Uw zoekacties: Familie Schunck, (1828) 1874-1997

430 Familie Schunck, (1828) 1874-1997 ( Historisch Centrum Limburg, te Heerlen (voormalig Rijckheyt) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis van de organisatie, aan de hand van de hoofdpersonen *  (I)
Over de geschiedenis van de familie tot ca. 1900 en hun komst naar Heerlen is weinig bekend. In het archief zijn geen stukken aangetroffen uit de vroegste periode. Een groot gedeelte van de inleiding is samengesteld aan de hand van de autobiografische levensbeschrijving van Leo Schunck *  en de artikelen van Van Hommerich en Schunck. *  Verificatie is niet mogelijk gebleken, aangezien bij de artikelen van Van Hommerich en Schunck een bronvermelding ontbreekt, terwijl Leo Schunck in zijn levensbeschrijving slechts de verhalen uit overlevering kon optekenen.
Voorgeschiedenis
Johann Arnold en gebroeders i
Peter Joseph i
430 Familie Schunck, (1828) 1874-1997
Inleiding
Geschiedenis van de organisatie, aan de hand van de hoofdpersonen1 (I)
Peter Joseph
Datering:
1873-1960

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
Peter, geboren 1873 te Hausset, *  volgde Johann Arnold op. Hij leidde samen met zijn moeder het bedrijf. *  Hij had als kleuter in 1877 Mgr. Savelberg geleerd wol op klossen te spoelen in de oude handweverij. Zo zou Peter Joseph. als schooljongen op één morgen 25 kielen verkocht hebben. *  Behalve Peter werkte eveneens drie zussen in de zaak. * 
De ateliers maakten maatkleding voor de boeren en mijnwerkers. Daarnaast was er de manufacturenafdeling en werd er gebruik gemaakt van thuiswerkers. *  Peter had ook enkele nevenbedrijven. Een mergel- en kalksteenexploitatie te Kunrade, in verband met de cementtekorten tijdens de oorlog, en een bedrijf genaamd Meerssener Kalkwerken. *  Hij exploiteerde een autobusbedrijf, dat in 1908 drie bussen telde. *  Aldus was Schunck de eerste Heerlense busondernemer. Het bedrijf onderhield een dienst met de omliggende dorpen en vervoerde klanten gratis van en naar de zaak. Er was een wasserij te Valkenburg. Met paardentractie werd Maastricht en de Mijnstreek bediend. Na de Eerste Wereldoorlog werden de niet tot de kerntaken behorende nevenbedrijven, die niet altijd even winstgevend bleken te zijn, opgeheven. *  Tenslotte was Peter Joseph aandeelhouder en secretaris van de NV Heerlensche Glasverzekering-Maatschappij. * 
Na de periode van schaarste gedurende de oorlog volgde in 1918 nog eens de devaluatie van de Duitse mark, waardoor de textiel in Aken vele malen goedkoper was dan in Nederland. Toch wist de firma het hoofd boven water te houden. *  Eind jaren 1920 was de zaak weer winstgevend en wederom een goudmijn, ondanks de concurrentie van V&D en Hollekamp. *  Er werden weer panden aangekocht, waarin nieuwe vestigingen kwamen, zoals in 1929 een afzonderlijke bedden- en tapijtenzaak, nadien Käller-Schunck genaamd. *  Van deze en de eerder gememoreerde pandaankopen van zijn vader getuigen het stijgen van de verzekeringspremies.
Februari 1904. Mogelijk de laatste foto van Johann Arnold Schunck, de grondlegger van de firma. Naast hem zijn echtgenote Anna Maria Küppers. Achter hem staat Peter Joseph Schunck, zijn opvolger, ongeveer 31 jaar oud. De dames op de foto zijn nog onbekend. Waarschijnlijk betreft het 4 van zijn 5 dochters, Christine, Louise en Anna, Arnoldine en Louise. De twee laatstgenoemde werden kloosterling.
Erfgoedstuk
In 1924 vierde de firma het 50-jarig jubileum. Iedere koper ontving een herinneringscadeau. Een groot portret van de stichter sierde het - voor die gelegenheid vervaardigd - drukwerkje. Foto's tonen een geweldige bloemenzee in de zaak. De lokale pers besteedde veel aandacht aan het jubileum. *  In de jaren dertig werd besloten de naaiateliers op te heffen en over te gaan tot kant en klare confectie. De Schunckse mode bleek goed, doch ouderwets. Herenconfectie bleef op de voorgrond staan. * 
In 1934 vond het 60-jarig bestaansfeest plaats. Ter gelegenheid hiervan werd het personeel en de directie door fotograaf Cohnen vereeuwigd voor de stadsschouwburg. *  Tegelijkertijd kon een nieuw warenhuis gebouwd worden op de plaats van de pandjes, die eigendom waren. vijf lange jaren van overleg waren voorafgegaan en - na het omwaaien van een schutting van het zogenaamde 'Vuile Hoekje' door een storm en de dreiging van een onteigening - werd uiteindelijk overgegaan tot de bouw. Zoon Leo had contact met V&D omtrent kundige architecten. Hij reisde door de VS en Europa om warenhuizen te bekijken, terwijl Peter met Peutz naar o.a. Londen en Nantes gereisd zou zijn, om inspiratie op te doen. Uiteindelijk gingen men in zee met architect Peutz, ter voorkoming van problemen met de toenmalige burgemeester van Grunsven. * 
De beruchte straatkwestie speelde ook hier een rol. * 
Na een bouwtijd van ongeveer een jaar werd in 1935 het paleis geopend. Door de daling van de ijzerprijs was de bouw aanmerkelijk goedkoper uitgevallen dan aanvankelijk begroot. De opening en receptie trokken meer dan 2000 bezoekers. *  Het personeel schonk een borstbeeld, voorstellende Arnold. * 

