] van Rhenen zijn gekomen. Zij kwamen bij de Dikkenberg Dirck Jansen van Gendt tegen die zeer dronken was. Er is gevochten
49-6 Attestatie van Bastiaen Joosten, won. Grebbe. Met attestatie van Grietje Peters, won. Grebbe, ten huize van Dirck Vermeer. En attestatie van Dirck Vermeer. Hij stond voor zijn huis en zag uit het huis van Dirck Vermeer enige passagiers komen. Hij dacht dat zij op een vrachtwagen die voor het huis van Jan van Noort stond, zouden gaan zitten. Uit huis van Jan van Noort kwam een dragonder, Rudolph, met een blanke sabel in zijn hand, waarmee hij de passagiers sloeg. Ook Geurt, de knecht van de binnenmulder van Rhenen, sloeg met een vleesgavel op de passagiers in
49-16 Adriaen van Dolder, chirurgijn en raad van Rhenen, schout Otters. Verhoor van Cornelis Jansen Fluijter of hij heeft gezien dat Van Dolder van de bovenkamer van substituut-schout Slock in Veenendaal is gebracht in de achterkeuken met boeien om zijn handen en een ijzeren ketting gesloten. Daar is hij aan een balk vast gemaakt met nog twee mensen. Hij bloedde dapper door de ontvangen slagen
60-5 Verhoor van Cornelis Mirlo als schippersknecht wonende of dienende bij Leendert van Coetsveld, ordinaris veerschipper van Utrecht op Rhenen. En van Leendert van Coetsveld; Leendert heeft meermalen op verzoek van Johan de Vaal, oud-burgemeester en schepen van Rhenen, of van zijn familie enige zakken gevuld met gruttemeel, gort, grutten of grutterswaren, vervoerd, gelost en afgeleverd te Culemborg. Dat is fraude
63-2 Verhoor van Geurt Jansz en Rijck Jasparsz; Of zij met Jan Hendricksz, ongetrouwde zoon van Henrick Breunisz, en diens broer Cornelis Henriksz, Arien de Wit, zoon van Jan de Wit, en verscheidene anderen geweest zijn op de weg van Rhenen naar de Dijck Achterberg en gezien hebben dat Arien de Wit met een vrouw die ten huize van Arien Reijersz gewoond heeft, een eind vooruit liep. Jan Hendriksen heeft hem met een mes bevochten. Cornelis hielp hem
72-3 Verhoor van Geertje Geurts, huisvrouw van Aart van Bronkhorst, en Tijmen Sijmensz. En van Aart van Bronckhorst; Ten huize van Geertje Geurts onder de berg van Rhenen is ingebroken door Gobel Vink, won. Marsch bij Veenendaal. Hij is vorige jaar getrouwd met de weduwe van Gerrit Amberg. Hij heeft onbehoorlijk gesproken en geslagen tegen Lijsbet Geurts, die daar inwoont
73-7 Confessie van Hendrik Tijssen. Hij heeft in 1722 in de gevangenis van Rhenen een valse naam, Hendrik Mile, opgegeven. Heeft opnieuw gebedeld. Hij lijkt meer misdaden te hebben gepleegd
81-11 Verhoor van Wilhelmus Johannes Stephanus Engelbronner, Anthonij Boonebakker, Jacob Taets en Mensje Blauw. En van Willem van Schuijlenburg en Dirk van Ommeren Cornelissoon. Attestatie van Adriaen Willem Jorissen, chirurgijn van Rhenen; Op zondag buiten de Rijnpoort aan het water op de stadskribbe waren Gerrit Hanne, dienaar van justitie, weesende seer dronken, en Harmen van Klarenbos met een schippersdweijl met een stok daaraan, waarmee hij Gerrit op de borst en in gezicht sloeg. Gerrit Cornelisz van Loghem, knecht van schipper Gerrit van de Gevel heeft de op de grond liggende diender aangevallen en geslagen. Enige vrouwen hebben hem daaraf gehaald, waarop Harmen weer heeft geslagen tot de diender vrijwel dood op de grond lag. Dat hij is geroepen bij Gerrit Hooinen als dienar van de justisi en dar aan bevonden een lucsasi in de schouder en een swarre contusi op het hooft en het oog gesuegelirt mit bloet
83-14 Verhoor van Jacob van Hien of hij Huijbert van der Grient, schipper van Rhenen op Rotterdam, en de huisvrouw van Arien Diepeveen heeft gezien. De vrouw heeft de schipper geslagen om een brief
87-11 Commissarissen van Rhenen zijn, op verzoek van Hendrik Smissaert, hoofdofficier, geweest ten huize van Adrianus Roghair, raad in de vroedschap van Rhenen. Zij examineren de goederen die door Evertje van Ommeren, dochter van Gerrit van Ommeren, gewezen dienstmeid van Roghair, uit de winkel zijn gestolen
93-12 Verhoor van Jan Gijsbertsz won. als schaapherder bij Dirk Jansen in de jurisdictie van Rhenen. Of hij in 1780 schaapherder was van Willem Reijnders en diens vrouw Elske Wouters op het erf Zurink en of daar in die tijd een vrouw in huis was Dora Hartevelt om te breien en ander werk te doen die in het schaapschot in het veld gemeenschap had met Dirk van Eck. Dora moest vertrekken omdat Elske geen hoerhuis wilde hebben
94-15 Attestatie van Rutger Buddingh, secretaris van Rhenen. Met verhoor van Hartog Raphael Heijman, won. Rhenen, jood. Budding is gevraagd te komen bij Lankester, kapitein van de artillerie ten huize van Pieter Leliveld in de Koning van Denemarken. Daarop komt ook Gerrit Moree, won. Rhenen, die betaling vroeg voor arbeidsloon. Hij heeft gevochten met de kapitein
95-4 Attestatie van de boden van Rhenen en van B. van Voorst, C. vant Sant, H. Schulze en S.L. Solberg op verzoek van Willemina Margaretha van Seumeren, huisvrouw van Peter Leliveld, kastelein in de Koning van Denemarken te Rhenen. Mishandeling door haar man
1-10-1610: Alert van Harn, secretaris van Rhenen, als gestelde curator over de penningen gekomen van de verkochte turven van Cors Gijsbertsz contra alle crediteuren.
17-12-1616: Jonker Frederick van Deuverden van Voort, schout van Rhenen, contra Cornelis Aertsz Hardeman, te dienen van kosten.
14-3-1620: Alert van Harn, secretaris, als gewezen cameraar-kerkmeester van Rhenen en de ontvanger van het oorlogsgeld van die stad, de weduwe van jonker Dirck Coeven, in leven cameraar-kerkmeester van Rhenen, en Adriaen Aertsz als cameraar-kerkmeester, contra Hendrick van Rempst. Zij hebben arrest laten leggen op de penningen van de gedaagde en de erfgenamen van Wouter Hendricksz van Steenbeeck en die zij schuldig zijn aan Frederick van Coesvelt als possesseur van st. Niclaesvicarie te Rhenen.
2-5-1620: Elis Jansz als pachter van de smale tiend van jonker Huijbert van Rhenen contra Jasper Gerritsz.
26-9-1620: Jonker Frederick van Deuverden van Voort, schout van Rhenen, contra Gerrit Brantsz, won. Remmerden, om te bekennen of ontkennen zijn handtekening staande onder obligatie van 19-4-1619.
17-9-1622: Herman Jansen contra Frederick van Deuverden van Voort, schout van Rhenen.
2-4-1622: Johan Cornelisz Braber contra jonker Frederick van Deuverden van Voort, schout van Rhenen.
21-2-1592: Jan Hermansz van Brummen contra Dirck van Rhenen.
22-10-1593: Lens Thonisz n.u. contra de erfgenamen van Jacob van Rhenen.
23-10-1613: Frederick van Deuveren van Voort, schout van Rhenen, n.o., contra Evert? Willemsz kistenmaker.
20-7-1625: Francois van Deuveren van Crachtwijck, schout van Rhenen, contra Mooren? Wijnts?
10-2-1629: Hubert van Rhenen contra Cornelis ?? van ???
29-4-1651: Hendrick van Rempst als procureur van Aert van Dolre beroept zich op het Hof van Utrecht tegen de sententie van gerecht van Rhenen tot voordeel van Cornelis Petersz Bosch
17-6-1659: Alzo Jan Cornelisz Spickhorst als berbaers man van Clinckhamer-weert doleert door last van zijn principalen dat de Vissers van Rhenen zich onderstaan om achter de kribben van deze weert in killen en hanken te vissen maar het stick te vertreden…
24-4-1695: Tonis van Schuijlenburg, en Huijbert Willemsz gildebroeders in het schippersgilde alhier, hebben het lot geworpen over het inladen van het huisraad van de vrouw van Rhenen. Daarover is onenigheid gerezen
25-4-1696: Is gelezen een missieve van het Hof van Gelderland van 7-4-1696 met een request van Aelbert Suckel aan het Hof gepresenteerd rakende de proceduren van de schout van Rhenen tegen hem. Met het request en het antwoord daarop
3-6-1696: Dirck van Rhenen, makelaar en factor in tabak te Amsterdam, contra Jasper van Schadijck
15-2-1697: Declaratie van kosten van Dirck van Rhenen contra Jasper van Schadick
10-8-1697: Gezien de letteren requisitoir van Amerongen, authoriseert het gerecht van Rhenen inzake schout contra Helmert Hendricksz, Hendrick Turen en Cornelis van Eijckevelt
3-12-z.j. (na 1626): Nicolaes van Schoonhoven, oud-burgemeester van Rhenen, contra Helena Aerts weduwe Gerrit Woutersz van Steenbeeck. Arrest op de goederen en huisraad
z.j. (18-10-1650): Idem contra Jan Quint majoor van Rhenen tot obedientie van het arrest gedaan op penningen die hij aan Adolp Plaen schuldig is
z.j.: Jan Tonisz Bergel, cameraar van Rhenen, contra Willem van Ewick en diens vrouw tot kennen of ontkennen van haar handtekening onder afrekening. In state
19-11-1804: Jacob van Manen, adjunct-hoofdschout van Rhenen, constitueert Helmert van Dam
19-11-1674: Pander Bor geeft aan gerecht over een restantcedulle van de bisschopstienden en verzoekt de volgende personen te executeren: Jan Jansz van Rhenen, waarvoor borg zijn Jan van Brenck en Jan Beerntsz van Borcken. Jan van Rhenen is soldaat en niet te vinden. Bij Jan Beerntsz is niets, zelfs geen bed, te vinden. En Jan van Brenck heeft zelf grote schulden. Verder Arien Alertsz met zijn borgen Gijsbert Willemsz en Jan Willemsz aan de Greb en Ewout Alertsz. Arien en zijn vrouw zijn enige jaren geleden gestorven, nalatende een onmondig kind tot last van de vrienden. Jan Willemsz is gestorven, evenals Gijsbert Willemsz. Diens weduwe is met haar kinderen vertrokken. Ewout is ook overleden en zijn weduwe in de oorlog geruïneerd. Verder Willem Geurtsz met zijn borgen Jan Jansz en Willem Jansz Haen. Willem Geurtsz is naar Gelderland vertrokken en zijn crediteuren ontweken. Jan en Willem zijn door de oorlog geruïneerd en onmachtig zelfs hun kinderen te onderhouden
10-7-1704: Memorie voor gerecht van Rhenen. Hendrick van Wijckersloot is ontvanger van het huis- en haardstedegeld. Hij doet handstelling: een huis en schuur van Hendrick Jelisz aan de Heerestraat, een huis en schuur in de Horststraat, competerende de schoonmoeder van Robertus van Prattenburgh, een huis van de weduwe van Cornelis Otten ofwel het weeshuis en de diaconie van Rhenen in de Steijesteegh tegenover het huis van schepen Joost Boonsaijer
7-8-1704: Memorie voor gerecht van Rhenen. Hendrick van Wijckersloot is ontvanger van het huis- en haardstedegeld. Hij doet handstelling: drie huizen en schuur van de weduwe Palmert waarvan twee huizen en de schuur staan in de Molenstraat en een huis op het lege Kerkhof. Vier huizen van de weduwe van burgemeester van Laar, waarvan een in de Herenstraat en drie in de Kruisstraat, een huis van Evert Richolt in de Herenstraat, een huis van Cornelis Jacobsz in de Kruisstraat, een huis van Cornelis Jansz Cuijper in de Herenstraat, een huis van Willem van der Lip in de Molenstraat
29-9-1652: Cornelis Gijsbertsz constitueert mr. Jan Gilpijn procureur van Rhenen.
1752: Secretaris van Rhenen verklaart op verzoek van Willem Adriaan Jorissen en Matthijs Jorissen dat er in deze provincie geen plakkaten bekend zijn waarbij de inwoners van 't Guliksen Bergse enige tienden van de uitvoer van het geld bij erfenis aangekomen, verplicht zijn te betalen
3-10-1755: Dirk van Ommeren Corneliszoon constitueert Johan Boon procureur contra de hoofdofficier van Rhenen om te verzoeken copije van de interrogatieren waarop hij dient te antwoorden
30-8-1648: Attestatie van gerecht dat D. Henricus Brunesz burger en poorter van Rhenen is.
16-6-1649: Steven Tolen is schoenlapper van Rhenen geweest
9-7-1650: De burgemeester van Rhenen verklaart dat heden monsieur de la Chappelle, luijtenant vanden Heer St-Major Hardenbroek, mij vertoont heeft een vos, welcke hij vercklaerde op gisrere in Heijmenbergerbosch geschoten te hebben
4-2-1654: Attestatie van gerecht dat Bernard Adams hier woont en vader is van Peter Beerntsz van Rhenen, die geseijt wort op het schip Zutphen inde maent van April 1654 1649 na Indien gevaren te sijn.
24-11-1660: Margriet Jansz, van den Bosch, weduwe van Kesker, verklaart op verzoek van Jantje Rijcksz, dat sij in de oorlog van de keurvorst van brandenburg sestalff jaren geleden wel gekend heeft Lambert van Rhenen, ruiter en kameraad van haar man, en Oloff Diemen.
12-7-1662: Secretaris van Rhenen verklaart dat Evert Evertsz Dionijs, schepen, in eigendom toekomt seeckere huijsing, daerinne sijn E. woont, jtem drie vierdeparten van 't huijs daer de sleutels uijthangen, waervan Arien Jacobs het ander vierdepart competeert. Jtem een huijsjen met hoff aenden wal. Jtem een hoff buijten de westpoort. Jtem drie campgens lants. Evert heeft verklaart dat hier geen hypotheek op zit.
25-4-1665: Attestatie van gerecht dat Theuntge van Triest, tegenwoordig huisvrouw van Eb Aertsz, die moeder en universele erfgenaam is van Jan Geurtsz van Rhenen, aan haar verwekt door Geurt Jansz die 1641 met het schip Vogelstruijs is gevaren naar Columbo en in 1662 is overleden.
18-1-1668: Attestatie van secretaris van Rhenen op verzoek van Aelbert Steck, brouwer in Veenendaal dat juffr. Aletta van Wijck, dochter van dhr. Jacob van Asch van Wijck en Elijsabeth WttenEngh nog levend is. Ook gedateerd 18-1-1669.
26-11-1670: Huijbert Vonck van Lienden tot den Rollenburgh, en Frederick Klerck, advocaat voor het Hof van Utrecht, en secretatis van Rhenen, als mombers van de twee onmondige kinderen van Gijsbert van Brienen en Geertruijdt Vonck van Lienden zaliger, verklaren te approberen de koop van tiend van Willem van Raetst is geschied.
23-1-1671: Attestatie van Harman Tuijren, Mechtelt Venbolt, huisvrouw van Jan van Holten, Reijnier Groenevelt, Cornelis Cornelissen, Jan van Holten, Gerrit Goijertsen, Dirck Clasen, Willem Jansz Hoedemaker op verzoek van Jan Willems van Geijn, pachter van de impost van Rhenen over Veenendaal, over uitspraken ten huize van Cornelis Petersz van Mourick.
13-12-1672: Dirck Jansz en Reijndert Specht, won. Heusden, attesteren op verzoek van Willem Roest, burgemeester van Rhenen, dat Hendrick Ariensz van Ommeren gekocht heeft ons gedeelte van zekere boomgaard genaamd De Start onder Heusden.
20-4-1675: Gijsbert Cornelisz, burger en inwoner van Rhenen, verklaart te Amsterdam uit schip van Corst Huijbertsz, schipper en medeburger alhier, een lijst met goederen te hebben uitgeladen.
20-12-1680: Garhardt van Bercheijck, doctor in beide de rechten, eerste burgemeester van Rhenen, en Wolphert van Brederode geseijt Cloetingen verklaren dat Margrita van Aleman weduwe richter Arnt Feith is geweest een wettige dochter van Astnius van Aleman en Maria van Holsteijn, welke Maria van Jselsteijn wij verstaan hebben geweest te zijn de wettige en volle zuster van jonker Maximiliaen van Iselsteijn en dat Maria van Jselsteijn nog heeft gehad een dochter Sibilla Sack in echte verwekt bij jonker Sack. Maria van Jselsteijn is in Rhenen overleden en begraven, en haar beide dochters tot Elburgh en daar omtrent aan Johan en Arnt Feijt getrouwd zijn geweest.
20-10-1685: Gerecht certificeert een ieder en bijzonder de tollenaars van Holland, Zeeland en Utrecht dat Beernt Aertsz schipper alhier burger van Rhenen is en tolvrij mag reizen.
21-8-1687: Attestatie van gerecht dat Willem Jelisz schipper een burger van Rhenen is en tolvrij mag reizen.
16-1-1688: Secretaris van Rhenen certificeert dat Neeltje van Berk, alhier binnen dese stadt gewoont hebbende op den 19 september des voorlede jaers 1687 binnen deselve stadt is overleden.
8-4-1689: Attestatie van gerecht dat wijlen heere overste luitenant Jacob van Rhenen op 28-10-1688 is overleden.
7-6-1689: De magistraat van Rhenen ordonneert en prest mits desen Beernt Aertsz schipper om de bagage van de compagnie Schotten van het regiment van de heer grave van Schombergh, wordende gecommandert door de heer kolonel Douglas, alhier in garnizoen liggende, over te brengen naar Bommel.
12-1-1690: Attestatie van gerecht dat Anna Wijnen binnen de stad woont en vrouw is geweest van Henrick Carelsz van Rhenen die voor eenige jaren nae Oostindië vertrokken en daar overleden is.
17-4-1703: Attestatie van gerecht dat Johan de Vaal, oud-burgemeester van Rhenen, en won. alhier, tolvrij mag reizen.
1-5-1725: Gerrid van Guijlik, burger en schipper van Rhenen, getuigt op verzoek van Jacob Arisen, won. Randwijk, dat hij in 1724 te Utrecht door dhr. Houwert, koopman in koorn of graan, is aangesproken om voor hem 2-3 last zaad te laden door Jacob Arisen voor hem gekocht. Kort daarna, op de beestenmarkt te Wageningen, heeft hij met Jacob gesproken om het te laden, dog dat vervolgens door ’t laage water op de rivier den Rhijn daarinne ben verhinderd of belet geworden om ’t selve op de gestelde tijd te konnen doen.
1-3-1796: Attestatie van Gobel van Versendaal, richter van Rhede en Oudenweerd, op verzoek van mej. Alijda van Soest, weduwe Everd Brands, dat Menso Johannis Menso, oud-burgemeester van Rhenen, in het begin van 1795 bij mij in het voeder besteld heeft twee paarden van deze weduwe, welke paarden bij de retraite der Engelschen door dezelve bij mij van de stal gehaald en meede genomen zijn. Waarde: 230 gulden.
1-3-1796: Attestatie van Menso Johannes Menso, oud-burgemeester van Rhenen, op verzoek van mej. Alijda van Soest, weduwe Everd Brands, dat hij in 1795 een boerenwagen in bewaring heeft genomen, die door de Engelsen is meegenomen. Waarde: 100 gulden.
z.j.: J.A. Verburg, won. onder de jurisdictie van Rhenen, verklaart dat de twee balen wol gemerkt DB No 1 en 2 wegende 945 ponden heden van hier over Rotterdam afgezonden en aldaar geladen in het schip Pieter en Leonardus gevoerd bij schipper Adrianus de Swart gedestineerd naar Brugge.
3-4-1753: Declaratie van kosten van Hilbrant Piccard, schout van Lienden, contra Hendrik van Ommeren, deurwaarder van Rhenen
9-2-1756: Declaratie van kosten van executie en decreet van een stuk tabaksland groot 1 morgen, genaamd den Donderberg, gelegen buiten de westpoort van Rhenen, gecompeteerd hebbende Jeroon van Alewijk
26-8-1785: Declaratie van kosten van Reinholt Anthonij Klerck, raad van de vroedschap en oud-schepen van Rhenen, contra Dirk Jansen Drost
30-7-1790: Declaratie van kosten van mr. Dirk Klerk, burgemeester en raad van Rhenen, contra Rijnhout Anthonij Klerk, mede raad
20-11-1792: Declaratie van kosten van vrouwe J.G. Haksteen-Hoijing met haar momber S. Schrassert contra Dirk Klerck, raad in de vroedschap en burgemeester van Rhenen
12-12-1797: Declaratie van kosten van Joost de Vrind, cameraar van Rhenen, contra Geurt van Holst als gewezen cameraar van Rhenen
19-12-1797: Declaratie van kosten van Jan Slok, publiek aanklager van Rhenen, contra Cornelis van Viegen, won. Elst
21-7-1645: Request van de huismeester van het weeshuis en Jacob van Sijpenesse geven aan het Hof van Utrecht te kennen dat op 21-6-1645 voor het gerecht van Rhenen gewezen is sententie in cas van preferentie waarbij zij zich bezwaard vinden, van de goederen van Adriaantje Gijsberts
1645?: Request van Anthonis Anthonisz van Geijn, Roelof Verweij, Willem Lijster en Jan Gerritsz van Reumelaar, raden met het merendeel van de burgerij van Rhenen, geven te kennen dat de burgerij competeert het Veen gemeente gelegen Achterberg strekkende tot de veengrift en westwaarts tot het Dijckenveen gemeente toe. Zij mogen daar een dagwerk turf uit graven.
4-12-1688: Request van Maria van Belcom, wed. Cornelis Jansen Kelfkens, en Hendrick Kelfkens, meestertimmerman, dat het gerecht schuld bij hen heeft wegens leverantie van materialen en arbeidsloon aan de kerk van Rhenen. Gerecht wil niet betalen
2-9-1711: Request van Johan de Vael, Hendrik van Wijkersloot en Pieter van Hoeven, oud-burgemeesters en raden van Rhenen, geven te kennen dat tot administratie van de stads- en kerkegoederen van 1694-1703 zijn gecommitteerd de schout, de twee regerende burgemeesters in der tijd en een schepen en een raad en de secretaris
14-2-1791: Request van Cornelis van Spanje, won. Elst, dat hij door Dirkje van den Berg, meerderjarige dochter, voor het gerecht van Rhenen is gedagvaard inzake bezwangering. Hij moet alimentatie betalen. Dat vindt hij teveel
13-1-1794: Request van mr. D. Klerk, burgemeester van Rhenen, dat hij procedures heeft moeten sustineren contra Jan Hendrik Haantjes gehuwd met Maria Christina Klerk wegens 300 gl uitkering van 2/4 deel jaars
16-1-1794: Request van Reijnhold Anthonij Klerck, raad en oud-schepen van Rhenen, dat zij door zijn zwager Jan Hendrik Haantjes gehuwd met Maria Christina Klerck voor het gerecht is geconveniëerd voor 300 gl wegens uitkering van 2/4 deel jaars
22-5-1794: Request van Rijnholt Anthonij Klerck, raad en oud-schepen van Rhenen, dat het Dirk Klerck, burgemeester, heeft kunnen gelusten tegen hem bij request te verzoeken dat hij zou worden ontzet van de administratie van de boedel van wijlen de weduwe van Zwoll
z.j. (16e eeuw): Redenen van oppositie het Hof van Utrecht overgegeven vanwege Jacob van Rhenen gecondemneerde op en tegen Frans van Rhenen impetrant van decreet
189-11 Getuigenverklaring van Willem Vastrick, gewezen burgemeester, Hermen Scharppinck, burgemeester, Frans van Ewijck, schout in de Maersch en schepen van Rhenen, Aelbert vander Weijde, gerechtsbode in de Maersch, Arijaen Willems, Pelgrom Cornelisz, Verweij, over het gebeuren aan de Marsdijk voor de Borrencamp in 1578
193-14 Gerecht van Utrecht contra Govert van Moock Capellaen en secretaris van Philippus Robenius van Deventer, pretense bisschop van Utrecht. Moock heeft twee obligaties op mr. Jacob van Haeften, won. Rhenen. Het gerecht van Rhenen ordineert Jacob Casembrooth, schout die obligaties te innen
194-9 Dirc Warnar van Lennep, schout van Rhenen, contra Cornelis Wrage, tafelhouder van de bank van lening. De schout wordt niet-ontvankelijk verklaard. In deze kwestie speelt ook wed. Gerrit Jansz een rol
197-9 Catharina van Harn, wed. Johan Both contra Elisabeth de Beijer s.s.a. Met attestatie van Anthonij van Altorff, die in de pesttijd (1636) ook ziek is geweest. Zijn zoon en dochter zijn gestorven. En van Wernard van Lennip, gewezen schout van Rhenen, domheer van St. Marie te Utrecht. Hij is destijds met zijn vrouw naar Utrecht gevlucht. Cornelia de Vrede, huisvrouw van Anthoni Both, zoon van Catharina van Harn, is juni 1636 overleden te Rhenen. Met verklaring van Cornelia van Rhijn en Joriphaes Dircksz Zoet, die zegt dat zijn moeder Weijmken Joriphaes een halve zuster is geweest van Willemken Joriphaes, moeder van Cornelia Peters de Vrede. En attestatie van Marrigje Hendricksdr de Coningh, huisvrouw van Joost Vastrick, dat Margareta Laurens van Gent een dochter was van Marreken Joriphaes die een volle zuster was van Willemke Joriphaes, en dat Cornelia Peters en Margareta Laurens zijn geweest twee volle zusterskinderen. Weijmken en Anna Joriphaes zijn halve zusterskinderen geweest
198-10 Adolph Plaen contra Jan Quint majoor van Rhenen. Hij verzocht brieven van insinuatie om te verantwoorden zijn gage op het kantoor van de generale middelen te Utrecht gearresteerd
198-14 Gijsbert de Bruijn contra Evert Cornelisz van Bruijnsweert. Attestatie van Pauwels Cornelisz Taets, slachter en burger van Rhenen, en Hilligje Lijsters, huisvrouw van Matheus Lijster, slotenmaker. En van Oth Reijersz, hoedenmaker te Rhenen. En verhoor van Hendrick Jansz Nummick en Anna Wijnen. En van Aertge Claes Gosensz. Kwestie over een varken
199-4 Attestatie van schepenen van Rhenen op verzoek van Johan Bor, pander. Zij zijn geweest ten huize van Hendrick Jansz Munnick, met zijn borgen Gijsbert Hermensz van Beem, Wernard Thijsz en Hermen Jansz over executie voor ongelden
201-9 Verhoor van Cornelis van Wijck, Peter van Kesteren, Nicolaes Verhel, schepenen, Gerrit van Amerongen, jonker Johan Vonck van Lienden, Geurt Gouda, Aernt Jansz, Evert Evertsz, Dionijs Gerritsz Ruemelaer en Jan Gerritsz Ruemelaer. Zij waren ten gelage bij Nicolaes Verhel, waard in de Vergulde Sleutels. Daar kwam Jacob Casembrooth, schout van Rhenen, binnen. Zij kregen verschil van mening over een garf die hij van Maria van Wijck had ontvangen
203-12 Jonker Bitter van Rhede, kapitein, contra Hendrick Heij, substituut-schout. Met attestatie van Huijbert Hendricksz van Ijsendoorn, raad van Rhenen, Geurt Gouda en Frans Christiaensz, burgers. Heij heeft tegen Gerrit van Amerongen, oud-schepen, gezegd dat de zuster van Bitter van Rhede een bastaard is
206-9 Peter Hendricksz van Noort, raad van Rhenen, contra Jan Michielsz. Attestatie van Jan Jansz, samoreusschipper in Veenendaal, en Steven Stevensz, j.m., won. Culemborg, dat zij te Goilberdingen in het graafschap Culemborg mest geladen hebben in het schip dat Peter heeft gekocht van Jan Michielsz, won. Goilberdingen. Jan heeft echter veel mest achter gehouden. Met attestatie van Lambertje Willemsz, huisvrouw van Jan Jansz
206-14 Anthonij van Brenck als pachter van de generale middelen contra Frans Jansz brouwer. Frans heeft bier ingeslagen zonder belasting te betalen. Met attestatie van Willem Teunisz van Geijn, substituut-schout, en Willem Lijster, deurwaarder, en Sander van Setten, gezworen bierdrager van Rhenen, en Jan Huijbertsz van Helden en Geurt Gouda, en Hendrick Adriaensz Vereest. En verhoor van Lambert Reijersz van Boesen, en Mattheus Lijster, deurwaarder
213-1 Jonker Daniel de Wedarrides tho Gelder, weert capiteijn etc contra Maijchgen Jacobs van Vaerick weduwe Willem Thonissen van Geijn, in leven onderschout van Rhenen. Zij moet hem nog 69-10 betalen van zes mudden gerst en 7000 spijlen, afslaande 40 gulden aan Paulus Taets betaald
214-7 Getuigenverklaring van Bernard Adamsz, won. Rhenen, en Bartholomeus Bercheijck, op verzoek van Engeletta van Coeverden, weduwe jonker Gerrit Krijnick tot Avelaer. Enkele jaren geleden, kort na het overlijden van Jannichien Jans Vereem, conventuale int Convent tot Rhenen, is Bernard door advocaat Bercheijck met een missive van Concordia van Rhenen gezonden is geweest naar Engeletta van Coeverden. Over betaling van de bode
214-12 Diderick Godert van Oestrum beroept zich op het Hof van Utrecht inzake jonker Jacob van Rhenen
217-15 De pachters van de bieren van Rhenen contra Peter Petersz. Peter heeft bier geleverd aan Hendrick Sijmonsz zonder belasting te betalen. Johan van Broeckhuijsen en Jelis Anthonisz de Ridder stellen zich borg voor hem. Verhoor van Peter Petersz en van Hendrick Weertgens, Huijbert Pauwels en diens vrouw Hendrickje Peters. Met een lijst van 28 personen die op zondag bij Hendrick Sijmonsz zijn geweest op een beemaeltijt
220-8 Assuerus Anthonisz Vereest, als het recht van Adriaen Verhueth in leven burgemeester van Rhenen, verkregen, contra Hendrick Aertsen als getrouwd met de dochter van de laatste huisvrouw van Lambert Clasen. Het gaat om een obligatie van Lambert Clasen aan Adriaen Verhueth, dd. 24-2-1635. Met verkoopconditie van Hendrickje Jacobsen, weduwe Lambert Clasen, en haar zoon Gerrit Helmerts aan Hendrick Aertsz en zijn vrouw Jacobje Helmers, haar dochter en schoonzoon, de verbeterschap van de helft van sevendehalve mergen land met het huis daarop te Veenendaal, waarvan de grond competeert de Dijckers. Met de hypothecaire acte van 24-2-1635
