In de periode tussen beide wereldoorlogen breidde het bedrijf zich sterk uit door de verhuizing naar steeds grotere panden in het centrum van de stad Kampen. In de periode 1936-1968 was de heer Marseille, schoonzoon van Jan David Gunnink, directeur verkoop.
De Tweede Wereldoorlog zorgde voor veel bedrijven, waaronder Kanis en Gunnink, dat de productie verminderde. Daarbij kwam dat vanwege een tekort aan grondstoffen men overging op de productie van surrogaatkoffie.
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog bloeide het bedrijf weer op. In 1950 verhuisde het bedrijf naar de IJsseldijk en in 1969 begon men aan de nieuwbouw op het Kamper industrieterrein. De productie was inmiddels verdrievoudigd. Het aantal werknemers steeg en achter de reuzen Van Nelle en Douwe Egberts bezette de onderneming de derde plaats van de koffie- en theemarkt.