Het pand werd een opbouw van markten door een glasmantel beschermd tegen het weer. *  Heerlen had nu een echt warenhuis, waar van alles te koopwas, grootstads, geen gewone dorpsbazaar, waar eveneens alles te koop was. Peter Joseph deelde echter nadrukkelijk mede, dat de zaak een middenstandszaak was, geen warenhuis. Schunck bepaalde zich tot het eigen terrein en begaf zich niet op allerlei vreemd gebied. * 
Toch had het pand ook enkele tekortkomingen. Peters echtgenote Christine voorzag terecht, dat het glas voor temperatuurproblemen zou zorgen en niet economisch zou zijn in verband met de vakkenindeling en warenuitstalling. *  Op de vierde verdieping werd voorlopig de kleermakerswerkplaats gehuisvest, terwijl op het dak het woonhuis met daktuin voor Schunck zelve was gerealiseerd. *  Architect Peutz publiceerde in internationale vooraanstaande tijdschriften en plaatste hiermee Heerlen op de architectuurkaart. * 

Ook de landelijke politiek liet zich geringschattend uit. Terwijl in de mijnen de werkweek was teruggebracht tot vier dagen werd er een warenhuis gebouwd: 'slechts een gek in zo'n depressie zo'n gebouw kan neerzetten. Het is een waaghalzerige onderneming', aldus Minister Verschuur, die toentertijd Heerlen bezocht. * 
In 1939 kocht Peter het gebouw van de Twentsche Bank aan. Schunck had nu het gehele blok in zijn bezit. Hierdoor kon hij zijn 40-jarig plan, een onafhankelijke passage, oftewel verbinding tussen het Emmaplein en de Markt, verwezenlijken. * 

In 1941 werd het bedrijfskledingatelier uitgebreid met machinerieën ten behoeve van de broekenafdeling. * 
Rond 1942 werd besloten het familievermogen veilig te stellen. Om te voorkomen, dat het kapitaal na overlijden van vader (Peter Joseph) verloren zou gaan, stelde men enkele algemene eisen op. Zo diende het vermogen veilig te worden gesteld tegen eventueel wanbeheer; er diende een scheiding te zijn tussen vermogen en prestatie; degene, die met de vader de zaak dreef, zou een goede beloning ontvangen en in de toekomst een zekerheid hebben, de zaak voort te kunnen zetten; de naam Schunck diende elk kind tot hetzelfde voordeel te strekken; ongewenste onderlinge concurrentie diende te worden voorkomen; iedereen diende een kans te hebben, om bij gebleken geschiktheid in de zaak te werken of de zaak te vertegenwoordigen. Vader bleef het heft in handen houden. Naast deze algemene eisen diende men rekening te houden met de huidige situatie. Een onderlinge samenwerking tussen Leo en Pierre Schunck en Arnold Käller werd uitgesloten. Leo Schunck en Chris Dohmen-Schunck streefden naar een te eigenmachtig optreden zonder controle door familieleden, hetgeen tot spanningen in de directie zou kunnen leiden. Arnold Käller wilde uit onderdelen van Schunck een eigen zaak beginnen.
Het gezin Peter Joseph Schunck, Maria Anna Christina Cloot en kinderen, omstreeks 1930. In het midden achter hen staat hun jongste zoon Leo Schunck, de opvolger. Geheel rechts staat zit de oudste zoon Pierre, op dat moment al directeur van de stoomwasserij te Valkenburg. Herkenbaar zijn 2 kleine meisjes. Tussen beide ouders staat de jongste dochter Carola Maria Christina (Carla), links van vader Arnoldine Petronella Josephine (Nolda) te onderscheiden is. Van de overige meisjes is de leeftijd moeilijk te schatten, zodat niet met zekerheid te zeggen is, wie wie is.
Erfgoedstuk
Vader wenste echter een rechtvaardige regeling voor al zijn kinderen: Chris zou vanwege haar verdienste volledige zeggenschap in Geleen krijgen en de opvolging aldaar in eigen macht hebben. Hiertoe werd een NV Geleen opgericht, waarvan zij de aandelen kon kopen met aandelen van de NV Heerlen; Leo zou een onaantastbare levenspositie in de NV te Heerlen krijgen, en een machtspositie, die de opvolging van zijn nakomelingen verzekerde; Pierre, die eerder was teruggetreden om de samenwerking van de directie niet te verstoren, wenste zijn positie van oudste zoon niet verloren te zien gaan voor zijn kinderen en claimde hetzelfde opvolgingsrecht als Leo.

Het probleem Pierre - Leo zou opgelost kunnen worden door de aandelen van vader in de NV Heerlen te certificeren. Uiteindelijk werd een en ander vastgelegd in de akte van Commanditaire Vennootschap (CV), waarbij Leonie Käller-Schunck, Maria Stahl-Schunck en Peter Joseph (Pierre) Schunck het recht werden verleend toe te treden als vennoot in de CV, indien zij voor 1 januari 1946 een kapitaal gestort hadden. * 

Pierre is blijkbaar geen vennoot geworden. Nog in 1966 verwachtte Leo tegenwerking van hem bij een mogelijke stichting van nieuwe zaak onder de naam Schunck, feitelijk een herhaling van het Käller-probleem uit 1942. De naam Schunck mocht in de mijnstreek niet gebezigd worden door andere familieleden, indien dezelfde artikelen verkocht werden. * 

Spaarzame archiefstukken getuigen van activiteiten, m.n. van Leo gedurende de oorlogstijd en de periode vlak daarna. *  In juni 1944 werd in een vakblad van de commissie voor meer en beter stukadoorwerk uitvoerig gewag gemaakt van de etalage van Schunck, waarbij gebruik was gemaakt van stucwerk en waarbij de poppen in historische XVIII-eeuwse kledij waren gestoken. * 
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het paleis drie maal getroffen. Na de oorlog diende het Glaspaleis als huisvesting voor generaal Patton en Simpson, een restcenter voor de Amerikanen en de Franse maquis-troepen. Pas na 1945 trad een duidelijke groei op. *  Toch werden al in 1945 pogingen ondernomen, om in Maastricht vaste voet aan de grond te krijgen. * 

In 1946 werd duidelijk, dat uitbreiding van de zaak noodzakelijk was. Hiervoor was het perceel Logister nodig, dat pas in 1960 voor fl. 2.000.000 werd gekocht. * 

In 1949 fungeerde het Glaspaleis weer als winkel. In dat jaar werd het 75-jarig jubileum gevierd. De directie, bestaande uit P. Schunck Sr, L. Schunck en F. Dohmen, pakte behoorlijk uit. Er werd een schitterende folder vervaardigd met goudopdruk en foto's, waaronder enkele prenten, die bij vorige jubilea gebruikt waren. P. Schunck werd omschreven als stichter van de nieuwe zaak, terwijl Arnold stichter der firma was. Het personeel schonk een door C. Voss vervaardigde bronzen buste van Peter Schunck. Er werd een groot jubileumvuurwerk gehouden, Schunck's triomfvuurwerk genaamd, bedoeld voor de gehele mijnstreek. Er was plaats voor tienduizenden. De bewaard gebleven telegrammen en gelukwensen geven een goed beeld van de relaties van de firma en van de betrokkenheid van de bevolking bij het gebeuren. Uiteraard besteedde de locale pers een week lang veel aandacht aan het jubileum. Er werkte destijds 300 man personeel. * 
In 1953 werd de Markthal geopend, een totaal nieuw concept, een zogenaamd base-department, alwaar de klant door middel van zelfbediening kon kopen. *  In 1954 opende Peter een filiaal te Geleen. *  Foto's getuigen van de schitterende etalages. *  Tot op hoge leeftijd was hij in zijn zaak te vinden. * 

13 juli 1960, 1 jaar na het overlijden van zijn echtgenote stierf Peter Joseph. *  Hij werd een werkzaam en nobel mens genoemd. *  Vanwege zijn prestatie en vooruitziende blik werd Peter in 1961 genaamd 'Peter de Grote'. Hij was immers de centrale figuur van het koopcentrum van de Mijnstreek, een durver, ziener, die door het Glaspaleis liet zien, dat Heerlen een grootstad was geworden. *  Hij was een man, die geen buitensporige risico's nam, aldus Leo in 1964. *  Er werkten op dat moment [1964] totaal 400 medewerkers in het Glaspaleis en in de vestiging te Geleen. * 
Peter Joseph Arnold (Pierre)
Leo Hubert Maria (Leo)
Peter Hubert Leo Marie Schunck * 
Geschiedenis van het archief (II)
Verantwoording van de inventarisatie (III)
Aanwijzigen voor de gebruiker
Beperkingen van openbaarheid
Literatuur
Afkortingen
Bijlage 1. Vereenvoudigde stamboom van Schunck
Bijlage 2. Archiefbescheiden van Leo Schunck als commandant van het VIe Regiment Infanterie, I. Bataljon, I. Compagnie te Breda (Compagnie-administratie)

Kenmerken

Datering:
(1828) 1874-1997
Auteur:
H. Thissen, 2006
Titel:
Familie Schunck, (1828) 1874-1997
Openbaarheid:
Stukken jonger dan 50 jaar zijn uitgezonderd van openbaarheid
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld.
Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Rijckheyt, Centrum voor Regionale Geschiedenis, Heerlen. Toegang 430 Familie Schunck, (1828) 1874-1997
VERKORT:
NL-HrlRi 430