222-4 Dirck van Nuijen, won. Amerongen, contra Jan Quint. Verhoor van Willem Cornelisz van Wolfswinkel of hij met Pasen van Rhenen heeft vervoerd 2 halve vaten edik naar Amerongen voor Jan Quint, kramer te Amerongen
222-8 De pachters van de impost op de wijnen contra Jacoba van Hogenhouck; Attestatie van Jan van Reumelaer, substituut-schout van Rhenen, en van deurwaarder Willem Lijster. Jacoba wil de wijnen in haar kelder niet laten zien. Met verhoor van Hendrick Jelisz van Ginkel, voerman, Jan van Gheijn, Josua Sanderus, Alard van Laer, Reijer van Hooff, en Anna Cornelis de Deught, dienstmaagd van mr. Gijsbrecht van Hogenhouck, won. Den Haag
222-9 Regenten van het weeshuis te Utrecht contra Weijmken Hendricks, weduwe Cornelis Peters. Publicatie van Johan van der Dussen, schout van Rhenen, om 10 morgen land te Veenendaal, genaamd Boomtgens Weij, gekomen van de weduwe van Dirck van Rhenen, dd 31-3-1632 door Merrigje Cornelis, weduwe Peter Hermensz, vader van Cornelis Petersz, gekocht, in het openbaar te verkopen
225-10 Maria Senckels, dochter Baudewijn Senckels en Anna de Basu contra magistraat van Rhenen. Barbara de Basu is geweest weduwe van Cornelis Vragen die op 6-7-1648 te Rhenen een besloten testament heeft laten passeren. Heel verhaal over de familierelaties
226-6 Johan Bor, pander van de Staten van Utrecht, en Johan van Reumelaer, substituut-schout van Rhenen, contra Mechtelt Verwolt, tevoren weduwe Jan van Holten, won. Veenendaal. Haar goederen worden geëxecuteerd ter waarde van 275 gl wegens schulden aan Cornelis Stevensz, gewoond hebbende te Achttienhoven, voor het zout- en hoorngeld over Rhenen over 1668, waarvoor Jan van Holten zich borg had gesteld
226-8 Lijsten van gedaagden die voor het gerecht van Rhenen moeten verschijnen
227-3 Rutger Willemsz, schipper, won. Wageningen, contra Joost Boonsaijer, raad van Rhenen, en Cornelis Boonsaijer. Met verhoor van Joost Boonsaijer, raad van Rhenen, en Cornelis Boonsaijer, cameraar van Rhenen. En attestatie van Roelof Jansen Botman dat Cornelis Boonsaijer en Hendrick van de Wael hem in Amsterdam hebben gevraagd een vracht te vervoeren
227-11 Johan Coster van Rhenen als het recht verkregen hebbende van een plechtbrief van 10-5-1635 bij wijlen Arent Klock en Annigje van Muijen, contra Cornelis Boonsaijer en Wessel Peters. Cornelis en Wessel moeten de 500 gl uit de plechtbrief betalen. Deze plecht was gevestigd op hun beide huizen en op het huis daar St. Crispijn uit heeft gehangen, laatst gebruikt bij de weduwe van Gijsbert Jansz
227-13 Herbert de Wijs contra Aert Gerritsz backer in Veenendaal. Request van magistraat van Rhenen aan mevrouw
232-7 Kinderen en erfgenamen van Ewout Alertsz die zich borg gesteld had t.b.v. de kerk voor Aelbert Jansz, won. Remmerden, contra Aelbert Aertsz, Jan Evertsz en Cornelis Cornelisz tot Huesden? zijn borg geweest voor 3 jaren pacht van Aelbert Jansz. Over betaling van pacht op Remmerden aan de kerk van Rhenen
232-12 Mr. Frederick Clerck syndicus van Rhenen, contra Mathias van Beeck over schuld van 400 guldens
235-12 Mr. Henrick ter Horst, raad van Rhenen, c.s, erfgenamen van Sweer Thonisz Vereest, als eigenaars van het huis bij Evert van Hemert in huur gebruikt, contra Gijsbert Cornelisz van Ingen. Over de gemeenschap van een muur tussen beide huizen
241-11 Jacob Steufkens, kleermaker in Den Haag, voor zichzelf en als vader van Cornelia Steufkens, contra Wouter Hesselsen gehuwd met Sara de Bruijn van Rhenen die weduwe was van Willem Jansen van Sonsbeeck. Willem Jansen van Sonsbeeck gehuwd met Jacomina Willems hebben in 1668 te Den Haag bij dispositie aan Jacob Steufkens die weduwnaar was van haar dochter Willemijntje van Sonsbeeck, geprelegateerd 200 guldens
243-5 Jacomina van Stralen, weduwe Jacob Boumeister, in leven secretaris van Rhenen, mitsgaders Johan van Grootvelt en Alexander van Grootvelt, erfgenamen van hun moeder Cornelia van Schadijck contra Gerrit van Swijnevoort, notaris en Dirck Breecker als hebbende de directie van de nagelaten goederen van Alexander Schade en Geertruijt Boumeiser die enige geïnstitueerde erfgenaam was van haar tante ook Cornelia van Schadijck genaamd. De gedaagden moeten betalen het legaat van 250 ieder, dus 500 guldens
244-12 Huijbert Vonck van Lienden tot den Tollenburch kapitein contra schout en schutter van Rhenen. Verhoor van Gerrit Gerritsz Roes, Anneken Hambach, huisvrouw van Zeger Deijs, Evert Willemsz en Willem Dircksz of zij te Meerten hebben gebouwd en op de terugweg naar de Marsch ontmoet hebben Jan van Meerten die wat heeft gezegd over de arrestatie van de kapitein. Schout en schutter brachten hem naar de herberg waar Ittersum hospes is, recht tegenover het huis van de schout Rossendaell
246-4 Attestatie van secretaris van Rhenen. Dat de goederen van Jan Willemsz op de Scheur: de hofstede de Scheur met de aanhorige landerijen en de weide de Vordelweide, publiek zijn verkocht voor de ongelden
247-13 Johan Wernart Feijttingh en Anna Maria Andringa contra ds. Johannes Brinckhuijs te Veenendaal. De predikanten Bernardus Keppel van Amerongen en Johannes Brinckhuijs van Veenendaal willen dit paar niet trouwen. Het gerecht van Rhenen beslist dat zij toch mogen trouwen. Met brief van ds. Keppel
250-4 Frederick Klerck, oud-burgemeester en syndicus van Rhenen, won. Middelburg, contra Dirck Aertsen Roghaijr. Appel
251-1 Dirck van Rhenen, factoor van de koopmanschap van tabak te Amsterdam. Attestatie van Bastiaen Metman. Verhoor van Jacob Olofsz, koopman van tabak te Wageningen. Met extract van een zaak uit 1690 tussen Jasper van Schadijck en Dirck van Rhenen. Verhoor van Jan de Leeuw, koopman van tabak te Amerongen
252-12 Tonis van Schuijlenburgh contra Huijbert Willemsz, gildebroeders in het schippersgilde. Over het verhuizen van de goederen van de vrouwe van Rhenen
252-13 Johannes van Rietbeeck, koopman in granen te Utrecht, vermits het overlijden van Cornelia van Rietbeeck, contra Willemina van Stoutenburgh, weduwe Warnsingh, en mr. Johan Kupius, oud-burgemeester van Rhenen; Met attestatie van Peter van Sonspeeck, gewezen procureur voor het Hof van Utrecht, dat hij de vader van Rietbeeck, Hendrick van Rietbeeck, goed heeft gekend, die te Utrecht is overleden. Hij liet een zoon en een dochter na. Die dochter is ook overleden. Hendrick was een broer van Peters moeder. En attestatie van Geertruijd van Sonspeeck, won. Utrecht, die hetzelfde verklaart. Het gaat om 300 gl door Jelis van Stoutenborgh, buiten Rhenen gevestigd op 60 morgen land in 1631. Met verhoor van Cornelis Klerck, advocaat en secretaris te Rhenen
253-14 Dirck van Rhenen, makelaar en factoor in tabak te Amsterdam, contra Jasper van Schaijck tot betaling van 25-4 wegens salaris
254-15 Cornelis Klerck en zijn zusters als erfgenamen van Willem Klerck; Verhoor van Cornelis van Brienen, voluntair onder het regiment van brigadier Dedem, of hij ten tijde van het instorten van het huis van mevr. Klerck van Nijmegen aan de markt woonde ten huize van syndicus Klerck. En verhoor van Breunis Hendricksz, Hendrick Claesz, Jacob Willemsz, Cornelis Cornelisz of zij wonen op het goed van mevr. Klerck van Nijmegen, en het puin hebben geruimd. Met attestatie van Anna Gosens, weduwe Jelis van Papeveld, dat zij haar huis heeft gehuurd van mevr. Klerck van Nijmegen en syndicus Klerck. En attestatie van Jan Richolt, meester-timmerman te Rhenen, dat hij een raam over de put heeft gebouwd aan het huis. En verhoor van Frederick Klerck, oud-burgemeester en syndicus van Rhenen, en oud-raad ter admiraliteit in Zeeland
255-4 Magistraat van Rhenen contra Maximiliaen van Diest, secrete raad, agent en resident van Gustaaf, graaf van Saijn, Wittgenstein en Höstein, heer tot Hamburg etc. Hij is ambassadeur en de magistraat heeft zijn goederen gearresteerd. Van Diest meent dat dit onterecht is gebeurd
255-5 Anthonij Cornelisz. Verzoek van schout en gerecht van Rhenen
256-8 Hendrick Klaarbosch contra Willem van Middelwijck. Verhoor van Cornelis van Wijck, oud-burgemeester van Rhenen of hij present was toen Hendrick zijn zoon bij Willem van Middelwijck bestelde om als grutter te dienen
259-12 Stadsbestuur van Rhenen contra weduwe en kinderen van Abraham Ijsacksen. Inventaris van mobilia
261-13 Charles de les Camoussier, kapitein onder het regiment van Languedoc, machtigt een van de deurwaarders van Rhenen om hem te laten inschrijven als bruidegom met Aletta van Dolder als bruid, dochter van Adriaan van Dolder en Willeme de Moor
264-13 Willem van Cleeff aan gerecht van Rhenen. Brief met terugzending van stukken en vraag om informatie over ene gezochte Looij
265-8 Dirck van Ommeren als weeshuismeester contra Reijnier van Pothoven. Reijnier heeft enige jaren gepacht twee hofstedekens te Achterberg in den dijk, toekomende het weeshuis van Rhenen. Reinier zegt dat het erfhuur betreft en wil geen nieuwe pachtcedulle maken
266-5 Simon Laats, schepen van Rhenen, contra Bart Aertsz van Domselaar. Bart ontkent schuld op de kleine rol van Rhenen
267-4 Anna van Bennecum, meerderjarige jonge dochter, contra Margareta van Poolsum, weduwe Huijbert van Deventer, in leven secretaris van Rhenen; Anna woont nu in Holland. Van Deventer heeft haar 6 ducaten gegeven ipv rouw over het sterven van de oude heer Van Deventer. Dat heeft Margareta na overlijden van haar man opnieuw gedaan
268-4 Arnoldus van Ommeren, pachter voor de helft van de impost op de wijnen, contra Roelof van den Oosterkamp. Verhoor van Wouter van Essen, substituut-schout te Veenendaal, of hij met het schip van Roelof van den Oosterkamp, veerschipper van Rhenen op Rotterdam, heeft bekomen zes oxhoofden jenever van Rotterdam
268-6 Gijsbert van Brienen, Johan van Deventer, Dirk Roghair, Dirk van Ommeren en Balthasar Smissaert contra toleisers van Amerongen. Als inwoner van Rhenen heeft hij vrijstelling van kermistol in Amerongen
269-3 Jan Vink, won. in de Grebbe contra de commandeur van Rhenen. Attestatie van Cornelis van Beekhoff, won. Eck, Willem van Beekhoff, won. Ingen, en Jan van Dam, won. Eck, dat zij goed kennen de weerd, genaamd Commandeursweerd aan de Grebbe in huur gebruikt door de commandeur van Rhenen, waar een kade om heen ligt met twee heulen die inmiddels helemaal zijn vergaan. En verhoor van Gerrit Floris Sloet, ridder van de Duitse Orde en Commandeur van Rhenen. En attestatie van Jan Nijman, Jacob Leebenstein en Jan Otten, ruiters onder het regiment van kolonel Haersolthe tot Tautenburg, compagnie van wijlen majoor van Haersolthe tot Egede. En van Jan Jansen, Jacob Willemse, Jan van Winterswijk, Gerrit Roelofsen, en Dirk Jansen, allen won. Achterberg en in den Dijk. En van Gerrit van Holst, Aert van Bronkhorst, Dirk van Wijk, Brand Jansen van Wijk, Sijmen Tijmensen
270-15 Hendrik van Ommeren als gemachtigde van Gerrit Floris Sloet der Duijtschen Ordens Ridder en commandeur van Rhenen, contra Jan Vink tot betaling van 744 gl wegens een jaar pacht van de Commandeursweerden volgens huurcedulle van 6-9-1734
271-13 Getuigenverklaring van Jan Mol, bode van Rhenen. Of hij door Justus van Balen ten huize van Jan Vinck in de Grebbe is gekomen tot betaling van de tol
272-7 Request van Dirk van Ommeren dat hij in pacht heeft gehad de impost op de waag van Rhenen. Hij moet nog een jaar betalen
272-14 Attestatie van Hermen Clarenbos en Cornelis van Maanen op verzoek van Huijg van de Grient, schipper van Rhenen op Rotterdam. Dat schipper Philip Snijder en zijn huisvrouw Nieske Mol hebben gelasterd over van de Grient
274-5 Kerkenraad van Rhenen contra Dirk Post. Vaststellen van ingezetenschap in verband acte van met indemniteit
281-12 Cornelis Klerck, raad en secretaris van Rhenen. Blanco verhoor van Frans van Helden en Joost Gerritsz
16-3-1568: Jacob van Rhenen gehuwd met Gerarda de Bruijn transporteren aan Jan Jansz van Oldenzeel het goed Remmersteijn.
9-6-1573: Jan Jansz schipper en inwoner van Rhenen.
2-4-1579: Willem van Harn, 65 jaren, en Willem Vastrick, 53 jaren, hebben ten gerechtelijke verzoeke van de regeerders van Rhenen, getuigd over de molenaars van Rhenen van de nieuwe molen.
2-4-1579: Hendrick Lijster, 50 jaren, heeft ten gerechtelijke verzoeke van de regeerders van Rhenen getuigd over de molenaars van Rhenen van de nieuwe molen.
17-4-1592: Cornelis Herm[weggesleten] van Tuijl x Geertruijt Jansdr transporteren aan het gasthuis van Rhenen hun huis, schuur en getimmer op de grond van het gasthuis dat Gerrit Thijssen in pacht heeft.
7-7-1593: Andries van Bemmel, 56 jaren, Aelbert Verweij, 54 jaren, kerkmeesters, mitsgaders Jan Toll, 28 jaren, gewezen kerkmeester van Rhenen, verklaren ten verzoeke van Hendrick van Rempst als procureur van de kerk dat Rochus van Dulcken als toen gehuwelijkte oom en vriend over de onmondige kinderen van Adriaen Willemsz en Jan Roelofsz als getrouwd hebbende de oudste dochter van Adriaen Willemsz, voor zichzelf, en van Dulcken en Jan Roelofsz namens de onmondige kinderen ter eenre, en zij deposanten als kerkmeesters ter andere zijde, hebben accoord oopgericht over de Borrencamp.
13-8-1594: Jacob Aelbertsz van Aucoop x Jannigje Jan Wijntersdr constitueren Bartholomeus van Bergheijck, procureur van Rhenen om te Rhenen te transporteren aan Peter Petersz, won. Achterberg, en Sander Jansz, won. Veenendaal, een hofstede, gepacht door Peter Petersz voornt.
29-1-1595: Catharina van Middachten, wed. Rutger Volckmar bekent schuldig te zijn aan Jan Benning x Heijlwich van Rhenen als het recht hebbende van Jan Beijer 100 gl op 3 morgen land in de Nude.
23-11-1594: Dirck van Brienen x Lija van Rhenen constitueren Frans van Ewijck om te transporteren hun deel in het goed Remmersteijn, zoals haar bij loting van de boedel van haar vader Hubrecht van Rhenen zaliger is aangekomen.
20-4-1598: Cornelis Thonis x Elisabeth de Bruijn, won. Aalst in de Nederbetuwe, transporteren aan weduwe Dirck van Rhenen 100 gl rente die zij sprekende hebben op de weduwe van Claes de Cruijff.
6-2-1599: Mechteld Willems wed Dirck van Rhenen bekent schuldig te zijn aan Balthazar Wever van Deutecom 121 dalers 30 stuivers brabants uit zake van koop van 101 schapen en 4 koeien.
10-8-1602: Te Bergen op Zoom. Gerard Moermans, oud-burgemeester en weesmeester, constitueert Christiaen Huijgens, secretaris, Gijsbrecht van Barck, schout, en Jan Toll, secretaris van Rhenen, met Jacob Mertensen, won. Veenendaal, om te transporteren aan Willem van Lamsweer 2 delen pacht als hij heeft in de pacht van de Staten van Utrecht gegund vanouds de Compagnie van Antwerpen.
15-6-1625: Schout, burgemeesters en regeerders van Rhenen transporteren aan Frederick, koning te Bohemen, paltsgraaf bij Rijn en keurvorst hertog in Bilijoren, markgraaf van Moravië, hertog in Silasië en Lutzenburch, markgraaf van Over- en Neder-Luzaten, en diens kinderen en erfgenamen de gronden waarop de school staat, bepaald oostwaarts het convent, west- en noordwaarts de commanderij en zuidwaarts de straat, mitsgaders nog het erf en de grond waarop het tolhuis staat tot aan de stadswal toe, daar oostwaarts het kerkhof, westwaarts de commissaris Brederode, zuidwaarts de stadswal en noordwaarts de straat, vrij eigen goed.
5-12-1626: Francois van Deuverden, schout, verkoopt bij decreet ten verzoeke van de weduwe van Dirck van Rhenen een schuur met toebehoren binnen Rhenen, daar oostwaarts te gemene weg, zuidwaarts de wed. jonker Dirck Coenen, westwaarts de wed. Thonis Hermensz en noordwaarts Herman Aertsz, toebehorende Johan Snoeck. Koper is Peter de Bruijn voor 450 gulden. Borg: Jan Bercheijck.
9-12-1549: Jacob van Renen c.s. als gildemeester van het Heilige Cruijsgilde constitueert Roelof Amelsz en mr. Lambert Loot voor het gerecht van Rhenen.
10-12-1550: Beernt Ketel, schout van Rhenen, bekent schuldig te zijn aan Jan de Keijser 71 gulden herkomende van wijn ten zijnen huize gehaald en gedronken. Hij stelt als onderpand als zijn goed.
18-1-1551: Willem Beyer Hendricksz constitueert Marten Jan Tulman om al zijn zaken te defenderen voor het gerecht van Rhenen.
22-3-1551: Weduwe Janna Lijsters verbindt haar zoon Dirck Lijster aan het veen en alle venen die zij heeft in het gerecht van Rhenen tot de tijd dat hij met zijn moeder en zuster boedelscheiding hebben gehouden.
14-6-1551: De heren met de raad hebben besloten dat Gerrit van Bemmel, Jan Joostensz alias Jan van der Poort, en Peter Cornelisz van Delft, verbannen zullen worden uit stad en heerlijkheid van Rhenen voor 3 jaren.
29-6-1551: Dirck van Ermelen belooft dat hij de nabeschreven schulden lossen zal en de brieven in handen van jufr. van Cronenburch en Olifier van Weeze gecanseleerd leveren zal op Odulphusdag 1552. Ten eerste de brief van de kerk van Rhenen van 600 gulden. Ten tweede twee brieven van Dirck de Bruijn van 150 gulden en 200 gulden. En een brief van Zeger van Wijck van 300 gulden. En een brief van Weijm Keijsers van 300 gulden. En een van Lijsbeth Mommen van 225 gulen. En een van Willem Beijer van 150 gulden. Dirck Hendricksz 90 gulden. Jorden de schipper 75 gulden, Agniet van Buchel 100 gulden en Jan Stevensz 160 gulden.
25-7-1551: Willem Lijster Dircksz en Jan van Harn als gildemeesters van St. Cuneragilde, met consent van de gemene gildebroeders, transporteren aan Dirck Goessensz x Anna Gijsbertsdr een huis en hofstede zonder enige uitgang van tijns, erfpacht of anders, daar oostwaarts de Herenstraat, zuidwaarts Job Amelsz, westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts Jan van Zoemeren.
1-7-1551: Aernt van Dolre als naast, onpartijdige bloed van zaliger Jans van Dolres kinderen, wie dat deze kinderen door zekere appellatie door juffr. van Cronenburch aan de stoel van Rhenen gedaan, beroerende in materie van materimono geeft het gerecht te kennen hoewel Hendrick Bonck zijn deugdelijke voorgaande tutorschap teniet gedaan heeft, dat zij bedanken en begeren dat men Hendrick Vonck zou overhalen dit momberschap toch weer op zich te willen nemen.
26-8-1551: Floris Feijt en Jan van der Waije hebben een stuk veen gemeten volgens akte van 16!-7-1551 hierboven. Jan heeft voor de schepenen van Rhenen verklaard dat hij dit veen moest leveren door burchtael waerop Floris Foeijt seijde salige man waerom werdy burge. Hier nae seyde Floris Foeyt voir ons schepenen vurschreven quaemt vuyt burchtael soe had ick die principael ierst moeten verwinnen, dan tcoemt overmits dat ghy myn veen gegreven hebt.
25-11-1551: Heer Anthonis Evertsz, met Goessen van Lienden, zijn momber, transporteert aan Gijsbert Gerritsz x Aertgen zes percelen bergland en england te Achterberg, daar oostwaarts het convent van Rhenen, westwaarts Dirck de Bruijn, noordwaarts de Hoogstraat, zuidwaarts heer Anthonis Evertsz. En nog een stuk land dwars strekkende onder de Harspe toebehorende Catharijn van Brakel daar oostwaarts Anthonis Evertsz, westwaarts het convent van Rhenen, noordwaarts Dirck de Bruijn met heer Anthonis Evertsz, zuidwaarts de Harspe. En nog een stuk ten einde dit voorschreven land daar oostwaarts Schonevelttraai, westwaarts Jeger van Nijmegen, noordwaarts het convent, zuidwaarts de Harspe. En nog een halve morgen daar oostwaarts het convent, westwaarts idem, noordwaarts de bastaarden van Hemerten, zuidwaarts Evert Jansz. En nog een akker in Bergdal daar oostwaarts St. Jansvicarie, westwaarts Morren en zuidwaarts de bastaarden van Hemerten. En nog een klein akkertje daar oostwaarts de bastaarden van Hemerten, westwaarts de commandeur, noordwaarts de bastaarden van Hemerten en zuidwaarts het convent van Rhenen.
4-12-1551: Laurens Coenraetsz heeft op heden oorbede gedaan voor schout en schepenen zo hem de schout gevangen heeft op 18-11 door zekere woorden dat hij niemand van het gerecht en burgers of onderdanen van Rhenen zal misdoen.
9-12-1551: De weesmeesters geven het gerecht aan alzo Jan van Harn Gerritsz zaliger verkocht heeft gehad zeker land in de Marsch, het gasthuis van Rhenen, waarvan het gasthuis nog geen transport heeft gehad. Zij verzoeken toestemming van het gerecht. Deze keurt het goed.
26-1-1552: Cornelis Alertsz van Rhenen, won. Utrecht, gezworen meter van de leijen, verklaart dat hij gementen heeft het leidak van Dirck van Ermelen dat mr. Aert dat eerlijk geleverd en voldaan heeft en dat het beloopt 31 roeden en 10 voet.
17-11-1555: Thomas Stevensz als gemachtigde van juffr. Maruwym, nagelaten weduwe van Jasper van Culemborg, substitueert Gijsbert Geerloffsz en Verheij, Lotus en alle anderen voor de bank van Rhenen.
2-12-1555: Gerrit Berntsz x Roelofje Roelofsdr transporteren aan Jan Coenraetsz x Aertgen drie stukken land op Remmertereng, nl. een stuk van 7-8 hont, daar oostwaarts de kerk van Rhenen, zuidwaarts en westwaarts St. Catharinavicarie en noordwaarts heer Hendrick Lijster. En nog een stuk land, genaamd Desterckwech, daar oostwaarts Hendrick van Ecks erfgenamen, zuidwaarts de Rijn, westwaarts heer Hendrick Lijster, noordwaarts Dionijs Hendricksz. En een stuk land genaamd De Cleijnham daar oostwaarts tabaksland van Willem Lijster Dircksz, zuidwaarts en westwaarts de kerk van Rhenen en noordwaarts de erfgenamen van Hendrick van Eck.
27-12-1555: Aert Quint bekent schuldig te zijn aan Johan de Keijser vanwege de kerk van Rhenen 26 gulden.
30-3-1556: Aeltgen Jansdr met haar momber Elis Willemsz transporteert 1/6 van een huis in de Koningstraat, haar aangekomen bij dode van Jan Jansz van Someren, daar oostwaarts de gemene straat, zuidwaarts Beatrix N.N.dr, westwaarts Aert Thonisz, noordwaarts Rijck Berntsz, en de hof gelegen buiten de Westpoort, daar oostwaarst Hendrick Jansz Bloem, zuidwaarts de gemene weg, westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts Nijs Hendricksz c.s.
29-4-1556: Aert Adriaensz x Agniet, Adriaen Adriaensz x Neeltgen, Jan van Gelre x Griet, Hendrick Verway x Merry, Jan Willemsz x Griet Adriaensdr, en Agniet Claes Willemsz weduwe met haar momber Adriaen Adriaensz, en Adriaen Claesz en Aert Adriaensz als mombers van de onmondige kinderen van Adriaen Claesz, hun broer, transporteren aan Thonis Aelbertsz x Merry een schuur met erf en grond staande achter de Bock met een uitgang van 12 stuivers die de kerk van Rhenen toekomen, dar oostwaarts Willem Beijer en Jan Floren, zuidwaarts Joost de glazenmaker en Adriaen Adriaensz, westwaarts de gemene straat en noordwaarts Jan Willemsz.
12-7-1556: Anthonis van Snellenberch x Katrina bekennen schuldig te zijn aan Gerrit Jansz x Anna Gerrit Hendricksdr 15 gulden jaarlijkse losrente gaande uit 4 morgen hooiland in Velderbroek daar oostwaarts het convent van Rhenen, westwaarts Adriaen Hendricksz en Elis Jansz, zuidwaarts de wetering.
13-7-1556: Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Rhenen kennen en lijen mits deze zo ons zekere huurcedulle van de stadsrijswaard voor de Rijnpoort gelegen vertoond door mr. Wouter van Coddenoert en Jan van Leuwen als pachters van die waard, ondertekend alleen door Gosen van Lienden, secretaris in die tijd, om te mogen hebben meer zekerheid en vestenis, zo hebben wij die pachters behoorlijke brieven gegeven op dezelfde voorwaarden.
27-7-1556: Willem van Harn x Katrina Lijsters transporteren aan burgemeesters, schepenen en regeerders van Rhenen t.b.v. de stad een vrij huis en hofstede met toebehoren daar oostwaarts het huis van Aris Geurtsz, zuidwaarts de Langeherenstraat, westwaarts Thonis Aelbertsz snijder en noordwaarts Aris Geurtsz en Thonis Aelbertsz.
3-5-1557: Sander Berentsz bekent schuldig te zijn aan de commandeur van Rhenen 11-10 van drie jaren pacht.
12-8-1557: Alzo zaliger Jan van Gelre x Margriet, beiden zijn overleden en nagelaten hebben hun onmondige kinderen en grote schulden, waarna de schuldenaars een rechtszaak begonnen zijn, zo is het dat Gerrit van Gelder en Aert Adriaensz als ooms en naaste mombers, mitsgaders Jacob van Renen en Merten Tulman als weesmeesters, willen verkopen het huis, hof en hofstad binnen Rhenen, daar oostwaarts Anna, wed. Jacob van Harn Petersz, zuidwaarts het convent van Rhenen, westwaarts Jacob van Harn Jansz en noordwaarts de Langeherenstraat. Dit is gekocht door Thomas Willemsz voor 124 gulden.
9-10-1557: Rekest van heer Ludolf Fransz, priester aan de burgemeesters, schepenen, raad en kerkmeesters van Rhenen. Hij is geboren grasburger te Achterberg. Hij is voorzien met een beneficie op St. Catharina-altaar te Rhenen. Daarom wil hij binnen Rhenen komen wonen. En zoals alle grasburgers schuldig zijn met de andere inwonende burgers tegen de vijand, brand en alle andere noodzaken binnen Rhenen te waken, diensten te doen en de stad bij te staan en te helpen bewaren. Hij verzoekt toestemming. De raad keurt dit goed.
27-2-1558: Pouwels Goijersz bekent schuldig te zijn aan Thonis Quint 130 gulden. Als hij niet op tijd betaalt, mag Thonis Quint jaarlijks gebruiken de derde garf van het goed van Hendrick Ruijs gelegen op het Egelmeer binnen het gerecht van Rhenen.
7-7-1558: Adriaen Petersz constitueert Adriaen Roelofsen en van Rhenen en Anthonis Amelsz.
4-9-1558: Aelbert Woutersz transporteert aan Willem Louffs x Neel Aelbertsdr al het goed dat hij heeft in het gerecht van Rhenen. Willem en Neel beloven hun vader Aelbert te onderhouden.
20-11-1558: De pater van Rhenen, jonker Dirck van Cronenburch en Jacob van Renen als testamenteurs van heer Anthonis Evertsz constitueren Amelsz, Maersen, Verheij en alle anderen.
26-4-1559: Jan Gosensz Vaeck constitueert Amelsz, Adriaen van Rhenen.
1-9-1559: Rutger Valkenaer constitueert Jan van der Heijde in al zijn zaken voor het gerecht van Rhenen, tegen Jan van Amerongen.
17-3-1560: Evert Lijster x Alijt de Geest, Hendrick Hol x Peternella Lijsters, en hen sterk makende voor Jan van Wijck x Bet, en ook Evert Lijster als momber van Hillitgen Lijsters, zijn zuster, transporteren aan Peter van Manen x Alijt Hendricksdr 2 morgen bergland in Remmertereng daar oostwaarts het gasthuis, zuidwaarts de Rijn, westwaarts de kerk van Rhenen.
15-11-1561: Sebastiaen de Cruijff x Nellichgen Hubertsdr transporteren aan Anthonis Adriaensz x Adriana Reijers de helft van vijftehalve morgen land in Velderbroek, waarvan de wederhelft behoort aan Thonis Adriaensz zelf, daar oostwaarts de kerk van Rhenen, zuidwaarts het convent van Rhenen, noordwaarts omtrent Vogelescamp.
1-3-1563: Jan Hendricksz de Wit, met zijn borgen Anthonis Joosten x Mechtelt van Sulen, bekennen schuldig te zijn aan Johan de Roij, schout van Rhenen, x Alijt Alijt Bollen 15 goede gouden karolus keizers guldens. Hij stelt als onderpand de helft van 4 morgen land in de Greb, gemeen met Wouter van Suijlen, daar oostwaarts Johan de Keijser, westwaarts Adriaen Heij, zuidwaarts de Rijn en noordwaarts de dijk.
20-10-1563: Hermen Scherpynck als gemachtigde van Rijck van Neerden, prebender van de Horst te Abcoude, heer Aert Collert, kanunnik St Marie te Utrecht, gemachtigde van de bisschop van Haarlem, prenbendaet te Rhenen, dr. Balthazar van Blijenborg als curator van Peter Jacobsz, prebendaet ter Eem en heer Adriaen van Schaick, prebendaat op Vredenborch, met Roelof Jansz, burger te Amersfoort, substitueert Aelbert Verweij, procureur voor het gerecht van Rhenen.
28-12-1564: Dirck Goessensz x Anna Gijsbertsdr transporteren aan Steven Teunisz x IJda Goessens die alinge huijsinge, hof en hofstede in de Cruijsstraat, daar oostwaarts de Herenstraat, zuidwaarts Wouter Henricksz coster, westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts Mechtelt van Merten, weduwe van Jan van Someren.
5-2-1565: Mechtelt van Meerten, wed. Jan van Someren, en haar zoon Jan Jansz van Meerten, bekennen schuldig te zin aan Willem Vastrick en Frans Verwaij als gildemeesters van het St. Cuneragilde, 12 gulden per jaar van een kamp land genaamd Crey Camp, gelegen bij Leeffdael, daar oostwaarts de Heerweg, westwaarts de Horstlanden, zuidwaarts Henrick Velkener, Henrick Beijer, Jacob Willemsz en de kerk van Rhenen, en noordwaarts een gemene straat.
9-4-1565: Claes de Cruijff x Geertruijt van Brynen bekennen schuldig te zijn aan Christina en Elisabeth Dirck de Bruijns dochters 9 gulden per jaar wegens koop van een huis en hofstede met 4 morgen land genaamd Den Berchhoff, gelegen te Achterberg, daar oostwaarts en westwaarts het convent van Rhenen, zuidwaarts de Herenstraat en noordwaarts de Hoogsteeg.
14-5-1566: Cornelis Jansz x Marie transporteren aan Goeltgen Jansdr die alinge hofstede waar oostwaarts de hofstede van Walraven Woutersz, zuidwaarts het convent van Rhenen met een schuur en noordwaarts de Herenstraat. Goeltgen Jansdr bekent schuldig te zijn aan Cornelis x Maria 75 gulden.
24-8-1566: Goeltgen Jansdr, met haar voogd, Cornelis Jansz vleeshouwer, transporteert aan Goessen van den Beeck x Alertgen Henricksdr die alinge huijsinge, hof en hofstede waar oostwaarts de hofstede of het afgebrande huis van Walraven Woutersz, zuidwaarts het convent van Rhenen met het bouwhuis, westwaarts de Zwaan en noordwaarts de Herenstraat. Goessen en Alertgen bekennen schuldig te zijn aan Goeltgen Jansdr 4-13½ per jaar.
18-9-1566: Aelbert Duijs constitueert Aelbert Verweij, Aelbert van Eck en Philips Jaspersz tegen de schout van Rhenen.
8-1-1567: Mechtelt van Meerten, wed. Jan van Someren, mitsgaders Jan en Willem van Someren, haar zoons, bekennen schuldig te zijn aan Frans Verwaij x Maria Adriaensdr 9 gulden per jaar wegens een stuk land genaamd Creijs Camp, groot 6 morgen, gelegen achter Leeffdael, waar oostwaarts en noordwaarts de gemene straat, zuidwaarts de kerk van Rhenen, Henrick Velkener en Henrick Beijer, westwaarts de koninklijke majesteit.
23-7-1571: Aelbert Guertsz van Ommeren, won. Achterberg te Laar, bekent schuldig te zijn aan de excuteurs van Johan Beijer, in leven kanunnik ten Dom te Utrecht, in behoef van de possesseur van zeker vicarie gefundeerd ter ere van de Driekoningen in de parochiekerk van Rhenen vijf gulden jaarlijkse erfrente en dat van 100 gulden die Johan Beijer bij testament ter augmentatie van deze vicarie gelegateerd heeft, die hij bekent ontvangen te hebben van Johan van Drolshagen, kanunnik en scholaster St. Maria, Johan van Wael, kanunnik ten Dom te Utrecht, Wouter Brock, vicaris aldaar en mr. Johan Beijer van Harn, burgemeester te Rhenen, als executeurs en fideïcommissarissen van Johan Beijer en diens testament. Als de betaling onvoldoende is, mag de rest gehaald worden uit het huis, hof en hofstede, erf, land en grond genaamd Solenenhofstede, waar de comparant nu op woont, gemeen met Gerrit van Harn, daar oostwaarts naast gelegen zijn de erfgenamen van Dirck de Bruijn, zuidwaarts Rutger Velkener en Henrick Beijers erfgenamen, westwaarts de Herenweg en noordwaarts het goet Leeffdael.
18-8-1571: Pelgrum Cornelisz en Herman van Veer stellen zich borg voor Gijsbert Neij Jacobsz, volgens appoincte tussen hem en Jacob van Renen door het gerecht van Rhenen gisteren gewezen.
6-10-1571: Hermen van Hunnen x Veronica van Kersbeeck bekennen schuldig te zijn aan Claes Gerritsz, won. Veenendaal, 100 gulden. Zij stellen als onderpand hun kindsdeel aan een stuk veen genaamd Jochum van Hunnenen Levensche? veen, in het gerecht van Rhenen gelegen, daar oostwaarts Jan Bogaert, westwaarts het gasthuis.
3-12-1571: IJsbrant en Gijsbert van de Voert Gijsbertszonen transporteren aan Cornelis vande Voert, hun broer, hun recht op een brief houdende een deel veenen in het gerecht van Rhenen in het Cappellen lot.
19-12-1571: De magistraat van Rhenen bekent ontvangen te hebben van Wendelmoet Huijch Jacobsdr weduwe 450 gulden die zullen worden geëmploijeerd tot een nieuwe windkorenmolen.
30-1-1572: Mr. Johan van Harn, burgemeester van Rhenen, voor zichzelf en als gemachtigde van Maria van Bijler, zijn huisvrouw, transporteert het goed Costverloren, gelegen in het gerecht van Rhenen, destijds aan Johan van Harn opgedragen door Alard Mouthaen vanwege Jan van Voort, aan Ariaen Petersz van Huesden x Bernerda Thonisdr, daar oostwaarts der gemalen grond, zuidwaarts de Eem of grift, westwaarts de gemeente en noordwaarts de gemene straat.
3-3-1572: De magistraat van Rhenen bekent schuldig te zijn aan Dirck Cornelisz van Wageningen 300 gulden.
18-4-1572: Ariaen Henricksz, won. Veenendaal, als gekocht hebbende van de erfgenamen van zaliger Henrick Lijster en Willem Lijster, broers, zeker stuk veen, groot omtrent 52 morgen, gelegen in de bedrijne van Rhenen, genaamd Die Helle of het Eerste Lot, strekkende over de grift daar oostwaarts Janna Claes Lijsterweduwe en Henrick Lijster, zuidwaarts Strekvuerenweg, westwaarts die van Verhuet met hun consorten en noordwaarts de Veluwe, verobligeert te zullen helpen gelden en betalen alle contributies die het onderhoud der griften, dijken, bruggen en schutten, uitgegeven zullen worden.
21-2-1573: Jerefaes van Triest en Rijck Wesselsz, molenaar, constitueren Huijch van Cothen, Johan Wachtelaer, Aert Ram en Odolff van Santen, procureur voor het Hof van Utrecht, mitsgaders Bartholomeus van Bergeijck, procureur voor het gerecht van Rhenen.
23-2-1573: Cors Gerritsz, Jacob Gerritsz en Gijsbert Jansz hebben bij ede beloofd tot vermaning van de schout van Rhenen op eigen kosten binnen Rhenen te zullen blijven.
28-5-1573: Dirck Vonck Pelgromsz x Maria de Bruijn, erfgenaam van Cristina Lijster, nagelaten weduwe van Dirck de Bruijn, haar moeder en vervangende de andere erfgenamen, en Wouter van Sulen voor zichzelf en zijn vrouw constitueren Cornelis Meertensz de Zwart, procureur voor het Hof van Utrecht, en Bartholomeus van Bergeijck, procureur voor het gerecht van Rhenen, wegens het decreet dat de gravin van Arenberch begonnen heeft te doen op de goederen behorende Rutger Valkenaer gecondemneerde.
17-6-1573: Seger Pijck constitueert Peter de Stout Jansz, Ot Goessensz van Herwerden, Gevert van Amerongen, Aert Ram, Jan Wachtelaer, procureur voor het Hof van Utrecht, Bergeijck, Verweij en Ridder, procureurs voor het gerecht van Rhenen, om te ontvangen en rekening te leveren.
6-7-1573: Gerrit van Mechelen, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan Jan Willemsz als executeur of pander van des koninklijke majesteits Domeinen des lands van Utrecht 55 gulden als rest uit zaak van landaccijns in de jurisdictie van Rhenen gevallen anno 1572 en deze accijns bij Cornelis Hendricksz Stip gepacht. Gerrit is brouwer te Veenendaal.
20-7-1573: Jonker Goijer Pieck verklaart bij ede dat hij ten achteren is aan Jacob van Renen 62 gulden van een jaarlijkse lijfrente. Hij constitueert Ot Goessensz van Herwerden die als gemachtigde van hem dit proces voor het gerecht van Rhenen sustineert.
5-9-1573: Mechtelt Ulrijck Hermenszdr heeft, met Peter van Surrekesteijn, haar gekoren voogd in deze zaak, getransporteerd aan Claes de Ridder, procureur voor het gerecht van Rhenen, 50 gulden die haar van Ulrich Hermensz, haar vader, en Nelleken zijn huisvrouw volgens zekere akte van condemnatie van 26-10-1562 voor dit gerecht gepasseerd is.
19-10-1573: Aelbert Verweij x Cornelia van Hattum transporteren aan Wouter Henricksz Coster x Cornelia Gerritsdr de hofstede met erf en grond met toebehoren binnen Rhenen aan de Lange Herenstraat, waar oostwaarts en noordwaarts de gemene Herenstraat, zuidwaarts het convent van Rhenen en westwaarts Goesen vander Beeck naast gelegen zijn.
18-2-1574: Mathijs van Voerdt, burger te Utrecht, als gemachtigde van Maria Jan Spruijtendr, zijn huisvrouw, vestigt t.b.v. Catharina Alerdt van Haeftens wedu een jaarlijkse rente van 25 gulden. Hij stelt als onderpand 12 morgen veen te Rhenen, strekkende van Cuneraweg tot midden in de Grift daar zijne koninklijke majesteit oostwaarts en Jacob van Rhenen westwaarts naast gelegen zijn.
15-4-1574: Cornelis Stevensz en Henrick van Eck als gemachtigde van Jacob Goessensz, tegenwoordig koster St. Jacobs te Utrecht, als ooms en mombers van de onmondige kinderen van Steven Thonisz Sprot x Ijtgen Goessensdr, transporteren aan Adriaen Zweersz Verhuijt, burger te Rhenen, x Hillegont Frans Verwaijsdochter een huis met erf en grond in de Cruijsstraat daar Steven Thonisz en IJtgen Goessensdr in hun leven gewoond hebben, daar oostwaarts de Herenstraat, zuidwaarts Wouter Henricksz Coster, westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts Cornelis van Eck, kuiper.
30-12-1574: Dhr Henrick van Wijck, vicaris in de Cunerakerk, bekent met Peter van Surrekesteijn, zijn gekoren voogd in deze zaak, schuldig te zijn aan de gasthuismeesters van Rhenen, 3 gulden per jaar. Hij stelt als onderpand de alinge huijsinge met erf en grond staande op het kerkhof, waar hij in woont, waar zuidwaarts de stadsmuur en noordwaarts het kerkhof.
20-5-1576: Cornelis de Jeger substitueert Adriaen Verhuet, mede-schepen van Rhenen, mitsgaders Bartholomeus van Bergeijck en Aelbert Verweij, procureurs te Rhenen, om te Rhenen te laten lezen de volgende akte gepasseerd te Nijmegen. Juffrouw Assuera van Andelu?, nagelaten weduwe van Ludolff die Jeger, constitueert Cornelis de Jeger, haar zoon, om alle uitstaande acties te verrichten in het Sticht van Utrecht.
16-6-1576: Rijck Wesselsz, molenaar, en Adriaen Petersz, won. onder Heijmenberg, stellen zich borg voor 385 gulden wegens koop van hetgeen mr. Adriaen toekomt in het gerecht van Rhenen.
4-10-1576: Cornelis Rijngel als momber van de onmondige kinderen van Cornelis Rijngel, zijn broer, mitsgaders Rutger van Manen, wed. van deze Cornelis Rijngel, constitueert Aert Ram, Peter van Santen, Luijdolff van Santen, Herbert van Haeften, Johan Wachtelaar, procureurs voor het Hof van Utrecht, Bartholomeus van Bergeijck, en Aelbert Berweij, procureurs voor het gerecht van Rhenen.
28-4-1577: Evert Jordensz, won. op te Dijkse gemeente in het gerecht van Rhenen, bekent schuldig te zijn aan Tonis Saer Rijcksz nagelaten weduwe van Henrick Gerritsz, 62 gulden als rest van koop van getimmer en verbeterschap staande op de Warshevel op de voorschreven gemeente.
23-6-1577: Peter Claesz op Prattenburg x Anna Dircksdr, en hen sterk makende voor Hubert Thonisz x Rutgera Anthonisdr, Gijsbert Aertsz x Elisabeth Anthonisdr, die zich sterk maken voor Willem Thonisz en ook als speciale procuratie hebbende van Jan Thonisz x Maria Aertsdr, transporteren aan Andries van Bemmel, substituut van Johan de Roij, schout, x Steffene van Lijnden een hofstede met erf en grond in de Dijck dat Anthonis Rutgersz laatst gebruikt heeft en waar hij is overleden, daar oostwaarts Andries van Bemmel, zuidwaarts het convent van Rhenen, noordwaarts de gemene Heerweg of straat de Dijck genaamd.
19-8-1577: Aelbert Verweij heeft uit kracht van procuratie door Adriaen Titboell x Cunera, gepasseerd te Wesel, transporteert aan mr. Peter Ruijsch, advocaat voor het Hof van Utrecht, 18 morgen bergland op te Herspe, mitsgaders 2 morgen weijrtland onder aan Heijmenberg op de Rijnstroom, zoals Claes de Ridder deze bij decreet voor het gerecht van Rhenen verkregen heeft en gekomen zijn van Jacob van Renen.
22-4-1578: Mercelis Hubertsz constitueert Cornelis van Muijden, Peter van Santen en Herbert van Haeften, procureurs voor het Hof van Utrecht, en Bartholomeus van Bergeijck, procureur voor het gerecht van Rhenen.
15-7-1578: Testament van Janna Lijsters, nagelaten weduwe van Claes Lijsters, won. Rhenen. Octrooi is verleend op 14-8-1550 door de keizerlijke majesteit en een andere door Aelbert van Egmont van Meresteyn, landcommandeur der Balije van Utrecht Duitse Orde, van 15-9-1554 met nog een andere van Jacob Taets van Amerongen, huiscommandeur en als gemachtigde van de Balije van Utrecht Duitse Orde van 5-12-1577. Zij herroept alle voorgaande testamenten. Zij prelegateert aan Lijsbeth en Claesgen Henrick Lijstersdr, verwekt bij Alijt Lijsters als haar mobile en gerede goederen met de inboedel wegens de getrouwe dienst die zij haar hebben gedaan en nog dagelijks doen. En aan deze beide dames ook al haar landen buiten de Westpoort van Rhenen, bij de Melaten, op en onder de berg, met het weidje dat door Henrick Jansz Bloem gebruikt is geweest en de helft van 6 morgen weiland en hooiland in de Horstbrant, waar Cunera Lijsters, haar zuster, de wederhelft van toebehoort. Zij had een inmiddels overleden zoon, Dirck Lijster. Als Elisabeth en Claesgen Lijsters overleden zijn, en geen nageslacht nalaten, zullen deze goederen vererven op haar broer Willem Lijster. Willem krijgt ook het recht op 10 morgen bergland bij Remmerten, dat door haar is verpacht aan Geertruijt Claes de Cruijfs weduwe voor 10 gulden per jaar. Er hangt nog een proces tussen de comparant en de weduwe van Dirck Lijster.
27-1-1585: Marie Voncken, wed. Dirck Lijster, constitueert Jan Vachtelaer en Aert van Santen, beide procureurs voor het Hof van Utrecht, om voor mr. Peter Ruijsch, advocaat in het Hof en commissaris in de zaken van hen comparanten, tegen de regering van Rhenen, aangaande een steeg als tegen juffrouw Janna Lijsters, en in die zaak te accorderen indien mogelijk.
8-6-1585: Gerrit Lijster Willemsz als oom en gekoren momber over de onmondige kinderen van Hendrick Lijster Willemsz en constitueert Jan Wachtelaar, Gerrit van Rijswijk, Herbert van Haeften, procureurs voor het Hof, Adriaen van Rhenen, Sebastiaen de Wijs, Cornelis van Malsen en Jan van Meteren, procureurs schepenbank te Utrecht en Bartholomeus van Bergeijck, procureur voor dit gerecht.
7-4-1586: Aelbert van Eck en Huijbert van Rhenen constitueren Henrick van Nijenroij en Herbert van Haeften, procureurs voor het Hof van Utrecht.
22-7-1585: Jan Aelbertsz Toll en Evert Evertsz, burgers van Rhenen, bekennen te betalen 840-8 die Rochus van Dulcken aan Jesaja Reijers, koopman te Antwerpen, als rest van een obligatie van 27-8-1584 moest betalen.
21-5-1586: Specificatie van de munten bij het convent van Rhenen t.b.v. Maria van Sebeeck, geconsingneerd ter somme van 102 gulden onder Gerrit Vastrick, schepen, berustende.
17-11-1584: Margriet Rutgersdr, wed Claes Jansz Schalck, met Gerrit Aertsz, haar gekoren momber in deze zaak, transporteert aan Cornelis Thonisz x Neeltken Claesdr een huis, hof en erf en grond binnen Rhenen, oostwaarts Lijsbet van Harn, zuidwaarts de Herenstraat, westwaarts Dirck Melisz, noordwaarts Jacob Arrisz. De kerk van Rhenen heeft hieruit jaarlijks 30 Philipsstuivers en 4 Vlaamsen groot en 24 stuivers die het Cuneragilde jaarlijks uit dit huis heeft.
6-3-1585: Hendrick Jansz Tauw transporteert aan Pauwels Taets x Geertruijdt Jansdr een halve hof binnen Rhenen in de Visscherstraat waarvan de wederhelft de comparant aan zichzelf behoudt, met conditie dat de heiningmuur tussen Lambert Petersz’ erf en de gehele hof door de comparant en Pauwels beiden onderhouden moet worden. Belendingen: oostwaarts Hendrick Aertsz en Jan van Calcker, zuidwaarts de Visserstraat, westwaarts de comparant zelf en noordwaarts Lambert Petersz. De commanderij van Rhenen heeft hieruit jaarlijks 4 Brabantse stuivers.
5-9-1586: Hendrick van Eck, burgemeester van Rhenen, en Aelbert Verweij, procureur te Rhenen, tonen zekere procuratie bij jonkheren Govaart en Lubbert van Parijs van Zuijdtoort, broers, op hen gepasseerd, en transporteren aan jonkvrouw Mechtelt Keijsers, wed. Hendrick Lijster doctor in de rechten, de erfpachtbrief met de erfpacht van 10 malder goed uit zekere bouwing, hofstede etc te Rhenen bij Rammesteijn bij de venen genaamd Den Sondaert/Soudaert.
28-1-1587: Gerrit Arrisz, won. Veenendaal, constitueert Peter Trompet, burger van Utrecht, om te transporteren aan Jasper Jansz van Ingen, won. Veenendaal, huis, hof en getimmer met de verbetering van de erfpacht in Veenendaal, oostwaarts de grift, zuidwaarts de comparant zelf, westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts Engel Jansz van Amerongen.
7-6-1587: Metgen Fransdr, met haar gekoren momber in deze zaak Evert Lijster, verklaart erfgenaam te zijn van haar vader en moeder en mitsdien dezelve aangeweest te hebben. Zij belooft alle crediteuren te contenteren. Andries van Bemmel stelt zich borg voor Metge Fransdr voor 274 gulden die zij gelicht heeft van de magistraat van Rhenen van zeker huis en schuur die haar ouders toebehoord hebben.
29-9-1588: Anthonis van Dijck Jordensz, voor zichzelf en als man van Harmanna Jan Bruggendochter, die weduwe was van Jan Gerritsz Wall, en Christina Willemsdr, wed. Peter Jansz Brug, constitueren Bartholomeus van Bergeijck, procureur voor dit gerecht, en Peter van Santen en Aert van Sande, procureurs voor het Hof van Utrecht, om te interveniëren voor Gerrit van Esfelt, in het proces dat Jan Brug Jansz, alias Jan van Seijst, alrede tegen Esfelt had geïnstitueerd. Jan Aelbertsen Mom en Walraven Cornelisz Ringel, burgers van Rhenen, stellen zich borg voor Anthonis van Dijck Jordensz en Christina Willemsdr, weduwe Peter Bruggen. De zaak loopt over een huis en hofstede binnen Rhenen aan de markt waar Esfelt tegenwoordig in woont dat voorheen Jan Brug de oude en Weijndelmoet Heijen heeft toebehoord.
7-4-1589: Hendrick Holl x Petronella Lijster stellen zich borg voor de magistraat van Rhenen om het gewijsde in appel te voldoen tussen die van de magistraat en Cornelis Thonisz Budding. Zij stellen als onderpand hun huis aan de Markt.
23-4-1587: Maria Cornelis Gerritsz Boonen weduwe bekent schuldig te zijn aan het convent van Rhenen 67-10 van verschenen veenpachten.
16-5-1587: Catharina Lijsters, wed. Willem van Harn, met haar zoon Gerrit van Harn, als haar gekoren voogd in deze zaak, bekent schuldig te zijn aan Juliana van Rhenen 6 gulden per jaar. Zij stelt als onderpand 5 morgen hooiland, genaamd Eliskampje gelegen te Rhenen, bepaald oostwaarts en westwaarts de kerk van Rhenen, zuidwaarts de Maatsteeg en noordwaarts de Kromme Eem.
7-5-1587: Hubert van Rhenen en Aelbrecht van Eck x Ida van Rhenen bekennen van het volgende contract ten volle voldaan te zijn. Op 18-1-1585 bij decreet van het Hof van Utrecht hebben mr. Hubert Pauw, raad voor het Hof van Utrecht, en Francois vander Houve hebben gekocht het goed Remmersteijn met toebehoren, laatst toebehoord hebbende zaliger Jacob van Rhenen. Hubert van Rhenen heeft een tiend uit enige van die landen te leen houdende van de Staten van Utrecht.
26-9-1588: Peter Cornelisz van Veen, bode van het Hof van Utrecht, vanwege mr. Lijbrecht van der Molen, curator van de kinderen van mr. Pauwels van Straet, heeft in subhastatie gesteld 16 morgen veen in Hooffmeestersveen, competerende de kinderen en erfgenamen van zaliger Jacob van Rhenen. En de tiende van Grootvelt onder Rhenen gelegen en van Prattenburg en van de Grote en Kleine Bueckels, toebehorende de kinderen en erfgenamen van Jacob van Rhenen.
30-8-1588: Catharina Lijsters, wed. Willem van Harn, met haar zoon en gekoren momber in deze zaak Gerrit van Harn, bekent schuldig te zijn aan Mechteld Keijsers, wed. mr. Henrick Lijster, 18-15 per jaar wegens 300 gulden geleend geld die Lijsbeth Lijsters, wed. Johan Schilman, en Dirck Schilman, op zich genomen hebben te betalen. Zij stelt als onderpand haar bouwing te Laar dat Gijsbert Beijer tegenwoordig gebruikt, bepaald oostwaarts Johan de Keijser, zuidwaarts de erfgenamen van juffrouw De Bruijn, westwaarts de gemene weg en noordwaarts de kerk van Rhenen. Op 22-6-1593 is dit afgelost.
17-7-1587: Huijch Daemsz x Catharina Gerritsdr transporteren aan Willem Hendricksz van Scherpenzeel x Swanna Petersdr een huis en getimmer met de verbeterschap van de erfpacht in Veenendaal daar oostwaarts de Kerkstraat, zuidwaarts Willem Claesz van Cleef, westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts Gerard Petersz Bongaert.
9-12-1587: Jan Jacob Crauwell x Catharina transporteren aan Willem Gerritsz backer x Janna Willemsdr hun erfje en hof met een kamer en keuken binnen Rhenen achter het huis waar Herbert Jansz tegenwoordig woont, daar oostwaarts het gasthuis van Rhenen, zuidwaarts Henrick van Eck, burgemeester, westwaarts Willem Gerritsz en Herbert Jansz en noordwaarts Jan Mom en Aert Sandersz.
19-9-1588: Evert Evertsz, geassisteerd door zijn procureur Aelbert Verweij en Gerrit van Harn, verzoekt aan het gerecht van Rhenen teneinde Herman Scherpinck uit zijn zak zou laten zeker extract van de ordonnanties van de stad Utrecht en instructie.
11-12-1588: Gerrit van Harn, drost van Amerongen, namens Frederick van Brevelt, won. Utrecht, als een mede-erfgenaam van zijn ouders, en bij loting ten dele gevallen ¼ van zeker land, veld en veen in Veenendaal daar het convent van Rhenen westwaarts en de erfgenamen van jonker Johan van Renesse van Moermont oostwaarts naast gelegen zijn, mitsgaders de erfpacht gaande uit zeker huis op dit land staande, transporteert dit aan Agniet van Brevelt, wed. Henrick Egbertsz, zijn tante.
5-6-1589: Dirck van Rhenen bekent schuldig te zijn aan Cors Aelbertsz 67 gulden wegens levering van turf, arbeidsloon en gerechtelijke kosten.
1-6-1589: Adriaen Aertsz Heij als enige erfgenaam van zijn vader constitueert Herman Scherpinck, burgemeester, en Bartholomeus van Bergeijck, om te transporteren aan rentmeester van de Domeinen van Utrecht t.b.v. Andries van Bemmel een huis en hofstede in de Dijk Achterberg daar oostwaarts en westwaarts Andries van Bemmel, zuidwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts de dijk of gemene straat naast gelegen zijn.
10-7-1589: Dirck van Rhenen x Mechtelt Willemsdr verklaren de onmondige kinderen van Mechtelt, verwekt bij Bastiaen Werner, haar voorman, uitgekocht te hebben voor 1000 gulden volgens maakgescheid van 9-1-1588. Zij stellen als onderpand hiervoor de helft van 16 morgen veen genaamd Muijlersveen, zoals Dirck van Rhenen dat met Reijer van Rhenen, zijn zaliger broer, heeft geloot gehad, bepaald oostwaarts de erfgenamen van Johan van Renes van Moermont, Andries van Bemmel en Frans van Rhenen, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts Jantje Cornelis Erris weduwe en noordwaarts de Grift. En nog de verbeterschap van 3 roeden veen door Dirck van Rhenen gekocht van Mechtelt Keijsers en Frans Verweij, daar oostwaarts Huijbert van Rhenen, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts Mechtelt Keijsers en noordwaarts de Grift naast gelegen zijn.
20-10-1574: Kopie. Verkoopakte van het huis van zaliger Steven Thonisz x Ijtgen Goosensdr zaliger in de Kruisstraat, daar oostwaarts de gemene heerstraat, zuidwaarts Wouter Hendricksz Coster, westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts Cornelis van Eck, kuiper. Claes de Ridder mag tot Pasen in het achterste deel van het huis blijven wonen. Henrick van Eck heeft ingezet op 322 gulden. Jan Mom is gestelde momber over de drie onmondige kinderen. Huis is gekocht door Adriaen Sweren Verhuet voor 347 gulden. Borgen: Henrick van Eck en Evert Lijster.
9-8-1589: Huijbert van Rhenen ter ener zijde en Aelbert van Eck x Ida van Rhenen ter andere zijde hebben boedelscheiding gehouden van hun ouders Jacob van Rhenen x Gerarda de Bruijn. Huijbert behoudt de tienden binnen en buiten Rhenen in de Dijk, in de Marsche en in het Walt liggende en een tiend te Grootveld, dat hij te leen houdt van de Staten van Utrecht, bezwaard met 600 gulden waar men mr. Lijbert Merhouts jaarlijks rente van geeft. En een tiend van het erf van Jan van Someren ook in dit gerecht gelegen en twee bouwhoven genaamd Grootveld en de grote en kleine Bueckels, leengoed van de graaf van Culemborg, bezwaard met 20 gulden per jaar die dhr. van Noordwijk daaruit heeft. En een weerd buiten de Bergpoort genaamd Den Haeck, leengoed van de hertog van Gelre. En de helft van Harspe op de berg en 3 morgen hooiland. Aelbert van Eck krijgt een huis en hofstede en getimmer in de Visscherstraat te Rhenen genaamd De Bonte Keus, eensdeels tijnsgoed van den Lande van Utrecht en eensdeels eigen goed, daar oostwaarts en zuidwaarts de stadswal, westwaarts de erfgenamen van Sander Jansz en noordwaarts de commanderij. Hieruit heeft Adriaen Dircksz jaarlijks 7 gulden. En een hofstede te Achterberg, tijnsgoed van dhr heer van Saetsfelt. En een akker land genaamd De Steenakker, daar oostwaarts de gemene straat de Veenweg, zuidwaarts de erfgenamen van Jacob Roelofsz, noordwaarts Remmesteijn en westwaarts strekkende naar het bos. Op de last van 100 gulden aan Elisabeth Schiltmans. En 18 morgen veen in het Hooffmeestersveen, strekkende naar de gemene grift tot aan Cuneraweg, bezwaard met 500 gulden aan de erfgenamen van Thomas Persools. En de helft van de Harspe.
8/9-1589: Herman Scherpinck namens Emmeken van Brevelt, wed. Acrijn van Rijnevelt (procuratie Utrecht 10-5-1589), transporteert aan Agniet Dircksdr van Brevelt, wed. Dirck Hendrick Egbertsz, ¼ van zeker land, veld en veen in Veenendaal daar het convent van Rhenen westwaarts en de erfgenamen van jonker Jan van Renesse van Moerlant oostwaarts gelegen zijn, en ¼ uit een huis op dit land staande.
20-1-1590: Frans van Rhenen stelt zich borg voor het appoinctement van 16-12-1589 gewezen tussen Jan Tulman en Goert Jacobsz Ros om Rosch te indemneren.
24-1-1590: Jan Tulman x Gerarda de Roij verklaren alzo tussen hen en Goert Ros door het gerecht geordonneerd was dat Tulman borgen moet stellen aan Ros voor het graven van het slijk en turven die Rosch van Tulman gekocht heeft, zo stellen zij 1,5 roeden veen in het Hoofmeestersveen, daar oostwaarts de erfgenamen van Willem Lijster Willemsz, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts de erfgenamen van Jacob van Rhenen en noordwaarts de Veengrift. En nog 8 bedden met toebehoren en de verbetering van hun huis, hof en hofstede binnen Rhenen.
10-4-1590: Kopie. Alzo er een langdurige twist is en proces tussen de commandeur te Rhenen ter ener zijde en Jan Deijs (en nu zijn erfgenamen) ter andere zijde, omdat Jan pretendeert enige actie te hebben van erfpacht aan de Lege Grebschenweerd, de commanderij te Rhenen toebehorende, zo is het dat Herman Scherpinck en Andries van Bemmel, tegenwoordige burgemeesters van Rhenen, aan de zijde van Diederich van Bloijs van Treslong, commandeur in der tijd te Rhenen, en Willem Vastrick, gewezen burgemeester, en Peter Vastrick, substituut-schout te Rhenen, aan de zijde van de erfgenamen van Jan Deijs, een akkoord hebben opgesteld. De commandeur zal aan de erfgenamen (Evert Deijs c.s.) betalen 100 gulden.
