0131-01 Nederlandsch-Israëlitische Gemeente ( Haags Gemeentearchief )
0131-01
Nederlandsch-Israëlitische Gemeente
Inleiding
laatste wijziging 14-04-2023
2.339 beschreven archiefstukken
25 gedigitaliseerd
totaal 2.582 bestanden
Inventaris
4. Archieven van de Nederlands-Israëlitische Gemeente en andere Joodse instellingen te 's-Gravenhage
4.0. Inleiding
4.0.3. De Nederlands-Israëlietische Gemeente (N.I.G.) te 's-Gravenhage
0131-01 Nederlandsch-Israëlitische Gemeente
1. Inventaris
4. Archieven van de Nederlands-Israëlitische Gemeente en andere Joodse instellingen te 's-Gravenhage
4.0. Inleiding
4.0.3.
De Nederlands-Israëlietische Gemeente (N.I.G.) te 's-Gravenhage
De Hoogduitse Joodse Gemeente van Den Haag die officieel de naam Adath Jessurun droeg, en in het gewone joodse spraakgebruik kille koudesj Haag heette, werd omstreeks 1700 gesticht. De N.I.G. te 's-Gravenhage omvatte sinds het einde van de negentiende eeuw zowel de asjkenazische joden en de Portugees Israëlitisch Gemeente met de sefardische joden. De Haagse joodse gemeenschap werd bestuurd door een Kerkeraad van negentien leden, waarvan er drie het Kerkbestuur vormden. Sinds 1931 kent Den Haag ook een Liberaal Joodse Gemeente die onderdeel is van het 'Verbond van Liberaal Religieuze Joden in Nederland'. De vooroorlogse Liberaal-Joodse Gemeente in Den Haag was zeer gering van omvang.
De joodse Hagenaars woonden verspreid over de gehele stad, met concentraties in het centrum, in Transvaal, in het Bezuidenhout, in het Benoordenhout, in het Statenkwartier en in Duinoord. De Buurt, achter het Spui, was vanouds het centrum van de asjkenazische gemeenschap. Hier woonde tot omstreeks 1900 het grootste deel van de Haags-joodse bevolking. Omstreeks 1925 telde deze buurt evenwel nog slechts ca. 650 joden. De overigen waren vertrokken naar nieuwe Haagse wijken.
De joodse Hagenaars woonden verspreid over de gehele stad, met concentraties in het centrum, in Transvaal, in het Bezuidenhout, in het Benoordenhout, in het Statenkwartier en in Duinoord. De Buurt, achter het Spui, was vanouds het centrum van de asjkenazische gemeenschap. Hier woonde tot omstreeks 1900 het grootste deel van de Haags-joodse bevolking. Omstreeks 1925 telde deze buurt evenwel nog slechts ca. 650 joden. De overigen waren vertrokken naar nieuwe Haagse wijken.
Voor de Tweede Wereldoorlog telde Den Haag vele grote en kleinere synagogen binnen de gemeentegrenzen. De sefardische joden hadden sinds 1726 een grote kerkelijke ruimte aan de Prinsessegracht 24-26. In het centrum van de stad stonden de twee bedehuizen van de asjkenazische joden, de Grote Synagoge in de Wagenstraat en de nieuwe synagoge in de Nieuwe Molstraat, waar ook het kerkelijk bureau van het N.I.G. was gevestigd en het archief werd geborgen. Ook in de nieuwere wijken buiten het centrum kwamen synagogen: in Transvaal (Stellenboschstraat 13) , in Scheveningen (Havenkade 19), in het Bezuidenhout (3e van der Boschstraat en sedert 1938 in De Carpentierstraat) en in Duinoord (Obrechtsraat 600). Met de ingebruikname van de nieuwe synagoge in De Carpentierstraat in 1938 werd de synagoge in de Nieuwe Molstraat nog slechts als jeugdsynagoge gebruikt. Het aantal synagogen in Den Haag was sinds de Eerste Wereldoorlog flink toegenomen.
In Scheveningen woonde tenslotte een grote gemeenschap van uit Oost-Europa afkomstige joden. De voor de dreiging en de gevaren van de Eerste Wereldoorlog naar Den Haag gevluchte Oost Joden (meestal als Ost Jidden aangeduid) werden formeel binnen de N.I.G. ondergebracht, maar zij bleven in hun eigen verenigingssynagoge aan de Harstenhoekweg 44 hun eigen ritus volgen. In de jaren 1930 nam deze gemeenschap in omvang enorm toe, omdat vele Duitse joden op de vlucht sloegen voor het Nazi-regime en zich in Scheveningen vestigden. Hier sloten zij zich aan bij de oudere kern van oost-joden en Duitsers.
In de jaren dertig van de twintigste eeuw woonden er omstreeks 15.000 joden in Den Haag. In deze tijd kende Den Haag na Amsterdam de grootste joodse gemeenschap in Nederland. Bij de aanvang van de Tweede Wereldoorlog woonden meer dan 17.000 joden in Den Haag. Uiteindelijk zouden na de Tweede Wereldoorlog slechts tussen de 1500 en de 2000 joodse inwoners naar Den Haag terugkeren.
In Scheveningen woonde tenslotte een grote gemeenschap van uit Oost-Europa afkomstige joden. De voor de dreiging en de gevaren van de Eerste Wereldoorlog naar Den Haag gevluchte Oost Joden (meestal als Ost Jidden aangeduid) werden formeel binnen de N.I.G. ondergebracht, maar zij bleven in hun eigen verenigingssynagoge aan de Harstenhoekweg 44 hun eigen ritus volgen. In de jaren 1930 nam deze gemeenschap in omvang enorm toe, omdat vele Duitse joden op de vlucht sloegen voor het Nazi-regime en zich in Scheveningen vestigden. Hier sloten zij zich aan bij de oudere kern van oost-joden en Duitsers.
In de jaren dertig van de twintigste eeuw woonden er omstreeks 15.000 joden in Den Haag. In deze tijd kende Den Haag na Amsterdam de grootste joodse gemeenschap in Nederland. Bij de aanvang van de Tweede Wereldoorlog woonden meer dan 17.000 joden in Den Haag. Uiteindelijk zouden na de Tweede Wereldoorlog slechts tussen de 1500 en de 2000 joodse inwoners naar Den Haag terugkeren.
laatste wijziging 14-04-2023
2.339 beschreven archiefstukken
25 gedigitaliseerd
totaal 2.582 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1694) 1701-1944
Beschrijving:
Inventaris van de archieven van de Nederlandsch-Israëlitische Gemeente, het Synagogaal ressort en Joodse instellingen en personen te Den Haag
Omvang in m¹:
44,5
Auteur:
F.R. Biesta en J.J. Cahen (1991), C.N.W.M. Glaudemans (2003)
Bewerker:
T.M.M. Miedema (2003)
Openbaarheid:
Beschrijvingen openbaar, stukken gedeeltelijk openbaar
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 14-04-2023
2.339 beschreven archiefstukken
25 gedigitaliseerd
totaal 2.582 bestanden