Uw zoekacties: Sacramentsgasthuis

0145-01 Sacramentsgasthuis ( Haags Gemeentearchief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0145-01   Sacramentsgasthuis
Inleiding
Geschiedenis
Inrichting en bestuur van gilde en gasthuis
Gebouwen
Het archief
laatste wijziging 09-02-2023
538 beschreven archiefstukken
146 gedigitaliseerd
totaal 1.768 bestanden
Regestenlijst (1390-1590)
1 Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Dordrecht oorkonden dat zij hebben gegeven aan de ramer Godevaerd Godevaerdsz. de toren aan de stadsmuur tussen de torens die toebehoren aan Adriaen Martijns Hontsz. en de haremaker Willem Jansz. Godevaerd zal deze toren hoger maken, met pannen dekken en onderhouden, terwijl hij in geval van oorlog de toren ontruimen en de stad deze bezetten zal
2 Schepenen in den Haghe oorkonden dat Jacob van Loten verklaarde schuldig te zijn aan Jan Jan Smits zoen en Lisebet, zijn zuster, een jaarlijkse rente van 33 schellingen hollands. Deze rente verzekerde hij op zijn huis en erf op het zuideinde van het Spoey aan de W. zijde, belend: Z. Wouter Roelenzoen, N. Alijt oude Jans dochter
3 Schepenen in den Haghe oorkonden dat, Jan Hughenz. verklaarde schuldig te zijn aan Hughe Aerntsz. een jaarlijkse rente van 3 pond 8 schellingen hollands, verzekerd op een huis en erf op het zuideinde van het Spoey aan de W. zijde van de vaart, belend: Z. vooraan Jan Danel en achteraan Wouter Roelenzoen, W. Gherrit Wiggherslaen, N. Jan Eggebrechtsz. en Jan Foyenzoen.
4 Jacob Welnair oorkondt dat hij heeft verkocht aan Clays Hofdijc circa 6,5 hont land in het ambacht van Wateringe, in de woning van Pieter van Bosch, belend: 0. en Z. de dochter van Pieter van Bosch, W. Dirc Spronxzoon, N. de banwatering uter Hage. Op verzoek zegelt Gerijt van Stienvoirden, schout van Wateringe
5 Gheryt van Stienvoirde, schout in het ambacht van Watringhe, ("dair ie sat als een richter mitte azick ende mitten buyren") oorkondt dat Jacob Welnair verklaarde verkocht te hebben aan Claes Hofdijck 6,5 hont min 2 gaarden land in het ambacht van Watringhe, belend: W. Dirc Spronxzoon, N. de banwateringhe van der Haghe, O. en Z. Herman mynre ouder Vrouwen van Hollants koc. Buurluiden: Jacob Jan Haneboys soen, Bartelmees die Rode en Aernt Allaertssoen. Weigeborenen: Jan Bartelmeessoen, Dirc Block, Doede Ysbrantssoen en Jan Wessensoen
6 Schepenen in den Hage oorkonden dat Jan Jansz., smid, verklaarde schuldig te zijn aan Pieter Tol, bakker, een jaarlijkse rente van 4 pond hollands verzekerd op een huis en erf in het Noerteynde, belend: N. de erfgenaam van Jan van Egmond, Z. en W. genoemde Pieter Tol, O. de Heerstraat
7 Schepenen in den Hage oorkonden dat Dirc Wouter Ossenz. verklaarde schuldig te zijn aan Dirc Ysbrantsz. een jaarlijkse rente van 18 schellingen 8 penningen hollands, verzekerd op 3 morgen land ten N. van Cortenbusch over de watering. Deze 3 morgen heeft hij tegen genoemde rente gehuurd. Het perceel is belend: O. Willem van Brabant en de kinderen van Pieter Engelsz., Z. de banwatering, W. de weduwe van Dammes Coppijns. N. de kinderen van Willem Dircxzoen. Ook verzekerde hij genoemde rente op 9 morgen land ten W. van zijn woning belend: 0. de kinderen van Jan Gilenzoen, Z. de kinderen van Willem Dircxzoen en Wijnen, weduwe van Pieter Vranckenzoen, met haar kinderen
8 Claes Duedensz. oorkondt dat hij heeft verkocht aan Jorg(el) Toyrmeyer een stuk land in Haghe ambacht, belend: N. de Denneweg, Jan Kroeck, O. Jan Kroeck, Z. Dammaes Dircsz., W. de Heerweg. Getuigen: Dammaes Dircsz. en Florys Phiipsz, schoenmaker
9 Lodewijck, bastaard van Holland, ridder, Heer van Schaudevene, oorkondt dat hij geeft aan Ysebrant Jacobsz., bakker, het huis met erf dat laatstgenoemde tot nu toe van hem in leen gehouden heeft, hem aangekomen van zijn broeder Adriaen Jacobsz. bakker, in het Noirteynde. Het perceel is belend: 0. en W. de Heerstraat, N. Jacob Pietersz. Alijt [weduwe] van Huge Philipszoen behoudt levenslang aan dit perceel haar douairie en lijftocht
10 Huge Louwenz. en Jacob Boudijnsz, schepenen in 's-Gravenzande, oorkonden dat Jacob Jacobsz. verklaarde schuldig te zijn aan Yoost Pietersz. 2 gouden Rijnse keurvorsten guldens 's jaars contant of "mit eygen pande den derden pennyng beter die men driven of dragen mach ter scepen pachtinghe". Deze som verzekerde hij op zijn huis en erf in de Langestrate tegenover het marktveld, belend: Z. Airnt Louwenzoen, N. Huge Louwenzoen
11 Florijs van Alkemade Florysz. oorkondt dat hij heeft verkocht aan Martijn Vrederixz. 11 morgen land in het ambacht van Maesland, in de oude camp, belend: O. Winen weduwe van Jacob Clays Spiks zoen, W. Clays Ockerszoen. Het perceel strekt van de weg tot aan de Sciede.
12 Jan Deym oorkondt dat hij verkocht heeft aan Jorghel Toermeyer 3 morgen 4 hont land in het Noirtveen. De 3 morgen zijn belend: O. Jan Deym zelf, Z. de Heerweg, W. Jan van der Veet, N. Pieter Willemsz. De 4 hont zijn belend: 0. Jan van der Veet, Z. de heerweg, W. en N. land van de kapelrie van St Anthonijs in de kapel van sinte Marien in den Hage
13 Petrus van Dam, abt, en convent van de abdij van St Maria te Middelburg, alsmede Cornelis Allardsz., kanunnik van genoemde abdij en pastoor van den Hage, oorkonden dat zij goedkeuren en bevestigen - op verzoek van schout, schepenen en buren van den Hage - de nieuwe Broederschap van het Heilig Sacrament; daarbij o.m. bepalende dat de Broederschap jaarlijks aan de pastoor van den Hage 4 pond hollands zal uitkeren.
14 Notaris Bertoldus Nicolaesz, geestelijke, instrumenteert dat George Tuermeyer alias Jorgel en zijn vrouw Haesken van Aa een testament hebben gemaakt uit te voeren door de kerk van den Hage. Hierbij schelden zij Claes Aerntsz. en diens vrouw hun schuld kwijt en bepalen dat de langstlevende ten eeuwigen dage drie missen per week zal doen celebreren door de pastoor van den Hage en de dekenbroeders van het Heilige Sacramentsgilde. Getuigen: Cornelis cureit van den Hage, de priesters Rutger van Tiel en Pieter Huygensz. van Gouda; de goudsmid Heinrich Jansz. en Nicolaes Tasch.