3-8-1590: Gerrit Adriaensz x Cornelia Jansdr, en namens en uitgekocht hebbende de kinderen van Cornelia, verwekt bij Dirck Jansz van Thien?, transporteren aan Peter Petersz Ebbenhorst x Feijsken Gerritsdr een huis en getimmer staande op de grond van de erfgenamen van Dirck van Brevelt in de Kerkstraat te Veenendaal, met de verbeterschap van de erfpacht, bepaald oostwaarts de Kerkewijk, zuidwaarts Wouter Evertsz, westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts mr. Peter Ebbenhorst.
26-5-1590: Jan Tulman x Gerarda de Roij bekennen uitgekocht te hebben Helena van Harn en haar kinderen die zij verwekt heeft bij mr. Wouter Suurmond van een jaarlijkse losrente van 8 gulden per jaar uit de verbeterschap van hun huis, schuur en hofstad binnen Rhenen, tijnsgoed van Huijbert van Rhenen, daar oostwaarts Reijer Jansz, Anthonis Cornelisz, Frans van Ewick en de erfgenamen van Wouter Gerritsz, westwaarts Jan Aertsz Soet en een gemene herenstraat, noordwaarts de stadswal en zuidwaarts de gemene herenstraat. En voorts uit 1,5 roede veen in Veenendaal in het Hooffmeesterslot daar de erfgenamen van Henrick Lijster bezijden naast gelegen zijn.
6-2-1591: Aelbert Verweij bekent schuldig te zijn aan Andries van Bemmel wegens geleend geld 25 gulden. Frans van Rhenen belooft Verweij schadeloos te houden.
29-3-1591: Christina de Bruijn, huisvrouw van Dirck Coenen, heeft met Jan Toll, secretaris van Rhenen, haar gekoren momber in deze zaak, volgens procuratie door haar man te Aken gepasseerd op 5-1-1590, gesubstitueerd Goesen Claesz om te ontvangen alle schulden die zij nog moeten ontvangen.
1-5-1591: Elisabeth van Papevelt, wed. Jan van Harn Willemsz, met Hendrick van Amerongen, haar gekoren momber in deze zaak, bekent schuldig te zijn aan Aeltgen Lubbertsdr een jaarlijkse rente van 6 gulden. Zij stelt als onderpand de halve bouwing te Achterberg, genaamd Den Dickenberg, bepaald oostwaarts de erfgenamen van Maria Elis en Jacob van Rhenen, zuidwaarts de erfgenamen van dhr. van Amerongen, westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts de Cuneraweg.
14-6-1591: Andries van Bemmel, burgemeester, namens Regina Claes Loenders, wed. Floris Thin, in leen raad en advocaat van de Staten van Utrecht, mitsgaders van Anna Loenders, moeder van de weduwe Thin en van Johan Thin, natuurlijke zoon van mr. Floris Thin voornoemd, verklaart dat zij conform octrooi van het Hof van Utrecht op 29-8-1590 hebben getesteerd te Utrecht, waarbij Floris Thin zijn vrouw gelijftocht heeft in al zijn goederen. Zij mag deze goederen verkopen voor 9600 gulden om daarmee te kopen 600 gulden jaarlijks met belofte dat zij na haar dood de hoofdsom daarvan weer zal laten komen op Evert van de Pol. Floris Thin heeft verder gedisponeerd dat zijn vrouw zal hebben de honderd kronen in specie tot haar mergengaven en de helft van hetgeen Marten Loeden, haar broer, heeft geconkwesteerd met 900 gulden. Verder heeft Floris Thin gemaakt aan Anna Loeden, zijn schoonmoeder, 150 gulden jaarlijkse lijfrente, en aan Johan Thin, zijn natuurlijke zoon, 8000 gulden, te betalen na dode van zijn huisvrouw en intussen alle onderhoud in kleren en kost, zoals tot nog toe. En zo er in de boedelinventaris bevonden zal worden 4 morgen land in Velderbroek Achterberg zo is het dat hij comparant dat voor het gerecht van Rhenen heeft aangebracht.
3-9-1591: Adam Hendricksz x Marrije Jansdr beloven het gewijsde tussen Frans Lommetsen eiser ter ener zijde en hen comparanten ter andere zijde van zekere actie door Frans tegen hen voor dit gerecht geïnstitueerd te voldoen. Zij stellen als onderpand hun huis en getimmer in Veenendaal omtrent de kerk op de grond van de erfgenamen van Emmeken van Brevelt, daar oostwaarts Cornelis Jansz van Mechelen, zuidwaarts het Marktveld, westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts de erfgenamen van Emmeken van Brevelt.
1-11-1591: Gerrit Vinnesz voor zichzelf en als vader van zijn dochter verwekt bij Adriana, zijn overleden huisvrouw, bekent schuldig te zijn aan Aelbert Verweij x Cornelia van Hattem een jaarlijkse losrente van 4-10. Hij stelt als onderpand zijn huis en hofstede in Veenendaal, zoals hij dat in erfpacht bezit van de nazaat van Elisabeth van Brevelt, daar oostwaarts het Marktveld, zuidwaarts de erfgenamen van Renes van Moermont, westwaarts Dirck Herbertsz en noordwaarts het convent van Rhenen.
29-12-1591: Andries van Bemmel x Stephania van Lienden transporteren aan Frans van Rhenen de grond beginnende van de grift bezijden zekere principale huis en hofstede waar Willem Thonisz Budding op te wonen placht, hen comparanten nu toebehorende, strekkende deze grond zover als de boomgaard staande achter de voornoemde hofstede gelegen, zoals dat met een sloot van elkaar gescheiden ligt, op welke grond voorheen twee kamertjes hebben gestaan die Frans van Rhenen tot zijn oorbaar heeft gecommerteerd en gekeerd. Tussen Frans van Rhenen en Willem Thonisz Budding zijn twee erfscheidingen opgericht op 4-2-1574 en 21-12-1576. De comparanten transporteren nu aan Frans van Rhenen alle percelen van landen, venen, velden en gronden die Frans bij deze erfscheidingen toegelegd zijn en door hem gebruikt worden in een stuk land en veen te Veenendaal, daar oostwaarts de nakomelingen van Jacob Dedell c.s. en aan de westzijde de nakomelingen van Johan van Renesse van Moermondt of Claes Aertsz naast geland zijn. Op deze gronden blijft staan 225 gulden competerende Christina de Bruijn. Frans is gehouden te betalen 240 gulden aan Huijbert Buchell en 125 gulden aan Christina de Bruijn. De uitwatering blijft conform het contract van 6-7-1573.
13-8-1590: Kopie. Voor het Hof van Utrecht hangt een geschil tussen Huijbert van Rhenen en Aelbert van Eck x Cunera van Rhenen, tezamen kinderen en erfgenamen van Jacob van Rhienen, ter ener zijde, en Hendrick de Bruijn en Cornelis de Bruijn voor henzelf en namens hun broers en zuster ter andere zijde, tezamen kinderen en erfgenamen van Rutger de Bruijn en zijn vrouw, betreffende 6 morgen veen te Veenendaal, die Jacob van Rhenen voorheen gekocht had van de landcommandeur heer Frans van der Loo en door Rutger de Bruijn voor het Hof van Utrecht bij decreet gekocht, waartoe de erfgenamen van Jacob van Rhenen actie pretenderen voor de beterschap en melioratie van dit veen. Dit geschil is opgelost door tussenspreken van jonker Dederich van Braeckel, drossaard ter Leede, Sweder van Culemborg, Hendrick van Beinim en Jacob Both van der Eem op de volgende voorwaarden: de erfgenamen van Rutger de Bruijn betalen aan mr. Lijbrecht van der Moelen, executeur van het sterfhuis van Thomas Persoels 500 gulden, mits Huijbrecht van Rhienen en Aelbert van Eck eerst betalende alle verschenen rente.
23-2-1592: Gerrit van Rhijn bekent schuldig te zijn aan Luijck Stevensdr 125 gulden wegens verdengde penningen gesproten uit een proces tussen hem en Luijck voor het gerecht van Rhenen geïnstitueerd.
10-4-1592: Bart Cornelisz, Cors Aelbertsz en Claes Lambrtsz, won. Veenendaal, stellen zich borg voor Jan Hermansz van Brummen, geappelleerde, om het gewijsde te voldoen in de zaak van Jan Hermansz en Dirck van Rhenen voor dit gerecht geïnstitueerd.
17-4-1592: Cornelis Hermansz van Tuijll x Geertruijt Jansdr transporteren aan het gasthuis van Rhenen hun huis, schuren en getimmer staande op de grond van het gasthuis, dat Gerrit Thijsz in pacht heeft.
25-5-1592: Dirck Jansz Quint, brouwer, en Cornelis Hendricksz Stip stellen zich borg voor de erfgenamen van zaliger Jacob van Rhenen om vanwege hen te voldoen het gewijsde van het proces bij Damiaen Vonck tegen hen voor het Hof van Utrecht geïnstitueerd.
14-6-1592: Dirck van Rhenen, won. Veenendaal, mitsgaders Aelbert Verweij, burger te Rhenen, als het recht hebbende van Frans van Rhenen, constitueren Mechtelt Willemsdr, huisvrouw van Dirck van Rhenen om te Utrecht t.b.v. Anna van Oostrum te transporteren een jaarlijkse rente van 13 gulden die Frans van Rhenen x Dyvere Reijertsdr sprekende hadden op schout, gerechte en heemraden van de Langeweijde.
14-6-1592: Dirck van Rhenen x Mechtelt Willemsdr bekennen in een vaste erfkoop verkocht te hebben aan Aelbert Verweij x Cornelia van Hattem een jaarlijkse losrente van 6-13-1 uit hun veld en grond te Rhenen, eertijds gekomen van Niclaes van Upen en de weduwe van Cornelis van Steenfels, erfgenamen van Robbert Reijersz, daar oostwaarts de erfgenamen van Johan van Renes van Moermont met Frans van Rhenen, westwaarts de weduwe van Cornelis Arrisz, noordwaarts de Veengrift en zuidwaarts de Cuneraweg.
29-9-1592: Pauwels Jacobsz, pander van het Hof van Utrecht, heeft volgens akte van condemnatie van het Hof, concernerende mr. Lijbrecht vanden Molen, zo hij geprocedeerd heeft tegen de erfgenamen van Jacob van Rhenen, gesteld het Hooffmeestersveen, deze erfgenamen competerende.
7-12-1592: Frans van Rhenen constitueert Herbert van Haeften.
25-1-1592: Kopie. Voorwaarden waarnaar Cornelis de Bruijn voor zichzelf en namens zijn broers Gerrit de Bruijn, Dederick de Bruijn en Elisabeth de Bruijn genaamd Braeckel, zijn zuster, laten inzetten en bij afslag verkopen hun huis, hofstede en schuur omtrent de Westpoort van Rhenen daar de Hulck uithangt en tegenwoordig bewoond wordt door Rochus van Dulcken, voor een vrij eigen goed, uitgezonderd 20 stuivers per jaar die een vicarie daarvan heer Jan Ludolfsz possessor van is en nog 10 stuivers per jaar die de kerk van Rhenen daarop heeft en nog bezwaard vanouds met een zekere tijns die afgekocht is. Ingezet door Jacob Both van der Eem voor 1300 gulden.
25-7-1593: Hendrick Benger beroept zich op het Hof van Utrecht van de sommatie door de regering van Rhenen heden gedaan nopens 60 gulden waarin hij vervallen is vermits hij de lege hofstede, liggende tussen het stadhuis en Keijsers huis niet opnieuw opgebouwd heeft.
22-8-1593: Maria Dirck van Bemmelsdr, wed. Rijck Jansz Tol, mitsgaders Johan Aelbertsz Tol als grootvader en mitsdien voogd over de onmondige kinderen van Rijck en Maria, constitueren Herman Scherpinck en Evert Thonisz van Rhenen om te Utrecht voor tijnsgenoten te transporteren aan Maria Claesdr, wed. Anthonis Dircksz Verbrug 8 hont land op het Encker te Amerongen.
18-10-1593: Lens Thonisz x Anna Jansdr, mitsgaders Arien Jacobsz en Peter Jacobsz, broers, als erfgenamen van hun zaliger vader Jacob Arisz, transporteren aan Hendrick Cornelisz van Amerongen x Bertruijt van Harn de helft van huis, hofstede en hof binnen Rhenen naast de stadswal aan de zijde van het erf van Willem Goesensz, gewezen molenaar, daar oostwaarts Hendrick van Amerongen zelf, zuidwaarts Cornelis Thonisz Moll, westwaarts de gemene straat strekkende naar de stadswal en noordwaarts Willem Goesensz. Dit is een vrij goed uitgezonderd 3 stuivers 1 blank die de kerk van Rhenen hieruit jaarlijks heeft en 50 gulden die Meecken Lijsters, herkomende van Nel Thonisdr, hun tante, en 50 gulden die de erfgenamen van Cunera Jacobsdr van Manen, vermogens de koopcedulle daarop sprekende hebben.
31-10-1593: Cornelis de Bruijn beroept zich op het Hof van Utrecht tegen de akte en ordonnantie door het gerecht van Rhenen op 24-9-1593 gegeven ten voordele van Aelbert Verweij.
22-11-1593: Pelgrom Cornelisz x Anna Jansdr bekennen uit hun huis en hofstede waarin zij wonen schuldig te zijn aan het gasthuis van Rhenen een jaarlijkse losrente van 3-5.
19-12-1593: Frans van Lommetsen constitueert Willem van Lienaer om voor Lodewijck van Braeckel en mannen van leen op te dragen t.b.v. Willem Adriaensz een stuk leengoed groot 5 morgen te Lienden in de buurtschap Aalst waar de graaf van Culemborg oostwaarts, de wetering zuidwaarts, het convent van Rhenen westwaarts en de gemene straat noordwaarts gelegen zijn.
16-3-1593: Herman Cornelisz de Veer x Bertruijdt Jeriphaesdr bekennen schuldig te zijn aan Cornelis van Stoutenborch x Heilwich van Harn een jaarlijkse rente van 6-5 wegens 100 gulden. Zij stellen als onderpand hun huis en hofstede waarin zij wonen daar oostwaarts Cornelis van Stoutenborch, zuidwaarts het convent van Rhenen, westwaarts Alertgen Borren en noordwaarts de Lange Herenstraat.
9-7-1594: Huijbert van Rhenen namens Herman Jansz beroept zich op het Hof van Utrecht van het appoinctement ten voordele van Christina de Bruijn, wed. Dirck Coenen op 1-7-1594 gewezen.
15-10-1594: Mechtelt Keijsers, wed. mr. Hendrick Lijster, met Jan de Keijser, haar broer en gekoren momber in deze zaak, transporteert aan Dirck van Rhenen x Mechtelt Willemsdr een stuk veen genaamd Westrenensveen in Veenendaal, zoals haar door dode van haar vader is aangekomen, waar de grift ten oosten, Cuneraweg ten westen, Goort Jacobsz Ros ten noorden en Cornelis Clerck ten zuiden naast gelegen zijn.
15-10-1594: Idem transporteert aan Dirck van Rhenen en diens vrouw de helft van 3 roeden veen waarvan Dirck van Rhenen de wederhelft van Frans Verweij gekocht heeft, in het Hooffmeestersveen, zoals Jan de Keijser de oude zaliger en Frans Verweij dit hebben gekocht van Cornelis van Leuwen.
24-10-1594: Dirck van Rhenen x Mechtelt Willemsdr bekennen schuldig te zijn aan Gijsbert van Berck, schout van Rhenen, x Anna van Renesse een jaarlijkse losrente van 37-10. Als onderpand stellen zij een stuk veen genaamd Westrenensveen in Veenendaal, zoals zij dat gekocht hebben van Mechtelt Keijsers, wed. dr. Lijster, met nog 3 roeden veen, door hen gekocht van Frans Verweij en Mechtelt Keijsers.
7-11-1594: Jan Aelbertsz Toll x Alidt Rijcksdr transporteren aan Goort Jacobsz Rossch x Marie Cornelisdr 16 morgen of roeden veen in het Hooffmeestersloth benevens den hooffmeestersweg, daar oostwaarts de erfgenamen van Johan de Keijser de oude, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts de erfgenamen van Jacob van Rhenen en noordwaarts de grift.
7-4-1597: Frans van Rhenen transporteert aan Oth Gijsbertsz x Stijn Dircksdr een morgen rulling, veld en grond ten einde Tinnenwijck, strekkende van de Brandgruppel tot naar het hart toe.
8-11-1598: Compareerde voor schout en gerecht van Rhenen en voor tijnsheer en tijnsgenoten van de Domeinen Hendrick Jaspersz Lijndraaier x Haesken Jansdr. Zij bekennen schuldig te zijn aan Cornelis Dierhout Claesz, burger te Utrecht, een jaarlijkse rente van 18-15 wegens 300 gulden hoofdsom wegens koop van vlas. Zij stellen als onderpand hun huis aan de Markt binnen Rhenen, tijnsgoed van de Domeinen, waar zij in wonen, bepaald oostwaarts de weduwe van mr. Jacob van Eck, zuidwaarts de stadswal, westwaarts Evertgen Lijsters, en noordwaarts de Markt. En de verbeterschap van hun huis aan de Rijnpoort door hen gekocht van Michiel de vlasman, ook tijnsgoed van de Domeinen.
4-3-1599: Mechtelt Willemsdr, wed. Dirck van Rhenen, bekent schuldig te zijn aan Willem Dircksz, timmerman, won. Wijk bij Duurstede, 180 gulden wegens geleverde materialen en verdiend arbeidsloon aan het huis te Achterberg. Zij verbindt de turf die zij in 3 jaren graven zal.
27-2-1601: Claes Jansz, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan het gasthuis van Rhenen 106-5 wegens koop van turf. Hij verbindt hieraan de turf die hij nog zal graven.
30-7-1601: Heijltgen Hendricks, wed. Dirck Jansz Trompet, voor zichzelf en als uitgekocht hebbende de dochter van Dirck Jansz, met haar gekoren voogd Johan Toll, secretaris, transporteert aan Aert Aertsz, burger te Amersfoort, een huis, hof en hofstede met een berg en schuur in de Kerkstraat in Veenendaal, daar oostwaarts de Kerkstraat, zuidwaarts Jan Thonisz Vosch, westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts Cornelis Jansz van Mechelen. Aert bekent schuldig te zijn aan Heijlgen 250 gulden.
24-8-1601: Mr. Johan de Keijser als oudste zoon, erfpachter en tijnshouder van Johan de Keijser de oude, consenteert toegescheiden te hebben aan Hendrick Cornelisz van Amerongen als man en voogd van zijn vrouw die enige erfgename is van haar moeder Elisabeth van Papevelt, in de erfscheiding van de boedel van zijn vader de helft van 12 morgen in de Nude, erfpachtgoed van St. Pieter te Utrecht. En de helft van 1,5 morgen genaamd Den Mommen- of Kijfkamp, tijnsgoed van jonker Huijbert van Rhenen.
19-2-1602: Cunera Gijsbertsdr, ziek te bed liggende, testeert op Jannigje Ernen, haar bed met kussen, deken en gordijnen, etc., wegens getrouwe diensten in haar ziekte. En aan Aertgen van Campen haar dagelijkse kleren, en aan de dochter van Aertgen van Campen haar huik. En aan de armen van Rhenen 25 gulden.
26-4-1602: Jonker Dirck Nitshoorn x Ida van Rhenen transporteren aan Cornelis Jansz van Mechelen x Wilhelma Hendricksdr 3 morgen rulling, veen, veld en grond in het Hooffmeestersveen, bepaald oostwaarts Cornelis Jansz zelf met het veen eertijds toebehoord hebbende Goort Jacobsz Rosch, westwaarts Dirck Kreevanger c.s., zuidwaarts Cuneraweg en noordwaarts de veendijk.
8-1-1603: Lens Huijbertsz x Petronella transporteren aan Willem Dircksz van Elst een huis en hofstede met de verbeterschap van de erfpacht in de Kerkstraat te Veenendaal, bepaald oostwaarts de Kerkewijk, zuidwaarts Reijer de hoedemaker, westwaarts het veen van het convent van Rhenen en noordwaarts Roelof Vuijen.
12-1-1603: Adriaen Petersz van Heusden x Bernarda Anthonisdr prelegateren aan de armen van Rhenen 50 gulden.
21-2-1603: Evert van Netelroijen x Johanna van Oord transporteren aan Jan Bercheijck x Elisabeth Lijsters de helft van 4 morgen hooiland en de helft van 2 morgen weiland bij elkaar gelegen in de Horstbrand, waarvan Jan Bergeijck en zijn vrouw, mitsgaders Jan Vonck, de wederhelft competeren, daar oostwaarts de kerk van Rhenen, zuidwaarts de gemene steeg, westwaarts [niet ingevuld], noordwaarts de Maatsteeg. Met de verkoopakte van 14-12-1602.
9-4-1603: Willem Dircksz van Elst transporteert aan mr. Johan Wijnaltsz, chirurgijn, een huis en getimmer met de verbeterschap van de erfpacht, staande in de Kerkstraat in Veenendaal, bepaald oostwaarts de Kerkewijk, zuidwaarts Reijer Theusz, hoedenmaker, westwaarts het veen toebehorende het convent van Rhenen, en noordwaarts Roelof Vuijen.
14-4-1603: Gerrit van Laeckmont x Geertruijdt Andries van Bemmeldr, als erfgenamen van Andries van Bemmel, mitsgaders Sandrina Hackfoorts, Goessen van Lienden, haar zoon, hierin tot haar momber genomen hebbende Goessen van Lieden, met diens vrouw Anna Buddingdr, en Cornelia van Lienden, Jan Vonck, schoenmaker, in deze zaak tot haar momber genomen hebbende, als erfgenamen van Stephanie van Lienden, gewezen huisvrouw van Andries van Bemmel, transporteren aan de weduwe van Gerrit Claesz een huis, hof en hofstede met het getimmer mitsgaders weiland, bouwland, veen, velt en grond, volgens koopcontract van 6-7-1576 tussen Willem Thonisz Budding en Frans van Rhenen opgericht en de loting daaruit gevolgd van 21-12-1576, waar oostwaarts de gemene grift, zuidwaarts de erfgenamen van Johan Roeck, of die het recht van hem hebben, en noordwaarts de erfgenamen van jonker Johan van Renesse van Moermont. Op huis, hof en hofstede, veen, veld en grond rust een hypotheek van 400 gulden die heer Huijbert Buchell of de testamenteurs van hem, met nog 100 gulden die Christina de Bruijn, en 100 gulden die de erfgenamen van Herbert van Haeften daarop sprekende hebben.
25-4-1603: Frans van Ewick x Elizabeth van Wijck transporteren aan Anthonis Hermansz metzelaer x Marie Jeriphaesdr een huis, hof en hofstede aan het kerkhof van Rhenen, bepaald oostwaarts de vicarie van St. Anthonis, zuidwaarts de stadswal, westwaarts Belij van Oirt en noordwaarts het kerkhof. En dat voor een vrij eigen goed, uitgezonderd 3 gulden die het gasthuis te Rhenen daaruit jaarlijks heeft. Anthonie en Marie bekennen schuldig te zijn aan Frans en Elizabeth 281-5 als rest van de kooppenningen.
28-5-1603: Jasper Willemsz stelt zich borg om het gewijsde te voldoen in de zaak ongedecideerd hangende voor het gerecht van Rhenen tussen de schout en Jacob Claesz.
6-9-1603: Willem Willemsz als enige erfgenaam van Willem Gerritsz backer transporteert aan Metgen Jansdr, wed. Jasper Rutgersz en de erfgenamen van Jasper Rutgersz de helft van een kamer, keuken en hof staande achter het huis van Metgen Jans, waar Jasper Rutgersz de wederhelft van gekocht heeft van de erfgenamen van Jannigje Cornelisdr, bepaald oostwaarts het gasthuis van Rhenen, zuidwaarts de weduwe van Hendrick van Eck, westwaarts Metgen Jans huis en noordwaarts het huis dat Cornelis Thonisz Moll gekocht heeft van de comparant en de erfgenamen van Jannigje Cornelisdr voornoemd.
18-9-1603: Walraven Cornelisz x Janna Hendricksdr bekennen schuldig te zijn aan het gasthuis van Rhenen een jaarlijkse losrente van 6-5 wegens 100 gulden hoofdsom. Als onderpand stellen zij hun huis, hof en hofstede aan de Lange Herenstraat, daar oostwaarts Cornelis Arisz smid en Aelbert van Begbergen en Jacob Jansz van Meerten, zuidwaarts de herenstraat, westwaarts Goesen Claesz en noordwaarts de Lange Herenstraat. [In de marge staat dat dit bedrag door Claes Cornelisz van Schoonhoven, als koper van het huis van zaliger Walraven Cornelisz, tot zijn last is genomen en afgelost. Dit bedrag is door Claes Cornelisz van Schoonhoven en Wouter Hendricksz als gasthuismeesters weer uitgezet aan Albert Verweij als curator van de nagelaten goederen van jonker Huijbrecht van Rhenen.]
22-10-1602: Abraham Lus namens zijn vader Sion Lus (procuratie te Amsterdam op 28-10-1602) transporteert aan Lowijs Bucie de tafel van lening van Rhenen met de panden en geleende goederen daartoe zijnde, mitsgaders de dependentiën daarvan, zoals Sion Lus die gebruikt heeft.
3-6-1605: Bekent Jan Aelbertsz Toll schuldig te zijn aan Jan Verhuet en Evert Dionijssen als weeshuismeesters van Rhenen een jaarlijkse rente van 9-7-8 wegens 150 gulden hoofdsom.
3-1-1608: Jonker Adam van Werdenburch, kapitein, x Anna van Renesse, transporteren aan Herman Jansz en Cornelis Goortsz een huis, hof en hofstede met een schaapschot en 16 morgen land, zowel wei-, bouw- als veenland, daartoe behorende, strekkende van de gemene grift tot aan de Cuneraweg toe, zoals het Dirck van Rhenen heeft toebehoord.
17-4-1608: Beernt Willemsz als momber over het nagelaten kind van zaliger Meijns Cornelisz, geassisteerd met Gerrit Vastrick en Hendrick van Amerongen als weesmeesters, transporteren aan Jan Willemsz van Wageningen een huis en hofstede binnen Rhenen daar de weduwe van Anthonis Eernstensz oostwaarts, Jacob Michielsz zuidwaarts, Jan Petersz westwaarts en de Koningstraat noordwaarts gelegen zijn. Voor een vrij eigen goed, uitgezonderd 4 stuivers jaarlijks aan het gasthuis van Rhenen.
9-6-1608: Thomas Aelbertsz namens zijn vrouw, oudste erfgename van zaliger Johan van Hattem, constitueert Aert Vonck, zijn zwager, en Hendrick van Rempst, procureur voor het gerecht van Rhenen.
22-5-1608: Jan en Huijbert Dircksz Verlaer en Jan Dircksz Verlaer als voor 1/8 gerechtigd in het veen, veld en grond, breed zijnde tot het Gasthuisveen van Rhenen 10 roeden en ¼ van een roede, daar het gasthuis zuidwaarts en Sander Jansz noordwaarts naast gelegen zijn, strekkende van de Cuneraweg tot in de Veengrift toe. Zij hebben dit als erfgenamen van zaliger Dirck Verlaer x Margriet getransporteerd aan Sander Jansz x Maria Jansdr.
2-8-1608: Mr. Aert Scherpinck x Maria van Rhenen, beide won. Rhenen, transporteren aan Maria van Rhijn, wed. Hendrick van Rhijn, een schuur met toebehoren in de Molenstraat, daar oostwaarts en noordwaarts Giel Jelisz, zuidwaarts Jan Jansz Leidecker en westwaarts de Molenstraat. En dat voor een vrij, eigen goed.
4-8-1608: Maria van Rhijn, wed. Hendrick van Rhijn, geassisteerd met Gerrit Vastrick en Hendrick van Amerongen als weesmeesters, transporteert aan Cornelis van Schoonhoven de helft van een huis of schuur, hof en hofstede binnen Rhenen, daar oostwaarts de weduwe van Peter Dwijlh, westwaarts de herenstraat, zuidwaarts de erfgenamen van Anna Thonisdr, en noordwaarts de stadswal. En dat voor een vrij, eigen goed, uitgezonderd 14 stuivers per jaar aan de commanderij van Rhenen.
28-9-1608: Huijbert Gerritsz x Jantgen Jansdr bekennen schuldig te zijn aan het weeshuis van Rhenen een jaarlijkse losrente van 6-5 wegens 100 gulden hoofdsom bij Bartholomeus Broell en Hendrick van Rempst als weesmeesters hen aangeteld tot optimmering van hun huis in de Koningstraat, daar oostwaarts een steeg, zuidwaarts Peter van Nuijsen, westwaarts Jan Willemsz en noordwaarts de Herenstraat. Met geen lasten bezwaard dan de kerk en het Onze Lievenvrouwengilde jaarlijks ieder 6 stuivers. Seger Corsz Verhuedt stelt tot een onderpand voor zijn zwager een huis en hofstede binnen Rhenen daar oostwaarts de gemene straat, zuidwaarts de weduwe en erfgenamen van Michiel Willemsz en westwaarts het Goetenhuisje, gesticht door dhr. van Warmont c.s. en noordwaarts de Herenstraat.
3-11-1608: Jan Anthonisz als mede-erfgenaam van zijn zuster Aertgen Anthonisdr, en namens het onmondige kind van Claes Simonsz, mitsgaders zijn zuster Hendrickgen, transporteert aan Mathijs Petersz een huis in Veenendaal op de grond van Montfoort, mitsgaders nog een weidje achter dat huis liggende met de verbeterschap van de erfpacht en nog een weidje daarnaast liggende, erfpacht van het convent van Rhenen met de verbeterschap daarvan, bepaald oostwaarts Jan Cornelisz Smith en de weduwe van Gerrit Hendricksz brouwer, zuidwaarts de gemene grift, westwaarts Rijck Jan Aelbertsz en noordwaarts Veltgensgraeff, op de last van een jaarlijkse erfpacht.
31-5-1609: Jonker Herman van Hoemen x Sibilla Mom, en Herman van Hoemen ook als vader en voogd van zijn kinderen verwekt bij Johanna van Sevenaer, zijn eerste, gewezen huisvrouw, transporteren aan Johan Toll, secretaris, x Anthonia van Dam, mitsgaders Hendrick van Rempst x Janna Woutersdr 14 morgen hooiland in twee percelen in Velderbroek, strekkende over de Grift tot aan de Kromme Eem toe, daar oostwaarts de Kromme Eem, zuidwaarts de wetering, westwaarts Sander Jansz en noordwaarts het convent van Rhenen c.s. En dat voor een vrij, eigen goed.
29-1-1610: Aelbert Verweij voor zichzelf en namens Huijch Verweij en Bartruijt Verweij, zijn kinderen, mitsgaders Jacob Verweij en Roelof Verweij, met Herman Aertsz x Weijndelmoet Verweij, tezamen kinderen en erfgenamen van Cornelia van Hattem, verklaren dat alzo Aelbert Verweij in erfkoop verkocht had aan Hendrick Besselsz en Jan Hendricksz, beide won. Zoelen, omtrent 13 hont land in Zoelen aan de Schelenhoeck gelegen en dat voor een vrij, eigen goed, zulks hij van Dirckgen Roelofsdr, wed. Dirck van Hattem, verkregen had, met de waarschap die Dirckje Roelofs aan Verweij van het gerecht van Riel heeft gesteld, zo hebben de comparanten tot waarschap gesteld 2 morgen bouwland in de Nude, daar oostwaarts dhr. van Warmont, westwaarts de Weidijk, zuidwaarts Wouter Hendricksz. En 4 hont hooiland in de Horstbrant gemeen met Wouter Hendricksz, bepaald oostwaarts Aert van Eck, westwaarts de vicarie van St. Loijen, zuidwaarts de wetering. En 8 hont hooiland in de Maten op de Heeft, daar oostwaarts het gasthuis van Rhenen, westwaarts Hendrick van Amerongen, zuidwaarts de Maatgraaf en noordwaarts de Kromme Eem. Alle vrij, eigen goed.
