T004 Gemeente Wijnandsrade, 1819-1939 ( Historisch Centrum Limburg, te Heerlen (voormalig Rijckheyt) )
T004
Gemeente Wijnandsrade, 1819-1939
Inleiding
Geschiedkundig overzicht van de heerlijkheid en gemeente Wynandsrade (1.2.)
Kerk en Pastorie (1.2.6.)
T004 Gemeente Wijnandsrade, 1819-1939
1. Inleiding
Geschiedkundig overzicht van de heerlijkheid en gemeente Wynandsrade (1.2.)
Kerk en Pastorie (1.2.6.)
laatste wijziging 16-03-2015
Van de Parochie van Wynandsrade, toegewijd aan den H. Stephanus, martelaar, werd reeds melding gemaakt In het statutenboek van het Concilie van Susteren van het jaar 1303. Ze was toentertijd een zoogenaamde "media ecclesia". Bij de vestiging der nieuwe bisdommen in 1559 werd ze toegevoegd aan het bisdom Roermond, onder het dekenaat Valkenburg.
Men neemt algemeen aan, dat de eerste kerk door de familie von Bongart is gesticht; haar ligging nabij de oude burcht en het kasteel duidt dit overigens vrij duidelijk aan. De Heer van Wynandsrade was in het bezit der groote tiende; daartegenover moest hij koor en kerk bouwen en onderhouden, terwijl de bouw en onderhoud van den toren tot last van de gemeente kwam. Overigens bezat de Heer het vergevingsrecht der pastorie en van het beneficie van het O.L.Vrouwealtaar.
Van de oude kerk uit de 15e eeuw bestaat nog het koor; de rest dateert uit den tijd der vergrooting in de 18e eeuw. In 1750 was de kerk te klein en bouwvallig geworden. Baron von Bongart bood aan ze geheel op zijn kosten te laten vergrooten en herstellen, waarbij de Gemeente echter karrediensten en andere hulp zou verleenen. Bij deze gelegenheid werd de toren afgebroken, vergroot en geheel opnieuw opgebouwd. Het werk was klaar in 1753.
In 1943 werd de kerk door bominslag in den toren bijna geheel verwoest; men is bezig met een nauwkeurige restauratie.
De financiën der Kerk werden beheerd door een kerkmeester. Deze moest ontvangsten en uitgaven doen en bij vaste gelegenheden, b.v. kerkvisitatie door den landdeken, zijn verantwoording doen. De Kerk had vaste inkomsten uit de kerkrenten, die bestonden uit goederen in natura, doch meestal in geld werden betaald.
Hiernaast had de pastoor zijn eigen inkomsten, veelal uit de pastoriegoederen, die een gezamenlijke grootte hadden van 14 boender land. Meestal werden deze landerijen door den pastoor zelf bebouwd, soms ook werden ze verpacht aan de ingezetenen.
Daarenboven ontving de pastoor nog een derde deel der dorpstienden. Een derde bron van inkomsten was gelegen in het beneficie van het O.L.Vrouwealtaar. Dit was door Baron von Bongart ingesteld om op Zon- en Feestdagen een tweede H. Mis te verzekeren. Gewoonlijk was geen beneficiant aanwezig en kreeg de pastoor ook dit beneficie toegewezen. Een geschil, hierover ontstaan, werd in 1740 voorgelegd aan den Bisschop van Roermond en het Hof van Brabant, welker oplossing goedkeuring verleende aan het reeds lang gevolgde gebruik.
laatste wijziging 21-02-2018
2.164 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 21-02-2018
2.164 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden
Kenmerken
Datering:
1819-1939
Titel:
Gemeente Wijnandsrade, 1819-1939
Openbaarheid:
openbaar op enkele stukken na
Omvang:
ca. 18 meter
Toegang:
inventaris
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld.
Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Rijckheyt, Centrum voor Regionale Geschiedenis, Heerlen. Toegang T004 Gemeente Wijnandsrade, 1819-1939
VERKORT:
NL-HrlRi T004
Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Rijckheyt, Centrum voor Regionale Geschiedenis, Heerlen. Toegang T004 Gemeente Wijnandsrade, 1819-1939
VERKORT:
NL-HrlRi T004
Categorie:
laatste wijziging 21-02-2018
2.164 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden