De bij de inventarisatie gehanteerde methode van inventarisatie vraagt enige toelichting. Er bestond vanouds een bijeengehouden serie die alfabetisch was gerangschikt op naam van de vergunninghouders. Deze serie bleek echter niet meer compleet te zijn. Vele meestal oudere vergunningen waren onopgemerkt gebleven en zijn thans aan de serie toegevoegd. Andere vergunningen, meestal van jongere datum, waren als retroacta opgenomen om de dossiers van het registratuurstelsel te completeren. Voorzover laatstbedoelde stukken niet meer nodig werden geacht voor de lopende administratie, werden deze thans afgesloten en alsnog aan de serie toegevoegd; in vele gevallen met stukken die dateren van ná 1 januari 1940. In laatst bedoelde gevallen is bij de inventarisatie achter de vergunningsdatum tussen haakjes vermeld het jaar of de jaren waarover de feitelijk buiten deze inventarisatie vallende vergunnigsstukken lopen.
Anderzijds zij opgemerkt dat stukken daterende van vóór 1940 nog als retroacta kunnen berusten in de dossiers van het registratuurstelsel, voorzover de betreffend vergunning nog van kracht is. Per vergunning van deze serie zijn vermeld: de naam van de vergunninghouder (soms tussen haakjes gevolgd door de naam van de opvolgende of vervangende vergunninghouder), de aanduiding van het betreffende object, het vestigingsadres en/of het sectienummer, de datum waarop de oorspronkelijke vergunning werd verleend, en, in sommige gevallen, tussen haakjes, het jaar of de jaren waaruit stukken aanwezig zijn van na 1 januari 1940.