18-6-1610: Thonis Jansz als oom en momber van het nagelaten, onmondige kind van Trijntje Peters, mitsgaders Jan Hendricksz Schinckel voor zichzelf en als vader van dit kind, mitsgaders de weesmeesters van Rhenen, transporteren aan Dirck van Setten een huis en erve op het Kerkhof te Rhenen, bepaald oostwaarts Maes de Hevelvoort, zuid- en westwaarts de stadswal en noordwaarts het kerkhof.
25-11-1610: Jan Fransz Dunharn als vader en voogd van Frans Jansz en Geurt Jansz, zijn onmondige zoon, verwekt bij Maria Geurts, en dus erfgenamen van zaliger Willem Geurtsz van Maurik, hun oom, voor de helft, en Anthonis van Altorf, substituut-schout, Adriaen Dircksz en Dirck Melisz, schepenen, gecommitteerden van het gerecht, mitsgaders Hendrick van Amerongen en Gerrit Vastrick, weesmesters, volgens commissie van 12-4-1608, voor de andere helft, transporteren aan Hendrick Bernts x Beligje Wessels een huis met hof daaraan behorende in Veenendaal achter de kerk, erfpachtgoed van het convent van Rhenen, dat jaarlijks 30 stuivers tot erfpacht daaruit heeft, daar oostwaarts Mathijs Hendricksz, zuidwaarts de gemene straat, westwaarts Hendrick Peters en noordwaarts Rijck Jan Aelbertsz gelegen zijn. En dat voor een vrij, eigen erf.
7-8-1610: Jan Willemsz Vosch x Janneke Peters uitten Bogaert bekennen schuldig te zijn aan Bartholomeus Bruel en Hendrick van Rempst als weesmeesters van Rhenen een jaarlijkse losrente van 15-12. Zij stellen als onderpand hun huis binnen Rhenen aan de Markt daar Dirck Crauwel oostwaarts, zuidwaarts de markt, noordwaarts het Stijlstraatje.
13-12-1610: Ida van Rhenen, wed. Dirck van Oudtshoorn, geassisteerd door Hendrick van Rempst, haar gekoren voogd in deze zaak, transporteert aan Dirck Hendricksz 4,5 morgen veen in het Hooffmeestersveen, strekkende van de Grift tot aan Cuneraweg toe, bepaald oostwaarts ??, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts Wouter Hendricksz, noordwaarts Ida van Rhenen.
20-10-1610: Idem transporteren aan Gijsbert van Hardenbroek 2,5 morgen wei- en bouwland in de Grebschenweert, daar oostwaarts de commandeur van Rhenen, zuidwaarts de Rijnstroom, westwaarts het convent van Rhenen en noordwaarts de gemene dijk.
27-11-1611: Herbert Gerritsz x Janneken Bocken bekennen schuldig te zijn aan de gasthuismeesters van Rhenen een jaarlijkse losrente van 12-10. Hij stelt als onderpand zijn huis waarin hij woont.
18-10-1611: Johan Vonck, burgemeester van Rhenen, namens Cunera van Rhenen, won. Utrecht, transporteert aan Lambert Rijcksz ¼ van een erfje of hofstedeke te Achterberg, gemeen met de erfgenamen van Rijck Florisz en Lambert Rijcksz.
29-4-1612: Dirck Coelen x Margereta Budding transporteren aan Evert van Triest x Agnies Thonisdr 4 morgen land met de dijk daartoe vanouds behorende, in de Middelnude, belend oostwaarts Wouter Hendricksz, westwaarts de kerk van Rhenen, zuidwaarts de Affweg en noordwaarts de Weidijk. Vrij, eigen goed.
12-8-1612: Anthonis van Altorf als curator, Bartholomeus Bruel en Hendrick van Amerongen, burgemeesters, als oppervoogden van de onmondige kinderen van zaliger Huijbert van Rhenen x Anna van Lawijck, mitsgaders Dirck de Bruijn? en Evert Dionijsz als weesmeesters, transporteren aan Reijer Bunt, won. Veenendaal, twee stukken veen met het huis daarop staande in Veenendaal, het ene stuk is met huis, berg en schaapschot ten einde de Wijck omtrent 21 morgen, daar boven oostwaarts Jacob Dircksz en beneden westwaarts genoemde onmondige kinderen, zuidwaarts Cuneraweg en noordwaarts de Veengrift. En het andere stuk is 10 morgen met een schaapschot daarop aan de Cuneraweg, met een boomgaard daarop staande, met de weduwe van Jacob Hendricksz gelegen.
15-2-1639: Elisabeth Cornelisdr en Jan Jansen, haar zoon, en Jan Cornelisz x Gijsbertje Jansdr, samen sterk makende voor de onmondige kinderen van Elisabeth Cornelisdr, transporteren aan Willem Woutersen Roest, schepen van Rhenen, een hof buiten de Rijnpoort, erfpachtgoed van Rhenen, met een doornenheining ompoot, daar oostwaarts wed. Paulus Taets c.s., westwaarts Thonis Alartsen, zuidwaarts de gemene weidijk en noordwaarts het Peterceliestraatje.
30-12-1639: Willem van Grootvelt x Johanna van Hattem, won. Marsch, stellen voor de evictie, vrijing en waring van vijftehalve hont bouwland te Meerten, door hen aan Dirck van Ewijck, schout, x Aeltgen van Grootvelt, voor vrij eigen erf en goed verkocht en getransporteerd, tot een speciaal onderpand 7 hont bouwland in de Marsch, daar oost- en zuidwaarts de kerk van Rhenen, westwaarts zekere vicarie waarvan Antoni Both possessor is en noordwaarts de Drostenweg.
7-12-1640: Johan Vonck, burgemeester, constitueert jonker Gijsbert van Coeverden, kanunnik St. Jan te Utrecht, een medemomber van het onmondige, nagelaten kind van jonker Huijbrecht van Rhenen, om aan Jan van Beeck te vestigen 400 gulden in de tiend.
6-1-1641: Alexander Portone, vaandrig van kapitein Lauwick, ziek van lichaam, legateert aan de diaconie van Rhenen 400 gulden en aan de twee oudste dochters van juffr. Van Brederode, genaamd Cornelia en Maria van Brederode, ieder 300 gulden, en begerende dat Geertruijt Vonck, wed. Floris van Brederode, zal genieten het huis en hof met alles dat binnen de gracht ligt, waar hij met haar woont. Zijn zwager Hoogenhoeck zal na de dood van Geertruijt hiermee mogen doen wat hij wil.
2-3-1641: Huwelijkse voorwaarden tussen jonker Dirck Vonck van Lienden en juffr. Margaretha van Beeck, geassisteerd met Walraven van Brederode, haar gekoren momber in deze zaak. Dirck heeft vijf voorkinderen bij Angela van Rhenen. Hij brengt in een bouwing in Tielerwaard, genaamd het Klein Westerhout, en de Tollenborch met Schuijlenborg, groot ongeveer 40 morgen, en een kamp weiland in het Ommerense veld, groot 9 morgen, en 20 morgen met huis, hof en boomgaard in de Marsch, en boomgaard, wei- en bouwland onder Kesteren 12 morgen, en een kamp weiland onder Ochten, groot derdehalve morgen, en met burgemeester Vonck en zijn zoon gemeen van de heren prebendaten van de Horst onder Rhenen ongeveer 5 morgen, en rentebrieven die hij met zijn kinderen gemeen bezit, en al zijn meubilaire goederen. Margaretha brengt in haar rentebrieven: 700 gulden op Joost van Beeck, 800 gulden op de weduwe van Claes Lam, waar Clercq borg voor is, 400 gulden op Gerritje, wed. Herman van Beeck, 300 gulden op vrouwe van Coeven, 200 gulden op haar tante de Veer.
20-11-1641: Gerrit Claessen, won. Rumelaar, en Rijck Claessen, won. Renswoude, als erfgenamen van Claes Rijcksen en zich sterk makende voor de mede-erfgenamen van hun vader, constitueren Aelbert van Loeven, procureur voor het gerecht van Rhenen.
27-3-1642: Jan Jansen van Rhenen transporteert aan Jan Quint twee legerdiensten met wagen en paarden ten dienst van zijne hoogheid te velde verdiend in 1640 en 1641, het jaar 1640 staande op naam van Claes Wijborg en 1642 op naam van hem comparant, beide jaren op de lijst van Wijk gereden, voor welke actie en recht Peter Jansen t.b.v. Quint zich borg gesteld heeft.
7-7-1642: Johan Toll, schepen van Rhenen, heeft uit kracht van procuratie te Ede gepasseerd op 7-2-1642 getransporteerd aan Peter de Goijer, oud-burgemeester van Amersfoort, en Willem Elissen, won. Veenendaal, het deel dat Jasper Hendricksz Verscheur x Cornelisken Jansdr van Dompselaer hebben aan zeker stuk goed genaamd Spanjaardsgoed, gelegen te Achterberg.
17-2-1643: Anthonis Alartsen als gildemeester van het kramersgilde, beroept zich op het Hof van Utrecht, tegen het appoinctement van het gerecht van Rhenen op 10-2-1643 verleend.
17-1-1644: Caerl Rochussen, bode van Rhenen, x Adriaentgen N.N. lijftochten elkaar in al hun goederen. Beiden hebben voorkinderen.
6-6-1644: Mr. Cornelis de Jong x Margaretha van Eck transporteren aan het convent van Rhenen een rentebrief van 600 gulden gevestigd op het goed van Jacob van Zijll.
11-6-1644: Stoffel Stevensen x Grietgen Thonis, won. Veenendaal, transporteren aan Jacob Casembroot, schout van Rhenen, een huis en erf aan de Meent te Veenendaal.
26-8-1644: Cornelis Hermansen x Geertruijt Jacobs van Rhenen, won. Veenendaal, bekennen schuldig te zijn aan ds. Michael Middelhoven x Grietgen Ridders een jaarlijkse losrente van 10 gulden. Zij stellen als onderpand het huis waarin zij wonen.
31-12-1644: Johan Toll als het recht hebbende van het jus patronatus van een vicarie gefundeerd in de kerk van Rhenen op St. Anthonisaltaar, heeft volgens akte van consent van Johan van Wijck als proost en archidiacon St. Pieter te Utrecht, als superintendenten van deze vicarie, van 3-6-1643, gecedeerd aan Cornelis van Schoonhoven x Metgen Gudders zeker erf te Achterberg daar oostwaarts Jan Toll, westwaarts Cornelis van Schoonhoven, zuidwaarts Vonck en noordwaarts de Cuneraweg, vrij eigen erf en goed, uitgezonderd 2 gulden en 1,5 capoen jaarlijks die burgemeester Stoutenburg daaruit heeft.
5-2-1645: Schout, burgemeesters en regeerders van Rhenen transporteren aan Matheus Lijster, deurwaarder, x Jannetta Bousse een huis met de verbeterschap daarvan op de Markt, bezijden het stadhuis, daar oostwaarts de Markt, noord- en westwaarts het kerkhof en zuidwaarts Jan Cornelissen van Bruijnsweert, vrij eigen erf en goed.
10-2-1645: Mr. Jan van Gilsen als door het gerecht van Rhenen geautoriseerd over de directie van de nagelaten boedel van Adriaen Reijersen Bunt, transporteert aan Joris Arissen Bunt een huis en hofstede met 9 morgen bouw- en weiland met het slijk daar nog in zijnde, waarvan de koper ¼ zelf competeert, daar oostwaarts Jacob van Zijl, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts het convent te Rhenen en noordwaarts de gemene grift, vrij eigen goed.
1645: Gerrit en Jeriphaes van Grootvelt voor henzelf en namens hun broers en zusters transporteren aan Antoni Both x Maria van Maurick 7 hont land met de weit daar tegenwoordig op staande, in de Marsch, daar oostwaarts en zuidwaarts de kerk van Rhenen, westwaarts een vicarie van dhr. Both en noordwaarts de Drostenweg, vrij eigen erf en goed. Bezwaard met 300 gulden die secretaris Klerck te Nijmegen daarop sprekende heeft.
6-12-1645: Anneke Plijsters, ziek van lichaam, alsmede Peter van Kesteren, oud-schepen van Rhenen, lijftochten elkaar in al hun goederen. Zij stelt tot haar erfgenamen haar zuster Geertruijd Plijsters en Cornelia van Kesteren.
30-8-1646: Antoni de Beer, Dirck van Hoeven, Antoni van Geijn en Rutger Budding, diakenen van Rhenen, met kennis van de kerkenraad, transporteren aan Simon Willemse 1 morgen hooiland in de Polcampen te Achterberg, voorheen door Cornelis Andriessen gebruikt.
3-2-1647: Willem Klerck x Aletta van Harn stellen tot een speciaal hypotheek voor de evictie van de borgtocht die Elisabeth de Bruijn, wed. Alart van Harn, in leven secretaris van Rhenen, aan handen van ds. Wachtendorp, predikant te Lienden, gepasseerd hadden voor 800 gulden kapitaal, hun huis, hof en erf aan de Markt, daar oostwaarts Cornelis Willemsen, westwaarts Willem Lijster, noordwaarts de Markt en zuidwaarts de stadswal, vrij eigen goed.
15-12-1647: Gijsbert Hermansen van Beem x Anna van Hoeven bekennen schuldig te zijn aan Gerard Bercheijck, advocaat voor het Hof van Utrecht, een jaarlijkse losrente van 31-5 wegens 500 gulden hoofdsom. Als onderpand stellen zij hun huis in de Kruisstraat, daar oostwaarts de straat, zuidwaarts Evert Evertsen, noordwaarts Dirck Robbertsen en westwaarts Willem Woutersen Roest, zijnde deels thijnsgoed van het kind van jonker Huijbert van Rhenen.
15-7-1648: Bernt Jeriphaesz en Herman Jeriphaessen, broers, voor henzelf en namens hun broer Cornelis Jeriphaessen van Gelder alsmede voor de nagelaten kinderen van Cornelis Jeriphaessen de oude transporteren aan Antoni Both, secretaris van Rhenen, een huis en erf, waar de secretaris nu in woont, zijnde tevoren twee distincte huizen geweest, aan de Lange Herenstraat, daar oostwaarts dhr. van de Well, westwaarts Cornelis van Schoonhoven, noordwaarts de Herenstraat en zuidwaarts de weduwe van burgemeester Vonck, vrij eigen goed, uitgezonderd 200 gulden die het weeshuis daarin heeft.
28-10-1648: Jan Jansz van Manen, burgerskind van Rhenen, bekent schuldig te zijn aan Matheus Lijster x Jennette Boece 74-15 wegens gehaalde en gedronken brandewijnen. Hij geeft aan hen over zijn gage die hij zal verdienen twee maanden naar de Oost-Indische Compagnie.
3-2-1649: Jan Petersz Waker x Jannigje Jacobs van Rhenen revoceren het testament van 1-11-1636 gemaakt en lijftochten elkaar in al hun goederen. Jan stelt tot zijn universele erfgenamen zijn zoon Marcelis Jansz Beuker en legateert aan Elis Marcelis Waker ten aanzien van zijn kwade arm 1000 gulden. Jannigje stelt tot haar universele erfgenamen haar zuster Geertruijt Jacobs van Rhenen en de kinderen van Bruijn Jacobsz van Rhenen die hij verwekt heeft bij Jannigje Abels, en legateert aan Alidt Gijsberts Jans van Grachts, Jacob en Cornelia Stenfkens en Hendrickje van Rhenen ieder 25 gulden, en aan Elis Marcelis Waker vanwege zijn kwade arm 500 gulden.
26-2-1649: Ansem van Deuverden van Voort x Angnietta van Lauwijck cederen aan Johan Toll x Judith Smith een kamp land die zij 29-6-1645 hebben gekocht van Cunera Verhuet, wed. Wouter van Zuijlen, geassisteerd met haar zoon Gosen van Zuijlen. Het gaat om 4 morgen bergland, genaamd den Hasencamp tegenover de Westmolen, daar oostwaarts Cornelis van Schoonhoven, zuidwaarts en westwaarts de gemene wegen en noordwaarts Evert Evertsen Dionijs, thijnsgoed van de erfgenamen van Huijbrecht van Rhenen.
14-6-1649: Jan Quint, substituut-schout, Dirck Vonck van Lienden, burgemeester, en Cornelis van Wijck, schepen van Rhenen, hebben op verzoek van de erfgenamen van Jannigje Matheus van Langeler, die huisvrouw was van Jacob van Sijl, geëstimeerd de helft van een stuk goed in Veenendaal, genaamd De Rode Deur, groot in het geheel 9 morgen, belast met 600 gulden kapitaal t.b.v. het convent, op 600 gulden. En de helft van een huis en landerijen daartoe behorende, groot 8 morgen in Veenendaal, op 1100 gulden. En de helft van het goed en slijk met huis en hofstede in Veenendaal bij Swaluwestart schut op 3000 gulden. En ¼ van het goed van Durnharn in Veenendaal op 200 gulden. En ¼ van het Spanjaardsveen in Veenendaal op 100 gulden. En de helft van 2 morgen hooiland in Achterberg bij Helmichsmaet op 75 gulden.
1-2-1650: Jacob Casembroot, schout van Rhenen, x Hillegonda van Wijck bekennen schuldig te zijn aan Nicolaes Derout als momber over de gezamenlijke kinderen van wijlen jonker Dirck van der Borgh, residerende binnen Utrecht, een jaarlijkse losrente van 300 gulden wegens 6000 gulden hoofdsom. Als onderpand stelt hij twee huizen en verder getimmer met 7,5 morgen weiland, 7 morgen bos en 1,5 morgen hof en boomgaard, daaraan behorende en annex gelegen, daar zuidwaarts Cuneraweg, oostwaarts de Kerkewijk, west- en noordwaarts Jan Petersz en het kerkhof, vrij eigen goed.
4-4-1650: Jan Baltussen x Emmeken Ariensdr, won. Veenendaal, welke Jan tegenwoordig aan een zwaar accident ziek te bed ligt, constitueren Johan de Kemp, secretaris van Rhenen, of Willem Lobe, procureur aldaar, om t.b.v. Gerrit Goijerts bakker x Sophia Claes, won. Veenendaal, te vestigen in een stuk bouw- en weiland aan de Stichtse zijde in Veenendaal, dat zij laatst van Gijsbert Gerritsz en Gerrit Lam zaliger in koop verkregen hebben, 297-11. Op 6-4-1650 is deze hypotheek gevestigd.
20-5-1650: Lambert Claesz x Hendrickje Jacobs, Jan Lambertsz x Gerritje Otten transporteren aan Cornelis Peterz Bosch x Grietge Rijcks een jaarlijkse erfpacht tot 9 gulden over 5 morgen land, waarvan het utiledom bij Cornelis en Grietje is gekocht van mr. Arent van Deuverden, kanunnik ten Dom te Utrecht, als momber van de onmondige kinderen van zaliger Francois van Deuverden, in leven schout van Rhenen, en door burgemeester Dirck Vonck van Lienden heden getransporteerd ten behoeve van de kopers.
28-11-1650: Matheus Arisz en Jacob Hendricksz Gout met hun vrouwen Marrigje Dircks en Janneke Willems transporteren aan Jacob Casembroot, schout, 1,5 morgen bouw- en weiland in Veenendaal, daar oostwaarts de koper, zuidwaarts Weuswijk, westwaarts Arris Ceresz en noordwaarts de kerkmuur, erfpachtgoed van het convent van Rhenen.
25-2-1651: De magistraat van Rhenen bekent schuldig te zijn aan Susanna van Deuverden van Voort, huisvrouw van kapitein Cornelis van Deuverden, een jaarlijkse losrente van 50 gulden wegens lening van 1000 gulden.
1-10-1651: Magistraat van Rhenen bekent schuldig te zijn aan Hendrina van Duijvenvoorde een jaarlijkse losrente van 25 gulden wegens lening van 500 gulden. [Datum zal wel 1-11-1651 moeten zijn]
21-8-1652: De magistraat van Rhenen bekent schuldig te zijn aan Cornelis Willemsz van de Perck, gewezen cameraar en schepen van Rhenen, een jaarlijkse losrente van 16-14 wegens 334-0-14.
7-4-1652: Jonker Arent van Wijnbergen als oom en momber van de onmondige kinderen van jonker Johan van Wijnbergen, oud-burgemeester van Amersfoort, verwekt bij Judith van Wijnbergen, ruilen met Gerard Clerck, burgemeester van Rhenen, x Fredrica Vonck van Lienden 1,5 morgen land te Achterberg tussen beide wegen aan de hofstede van Clerck en Vonck van Lienden. Zij ruilen dit met een stuk bouwland met de nieuwe wal die afgelopen winter daar langs gegraven is, te bergwaarts over de weg gelegen, groot ¾ morgen, met het heetveld, bos en heide daaraan annex opwaarts strekkende van de wal door Clerck gelegd op het land jonker van Wijnbergen hierboven overgegeven ter lengte van 180 roeden te bergwaarts op groot 6 morgen, daar oostwaarts de weg van secretaris Clerck met burgemeester Clerck en jonker Vonck die hun helft van de weg hierbij overgeven, en westwaarts de transportanten zelf.
15-4-1653: Cornelis van der Hooch als gemachtigde van Johan van Wissenkerk, ridder van de orde van Calatrava, heer van Coruwerve, als het recht hebbende van de erfgenamen van Mechtelt van der Duijn, in leven vrouwe van Sprang, en als gemachtigde van zijn vader Arend van der Hooch, transporteert aan Justus van Rijsenburg, heer tot Rijsenburg, ½ van het directum dominum van de landen die zij in erfpacht hadden, met de Riet- of Kerkweg in Veenendaal, gemeen met dhr. van Rijsenburg c.s., als erfgenamen van Petronella Pinssen, wed. Johan van Rhenen van Moermondt.
8-11-1653: Cornelis Deijs, Willem Deijs, Grietje Deijs en Jansz Nab als geautoriseerde momber van de kinderen van Steven Deijs, erfgenamen van Aeltje Deijs transporteren aan Beernt Wesselsz, raad van Rhenen, x Gerntje van Harn de helft van huis en hof naast de Bontekoe, waarvan de wederhelft Trijntje Hendricks, wed. Jan Gerritsz toekomt.
7-2-1654: Gerard van Amerongen, oud-schepen van Rhenen, x Cornelia van Rhede transporteren aan Johan Toll, oud-schepen en cameraar van Rhenen, x Judith Smits een huis en hofstede groot 10 morgen te Achterberg, zoals hen dat van Jan Jansz gekomen is, daar oostwaarts en noordwaarts Jan Gijsbertsz, westwaarts Gerrit de Wijs, zuidwaarts Cuneraweg.
3-5-1654: Cornelis Hermensz x Geertruijt Jacobs van Rhenen, won. Veenendaal, transporteren aan Peter Hermensz een zeker boekweit op de Kerkewijk en tabak staande op het land van Jan Cornelisz en Jan Petersz, en al zijn huisraad ter voldoening van 370 gulden geleend geld.
8-10-1654: Jacob Casembrooth x Hildegonda van Wijck, won. Veenendaal, constitueren Peter Hendricksz van Noort, raad van Rhenen, om te bekennen schuldig te zijn aan Peter van der Laanen, koopman te Rotterdam, een jaarlijkse losrente van 150 gulden voor een kapitaal van 3000 gulden. Zij stellen als onderpand huis, stal, getimmer, hof, wei- en bosland in Veenendaal, groot 70 morgen, vrij allodiaal goed, uitgezonderd de Heuvel, zijnde erfpacht van het convent van Rhenen, daar oostwaarts de Kerkenweg, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts Jan Petersz c.s. en noordwaarts de markt. Met de erfpacht van 2 huisjes westwaarts hun goed staande. Met akte van bekentenis van 10-10-1654.
13-3-1655: De magistraat van Rhenen bekent schuldig te zijn 2500 gulden aan Niclaes van Solingen, burger te Utrecht.
28-4-1655: De secretaris van Rhenen verklaart in het register geen plecht te kunnen vinden op het huis van Jacob Hendricksz Gout in Veenendaal.
4-9-1654: Gepasseerd te Middelburg. Jonker Ansem van Deuverden, schepen te Sluis in Vlaanderen, constitueert jonker Jan Vonck van Lienden, zijn neef, om te Rhenen te transporteren een huis en erve naast de Bergpoort, hem aangekomen van zijn vader die het kocht van de schutterij van Rhenen, aan jonker Vos.
20-9-1655: De pander van het Hof van Utrecht heeft volgens akte van condemnatie door de mombers over de onmondige kinderen van Dirck van der Borch jegens Jacob Casembroot verkregen in handen van het gerecht gesteld twee huizen met 7,5 morgen weiland, 7 morgen bos en 1,5 morgen hof en boomgaard in Veenendaal daar zuidwaarts de Cuneraweg, oostwaarts de Kerkenwijk, west- en noordwaarts Jan Petersz en het kerkhof. En twee erfpachtjes gaande tot twee huisjes daarnaast gelegen van Lubbert Sandersz en Bartholomeus Speelman op de last van 3-10 erfpacht op 1 morgen erfpacht van het Convent van Rhenen.
28-1-1656: Gerard van Amerongen x Cornelia van Rhede bekennen schuldig te zijn aan Rutger van Brenck, cameraar van Rhenen, 500 gulden. Als onderpand stellen zij hun huis in de Kruisstraat tussen de huizen van Dirck Robbertsz en Evert Evertsz Dionijs.
11-2-1656: Gerard van Amerongen, oud-schepen, x Cornelia van Rhede, transporteren aan Willem Poll x Anna van Lijmput, won. Utrecht, het goed Langelaar te Achterberg, groot 12 morgen, daar de kopers zelf met 4 morgen in gelegen zijn, strekkende noordwaarts tot over de grift, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts Willem Woutersz Roest c.s., nu door Cornelis Cornelisz gebruikt, vrij allodiaal goed, met een jaarlijkse tins van 1 stuiver die Jacob van Rhenen daaruit heeft. Dit goed is hen aangekomen door maakgescheid van burgemeester Vonck en diens vrouw op Evert Wijnen en door het overlijden van Evert Wijnen op de verkopers bij erfenis gekomen.
18-3-1656: De magistraat van Rhenen bekent schuldig te zijn aan jonker Cornelis van Deuverden van Voort x Susanna van Deuverden 1000 gulden.
20-5-1656: Gepasseerd te Arnhem. Clara van der Graeff, wed. Willem van Harn, in leven secretaris van Arnhem, voor zichzelf en haar kinderen, broers en zusters, Elisabeth, Everhardt, Anna, Johan, Catarina, Antonetta en Gerhard van Harn, constitueren Johan Toll, weerd in de Koning van Denemarken te Rhenen, om te transporteren aan Dirck Robbertsz, burger aldaar, de landerijen die hij op 30-8-1653 heeft gekocht. Het gaat om huis en hofstede met hooiberg te Achterberg in de Dijk en 2 morgen weiland, genaamd Den Horstbrant, tussen het klooster en Coendert Willemsz gelegen, 4 morgen hooiland aaneen gelegen in de Maat, oostwaarts de kerk van Rhenen, westwaarts secretaris Alart van Harn zaliger, en 2 morgen in Velderbroek, gemeen met Metje de Leeuw in de Rouwencamp, en 8 hont voor aan in die Rouwencamp, en 2 morgen bouwland genaamd de Heuvel en de Cuijlakker, zuidwaarts Grietje van Hoeven en noordwaarts het Ruiterpad, en een akker van 1 hont, oostwaarts Meerten Jansz, westwaarts Stoutenburg, en 4 verschillende akkertjes daar de weg uit de Dijk Schones door komt, tezamen groot 0,5 morgen, en een hoekje van 2 hont aan alle zijden tussen de kloosters geland en een klein akkertje aan de weg, groot 0,5 hont, aan de ene zijde het klooster en aan de andere zijde noordwaarts de gemene weg, in de Veldereng 2 morgen met het akkertje waar de boompjes hebben gestaan, zuidwaarts het klooster en noordwaarts Grietje van Coeven, strekkende het akkertje van de ene weg tot de andere. En het Geijtspat 2 hont, zijnde tiendvrij, zuidwaarts het klooster, noordwaarts Gijsbert Willemsz. En de Bijakker, groot 1 hont, zuid- en noordwaarts dhr. Van der Horst. En de Plagakker, groot 0,5 hont, zuidwaarts Jan Aertsz, noordwaarts het klooster. En een akker van 1 hont, zuidwaarts dhr. Van der Horst, noordwaarts Stoutenburg. En de Lantschulp, zijnde een hoekje van 2 hont, zuidwaarts Stoutenburg en noordwaarts de commandeur. En een klein akkertje van 1,5 hont, zuidwaarts dhr. Van der Horst en noordwaarts de
1-8-1656: De magistraat van Rhenen bekent schuldig te zijn aan Susanna van Deuverden t.b.v. haar kinderen Agnieta en Cornelis van Huchen een jaarlijkse losrente van 125 gulden wegen lening van 2500 gulden.
21-8-1656: Cornelis van Wijck, oud-schepen en raad van Rhenen, consenteert dat het weeshuis op de lijdrente monterende jaarlijks 150 gulden, staande ten lijve van jonkvrouw Hillegonda van Wijck, huisvrouw van Jacob Casembroot, ten laste van het kwartier van Veluwe, voor hen zullen worden geprefereerd met achterwezen dat het weeshuis competeert het arrest door schepen Wijck gedaan.
14-8-1656: De magistraat van Rhenen maken bekend met deze open brief van decreet hoe Jelis van Stoutenburg en Adriaen van Leuwen als curators over de desolate boedel van Thijmen van Leeuwen hebben verkocht aan Cornelis van Schoonhoven een huis, hofstede, berg- en schaapschot, met het binnenland, tiendvrij, genaamd Geresteeg, en daartoe nog derdehalve morgen hooiland met de gerechtigheid van het bosland en heiland en 11 morgen bouwland leenroerig aan de Staten van Utrecht, daar oostwaarts zekere vicarielanden, zuidwaarts de gemene weg, westwaarts de hofstede van Lijsters en noordwaarts de gemene straat. Op de last van vijftalve pijnt rogge, competerende de erfgenamen van Gerrit Jansz Reumelaar. En 2 gulden en 1,5 kapoen komende de erfgenamen van Stoutenburg.
27-10-1656: Dick Robbertsz, raad te Rhenen, x Anna Bongarts stellen tot erfgenamen hun kinderen, mits dat hun twee jongste dochters vooruit uit de boedel zal worden geälimenteerd. Zij stellen tot mombers Assuerus Anthonisz Vereest en Cornelis van Wijck, burgers van Rhenen, Jan Robbertsz, Gosen Bongarts, burgers te Wageningen, hun broeders.
1-12-1656: Gerrit van Amerongen, oud-schepen van Rhenen, x Cornelia van Rhede bekennen schuldig te zijn aan Gerard Clerck, burgemeester, x Fredrica Vonck van Lienden 700 gulden. Zij stellen als onderpand het hooghuis met toebehoren, schuur, boomgaard, hof, staande op het hoekje van de Koningsstraat, daar oostwaarts dhr. Van Well, zuidwaarts de Koningsstraat, westwaarts en noordwaarts Cornelis van Schoonhoven, Willem Verweij en de erfgenamen van secretaris Both.
