Dit deel was en is geordend volgens een Alfabetisch Rubriekenstelsel. Naast de hierna volgende uiteenzetting over de toepassing van dit stelsel der ordening, raadplege men onze "Verantwoording der Ordening en Inventarisatie" in de inleiding.
Het hierna in deel IV geordende en geïnventariseerde gedeelte van het archief vraagt enige toelichting. In dit deel IV zijn,- met uitzondering van de in Deel I opgenomen registers, indicateurs en klappers op de indicateurs, de in Deel II opgenomen series doorlopende over de gehele periode van de inventarisatie (1800-1940) -, geordend en geïnventariseerd alle z.g. losse stukken van 1920-1940, die volgens het z.g. Alfabetisch Rubriekenstelsel" in bundels of dossiers waren samengevoegd in afzonderlijke omslagen. Opgemerkt zij, dat met dit rubriekenstelsel een voorlopig begin werd gemaakt op 1 augustus 1917. Om een of andere reden, ons niet bekend, is het stelsel echter blijkbaar pas definitief toegepast vanaf 1 januari 1920 en volgehouden tot 31 december 1919, weshalve wij deze archiefperiode kortheidshalve aanduiden met Deel IV Rubriekenstelsel 1920-1940. De stukken die behoort hebben tot het voorlopige stelsel van 1 augustus 1917 tot 31 december 1919, zijn voor zoverre niet vernietigd zijn, ondergebracht in Deel III van deze inventaris. De aanvankelijk volgens het zelfde rubriekenstelsel geordende stukken van 1 januari 1940- ca 1945 zijn achteraf ondergebracht in het thans geldende systeem van ordening, n.l. de code van het registratuurstelsel.
Bij de ordening en inventarisatie der archieven van 1920-1940 is, zoals in de "verantwoording" nader uiteengezet, overigens het gehele systeem van ordening onaangetast gebleven en hebben wij ons bij het beschrijven willen aanpassen aan de gebruikelijke benamingen der rubrieken en aan de onderverdeling daarvan in jaardossiers.

In afwijking van de oorspronkelijke volgorde waarbij voor ieder jaar afzonderlijk de circa 119 rubrieken elkaar opvolgden, hebben wij gemakshalve alle dossiers van 1920-1940 van een bepaalde rubriek tot één groep samengevoegd, zodat thans niet het jaar, maar de rubriek op de voorgrond treedt.
Het grote voordeel van deze thans aangebrachte volgorde is, dat iedere rubriek slechts een keer hoeft te worden benoemd en omschreven, met daaronder, eventueel per onderafdeling, de opsomming der dossiers per jaaromslag. Omdat de alfabetisch opeenvolgende rubrieken een soort hoofdstukken gaan vormen, behoren deze rubrieken een doorlopende nummering te krijgen, bijvoorbeeld:
1. Ambtenarenwet;
2. Arbeidsbemiddelingswet;
3. Arbeidswet etc.
Daar bij de toepassing van het uit 119 rubrieken bestaande stelsel van den beginne af vele rubrieken echter nooit zijn gebruikt en de dossiers behorende tot bepaalde rubrieken achteraf, wegens vernietiging, niet meer bestaan, ontstonden hiaten in de volgnummering der rubrieken. Derhalve hebben wij gemeend aan iedere nog bestaande rubriek een nieuw doorlopend volgnummer te moeten geven, echter met vermelding tevens van het oude oorspronkelijke rubrieken-volgnummer, dat achter de benaming der rubrieken tussen haakjes wordt vermeld, bijvoorbeeld:
10. Bevolking. (R.16)
A. Boekhouding der bevolking etc. 1923-1939. 14 omslagen
3130. Jaar 1923 (287) 1 omslag
3131. Jaar 1925 (267) 1 omslag
3132. Jaar 1927 (20) 1 omslag
3133. Jaar 1930 (25) 1 omslag
Op deze wijze blijft de oude nummering der rubriek met één oogopslag zichtbaar en is door het vermelden der oude dossiernummers ook het verband met de indicateurs en de klappers daarop behouden.
Het eerste hierna volgende inventarisnummer bevat het schema van het onderhavige rubriekenstelsel, waaraan door ons een nieuwe doorlopende nummering is toegevoegd.