8-2-1656: Huijbert van Wijck, burgemeester, x Hilleke Boonzaaijer hebben verkocht aan mr. Bartholomeus, advocaat voor het Hof van Utrecht, x Geertruijt Heurnius een hof buiten de Westpoort daar oostwaarts de herenweg, zuidwaarts Wouter Thonisz in de Greb c.s., westwaarts Oth de hoedenmaker, noordwaarts de weg tussen de hoven gelegen. Erfpachtgoed van de kerk van Rhenen die hieruit jaarlijks 2 gulden hebben.
14-8-1656: Peter van Schoonhoven heeft verkocht aan Cornelis Gijsbertsz Cruijsbergen x Petertje van Schoonhoven een huis, hofstede, berg en schaapschot met het binnenland, tiendvrij, genaamd Gerenstege, en de helft van het hooiland, bergland, hei- en boslanden, boven en beneden de weg te Achterberg te Velde gelegen, waarvan het hooiland in het geheel derdehalve morgen en het bouwland in het geheel 11 morgen groot is, leengoed van de Staten van Utrecht, daar oostwaarts zekere vicarielanden en hofstede, zuidwaarts de gemene weg, westwaarts de hofstede van de Lijsters en noordwaarts de gemene straat. En de helft van de helft van zekere landerijen genaamd het Erf met zijn 9 morgen bouwland, hei- en plagvelden, groot in het geheel 25 morgen. Zulks de verkoper en Cornelis van Schoonhoven in het geheel samen van de weesmeesters van Rhenen hebben gekocht. Transport op 14-8-1656.
6-11-1656: Voorwaarden waarnaar Reijnier Lambertsz van Ossenbrugge voor zijn helft en als momber over zijn onmondige zuster Jannigje van Ossenbrugge zullen verkopen 4 morgen land in de Grebbe, daar oostwaarts de gemene weg, zuidwaarts het boomgaardje van Willem Maesz Roest en Jacob Hendricksz, west- en noordwaarts secretaris Hogenhoeck en de kerk van Rhenen. Ingezet door Gerrit Gerritsz van Bronckhorst voor 209 gulden. Verkocht aan Cornelis Arisz voor 800 gulden. Op 12-2-1657 transporteert Jurrien van Ossenbrugge voor zichzelf en als gemachtigde van zijn vrouw Elisabeth Pijpers en als momber van Jannigje van Ossenbrugge aan Cornelis Arisz en Roelof Gijsbertsz Beijer 4 morgen bouwland in de Grebbe, genaamd Paep Peuneland.
10-4-1657: Gerard van Amerongen x Cornelia van Rheede transporteren aan Rutger van Brenck, cameraar en raad, een huis in de Kruisstraat, daar zuidwaarts Evert Evertsz Dionijs, westwaarts de erfgenamen van Verhel en noordwaarts Dirck Robbertsz. Tijnsgoed van jonker van Rhenen, die jaarlijks hieruit en braspenning competeert. En op last van 1 gulden per jaar die juffr. van Brederode daaruit competeert en 12 stuivers voor het gasthuis en 2 gulden die het Heutergilde en 1-5 die het Annagilde jaarlijks toekomen. En een kapitaal van 500 gulden t.b.v. Gerrit Bergeijck.
12-6-1657: Aaltje, wed. Hendrick Branden, bekent schuldig te zijn aan de diaconie van Rhenen 100 gulden. Zij stelt als onderpand haar huis en hof waarin zij woont naast de huizen van Gerrit Brant en Cornelis Arrisz.
16-7-1657: Corst Huijbertsen, schipper, x Niesken van Schuijlenborg bekennen schuldig te zijn aan het weeshuis van Rhenen 300 gulden. Zij stellen als onderpand hun huis aangekocht en aangeërfd van zijn moeder, waarin zij wonen, daar oostwaarts de Gasthuisstraat, zuidwaarts Willem Verweij en Gijsbert Jansen, westwaarts de erfgenamen van dhr. Van de Welle en noordwaarts ook de Gasthuisstraat.
29-11-1657: Bernt Wessels, raad van Rhenen, transporteert aan Benier van Horn een hof in de Peterceliestraat, daar oostwaarts Hendrick ter Horst, zuidwaarts de Peterceliestraat, westwaarts Hendrick de Vriendt en noordwaarts de stadsgracht. Erfpacht van de stad die jaarlijks 4 gulden competeert.
25-2-1658: Jan Cornelisz van Bruijnsweert x Gijsbertje Jans van Lochterberg sluiten de weeskamer van Rhenen uit hun boedel. Jan is heel ziek. Zij stellen tot mombers Evert Evertsz Dionijs en Hendrick Jansz van Lochenberg.
5-5-1658: Bartholomeus Bercheijck als rentmeester van Agnietenconvent transporteert aan de erfgenamen van Aert den Boer 255 roeden land te Achterberg daar oostwaarts de kerk van Rhenen, zuidwaarts Huijbert Claesz, westwaarts het convent en noordwaarts de Noortstraat.
11-6-1658: Cornelis Sandersz x Anna Quint voor henzelf en Cornelis Sandersz als gemachtigde van Hendrick Aelbertsz x Adriaentje Aelberts transporteren aan Jan Tol x Judith Smits een zeker veld wei- en hooiland te Achterberg, genaamd De Ruggen, zijnde drie delen van 9 morgen, waarvan het ¼ oostwaarts voorheen Cornelis de Cruijff, nu Willem Tol te Utrecht, competeert, en westwaarts de Domeinen naast geland zijn, strekkende van de Weteringsteeg tot over de grift met zijn overeinde in de Kromme Eem. Op de last van 25 stuivers per jaar aan de commandeur van Rhenen.
5-7-1658: Willem Gerritsz Lam transporteert aan zijn zwager Jelis Anthonisz de Ridder 5 morgen land van Reijer Bunt gekomen, in Veenendaal, daar oostwaarts Meijns Arisz, zuidwaarts Jan Cornelisz c.s., westwaarts Matheus Arisz en noordwaarts de gemene grift. Op de last van 600 gulden die het convent van Rhenen hierin gevestigd heeft.
3-5-1659: Verzoek aan het gerecht van Rhenen door Elisabeth Beddis, met Jan Beddis, haar vader, dat over de boedel van Barbara de Basu orde tot verkoping van de inboedel is gesteld en de inboedel is verkocht en het geld op rente is gezet. Voor hetgeen Boudewijn Schenckel heeft gekocht moet hij nog borgen stellen. Zij verzoekt om de resterende penningen te mogen innen en huis en hof te verkopen.
6-9-1659: Verzoek aan het gerecht van Rhenen door Johan de Kemp dat volgens Boudewijn Schenckels en anderen het huis niet bij decreet verkocht kon worden maar verkocht diende te worden voor de legatarissen. Hij verzoekt het gerecht om deurwaarder Willem Lijster een ieder bij billet te laten citeren om hun actie aan de deurwaarder te brengen.
14-2-1660: De magistraat van Rhenen bekent schuldig te zijn aan Dick van Krees, schepen van Rhenen, 550 gulden.
23-7-1660: Kopie van een verzoekschrift aan het Hof van Utrecht door Geertruijt Heurnius, wed. Bartholomeus Bercheijck hoe haar man gehad heeft de billetten van het huisgeld van Rhenen, waarvan zij ten achteren is omtrent 2000 gulden. Op 24-7-1660 compareerde voor het gerecht van Rhenen Ludolph de Wit als procureur om deze 2000 gulden te mogen negotiëren. Op 8-9-1660 bekent Geertruijt Heurnius schuldig te zijn aan Johan Moll, Jacomina Moll, Maria Moll, Dirck Moll, kinderen van Henrick Mol, 2000 gulden. Zij stelt als onderpand een hofstede te Achterberg waar Cornelis Hendricksz op woont, groot met huis, hof, berg 9 morgen bouwland, zo voor de hofstede als op de berg gelegen met nog 5 morgen hooiland in de Maten en omtrent de Vogelkooi te Achterberg, daar oostwaarts Cornelis Petersz van Schoonhoven, zuidwaarts de gemene weg, westwaarts de wed. en erfgenamen van Thomas Huijbertsz en noordwaarts Cuneraweg.
30-4-1661: Gerrit Adriaensz Vastrick, raad, x Fennigje Jans van Rijn, mitsgaders Huijbert Jans x Annigje Hendricks de Coning, en namens de twee kinderen van zaliger Gerrit Adriaensz Vastrick x Annigje Hendricks, transporteren aan Joost Adriaensz Vastrick, stadsbode, x Marrigje Hendricks de Coninck 2/3 in een huis, hof en schuur in de Molenstraat, strekkende tot aan de heining van burgemeester Clerck, daar Gerrit van Hoeve aan de ene zijde en Frans Jansz de brouwer aan de andere zijde naast geërfd zijn, zoals dit Joost en zijn broeders van hun ouders is aanbestorven. Op de last van hetgeen het gasthuis hieruit toekomt en een tijns van Jacob van Rhenen.
8-6-1661: Burgemeester, schepenen en raden van Rhenen bekennen schuldig te zijn aan de weeshuizen te Rhenen 400 gulden.
8-6-1661: De magistraat van Rhenen bekent dat Gerrit Arrisz Bolderman heeft betaald aan Rutger van Brenck als cameraar-weesmeester 400 gulden die Beernt Jerephaes en Cornelis van Gelder gevestigd hebben in het huis dat Gerrit heeft gekocht van Beernt en Harman Jerephaesz.
31-7-1661: Huijbert Thonisse van Miltenburg x Gerbrechtje, won. Elst, bekennen schuldig te zijn aan Abraham Schouten ten behoeve van zijn onmondige kinderen door hem aan Maria Hoffmans verwekt, een jaarlijkse, erfelijke losrente van 75 gulden wegens 1500 gulden kapitaal. Zij stellen als onderpand een rijsweerd beneden Remmerden, zoals hij dat voorheen van de kerk van Rhenen heeft gekocht.
28-8-1661: Jantje de Bruijn, huisvrouw van Cornelis Willemsz vanden Parck, oud-schepen van Rhenen, ziek te bed liggende, prelegateert aan de drie onmondige kinderen van haar nicht Neeltje Claes Moll, nl. Mechtelt, Dirck en Gijsbert van Brenck, door Cornelis Jansz van Brenck verwekt, haar huis met toebehoren op de Markt, waarin zij woont. En aan Jannigje Jans, dochter van Neeltge Claesen, aan Jan Aertsz verwekt, 100 gulden. En legateert aan Dirck Aalbertsz en Gijsbert Aelbertsz, broers, zoons van Mechtelt de Bruijn, haar overleden nicht, en aan Jacob Gijsbertsz de Bruijn en Neeltje Gijsberts de Bruijn, kinderen van zaliger Gijsbert Jacobsz de Bruijn, haar neef, 2000 gulden aan obligaties. Haar inboedel en huisraad en kleren en sieraden krijgt Dirck Ariensz x Neeltje de Bruijn, haar nicht voor ¼. En Dirck Aelbertsz en Gijsbert Aelbertsz voor ¼. En Jacob en Neeltje Gijsberts de Bruijn voor ¼ en de drie onmondige kinderen van Neeltje Mol voor ¼ deel. Zij stelt tot voogden over de onmondige kinderen Evert Budding, Jan Steck, en Drick Ariensz en Dirck Aelbertsz.
17-10-1661: Hendrick Melcherts, wed. Elsken Aerts, bekent schuldig te zijn aan Rutger van Brenck, raad en oudcameraar van Rhenen, 80 gulden wegens geleverde waren en geleend geld. Hij stelt als onderpand zijn huis in de Kruisstraat, daar zuidwaarts Wernard Thijsz, glazenmaker, en noordwaarts Huijbert Jansz verver.
21-3-1662: Burgemeester en schepenen van Rhenen bekennen schuldig te zijn aan de ridderschap van Utrecht als patronen van de vicarieën specterende tot het Wittevrouwenconvent gefundeerd op zeker altaar in de kerk van Wittevrouwen, waarvan tegenwoordig possideur van is jonker Hendrik Quijtenhoven, 5000 gulden.
13-10-1662: Registratie van een testament van 22-7-1659 van kapitein Cornelis van Deuverden x Susanna van Deuverden legateren aan de diaconie van Rhenen 100 gl. Verwijzen naar huwelijkse voorwaarden te Wesel dd 30-7-1648. Hij legateert aan het voorkind van zijn vrouw, Cornelis van Juchen verwekt bij Martini Arnout van Juchen, met legaten aan Anselmus van Deuveren, Marta van Deuveren, Alida van Deuveren. Zij legateert aan haar zoon Cornelis van Juchen.
20-2-1663: Jacob Boumeister, secretaris van Rhenen, heeft doorzocht de registers van plechten en niet bevonden dat Huijbert Thonisz van Miltenborch x Gerbrecht Quint hun huis, hofstede en landerijen te Elst met een hypotheek hebben bezwaard, maar op 31-7-1661 hebben gevestigd op hun rijsweerd en weert te Remmerden 1500 gl tbv de kinderen van Abraham Schanternel tbv zijn overleden huisvrouw Maria Houtmans.
24-3-1664: Het gerecht van Rhenen transporteert aan Johan Quint, oudschepen te Amerongen, een stuk hei- en plagvelt, groot 11 morgen 347 roeden, gelegen boven de Grote en Kleine Beuken bij de Blauwendraeet te Achterberg, daar oostwaarts Corenlis van Schoonhoven, zuidwaarts Coenensbosch, westwaarts Aert Rutgersz en noordwaarts de gemene weg, zoals hij het op 14-6-1647 gekocht heeft. De 40e penning is betaald 14-3-1664.
4-4-1664: Jan Tol x Judith Smit transporteren aan Anna Andries, wed. Jeriphaes van Wijck een akker bouwland zijnde de eerste akker naast de Grebbedijk, van vier akkers van Gelderland, daar oostwaarts de verkopers zelf zuidwaarts de Afweg, westwaarts de commandeurs van Rhenen en noordwaarts de verkopers.
25-4-1663: Het gerecht van Rhenen bekent schuldig te zijn aan Johan van Rijswijck x Sebilla Munts 308 gulden, aan de tegenwoordige cameraad Boonzaaijer geleend, die dit heeft gegeven aan Rutger van Brenck, gewezen cameraar volgens slot van zijn rekening.
5-8-1664: Het gerecht van Rhenen bekent schuldig te zijn aan Johan Vivien, won. Utrecht, 2500 gulden.
16-5-1668: Verzoekschrift aan de magistraat van Rhenen door Rutger Budding, oud-schepen en raad, dat hij in 1653 van de kerk te Rhenen heeft gekocht de helft van 1 morgen land buiten de Bergpoot, waar zijn broer Evert Buddingh de wederhelft van gekocht heeft voor 260 gulden. Hij heeft daarop aan zijn zoon Willem Budding voor zijn moederlijk goed bewezen 173-6-12. Hij verzoekt de magistraat de kerkmeesters te ordonneren dit land aan zijn zoon te transporteren. Op 2-6-1668 vindt het transport plaats aan Willem Budding. Willem Budding x Deliana Steen transporteren het direct aan Evert Budding. De belendingen zijn: oostwaarts Evert Budding, zuidwaarts Arien van Wijck en Dirck Pauwelsen Taets, westwaarts Hermen van Essen en noordwarts de weg.
17-9-1669: Jan Ewitsz, burger te Utrecht, wonende in de Weerde, als gestelde momber over de kinderen van Cornelis Ewitsz x Grietje Lijsters, machtigt Willem Lijster, gerechtsbode van Rhenen, om te transporteren aan Dirck Hendricksen, won. Marsch, 1/4 deel van 4 morgen land genaamd Lijsterland, gelegen voor de stad Rhenen, volgens koopcedulle van 4-12-1662. Transport vindt plaats op 10-8-1669.
11-12-1669: Johan van Wijckerslooth, medicina doctor, als gemachtigde van Johan Vosch x Elisabeth van Stoutenburg, transporteert aan Juriaen Vosch, luitenant van de compagnie van Wilhelm de Nassau, heer van Leersum, etc., een huis met hof en schuur aan de Bergpoort, erfpachtgoed van de stad Rhenen van 14 gulden en een kapitaal van 250 gulden t.b.v. de kerk. En 30 morgen land op de berg, genaamd de Harst, met het schaapschot daarop staande, zoals het tegenwoordig gebruikt wordt door Sijmon Hendricksz en Rijck Driesz, met het heiveld en heerlijk recht tot het bos gelegen boven Remmerden, genaamd Zuijlensbosch, en de helft van 2 morgen hooiland te Achterberg in de Maten, gemeen met de nagelaten goederen van Johanna van Stoutenburg, daar oostwaarts Gerrit van Grootveld, zuidwaarts de Drostenweg, westwaarts jonker van Hattem en noordwaarts de kerk van Rhenen. Dit alles zoals Elisabeth van Stoutenburg het van haar ouders geërfd heeft.
5-5-1670: Huijbert van Ijsendoorn x Aeltje van Brenck, nagelaten dochter van Jan Dircksz van Brenck en in die hoedanigheid eigenaar van 2/4 van de weerd die hem op 10-8-1636 voor het gerecht van Rhenen van zijn vrouwsbroeder Antonij van Brenck als 1/4 erfgenaam van Jan Dircksz van Brenck aanbestorven en het andere 1/4 deel hen aangekomen door permutatie met zijn broer Cornelis Jans van Brenck gedaan tegen enkele obligaties, monterende 800 gulden, dus eigenaar voor 3/4 en Bor de jonge, burger en grutter te Utrecht voor het andere 1/4 deel als getrouwd zijnde aan Nieske van Geijn, welkers moeder was Jantje van Brenck, een nagelaten dochter van Jan Dircksz van Brenck, volgens maaggescheid van 16-12-1636, hebben verkocht aan Thomas Maisonder tot Levendaal als vader van zijn kinderen bij Francoise Keller 5 morgen min een hond en 25 roeden uiterwaardland in de Grebbe naast de waard van de commandeur van Rhenen, strekkende van de Nudijk af tot de weert tegenwoordig toekomende Johan Coenen, getrouwd met de weduwe van domheer Jerephaes van Wijck en tevoren scholaster Wijck van het convent gekocht.
5-3-1671: De magistraat van Rhenen authoriseert de kerkmeester om aan Jacob Jansz Vosch te transporteren 8 morgen land van de Cunerakerk gekocht op last van 213-6-11.
29-6-1671: Dirck van Almeloveen en Frederick Beerninck voor henzelf en als gemachtigden van Jacobus van Hattem en Gerard Pringhwijck, kooplieden te Utrecht, mitsgaders van Jacomina van Ampen, weduwe van Jacob Verbeeck, tezamen de voornaamste crediteuren van Rutger van Brenck, als gestelde curatoren van diens nagelaten boedel, transporteren aan Peter van Hoeven x Huijbertje Lindenius een huis, waar Rutger van Brenck in woonde, daar oostwaarts de Kruisstraat, westwaarts Alart van Laer, noordwaarts de weduwe van Dirck Robbertsz en zuidwaarts de weduwe van schepen Dionijs. Tijnsgoed van jonker Van Rhenen op 1 stuiver per jaar. En op last van 1 gulden per jaar voor juffrouw Van Brederode en 12 stuivers t.b.v. het gasthuis, 2 gulden t.b.v. het Luitegelt en 1-5 voor het Annagilde, nu de Cunerakerk. En een kapitaal van 1200 gulden t.b.v. Jacobus van Hattem.
24-1-1672: Hendrick van Zegen x Maria Gauda transporteren aan Huijbert van Wijck, burgemeester van Rhenen, een hof buiten de Westpoort daar oostwaarts Louis de Beer, westwaarts schepen Aelwijck, zuidwaarts en noordwaarts de gemene weg. Belast met 4-12 t.b.v. het gasthuis voor erfpacht.
Aelbert Steck, Gerrit Metman en Juriaen Jans, curatoren over de boedel van Jan Petersz Waecker transporteren aan Willem Jansz van Sonsbeeck x Sara de Bruijn van Rhenen voor henzelf en als het recht verkregen hebbende van de andere erfgenamen van Jannigje Jacobs van Rhenen, een hofje achter de kerk en 11 morgen land in Veenendaal in Kostverloren, strekkende van bisschops Davidsgrift zuidwaarts op tot aan Cuneraweg, uitgezonderd de ene morgen die Gerrit Goijer daarin heeft liggende, daar voorts oostwaarts weduwe Tijman Woutersz, westwaarts Geurt Bolderman c.s.
Aelbert Steck en Hendrick Fransz Ros transporteren aan Willem Jansz van Sonsbeeck x Sara de Bruijn van Rhenen een huis met hof in Veenendaal in de Kerkstraat, daar oostwaarts de straat, westwaarts de erfgenamen van Elis de Ridder, noordwaarts Hendrick Barten, zuidwaarts Jan Elisz. Erfpachtgoed van Sijpenessse.
Johan Carel Smissaeert, hoofdofficier van Rhenen, nomine officii, en op verzoek van Dirck Klock als gemachtigde van Jan Costen van Aken, triumphant tegen Dirkje Otten, weduwe van Gijsbert Jansz c.s., wil bij decreet verkopen een huis in de Kruisstraat, tegenwoordig bewoond door de weduwe van Gijsbert Jansz, daar oostwaarts Cornelis Boonzaaijer, westwaarts de gemene straat, noordwaarts de weduw van Cornelis van Wijck en zuidwaarts Wouter van Zuijlens erfgenamen. De slag is opgehouden op 460 gulden.
Geurt Jansz de Cock als gemachtigde van zijn moei Elisabeth de Cock, weduwe Cornelis van Wijck, in leven schepen van Rhenen, met consent van Jan Beerntsz van Wijck en Jerephaes Beerntsz van Wijck, broers, wonende te Utrecht, en naaste erfgenamen van schepen Van Wijck, transporteert aan Rijck van Hooft, burgemeester, x Sophia Heuff een erfje recht achter het huis van burgemeester Van Hooft, zulks voorts oostwaarts strekkende tott de vervallen huis en erf dat de oude heer Van Duckenborch voorheen t.b.v. het gasthuis heeft laten gebruiken.
Willem van Verseveld x Judith Jans transporteren aan Huijbert Jansz van Herderwijck x Aeltje Bartens 2 morgen bouwland in de Nude, daar oostwaarts Gerrit Cornelisz, zuidwaarts de commandeur van Rhenen, westwaarts de Weidijk en noordwaarts den Rouwert.
Huijbert Thonisz van Miltenburg transporteert een uiterwaard bij Remmerden naast de uiterwaard van de kerk van Rhenen, zoals hij die van de kerk van Rhenen heeft aangekocht, aan Cornelis claesz van Vuren x Maria van Miltenburg.
Te Amsterdam gepasseerd. Evert Gerritsz Dolre x Maijke Jans van Langedijck, won. Amsterdam, machtigen Joan Carlo Smissaert, hoofdschout van Rhenen, om van Anthonij Vereest als procuratie hebbende van Anthonij Hoevenaer, koopman te Amsterdam, de kooppenningen te vorderen. Dit is op 7-11-1676 betaald.
Elske Jans, weduwe van Herman Cornelisz van Ede, transporteert aan Peter van Hoeven, schepen, 18 voeten erf in de lengte gemeten van het erf van Van Hoeven en schuur afstaande aan zijn huis in de Horststraat, zijnde het getransporteerde deel van de drie huisje door Herman Cornelisz van Ede in leven bij decreet van het gerecht van Rhenen gekocht op 14-11-1664.
Adriaen van Wijck, notaris voor het hof van Utrecht, als door het gerecht van Rhenen aangestelde curator over de boedel van Geertje Peters, laatst weduwe van Tijman Woutersz en voorheen van Arris Faessen, transporteert aan Gerrit Cornelisz x Cornelisje Jans een huis, berg en schuur met het wei- en bouwland daaraan behorende in Veenendaal achter de kerk daar oostwaarts het Agnietenconvent, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts Jan Petersz en Evert Willemsz en noordwaarts Jan Cornelisz c.s. Erfpachtgoed van Christina van der Burch, weduwe van Jacob van Sijpenesse voor 89-10 per jaar.
Frederick Klerck, pensionaris van Rhenen, als gemachtigde van de erfgenamen van Willem Klerck, in leven secretaris van Nijmegen, mitsgaders voor zichzelf en namens zijn zwager Johan Keijser, burgemeester van Zwolle, x Christina Klerck, Aletta Klerck, zijn mondige zuster en Hendrik Klerck, luitenant, zijn broer, mitsgaders ook als momber van Dirck Klerck en Martha en Hillegonda Klerck, zijn onmondige broer en zusters en van Dirck Willem Klerck en Johanna Huijberta Klerck, onmondige nagelaten kinderen van zijn broer Cornelis Klerck, transporteert aan de kinderen en erfgenamen van Ewout Alertsz een huis en hofstede, berg en schuur met bouw- en hooiland groot 12 morgen genaamd Gerritshofstede of Middelwijck, te Achterberg, volgens koopcedulle van 9-9-1648, daar oostwaarts de hofstede van Geurt Ewoutsz c.s., zuidwaarts de weg, westwaarts Geurt Ewoutsz en noordwaarts Cuneraweg. En nog hei- en bouwland buiten de Westpoort naar het kerkenbouwland behorende tot Remmerden, genaamd de Donderberg.
Jeurriaan Jansz van Langevelt voor zichzelf en namens zijn huisvrouw Maagje Cornelis van Eijckevelt, mede van Jan Pietersz van Vleuten en diens vrouw Niesje Cornelis van Eijckevelt, en Neeltje Cornelis van Eijckevelt, weduwe van Wouter Stevensz, en Anthonij de Bijl x Jannigje Cornelis van Eijckevelt, en namens Sander van Eijckevelt, hun broer en zwager, hoewel onwillig, allen erfgenamen en kinderen van Cornelis Sandersz x Anna Quint, transporteren aan Gerrit Metman en diens vrouw een stuk veen, bouw- en weiland van 10 morgen, strekkende voor uit de grift tot achter aan de Cuneraweg, in Veenendaal, daar oostwaarts de grift, zuidwaarts het grifthuisgoed van Rhenen, westwaarts de Cuneraweg en noordwaarts de hofstede heden aan Hendrick Aertsz getransporteerd en Cornelis Rosch.
Tobias Ottensz, broer en gemachtigde van Oth Ottensz, transporteert aan mr. Frederick Klerck, oud-burgemeester en pensionaris van Rhenen, een huis en schuur met erf daarachter, gelegen in de Molenstraat daar oostwaarts Hendrick Petersz timmerman met Hermen van Aelwijck, zuidwaarts jonker Johan Vonck van Lienden, westwaarts Gerrit Bieshaar en Gerrit Arrisz Vastrick en noordwaarts de Molenstraat.
Johan van Reumelaar, substituut van Johan Carel Smissaert, schout van Rhenen, veilt in het openbaar op verzoek van Jacob Verweij, triomfant contra Jacob Eersten Tin een hof buiten de Rijnpoort in de Lijnbaan, daar oostwaarts Johan Moij, zuid- en westwaarts de gemeente en noordwaarts de Lijnbaan. Gekocht door Jacob Verweij voor 36 gulden.
Jannigje de Bruin, weduwe van Cornelis Willemsz van de Perck, in leven schepen van Rhenen, geassisteerd met deurwaarder Willem Lijster, transporteert aan Johan van Wijckerslooth, schepen en oud-burgemeester, haar hof buiten de Bergpoort, daar oostwaarts burgemeester Bercheijck, zuidwaarts de koper, westwaarts een gemene weg en noordwaarts Adriaen van Ommeren.
Johannes Cupius als gemachtigde van zijn grootmoeder Cornelia Verweij, weduwe van burgemeester Roest, transporteert aan Claes Teunisz x Teuntje een huis, erf een schuur aan het Hof in de Lange Herenstraat, daar zuidwaarts de straat, westwaarts Jan van Brenck en noordwaarts Anthonij de Vrindt en oostwaarts schepen Hermen van Aelwijck. Op de last van een jaarlijkse tins van 0-3-8 t.b.v. Jacob van Rhenen.
Jan van Amerongen, procureur voor het gerecht van Rhenen, als gemachtigde van Hendrick Boonzaaijer x Hillegonda van Holten, transporteert aan Cornelis Huijgen x Dirckje Jans van Moeselae, won. 's-Gravenhage, een stukje land van 2 morgen bij de Scheur, daar oostwaarts Kempis Claesz, zuidwaarts de Ruijssevenen, toekomende advocaat Lommetsum, westwaarts de koper, noordwarts de constituanten zelf.
Bartholt Breull, schepen van Nijmegen, zoon en universele erfgenaam van Elisabeth de Beijer, wedu dr. Breull, transporteert aan Geurt Jansz de Cock, won. Maurik, als erfgenaam van zijn tante Elisabeth de Cock en het recht van de erfgenamen van haar man Cornelis van Wijck, in leven schepen van Rhenen, verkregen hebbende, een huis en hofje met het achterhuis in de Kruisstraat, daar oost- en noordwaarts de weduwe Van Hooft, zuidwaarts Jan Koster van Aken, westwaarts de Kruisstraat. Tijnsgoed van dhr. van Culemborg. Geurt Jansz de Cock transporteert het direct aan Willem Huijbertsz van Griethuijsen x Gerrigje Jans.
N. Boekop, won. Wesel, verzoekt, alzo hem is bericht dat ondanks zekere interdictie bij hem geobtineerd, de Bruineneng voor het gerecht van Rhenen zou zijn getransporteerd, strekkende tot zijn nadeel.
Adriaen van Wijck, procureur voor het gerecht van Rhenen, als gemachtigde van Catharina van Sijpenesse, wed. Artus Honinga, als enige en universele erfgenaam van Jacob van Sijpenesse, haar overleden broer, en van Mechtelt Canter en Maria Canter, met hun nabenoemde broer tezamen erfgenamen van Christina Verburgh, laatst weduwe van Jacob van Sijpenesse, transporteren aan Everhard Canter, apothecaris en burger te Utrecht, mede-erfgenaam van zijn tante, x Elisabeth van Rietvelt vier erfpachten tezamen 100 gulden per jaar, nl. 89-10 uit de hofstede van Gerrit Cornelisz in Veenendaal, strekkende van de Gelderse rade tot de Cuneraweg, 4-10 uit huis en hofstede van Willem Celen van Dijl, 3 gulden uit huis en hofstede van Hermen Petersz van Rhenen en 3 gulden uit het erf van Jorden Jansz.
Johannes van Reumelaar, procureur van Rhenen, als gesubstitueerde van Anna Sophia Fisbagh, gemachtigde van Digna de Lieu, weduwe Francois de Marignij, transporteert aan Godert van den Doorslag, secretaris te Amerongen, een vervallen huis onder de berg bij de Grebbe, daar oostwaarts de gemene geërfden van de Nude, zuidwaarts de grift en noordwaarts de gemene weg en Heijmenberg. Conform transportbrief van 3-7-1644.
Frederick Klerck, syndicus van Rhenen, als verkoper wegens verschuldigd Schild- en Schellinggeld, mitsgaders Jan Willemsz van de Scheur voor zichzelf en als vader en voogd van zijn dochter Nennigje Jans, Jacobus van Kesteren x Elisabeth Jans, Cornelis Aelbertsz x Agnietje Jans, tezamen kinderen van Jan Willemsz van de Scheur, transporteren aan Frederick Klerck, oudraad in de vroedschap van Utrecht en drossaard van Renswoude, een huis en hofstede, berg en schuur genaamd de Scheur mitsgaders de vordelwei.
Willem Lijster, bode van Rhenen, als gemachtigde van Cornelis van Ouwendijck, notaris en rentmeester te Delft, als gemachtigde van de erfgenamen van Maria van Rijdt, in leven huisvrouw van Cornelis van Wijckerslooth, alsmede van de erfgenamen van Thomas van Wijckerslooth, overleden zoontje van hen, en het recht van de andere erfgenamen verkregen hebbende, transporteert aan Johan van Aelst, notaris voor het hof van Utrecht, en diens huisvrouw een plecht van 750 gulden door Dirck Aertsz op 29-4-1667 gepasseerd t.b.v. Cornelis van Wijckerslooth, gevestigd op zijn huis en hofstede met 16 morgen in Veenendaal. Op 17-1-1694 heeft Rijck Huijbertsz, gehuwd met de weduwe van Dirck Aertsz van Essen, deze hypotheek te hebben betaald. En een plecht van 750 gulden door Ewout Aertsz gepasseerd op 29-4-1667 voor Cornelis van Wijckerslooth, gevestigd op zijn huis en hofstede met 9 morgen bouwland en 4,5 morgen aan de Cuneraweg en de helft van 1 morgen weiland in Broeck en 1 morgen hooiland in de Mate in Veenendaal.
23-12-1803: Anna Agneta van Brienen, wed. Hendrik Smissaart, in leven hoofdofficier van Rhenen, wom. Rhenen, constitueert Huijbert van Ommeren om te Rhenen aan Theodorus van Elfen, heer van Remmerstein, te transporteren een hofstede genaamd Luijtjenskamp met huis, berg, schuur en schaaphokken, in huur gebruikt tot Tijs Gertsen, zes morgen hooiland in Velderbroek in de zgn. twintig morgen, een akkertje bouwland, nog een akkertje bouwland van 4 hont, en nog een van 0,5 morgen, en de allee beginnende aan de Geeresteeg. Transport op 6-3-1804.
22-1-1701: Registratie van boedelinventaris van 2-9-1694 van Jannetje van Rhenen, wed. Johannes Sweling.
14-4-1786: In de jurisdictie van Rhenen is overleden Jan Roest, man van Hendrikje van ijk, nalatende zijn wed en drie kinderen Dirkje, Anna en Gerarda Roest, allen minderjarig. Zij houden boedelscheiding.
22-1-1701: Registratie van boedelinventaris van 2-9-1694 van Jannetje van Rhenen, wed. Johannes Sweling.
13-5-1669: Rijer van Hoof, cameraar van Rhenen, en Sophia Heuff lijftochten elkaar.
20-8-1675: Willem Jansz van Sonsbeeck en Sara de Bruijn van Rhenen lijftochten elkaar.
15-2-1676: Elisabeth de Cock wed. Cornelis van Wijen, in leven schepen van Rhenen, testeert op haar neef Geurt Jansz de Cock de helft van al haar goederen, zoals de helft van een huis in de Kruisstraat en de helft van 800 gl staande tot last van de wed. Jan Steck.
10-12-1678: Huijbert Vonck van Lienden tot den Tollenburgh kapitein, gehuwd met Mechtelt van Reede tot Nederhorst, stellen tot mombers over hun kinderen Pieter van Reede tot Nederhorst kapitein en Frederick Klerck, oud-burgemeester en pensionaris van Rhenen, haar broer en zwager.
29-7-1678: Meerten van Wijck, sieck van lichaem ende te bedde leggende, stelt tot zijn universele erfgenamen de kinderen van zijn overleden broer Huijbert van Wijck, in leven burgemeester van Rhenen, met name Maria, Aeltje, Anneke, Grietje, Adriana, Adriaen Hederina en Neeltje van Wijck, met seclusie van alle anderen, mits nochtans dat Hilligje Boonsaijers, zijn broers weduwe daaraan behoudt het vruchtgebruik levenslang.
5-5-1684: Brant Willemsz x Jenneken Roelofs lijftochten elkaar in al hun goederen. Zij wil haar goederen succederen op de diaconie van Rhenen.
21-1-1689: Willem van Cattenburgh, schepen, x Jacomina van Rijnevelt stellen tot mombers over hun natelaten kinderen de weeskamer van Rhenen.
3-7-1698: Willem van Cattenburgh, sieck te bedde leggende, stelt tot mombers over zijn onmondige kinderen Johan Lowies van Cattenburgh, secretaris van 's Hertogenbosch, en Alard van Laar, schepen van Rhenen, zijn broer en zwager.
1-3-1702: Jan Bosch, won. Achterberg, swack en sieckelijck, legateert aan de diaconie van Rhenen terzake des doods van Ewid Petersz, bruiker van zijn hofstede aan het Veeneind, 200 gl van verschuldigde pacht, 150 gl ten laste van Ariaen, wed. Wouter Hendricksz, won. in den Dijck Achterberg, alsmede ten laste van Jan Petersz Berst 150 gl, en 150 gl ten laste van de kinderen en erfgenamen van Aert Jacobsz, mitsgaders ten laste van Jacob Olofsz te Wageningen ongeveer 100 gl terzake van gekochte tabak, en 50 gl die Aert Sukkel aan hem schuldig is, en 100 gl ten laste van Cornelis Jordensz, won. Darthuizen, ten laste van Jacob Verweij ongeveer 30 gl, ten laste van Willem van Middelwijk omtrent 20 gl bij de wed. Claes Jansz kremer te Heusden 27-10, en ten laste van Tonis Jansz onder de berg nog 30 gl. Hij legateert verder aan Gerrit Cornelis Bosch, zoon van zijn broer Cornelis Bosch, thans won. en getrouwd zijnde te Amsterdam, 2/3 van de Koningskampen in de hooilanden Achterberg, zoals hij die in koop verkregen heeft van de domeinen van Utrecht, 1/3 competerende burgemeester Kupius en Gijsbert Jansz, en 2 morgen hooiland in Velderbroek in de Haverkamp, en aan zijn neef Gerrit Bosch een stuk hooiland in de Maten Achterberg groot 2 morgen min ¼ deel.
17-12-1717: Jelis van Papeveld, wed. Sophia Aesh is voornemens te hertrouwen en sluit te weeskamer uit als mombers over zijn kinderen en stelt aan Willem Jelissen van Papeveld en Hendrik van Manen, adjunct-bode van Rhenen.
13-1-1718: Joost Boonzaijer, raad in de vroedschap en schepen van Rhenen, x Anna Klerk lijftochten elkaar.
30-12-1733: Constantin Menso, raad in de vroedschap van Rhenen, toont een besloten testament.
5-5-1735: Jan Frederik Abbema, vaandrig in het regiment van kolonel de Gruij, j.m., geassisteerd met zijn vader Andries Abbema, heer van Woudenberg en Ligtenberg, maakt huwelijkse voorwaarden met Jacoba Matthia Smissaert geassisteerd door haar vader Balthazar Smissaert, hoofd-officier van Rhenen.
20-6-1758: Jean de Boussard de Madiave, heer van Heijmersteijn, geb. Castres d'Albigeois in Languedoc, oudste zoon van wijlen Samuel de Boussard de Madiave, heer van Tourene, en Francois D'afos, stelt tot zijn universele erfgenaam de diaconie van Rhenen.
20-5-1768: Cornelis Vink, hospes in de Grebbe, wed. Maria Willemsen, stelt tot voogden over zijn zes onmondige kinderen Jan, Willem, Hendrik, Aart, Cornelis en Reijnier Vink, zijn stiefvader Jan Mol, gerechtsbode van Rhenen, en zijn zwager Teunis de Weijman, won. Heusden.
14-8-1779: Willem van der Brug, wed. Jenneke van Ingen, die tevoren wed. was van Hendrik Brouwer, legateren aan de diaconie van Rhenen 100 gl en tot universele erfgenamen zijn broers en zusters Cornelis, Johannes, Maria en Jannigje van der Brug voor de helft, en de kinderen van zijn overleden huisvrouw door Hendrik Brouwer aan haar verwekt, Jan, Gerrit, Hendrik, Elisabeth, Johannes en Cornelia Brouwer, voor de andere helft.
19-2-1794: Jan Hendrik Broers, won. Rhenen, stelt tot voogden over zijn erfgenamen zijn neef J.H. Broers, procureur, en F.H. Bronkhorst, chirurgijn van Rhenen.
20-8-1675: Willem Jansz van Sonsbeeck en Sara de Bruijn van Rhenen lijftochten elkaar.
15-2-1675: Elisabeth de Cock, wed. Cornelis van Wijck, in leven schepen van Rhenen, prelegateert aan haar neef Geurt Jansz de Cock de helft van haar goederen in dit gerecht, namelijk de helft van het huis in de Kruisstraat, waar zij en haar man hebben gewoond, waar burgemeester Van Hooft noordwaarts en de weduwe van Gijsbert Jansz van Manen naast gehuisd zijn. en de helft van de hof buiten de Rijnpoort naast de lijnbaan en de helft van 800 gulden staande ten laste van wed. Jan Steck. De wederhelft komt toe de erfgenamen van Cornelis van Wijck.
29-5-1678: Meerten van Wijck, ziek en te bed liggende, stelt tot zijn universele erfgenamen de kinderen van zijn overleden broer Huijbert van Wijck, in leven burgemeester van Rhenen, met namen Maria, Aeltje, Anneken, Grietje, Adriana, Adriaen, Hendrina en Neeltje van Wijck. Mits nochtans dat Hilligje Boonsaaijer, wed. van zijn broer, daaraan behoudt het vruchtgebruik.
z.j.: Huijbert Vonck van Lienden tot den Tollenburgh, kapitein en Mechtelt van Reede tot Nederhorst stellen tot mombers over hun kinderen Pieter van Reede tot Nederhorst, kapitein en Frederick Klerck, oud-burgemeester en pensionair van Rhenen, hun broer en zwager.
14-7-1680: Cornelis Taets, predikant te Wadenoijen, Jacob van Vanenburgh x Geesken Taets, namens Maagje Boonsaijers, wed. Henrick Taets, tezamen kinderen van Paulus Taets, in leven schepen van Rhenen, repudiëren van de boedel van hun vader. Zij willen hem wel begraven.
12-11-1682: Jan van Geijn, schepen van Rhenen, x Maria Klerck, lijftochten elkaar. Jan is ziek. Zijn dochter Mechtelt van Geijn zal niet meer genieten dan de rente van 1200 gulden, haar voor haar moedersgoed bewezen. Mechteld heeft twee kinderen: Hendrick en Geertruijt Boschman, verwekt bij Zeger Boschman.
31-10-1690: Elisabeth Lijster, ziekelijk, legateert aan Roelof van Ede, gehuwd met Neeltje Lijsters, aan Otto van Bruijsnweert, gehuwd met Maria Lijster, Hendrik Meessen, gehuwd met Jannigje Lijsters, Daniel Mas, gehuwd met Petronella Lijsters en Evert Lijster, haar neven en nichten ieder 1/5 van de volgende obligaties: 400 gulden op de boedel van haar overleden broer Willem Lijster; 100 gulden ten laste van Roelof van Ede; 100 gulden ten laste van de genoemd Ot Cornelisz van Bruijnsweert; 85 gulden wegens landpachten van Ot van Bruijnsweert; 100 gulden ten laste van haar neef Hendrick Meessen. En een hofje in de Visserstrat, waar enige huizen in gestaan hebben. Na haar dood zal Gerrigje Lijster, dochter van Cornelis Lijster, haar neef, won. Amerongen, enige kleren krijgen. Evenals Elisabeth Lijster en Sophia Lijsters, ook dochters van Cornelis Lijster. Verder legateert zij aan de diaconie van Rhenen 20 gulden. En aan Aeltje Wouters, huisvrouw van Peter van Dijck, 25 gulden.
3-7-1698: Willem van Cattenburgh, burgemeester, ziek te bed liggende, stelt tot monbers over zijn onmondige kinderen Johan Lowies van Cattenburgh, secretaris van 's-Hertogenbosch, en Alard van Laer, schepen van Rhenen.
16-9-1706: Maria Clerck toont een gesloten testament door haar broer Cornelis Clerck, raad en secretaris van Rhenen gemaakt, in presentie van Elisabeth Clerck, Joost Boonsaaijer x Anna Clerck, Gerard van Zwoll x Dirckje Clerck, Mechtelt Clerck x Andries van Schrieck, om deze te openen. Cornelis Clerck lag destijds ziek te bed. Dat was 27-7-1706.
10-12-1706: Florentina Valckenaer, nichte germain en enige en universele erfgenaam ab intestato verzoekt opening van het besloten testament van Carel van Gelder, ridder der Duitse Orde en commandeur van Dieren, en Maria van Gelder, zuster en broeder, te Rhenen gepasseerd 24-11-1698. Carel was, blijkens het testament, ook commandeur van Rhenen.
13-2-1708: Elisabeth Klerck, gezond van lichaam, testeert. Haar grootmoeder Elisabeth de Bruijn, wed. Alard van Harn, in leven secretaris van Rhenen, heeft bij testament van 12-8-1666 aan Elisabeth en haar zuster Anna, tegenwoordig huisvrouw van Joost Boonsaaijer, gelegateerd 1000 gulden. Mocht Elisabeth sterven vóór Anna, dan wil zij dat Anna deze 1000 gulden krijgt. Zij stelt verder tot haar universele erfgenamen haar zuster, of bij haar sterven haar kinderen Maria Boonsaijer, Wilhelmus Boonzaaijer, predikant te Otterlo, Alard Boonzaaijer en Aletta Boonzaaijer.
9-11-1709: Willem Stenvoort, burger en inwoner van Rhenen, x Catharina van Ingen, de laatste ziek te bed liggende, lijftochten elkaar en stellen tot mombers over hun onmondige erfgenamen Abraham van Dulken, koopman te Utrecht, en Willem van Ingen, koopman te Rotterdam.
24-7-1711: Gerard van Zwoll, raad van Rhenen, x Theodora Clerck, Megtelda Klerck, wed. Andries van Schriek, in leven majoor van Rotterdam, tonen een besloten testament.
24-7-1711: Gerard van Zwoll verzoekt registratie van de boedelinventaris van Willem Steenfort als weduwnaar van Catharina van Ingen, opgemaakt na haar overlijden op 27-12-1709. Er zijn huwelijkse voorwaarden van 5-4-1694. Zij hadden een boomgaard van 7 morgen aan de Ingense dijk in Nederbetuwe, een huis en grutterij te Rhenen, waar Willem in woont, een schuur en huisje naast de grutmolen en 1,5 morgen tabaksland met de helft van een tabaksschuur buiten de Westpoort te Rhenen en een hof of tuin buiten de Rijnpoort van Rhenen. Met benoeming van hun erfgenamen.
1-2-1713: Johan van Deventer, oud-burgemeester en schepen van Rhenen, x Margareta van Wijck, de laatste ziek te bed liggende, tonen een gesloten testament.
17-12-1717: Jelis van Papenvelt, wed. Sophia Steck, wil hertrouwen. Hij stelt tot momber Willem Jelissen van Papenveld en Hendrick van Manen, adjunctbode van Rhenen.
13-1-1718: Joost Boonzaaijer, raad en schepen van Rhenen, x Anna Klerk, de laatste ziek, doen teniet hun testament van 5-8-1682 te Rhenen gepasseerd, uitgezonderd de lijftocht. Zij prelegateren aan hun jongste dochter Aletta 500 gulden.
9-11-1726: Gijsbert van Brienen, eerste regerende burgemeester van Rhenen, x Margareta Keijser lijftochten elkaar.
19-1-1743: Christina Brossart en Joseph Brossart mitsgaders Peter Brossart, procureur voor het gerecht van Rhenen, allen meerderjarig, de laatste ziek, lijftochten elkaar.
19-4-1746: Constantinus van Ommeren, meerderjarige jongeman, ziek, legateert aan zijn zuster Dirkje van Ommeren x Wilhelmus Johannus Stephanus Engelbronner 100 gulden. En aan zijn zuster Susanna van Ommeren x Jan Willem van Hoeden ook 100 gulden. En aan ieder kind van Susanna 100 gulden. En aan zijn zuster Margrietje van Ommeren 100 gulden. En aan Anna Geertruijd van Ommeren, halve zuster, 100 gulden. En aan Arnolda Francina van Ommeren, halve zuster, 100 gulden. Tot erfgenaam stelt hij zijn vader Arnoldus van Ommeren, schepen van Rhenen, en zijn aangetrouwde moeder Willemina Palmers.
29-1-1751: Christina Margaretha Klerk, wed. Gerard van Swol, in leven burgemeester van Rhenen, Anna Aletta Klerk, Martha Maria Klerk en Johanna Maria Klerk, won. Rhenen, de laatste comparant ziek, lijftochten elkaar.
20-6-1758: Jean de Bouffard de Madiane, heer van Heimerstein, geboren te Castres d'Albigeois in Lanquedoc, oudste zoon van wijlen Samuel Bouffard de Madiane, heer van Tourere, en Francoise Desos. Hij stelt tot erfgenaam de diaconie van Rhenen. Hij heeft onder meer het huis Heimerstein met bijbehorende landerijen en de Botterkamp en een aantal lijfrenten. Dit testament zal veranderen wanneer zijn broer en zusters kind of kinderen als gereformeerden uit Lanquedoc in Nederland arriveren.
20-5-1768: Cornelis Vink, hospes ind e Grebbe, wed. Maria Willemse, benoemt tot voogden over zijn zes minderjarige kinderen Jan, Willem, Hendrik, Evert, Cornelis en Reinier Vink, zijn stiefvader Jan Mol, gerechtsbode van Rhenen, en zijn zwager Teunis de Weijman, won. Heusden.
10-8-1769: Geurt van Holst, raad in de vroedschap en oud-schepen van Rhenen, x Margareta van Ommeren, lijftochten elkaar.
26-4-1775: Hendrik Smissaert, hoofdofficier en burger van Rhenen, x Anna Agneta van Brienen, lijftochten elkaar.
14-7-1777: Gerrit Sandbrink, oudraad en schepen van Rhenen, doneert aan zijn zoon Jacobus Sandbrink een hof of moestuin buiten de Bergpoort, daar oostwaarts de erfgenamen van juffr. Bercheijck, westwaarts het gemene voetpad, zuidwaarts wed. Laat en noordwaarts Cornelia van Ommeren.
14-2-1779: Alard de Vrind, raad in de vroedschap van Rhenen, redelijk gezond, legateert aan zijn neef Gerardus de Vrind, bakker te Rhenen, 150 gulden, en aan de drie kinderen van Aalbert van Schoneveld x Johanna Esser, genaamd Gerardina, Barbera en Gerrit van Schoneveld, ieder 50 gulden. Tot universele erfgenamen stelt hij aan Aalbert van Schoneveld x Johanna Esser.
14-8-1779: Willem van der Brug, wed. Jenneke van Ingen, legateert aan de diaconie van Rhenen 100 gulden en stelt tot zijn universele erfgenamen aan zijn broeders en zusters, genaamd Cornelis, Johannes, Maria en Jannigje van der Brug, voor de helft en de kinderen van zijn overleden huisvrouw, door Hendrik Brouwer, aan haar verwekt, genaamd Jan, Gerrit, Hendrik, Elisabeth, Johannes en Cornelia Brouwer, de andere helft.
17-3-1780: Johanna Christina Brouwers, wed. Hendrik Menso, in leven raad en oud-burgemeester van Rhenen, stelt tot voogden aan Huijbert Jan van Deventer, burgemeester van Rhenen.
10-11-1783: Gerrit de Bruijn, oud-schepen van Rhenen, wed. Neuletta van Kampen, won. Rhenen, legateert aan Gerardus van Driel, zoon van zijn neef Gerardus van Driel, 600 gulden. En aan de gezamenlijke kinderen van Hendrik van Ommeren Cornelisz x Herbertje van den Oosterkamp, 600 gulden. En aan de kinderen van Johannes Ipenburg x Willemina de Bruijn 600 gulden. En aan de kinderen van Neuletta van den Oosterkamp 600 gulden. En aan het wees- en gasthuis te Rhenen wegens de kosten gemaakt aan zijn neef Gerrit de Bruijn, 400 gulden.
23-8-1791: Huijbert Budding, wed. Petronella van Vastrik, stelt tot voogd over zijn onmondige erfgenamen Rutger Budding, adjunctsecretaris van Rhenen, en Jan van Vastrik.
5-6-1797: Johanna Volhard, wed. Willem van der Brug, ziek, stelt tot executeur van haar boedel Rutger Budding, secretaris van Rhenen.
28-5-1808: Jan Henricus Broers, secretaris van Rhenen x Dina Pfeil, won. Rhenen, gezond, lijftochten elkaar en testeren op hun drie kinderen Jurriaen Christiaan, Jan en Wouter Marten Cornelis Broers.
21-2-1649: Het gerecht verklaart dat Jan van Dashorst 65 jaar is en burger en inwoner van Rhenen en zich altijd goed heeft gedragen.
30-8-1648: Tolbrief voor Henricus Brunen, burger en portier van Rhenen.
19-4-1649: Huijbert van Wijck en Jan Strick en Hendrick de Vriendt, burger van Rhenen, verklaren op verzoek van Cornelis Boonsaaijer dat heden om 4 uur nanoen een zekere persoon, naar gissing een assistent van pander Bor, ten huize van Boonzaaijer is gekomen en heeft gedreigd dat Boonzaaijer binnen een half uur moet komen bij Bor.
25-12-1648: Cornelis van Schoonhoven (53) en Michiel Clijnakker (53), burgers van Rhenen, verklaren op verzoek van Huijbert Thonisz over Peter Nuijen, won. Wageningen, en diens verkochte tabak.
16-6-1649: Steven Tolen is een inwoner van Rhenen en is een schoenlapper. Hij mag op het platteland werken.
12-9-1649: Gerrit Cornelis Augustijnsz is een burgerszoon van Rhenen, zoon van Cornelis Augustijnsz en Trijntje Jans. Hij heeft zich altijd goed gedragen en vertrekt nu uit de stad.
18-1-1650: Tolbrief voor Cornelis van Gelder als schipper en burger van Rhenen.
3-4-1650: Het gerecht verklaart dat Huijbert van Wijck raadsheer van Rhenen is en heemraad van de Marsch. Hij moet advies van rechtsgeleerden halen in de zaak van Claes Gerritsz contra Willem Willemsz.
6-8-1650: Melchert Petersz, chirurgijn, en Arent van Seventer, inwoner van Rhenen, verklaren voorheen goed gekend te hebben Brant van Wageningen x Elsje Stricks en dat Jan Willemsz, burger te Rhenen, Marritje Brants, dochter van dit echtpaar, heeft getrouwd. Marritje leeft nog en woont in Rhenen. Jan Willemsz machtigt Reijer Moll, voerman van Rhenen, om 10 gulden van de weduwe van Frans Lubbertsz te Utrecht van een legaat door Elsje Stricks, haar nicht, aan haar gemaakt, te ontvangen. Marritje heeft geen levende broers of zusters meer.
15-11-1649: Wernard van Lennip, domheer van St. Marie te Utrecht, en gewezen schout van Rhenen, verklaart op verzoek van Catharina van Harn, wed. Johan Both, won. Rhenen, dat hij in 1636, toen die groote sterfte van de contagieuse sieckte der peste binnen Rhenen seer grasseerde, vermits my huysvrouw voor de selve sieckte seer bevreest was, naar Utrecht is vertrokken. Terwijl hij daar was is eind juni 1636 te Rhenen ziek geworden en overleden aan de pest Cornelia de Vrede, toen huisvrouw van Anthonie Both, zoon van Johan Both en Catharina van Harn.
18-1-1651: Verhoor van Cornelis van Wijck, Peter van Kesteren en Nicolaes Verhel, schepenen, Gerrit van Amerongen, jonker Johan Vonck van Lienden (23-24), Geurt Gouda (39), Aernt Jansz (63), Evert Evertsz Dionijs (54)en Jan Gerritsz Reumelaar (36) op verzoek van Bartholomeus Bercheijck, advocaat voor het Hof van Utrecht. Zij zijn in huis geweest bij Nicolaas Verhel, waard in de Vergulde Sleutels. Daar kwam ook Jacob Casembrooth, schout van Rhenen. Zij kregen onenigheid over een hoed gerst die Bercheijck van Maria van Wijck had ontvangen. Daarop noemde Casembrooth hem een schelm omdat hij geen weduwen en wezen ontzag en hen onderdrukte.
28-3-1651: Jan Willemsz Papevelt, burger en keurmeester, heeft zich altijd goed gedragen. Zijn grootvader is een burgemeester van Rhenen geweest. Jan gaat met zijn vrouw Marritje Bernst en hun kinderen verhuizen.
20-9-1651: Gerrit Arrisz Vastrick en Evert Rurgersz, burger van Rhenen, verklaren dat Adolph Plaen, soldaat onder de compagnie van sergeant-majoor Hardenbroeck, op maandag 15-9-1651 hier geweest is. Frans Crhistiaansz en Henrick Jansz Munnick, burgers, verklaren dat Jan Costen, soldaat onder dezelfde compagnie ook op dezelfde dag binnen Rhenen is geweest. Zij hebben hen gezien.
27-9-1651: Frans Thomasz en Jan Imertsz, burgers van Rhenen, verklaren dat Hendrick Jansz Constapel, soldaat onder de compagnie van sergeant-majoor Hardenbroeck, alhier binnen Rhenen ten huize van Johan Juchud de meeste tijd van het jaar kreupel heeft gelegen en daar nog steeds kreupel ligt en dus de compagnie niet heeft kunnen volgen naar Emmerich.
21-9-1651: Tolbrief voor Jan Jacobsz van Varick, burger van Rhenen, zal met een lichter met turf naar Vianen varen.
9-3-1652: Thonis Thomasz heeft enige tijd in de jurisdictie van Rhenen gewoond als een slotswijnder en zich goed gedragen. Hij krijgt deze akte zodat hij niet hoeft te gaan bedelen.
1-6-1652: Huijbert Hendricksz van Isendoorn, raad van Rhenen, Geurt Gouda en Frans Christiaensz, burgers, verklaren op verzoek van jonker Bitter van Rhede, kapitein, dat in de afgelopen winter ten huize van Jan Toll op een zaterdagavond Hendrick Heij met Gerrit van Amerongen onenigheid hebben gehad. Hendrick heeft gezegd dat de vrouw van Van Amerongen, zuster van Bitter van Rhede, een bastaard van afkomst is.
30-9-1652: Cornelis van Schoonhoven en Truijtje Jans, moeder van Hermen Walraven, burger en burgeres van Rhenen, verklaren dat Hermen Walravens een brief heeft geschreven uit Lyon op 8-9-1652, dat hij toen nog leefde. Truijtje machtigt haar zoon Jan Walravens om de lijfrente van 25 gulden, staande op Hermen Walravens, februari 165, van de Staten van Holland en West-Friesland te passeren.
17-10-1652: Jan Gerritsz, won. Heusden in de Betuwe, machtigt Marten Jansz van Rhenen en Aelbert Hendricksz van Heusden, beide ruiters van de compagnie van de prins van Oranje, in garnizoen te Arnhem, om te vervolgen en te eisen een bruine merrie dat uit zijn weide is gestolen.
1653: Verzoek van Hendrick Heij, substituutschout van Rhenen, aan de regeerders van Rhenen om een attestatie, omdat hij van plan is te verhuizen.
26-6-1653: Teunis Cornelisz (40) en Aelbert Cornelisz (37), inwoners van Rhenen, verklaren dat Casper Jurrien Holsteijn, soldaat van de compagnie van kapitein Bronckhorst, in garnizoen te Wesel, op 22-6-1653 te Achterberg, omtrent Levendael, geweest is.
14-11-1653: Frederickje (28), huisvrouw van burgemeester Clerck, Jan (26) en Maria (24), kinderen van Dirck Vonck van Lienden, in leven burgemeester van Rhenen en raad ter admiraliteit te Hoorn, leven nog en wonen in Rhenen.
23-11-1653: Tolbrief voor Jan Lubberden, burger en schipper van Rhenen. Hij heeft 4 manden en 5 matten met tabak om naar 's-Hertogenbosch te varen.
3-12-1653: Lambertje Willems (35), huisvrouw van Jan Jansz, verklaart op verzoek van Peter Hendricksz van Noord, raad van Rhenen, dat vorige week haar samoreursschipper, liggende in 't Spoel, gehoord heeft dat de huisvrouw van Jan Michiels sprak over mest die in het schip geladen was.
3-1-1654: Tolbrief voor Cornelis van Schoonhoven, burger en portier van Rhenen.
4-2-1654: Bernard Adrum, won. Rhenen, vader van Pieter Beerntsz van Rhenen, die gezegd wordt op het schip Zutphen in april 1649 uit Indië gevaren te zijn.
7-3-1654: Tolbrief voor de vrouw van Rijsoort is burgeres van Rhenen.
20-4-1654: Het gerecht verklaart op verzoek van Anthonis de With dat in de jurisdictie van Rhenen geen impost op de tabak geheven wordt.
23-4-1654: Hendrick Adriaensz Vereest verklaart op verzoek van Frans Jansz Brouwer dat hij in 2-1654 bij Frans in huis is geweest waar ook Anthonis van Brenck kwam, pachter van de bieren, met Willem Teunisz van Geijn, substituutschout, en Willem Lijster. Zij vroegen Elisabeth Schevichoven, huisvrouw van Frans Jansz brouwer, naar haar man, die volgens haar niet thuis was. Zij wilden de kelder visiteren. Ook Sander van Setten, gezworen bierdrager van Rhenen, legt een verklaring af. Evenals Geurt Gouda en Jan Huijbertsz van Helden.
29-5-1654: Aert Clock stelt tot mombers over zijn kinderen bij hem aan Annigje van Muijen verwekt in plaats van dr. Haeften en Cornelis waard bij Hendrick van Rempst aan Adriaen Thonisz Vereest, burger van Rhenen, en Rutger van Brenck, raad van Rhenen.
30-6-1654: Burgemeester Gijsbert Jansz en Huijbert van Diemen, secretaris te Culemborg, worden geciteerd voor het gerecht van Rhenen.
4-8-1707: Tolbrief voor Geurt van Geer, veerschipper van Rhenen op Rotterdam en Dordrecht.
7-12-1707: Tolbrief voor Aert van Geer, schepen, veerschipper van Rhenen op Amsterdam.
14-11-1712: Tolbrief voor Gijsbert Vonck van Lienden, ordinaris markt- en veerschipper van Rhenen op Amsterdam.
27-2-1713: Gerrit van Gulick, ordinaris markt- en veerschipper van Rhenen op Amsterdam.
15-2-1716: Tolbrief voor Willem Jelissen van Papeveld, ordinaris markt- en veerschipper van Rhenen op Rotterdam en Dordrecht.
4-10-1717: Tolbrief voor Willem de Bruijn, ordinaris markt- en veerschipper van Rhenen op Amsterdam.
6-3-1719: Tolbrief voor Jan de Bruijn, ordinaris markt- en veerschipper van Rhenen op Amsterdam.
23-7-1720: Tolbrief voor Willem de Bruijn, ordinaris markt- en veerschipper van Rhenen op Amsterdam.
3-12-1725: Tolbrief voor Willem de Bruijn, ordinaris markt- en veerschipper van Rhenen op Amsterdam.
23-3-1741: Tolbrief voor Philip Schnaider, ordinaris veerschipper van Rhenen op Amsterdam.
1-4-1743: Tolbrief voor Huijbert van Grient, ordinaris veerschipper van Rhenen en Veenendaal op Rotterdam.
15-7-1743: Tolbrief voor Johan Philip Schneider, ordinaris veerschipper en enigste beurtman van Rhenen en Veenendaal op Amsterdam.
18-6-1754: Tolbrief voor Arris van Leeuwen, die eikenhout vervoert van medeschipper Willem Emmen. Het hout hoort toe aan Arris van Leeuwen, Hendrik van Ommeren en Dirk van Ommeren, burgers van Rhenen.
13-1-1755: Tolbrief voor Aart Berentse, ordinaris veerschipper van Rhenen op Utrecht.
8-2-1759: Tolbrief voor Willem Barendse, ordinaris veerschipper van Rhenen en Veenendaal op De Vaart, Vianen, Ameide, Schoonhoven, Dordrecht, Rotterdam en Delft.
21-12-1764: Tolbrief voor Aart Berentse, ordinaris veerschipper van Rhenen op Utrecht, Wijk bij Duurstede en Vreeswijk.
2-6-1709: Tolbrief voor Harmen Hendricksz, bode van Rhenen op de legers van de geallieerden.
13-6-1716: Het gerecht verklaart dat Balthazar Smissaart, hoofdschout van Rhenen, x Angelica Vonk van Lienden, attesteren dat op 24-11-1708 is begraven in de kerk te Rhenen juffrouw Ceré.
9-9-1745: Akte van indemniteit van Rhenen naar Utrecht voor Johannes Meessen.
4-2-1746: Akte van indemniteit van Rhenen naar Pernis voor Marritje Busquint.
20-11-1747: Akte van indemniteit van Rhenen naar Zeist voor Geertruijd van Santen, wed. Hendrik de Blaauw, met haar zoon Willem Hendriksen de Blaauw.
4-4-1747: Akte van indemniteit van Rhenen naar Bodegraven voor Rijk Jansen.
29-7-1748: Akte van indemniteit van Rhenen naar Utrecht voor Johannes van Banebos.
8-1749: Akte van indemniteit van Rhenen naar Velsen voor Jan van Ree.
10-3-1749: Akte van indemniteit van Rhenen naar Woudenberg voor Hendrik Willemsen.
3-2-1749: Akte van indemniteit van Rhenen naar Lopik voor Hendrik van Ewijk, geb. Rhenen.
1-5-1750: Akte van indemniteit van Rhenen naar Amersfoort voor Peter Cornelissen en Petertje Jansen met hun twee kinderen Cornelis en Dirkje.
15-11-1751: Akte van indemniteit van Rhenen naar Rotterdam voor Cornelis van Os.
15-11-1751: Akte van indemniteit van Rhenen naar Amerongen voor Jelis Jansen.
15-11-1751: Akte van indemniteit van Rhenen naar Spaarnwoude voor Hendrik Hendriksen.
26-7-1751: Het gerecht verzoekt Johan Hooreman, klerk ter griffie van de provincie Utrecht, om door de Staten t.b.v. het gerecht van Rhenen 2294-2 in voldoening van hetgeen waarop de landen tot het leggen van het for in de Grebbe, genaamd Rustenburgh, in 1745, daartoe vergraven zijn, te quiteren.
13-7-1751: Tolbrief voor Jan Steijner, die van Rhenen vertrekt naar Frankfurt am Main.
29-4-1751: Akte van indemniteit van Rhenen naar Utrecht voor Rutger Budding.
11-1-1751: Akte van indemniteit van Rhenen naar Waddenoyen voor de twee kinderen van Gerrit van Westrhenen, genaamd Dirk en Johanna.
16-10-1752: Akte van indemniteit van Rhenen naar Utrecht voor Casper de Vrient, geb. Rhenen.
31-7-1752: Akte van indemniteit van Rhenen naar Utrecht voor Jan Breijaan.
30-3-1752: Akte van indemniteit van Rhenen naar Utrecht voor Jan Huijbert van IJsendoorn, geb. Rhenen.
30-3-1752: Akte van indemniteit van Rhenen naar Rotterdam voor Cornelia Luijting, geb. Rhenen.
14-6-1752: Het gerecht verklaart op verzoek van Gijsbert van Brienen, heer tot Levendaal, oud-raad ter admiraliteit van Friesland, hoofdschout en burgemeester van Rhenen, en Gerard van Brienen en Cornelis van Brienen, kapitein, broers, dat uit de huwelijkse voorwaarden van 11-4-1657 blijkt dat er een wettig huwelijk was gesloten tussen Gijsbert van Brienen en Geertruij Vonk van Lienden. Uit dit huwelijk is geboren Dirk van Brienen. Hij trouwde met Anna de Ruijter, zoals blijkt uit een notariële akte van 1-10-1698. Uit dit huwelijk zijn geboren Gijsbert, Johan, Gerard, Anna Magdalena en Cornelis van Brienen, waarvan Johan en Anna Magdalena overleden zijn. Gijsbert van Brienen is 23-1-1732 getrouwd met Margareta Keijser. Zij verwekten Anna Agneta van Brienen, gehuwd met Hendrik Smissaert, regerend burgemeester van Rhenen, Dirk Willem van Brienen, Johan van Brienen en Henrietta Coenrardina van Brienen. Gerard van Brienen is op 12-9-1723 getrouwd te Rotterdam met Catharina Maria le Fort. Zij kregen als kinderen Hermes, Johanna en Jacoba Margareta van Brienen. Cornelis van Brienen, kapitein, trouwde te Rhenen met Machteld Maria Constantia Smissaert. Zij kregen Dirk, Constantia Henrieet, Baltina Carolina, Gijsbert Jan en Jan Carel van Brienen.
14-5-1753: Akte van indemniteit van Rhenen naar Amerongen voor Cornelia van den Berg met haar dochter Hendrijnje.
7-10-1754: Akte van indemniteit van Rhenen naar Rotterdam voor Catharina Vergeer, geb. Rhenen.
4-2-1754: Akte van indemniteit van Rhenen naar 's-Gravenhage voor Abigaël Amberg, geb. Rhenen.
2-6-1755: Akte van indemniteit van Rhenen naar Utrecht voor Geertje van Laar.
2-6-1755: Akte van indemniteit van Rhenen naar Leusden voor Jan Gerrit Flinski.
10-6-1757: Akte van indemniteit van Rhenen voor Roelof van Tricht, gewezen dienaar van justitie, en zijn vrouw en kind Rijk (2).
28-1-1756: Akte van indemniteit van Rhenen naar Amersfoort voor Geertruijd van Grootveld.
13-11-1759: Jan Schuurman geeft te kennen dat hij 10-10-1759 door de bode Jan Mol vijf gouden ducaten heeft laten aanbieden aan de diaconie van Rhenen. En 1-10 voor tien kannen bier bij Arien van Ommeren te verteren, mitsgaders 0,5 mud klimbonen. Dit alles heeft Cornelis Vink geweigerd aan te nemen. Cornelis Vink neemt dit alsnog aan op 24-6-1760.
2-9-1765: Akte van indemniteit van Rhenen voor Nietje Cornelisse Bos, wed. Geurt Zebussen, met haar zoontje Geurt, geb. Rhenen.
19-1-768: Akte van indemniteit van Rhenen naar Muiden voor Peternella van den Oosterkamp, geb. Rhenen.
28-6-1768: Het gerecht verklaart dat Dirk van Ommeren geboren burger en inwoner van Rhenen is.
6-6-1769: Het gerecht verklaart dat Willem Anthonij Budding legaal en beëdigd secretaris van Rhenen is en alle akten die hij schrijft worden erkend.
12-9-1769: Akte van indemniteit van Rhenen naar Noortwelle (Zeeland) voor Cornelis van Ree, geb. Rhenen.
10-10-1769: Akte van indemniteit van Rhenen naar Ouderkerk voor Arien Jacobsen.
21-6-1774: Akte van indemniteit van Rhenen naar Amerongen voor Christina van den Berg, huisvrouw van Adam van de Bovenkamp, en haar drie kinderen Johanna (7), Evert (5) en Teunis (4).
26-9-1787: Tolbrief voor Aart Berendse van Mourik, beurtschipper van Rhenen op Utrecht.
1-4-1789: Het gerecht verklaart dat Peter van Kooten, doodgraver is van Rhenen.
28-8-1789: De secretaris verklaart dat Johannes van Veen het protocol van notaris Johan Boom ter secretarie van Rhenen berustende van 1741-1768 heeft nagezien maar niets gevonden. Hij zocht naar testament van Casimir Clemmé en diens huisvrouw.
29-11-1791: Het gerecht verklaart dat Klaas van Leijden, schipper van Rhenen op Arnhem, die klaagt dat de monopolisten van het Nijmeegse kwartier zijn aak in beslag willen nemen voor de proceskosten voor de Staten van het kwartier van Nijmegen wegens sluikerij van jenever. Het gerecht verklaart dat hij onvermogend is.
8-5-1798: Brief van Fredrik Ditmar Gezelschap (73), laatst kolonel-commandant van het 1e regiment Oranje-Nassau, vraagt aan het gerecht van Rhenen om een verklaring van goed gedrag van zijn verblijf in de stad. Geschreven in Tiel.
4-12-1694: Ds. Menso heeft door substituut-schout van Deventer geconsigneerd 19-1-8 wegens 109 pond varkensvlees gekocht van Jan van Rhenen, won. Lienden.
15-2-1707: Johan van Deventer, burgemeester, consigneert 2200 gl met welke het secretarisambt van deze stad is genereerd en belast om van de aankomende secretarissen te worden voldaan om dit te tellen aan handen van de erfgenamen van mr. Cornelis Klerck, in leven raad en secretaris van Rhenen.
18-3-1713: Johan van Deventer den jongen, raad in de vroedschap van Rhenen, consigneert 5450 gl in mindering van de kooppenningen van een uiterwaard en aanhorige rijswaard in het gemeen genaamd Palmersweerd toegekomen hebbende Naleken Palmerts voor ¾ en de onmondige kinderen van Frans Palmerts x Anna Geertruijt Boonsaijer voor ¼ deel.
20-11-1713: Hendrik van Manen, burger van Rhenen, consigneert 186 gl wegens kooppenningen van een huis aan de Rijnpoort nagelaten bij Frans van Helden x Nieske van Ijzendoorn voor 4/5 en de wed. Hendrik van Ijzendoorn voor 1/5.
20-11-1713: Willem Hoolhorst, burger van Rhenen, consigneert 174 gl wegens kooppennngen van een huis en erve en halve schuur in de Langeherenstraat tegenover de Raijput nagelaten bij Frans van Helden x Nieske van Ijzendoorn.
29-8-1721: Raad Buddingh, substituut-schout, consigneert 1000 gl tot betaling van de koop van een huis en hof met het turfschuurtje en de grote schuur tegenwoordig daaraan behorende in de Herenstraat, zulks Maria Dorothea Roth, wed. Hendrick Klerck, in leven luitenant, met haar minderjarige zoon Gerard Frederick Klerck en de andere kinderen aan Balthazar Smissaert, kanunnik ten Dom en hoofdschout van Rhenen, heeft verkocht.
14-1-1729: Constantijn Menso, raad in de vroedschap van Rhenen, consigneert 182 gl wegens koop van een morgen hooiland gecompeteerd hebbende Arien de Wit.
30-4-1650: Dirck Vonck van Lhienden constitueert Everard van Wede om bij te wonen en te assisteren de officier van Rhenen contra Jan Quint.
20-5-1650: Gosen van Zuijlen constitueert Antonius Foijert, docter in de rechten, om te het Hof van Gelre en graafschap Zutphen over te transporteren aan Maria van Beeck vierdehalve morgen weiland of uiterwaard liggende voor de Bergpoort van Rhenen.
2-10-1650: Jan Quint, majoor van Rhenen, constitueert Merkerck en Zuijlen, procureurs van de stad Utrecht.
28-11-1692: Condities waarnaar Alart van Laar als cameraar van Rhenen publiek zal verkopen het huis van de stad aan de Bergpoort met de annexe schuur en hof, zoals dat tegenwoordig bij schepen Cattenburgh in huur bewoond wordt.
10-6-1700: Benjamin Perne, kanunnik St. Pieter te Utrecht, constitueert Alard van Laer, burgemeester van Rhenen, om tbv Transisulanus Adolph van Voorst, vrijheer van Jaarsveld etc, te veroppignoreren 6 morgen bouwland in de Middel-Nude.
5-6-1730: Jacob van Berk, raad in de vroedschap en schepen te Utrecht, ook namens zijn vrouw, heeft verkocht aan Hendrik Maurits Eijck een hofstede met woonhuis, boerenwoning etc. Hij constitueert de eerste deurwaarder of gerechtsbode van Rhenen om te transporteren.
9-11-1730: Johan van Wijk, vaandrig, zoon en mede-erfgenaam van Anthonij van Wijk, in leven raad in de vroedschap van Utrecht, en Clara Jacoba Brouwers, conform maaggescheid van 3-3-1730, heeft verkocht aan Hendrik Maurits Eijk de helft van het Statenbosch etc. Hij constitueert de eerste deurwaarder van Rhenen om te transporteren.
20-2-1741: Hendrik Koppen gehuwd met Goverdina van Halften, voor de ene helft, en Johannes Koppen als curator bonarum over zijn buitenslands zijnde zoon Wander Koppen voor de andere helft, welke Hendrik en Wander Koppen kinderen zijn van Elisabeth Taats, aan Johannes Koppen in echte verwekt, en dus samen erfgenamen van hun overleden grootmoeder maternel Moeijgje Boonsaeijer wed Hendrik Taats, constitueren Cornelis Taats, raad in de vroedschap en schepen van Rhenen, om de boedel van grootmoeder af te wikkelen.
23-6-1742: Willem Klerk, ordinaris raad in Gelderland en burgemeester van Wageningen, testeert op de kinderen van zijn nicht Margareta Keuter in leven huisvrouw van mr. Gijsbert van Brienen, burgemeester van Rhenen, mits dat zij aan mijn hier genoemde domestijken, Gerrit de koetsier, Berent, mijn lijfknecht, Hendrikje de keukenmeid en Aaltje de werkmeid zal uitkeren ieder 100 rijksdaalders, en ook aan mijn drie domestieken te Remmerstein, te weten Casimier en zijn vrouw Dirkje, Jacomijn de werkmeid ieder 100 rijksdaalders en aan mijn lijfknecht Berent 1000 gl als hij niet tijdens mijn leven met een bodeplaats of ander beneficie mocht geholpen zijn.
524-31 Johan Toll, secretaris van Rhenen, en diens vrouw Anthonia van Dam, transporteren aan Reijer Cornelisz Zelden en Geertruijt Gerritsdr een huis en hofstede aan het kerkhof te Rhenen, zoals hen bij de collatoirs van St. Martijnsvicarij voor de ene helft van van juffr. Johanna Beijers voor de andere helft getransporteerd is, OW Anthonis van Triest, glazenmaker, ZW de stadswal, WW Anna Reijnen, NW het kerkhof i
524-36 Jan Jeriphaesz namens zijn vrouw Angnies Oliphiersdr, naaste bloedverwant van Gerrit van Lakemondt zaliger, Oth Gijsbertsz namens zijn vrouw Christina Dyrxdr, Breunis Hendricksz voor zichzelf en namens Arnt Dyrxsz, Jacob Janssoon namens zijn vrouw Weyntgen Dyrxsdr, en Jantgen Dyrsdr, wed. Dryns Drynssoen als naaste bloedverwanten van Geertruijt van Bemmel, lagetarissen van den testamente van Gerrit van Lakemont en Geertruijt voorschreven, approberen het testament en verzoeken assistentie van het gerecht van Rhenen
526-5 Cornelis van Zijll namens zijn vrouw ter eenre en de weesmeesters van Rhenen en de ooms van de nagelaten kinderen van Cornelis Willemsz Losen en Jantje Cornelisdr ter andere zijde, houden boedelscheiding
527-3 Adriaen Aertsz bekent ontvangen te hebben van Jan Dircksz, brouwer, 7-16 van een graf in de kerk van Rhenen
527-15 Willem Ottensen gehuwd met Maeijken Gerritsdr, als principalen, en Oth Michielsen alias Kleijn, en Evert Gerritsen als borgen, bekennen schuldig te zijn aan Nicolaes van Schoonhoven, oud-burgemeester van Rhenen
527-16 Het gerecht van Rhenen geeft in erfpacht aan Pauwels Jansz een zekere lege plaats buiten de Rijnpoort
527-17 Het gerecht van Rhenen geeft in erfpacht aan Hendrick van Rempst een lege plaats aan de Rijnpoort
528-1 Het gerecht van Rhenen geeft in erfpacht aan Dirck Jansz Crauwel een zekere lege plaats voor de Rijnpoort
528-6 Het gerecht van Rhenen geeft in erfpacht aan Floris van Brederode
529-16 Het gerecht van Rhenen volgens acte van condemnatie van 23-9-1628 heeft executie gedaan en verkocht ten verzoeke van Caerl Cornelissen c.s. een huis, hofstede en landerijen op Dijckerveen in Veenendaal, toebehorende Claes Gerritsz
531-13 het gerecht van Rhenen verkoopt volgens acte van condemnatie ten verzoeke van Hermen Jacobsen, burger te Leiden, als vader en voogd van Jacob Hermensz, een hofstede met alles van het afgebrande huis in Veenendaal groot 19 morgen
538-9 Het gerecht van Rhenen wil publiek verkopen het huis waar Arien Brenck in woont
545-3 Rutger Budding, wed. Maria Vonck van Lhienden, koopt uit Pelgrum Vonck van Lhienen, oud-oom, en Willem Cornelisz van Wolfswinckel, gehuwd met Ariaentge Voncken van Lhienden, als oom van Willem Budding, onmondige zoon, en als gemachtigde van Jan Arentsz van Rhenen als oom en mombers van dit kind
545-7 Nicolaes Verhell, schepen van Rhenen, bekent schuldig te zijn aan Willem Willemsz, zoon van Willem Jansz van Harn en Marrigje Jans, 164-18 hergekomen van des bestevaders goed Jan Joriphaesz van Harn
550-9 Het gerecht van Rhenen. Registratie van drie lijfrentebrieven
553-8 Attestatie van enkele burgers van Rhenen op verzoek van Teuntje Goderts, weduwe Gerrit Brant, en Willem Hermensz, dat zij er bij waren toen zeker persoon, genaamt Gilles Carpentier, won. Amsterdam, van de requiranten gekocht heeft tabak ten huize van Abram Berchman, weert in de Rode Leeuw alhier
554-9 Johan Gilpin neemt lening van de diaconie van Rhenen 50 gulden
558-5 De magistraat van Rhenen authoriseert Willem Gerritsen en Harman Fransz om de goederen van de boedel van Aelbert Hendricksz en Merreken Frans te verkopen tot profijt van de crediteuren en het overschot voor de twee onmondige kinderen. Met kwitanties
565-1 Jacobus Tollius M.D. en rector te Gouda, Philippus Theodorus Tollius, advocaat-fiscaal van Overijssel, ter eenre, en Maria, Johanna, Catharina, en Elsken Toll, geassisteerd met hun moeder Judith Smits, wed. Jan Toll, in leven schepen en cameraar van Rhenen, ter andere zijde, regelen uitkoop
571-4 Jan Wiebbert dekenkramer, wil burger worden van Rhenen om zijn dekens te kunnen verkopen
571-5 Jacob van Schuijlenburgh. Aanstelling door gerecht als veer- of marktschipper van Rhenen naar Utrecht en Amsterdam
571-14 Adriaen van Wijck, procureur, als gemachtigde van Helena van Stavenisse, douariere van Jurrien Vosch, en als moeder van Balthazar Anthonij Vosch, transporteert aan Johan Cupius, oud-burgemeester van Rhenen, 30 morgen land op de berg, genaamd Den Horst, met het schaapschot daarop staande en het heiveld en het recht tot het bos gelegen boven Remmerden, vanouds genaamd Zuilensbosch en de helft van 2 morgen hooiland in Achterberg in de Maten, conform transportbrief van 21-12-1669
573-5 Secretaris van Rhenen verklaart dat Cornelis Hendricksz, won. Prattenburgh, heeft verkocht aan Henricus vander Locht, won. Grave, een merrie
578-15 Peter van Hoeven, schepen van Rhenen, transporteert aan Andries Jansz 2 morgen land te Achterberg in den Dijck
582-4 Gerecht van Rhenen certificeert dat Jan van Brinck, Jan van Leeuwen, Christoffel Richolt, Jacob van Manen, Jacob Verweij, Robbertus van Prattenburg, Peter van Brummen, Maes Jansz van Veldhuijsen, Adriaen Luijten en Willem van Middelwijck insolvent en in sodaene decadentie zijn dat zij onmachtig zijn om hun schulden te voldoen
582-11 Johannis Menso en Otho van den Bergh, predicanten alhier, en Gerard van Zwoll, notaris en procureur, verklaren op verzoek van mr. Johan Kupius, burgemeester van Rhenen, dat Willemina van Verendael laetst weduwe de Conick ruim vier jaar geleden is overleden. Dat Christina van den Bosch, huisvrouw van mr. Johan Kupius 10 jaar geleden is gestorven. Dat mr. Jacob de Conink ruim een jaar geleden te Utrecht is gestorven en in Rhenen is begraven. Dat Cornelia Kupius, dochter van burgemeester Kupius vijf maanden geleden alhier is gestorven. Dat Christina van den Bosch een dochter was van Willemina van Verendael uit een eerste huwelijk en Jacob de Conink een zoon uit het tweede of laatste huwelijk. Kupius had bij Christina van den Bosch vier kinderen: Maria, gehuwd met Jacob Adolph Brossart, cornet, Cornelia, Jacoba en Joan. Er is geen andere familie
582-13 Het boek van de 12e penning van het geslachte, met de inwoners (en betaalde bedragen) van Rhenen, de Grebbe en Remmerden
585-15 Dirk van Ommeren Adriaensz, mede-curator, nevens Huijbert van Deventer, in leven secretaris van Rhenen, over de boedel van wijlen Johanna Cupius, eerst wed. Michiel Ruger en later van Thomas Daniels. Boedelinventaris en brief van Pieter van de Werke uit Rotterdam dat hij in Rhenen is geweest in het sterfhuis van juffr. Daniels, grootmoeder van zijn kinderen, en geen voogden zal aanstellen.
586-8 Gerard van Zwoll als gemachtigde van Godard Quint, drossaard van Hagestein, als possesseur van 16 morgen land in de Marsch, behorende tot een vicarie in de kerk van Rhenen, laat 1/3 dat in pacht was bij Gerrit Roest en nu bij Gosen de Wit, openbaar verkopen
587-8 Jan Gijsbertsz gehuwd met Lijsje Evers, Gijsbert, Hessel en Geertje Everts, won. Ede. Insinuatie dat Willem van Snoeckeveld op 25-4-1730 voor het gerecht van Rhenen een request heeft geleverd dat hij enige jaren in huur heeft gehad een deel van een huis in Veenendaal toebehoord hebbende Wouter Hesselsen en nu diens erfgenamen Jan Gijsbertsz c.s.
587-10 Margareta van Poolsum, wed. Huijbert van Deventer, in leven secretaris van Rhenen, transporteert aan N.N. een losrente-obligatie van 1405-9 ten laste van de provincie Utrecht dd 9-6-1676 t.b.v mevr. douariere van overste Golsteijn
587-11 Johan van Deventer, burgemeester van Rhenen en schepen van De Marsche, als het recht verkregen hebbende, cedeert een obligatie t.bv. Dirk Roghair, raad in de vroedschap en oud-burgemeester van Rhenen, gehuwd met Christina Laets, van 512-10 door Beth Jans, wed. Aert Rutgers op 9-4-1677 gevestigd in een wei- en rijsweerd genaamd Dulkensweert t.b.v. Maria van Cleeff, wed. Paulus Andringa, en door haar 25-4-1705 gecedeerd aan Adriana en Hendrina Suijk
589-7 Andries Adolph Deutz, vrijheer van de Weenaerd, won. Amsterdam, transporteert aan Balthasar Smissaert, hoofdofficier van Rhenen, het procenue van de huur van de landerijne genaamd de Middelwaart over 1738 en 1739
590-2 Dirk van Ommeren, waagmeester van Rhenen, verzoek dat hij zijn jaarlijkse pacht moet voldoen en dat er diverse personen zijn die niet hebben betaald
591-5 Lubbert Woutersen Goudkuijl, tijdelijk diaken te Apeldoorn, en Cornelis Lubbertsen van den Berg, provisoor der armen te Apeldoorn, aan de diaconie van Apeldoorn is Evert Berents als kranksinnig door die van Rhenen eerst door de schout, en weer van Apeldoorn weggelopen, door die van Arnhem aan de schout van Apeldoorn is overgeleverd. Alles wat Evert te Rhenen bezit moet naar Apeldoorn gezonden worden
591-7 Cornelis Kat, won. Zaandam. Deurwaarder van Rhenen zal op verzoek van notaris Johan Boon, wonende in de Koning van Denemarken te Rhenen, 400 gl van Cornelis Kat, dat nu berust onder substituut-schout Rutger Budding, innen
593-13 Isaak Ubing, raad in de vroedschap en oud-burgemeester van Utrecht, contra Jan Adriaan van Deventer, raad in de vroedschap en secretaris van Rhenen. Over recht op een huis, hof, boomgaard, stalling, groot 2 morgen, genaamd Heijmersteijn, etc
596-1 Cornelia van Druten, thans wonende te Valburg, verklaart dat zij, wegens eigen onmacht, haar moeder Hendrijna van Kesteren, gehuwd met Antonie van Kooten, machtigt om van de magistraat van Rhenen penningen te ontvangen wegens haar vaders versterf, Jan van Druten. Met kwitantie van Hendrikje van Kesteren, huisvrouw van Antonij van Koten
596-7 Jan Mol en Teunis de Weijman als voogden over de onmondige kinderen van Cornelis Vink, hebben ter momboirkamer van Rhenen 4000 gulden gedeponeerd
597-12 De magistraat van Rhenen bekent schuldig te zijn aan Jacob Haksteen 1000 guldens
598-9 Dirk Willem van Brienen, heer van Levendaal, burgemeester van Rhenen, gehuwd met Constantia Isabella Ruijsch, won. Huize Levendaal bij Rhenen, testeren op 30-8-1783 te Utrecht. Deze wordt nu te Rhenen geregistreerd
598-12 De magistraat van Rhenen bekent schuldig te zijn aan Carel Gijsbert Rutger Reinier van Brienen 900 gulden
z.j.: De kerkenraad van Rhenen zegt dat de magistraat op 9-11-1643 bij eed beloofd heeft om een tweede predikant te mogen beroepen. Er is inmiddels geruime tijd voorbij gegaan.
z.j.: Jan Thonisz van Schalkwijk, j.m., geb. Rhenen, geeft te kennen dat hij naar Frankrijk wil reizen om daar te gaan werken. Hij is echter gevangen genomen door de Duinkerkers. Omdat hij geen losgeld kon betalen, heeft hij dienst genomen op een oorlogsschip aldaar. Hierop is hij met het schip door een kapitein van de Verenigde Nederlanden gevangen genomen. Hierna heeft hij lange tijd in Beverwijk en daarna ook in ’s-Gravenhage gevangen gezeten. Hij heeft zich vrij kunnen kopen door zijn verteringen te betalen. Dat is gelukt op zo’n 33 gulden na. Hij vraagt de regering van Rhenen dit voor hem te betalen.
z.j.: Francois Vossius geeft te kennen dat hij lang geleden alle devoiren, zowel eerst voor de kerkenraad van Rhenen, alsook daarna bij de classis van Rhenen-Wijk, heeft aangewend om te trouwen met Catharina Jansdr van Amsterdam. De classis heeft nu geoordeeld dat deze zaak politiek is. Vossius is advocaat voor het Hof van Holland. Zijn vader Gerardus Vossius, kanunnik te Cantelbury en professor, belet hem zijn huwelijk te consumeren.
z.j.: Huidevetters, huidenkopers en schoenmakers van Rhenen, geven te kennen dat binnen Utrecht, Amersfoort en Wijk bij Duurstede de magistraten de huidenvetters, huidenkopers en schoenmakers hebben geoctroijeerd een gilde of broederschap genaamd St. Crispijnsgilde. Zij willen ook een dergelijk gilde in Rhenen. De magistraat geeft fiat op 22-6-1633. Met een kopie van de gildebrief van Wijk bij Duurstede (incompleet).
z.j.: Johan van Mansfelt, maarschalk van Montfoort, geeft te kennen dat hij binnen Montfoort een huis heeft gekocht dat hij van plan is te verbouwen. Hij verzoekt de regering van Rhenen hem een raam met het wapen van Rhenen te schenken.
z.j.: Evert Evertsz Dionijs geeft te kennen dat hij enige tijd geleden door loting de quotisatie van Rhenen en de vrijheid daarvan over 1631 heeft gekregen. Zijn schoonvader Johan Anthonisz Verhell, schepen, heeft deze quotisatie aan hem over gedaan. Hij verzoekt dit nog enige jaren te mogen doen.
1634: Cornelis Jacobsen Lam, burger van Rhenen, geeft te kennen dat de magistraat op 28-12-1633 hem en anderen ordonnantie heeft verleend voor 24 gulden herkomende van 4 tonnen bier aan enige Duitse soldaten geleverd. Hierin waren niet begrepen de 12 stuivers door hem aan Jan de Guliker voor het voeren in de Grebbe en 12 stuivers voor de uitslag en 4 stuivers voor de bierdrager verschoten. En de 8 gulden voor de lege tonnen beloofd, die hij nooit heeft terug gezien omdat ze overboord zijn geworpen, zoals Jan Otten verklaart die de soldaten heeft vervoerd. Hij verzoekt de magistraat hem dit te betalen.
1624: De gewezen jonge schutten binnen Rhenen geven te kennen dat zij in 1622 tot vermeerdering van hun inkomsten een lege plaats hebben verkregen om daar een huis op te bouwen. Zij verkopen een erfrente van 100 gulden aan Thomas Hubertsen, cameraar van Rhenen en mede jonge schut, voor 80 gulden. Met de handtekeningen van de jonge schutten: Jelis van Stautenburg, Oth Michielsz, Christiaen Jansz, Woute rvan Suijlen, Matheus Geurtsz, Steven Jelisz, Jan Jordensz, Anthonis Jansen, Willem Otten, Hendrick Geurtsz Gudder, Adriaen Vreem, Jonas Fransen, Jelis Willemsen, Christiaen van Megen, Wouter Fransen, Cornelis Cornelisz, Cornelis van Schoonhoven, Christiaan van Megen, Adriaen Willemsz, Willem Otten namens Willem Vermeer, Jan Jansz van Lockerenberg, Gauda Geurtsz vanwege Gerrit Keijser, Willem van Ewijk, Dirck Hendricksz, Jan Gijsbertsz, Huibert Lijster namens Baltus Jansz, Geurt Evertsz, Willem Teling, Huibert Gijsbertsz, Cornelis .., Adriaen Teunisz.
649 Register van huwelijksvoltrekking van het gerecht van Rhenen, 1595-1786
650 Register van ondertrouw van het gerecht van Rhenen, aangelegd ingevolge de publicatie van de Provisionele Representanten (voorheen de Staten van Utrecht) van 28 oktober 1795, 1795-1810
651 Register van huwelijksvoltrekkingen van het gerecht van Rhenen, aangelegd ingevolge de publicatie van de Provisionele Representanten van 28 oktober 1795, 1797-1806
652 Register van huwelijksaantekening en -voltrekking van het gerecht van Rhenen, 1811
659 Formulieren en verdere bescheiden over de huwelijkssluiting voor het gerecht van Rhenen, [eind 18de eeuw]