15 Schepenen in den Hage oorkonden dat Heynric, bastaard van Naeldwijk, verklaarde schuldig te zijn aan Jacob Dircxs., wielmaker, een jaarlijkse rente van 20 schellingen hollands, verzekerd op zijn huis en erf in het Voerhout, belend: O. genoemde Heynric zelf, W. Hillegont kolfmakers, N. de landweg, Z. het Voerhout.
16 Schepenen in den Hage oorkonden dat Heynric, bastaard van Naeldwijck, verklaarde schuldig te zijn aan Jacob Dircxz, wielmaker, een jaarlijkse rente van 20 schellingen hollands, verzekerd op zijn huis en erf in het Voirhout, belend: O. Claes Doede, W. Hillegont kolfmakers, N. de weg, Z. het Voerhout.
17 Heinrick Jansz. deken, Pieter van Bosch, Pieter Toll, mr Geryt barbier, Heinricus Fabri, hoofdmannen, en gemene broeders van het Heilig Sacramenjï in den Hage oorkonden dat - nu de broederschap door abt en convent van het O.L.V. klooster te Middelburg en door de pastoor van den Hage is goedgekeurd en bevestigd - zij onder bepaalde voorwaarden iedere Donderdag op het hoogaltaar in de parochiekerk van den Hage een feestelijke mis van het Heilig Sacrament zullen doen zingen. Hiervoor zal de broederschap jaarlijks aan de pastoor van den Hage 4 pond hollands uitkeren.
18 Schepenen in den Hage oorkonden dat Jan Reyr nersz. verklaarde verkocht te hebben aan Coppijn Neve 4 morgen land in Etscamp in de corte camp, belend: O. jkvr. Jan van Rodenrijs, nonne ter Leede; Pieter Huge Pieterszoen en Kerstant Roelenzoen, "tsmale weer" toebehorend aan de St Jansheren te Haerlem
19 Notaris Johannes de Alsveldia, geestelijke, instrumenteert dat Swena Tacken, abdis, en het convent van het klooster van de Derde Orde der Penitentiarissen van Sint Franciscus, en Hermannus de Holt, provisor van het klooster van de Orde van Sint Johannes Baptist van Jeruzalem, beide te Duysborch, een regeling hebben getroffen ten aanzien van enige inbreuk op hun rechten door de abdis en de zusters van eerstvermelde orde geleden.
20 Schepenen in den Hage oorkonden dat Jorgel Tourmeyer verklaarde te hebben gegeven aan mr Phillips Martijnsz., med. doctor en chirurgijn, ter gelegenheid van diens huwelijk met Katrijn - dochter van zijn broeder Vre- derick Tourmeyer - de volgende percelen:
1- 3 morgen land in het Noirtveen, belend: O. Jan Deym, W. Jan van der Veet, N. Pieter Beemen, Z. de heerstraat.
2- 4 hont land in het Noirtveen, belend: O. Jan van der Veet, W. en N. Sint Anthonis capelrie in de Hofkapel in den Hage, Z. de heerweg.
3- circa 1/2 morgen land aan de 0. zijde van de Dennewech, belend: 0. Gerijt de bakker, N. Jan van Brabant/ Z. Jacob Huge.
4- circa 1 morgen land aan de O. zijde van de Dennewech, belend: 0. en N. de erfgenamen van Jan Kroeck, Z. Jan van Brabant.
5- 4 hont land aan Coman Willemslaen, belend: N. Dirck Jan Broers zoen, Z. Willem Engebrechtsz., O. Willem Philipsz., W. Coman Willemslaen.
6- 1 morgen land achter het hof van de prochipaep, belend: W. en Z. de prochipaep van den Hage, O. en N. de kinderen van Willem van Brabant. Deze percelen zullen bij kinderloos overlijden van het echtpaar of van hun kinderen komen aan het Heilig Sacramentsgasthuis en de broederschap van het Heilig Sacrament.
7- het halve woonhuis en erf met inboedel van het echtpaar, belend: Z. de Heer van Oestervant, N. Heer Lodewijck van Montfoirde, 0. en W.: de heerstraat. Afschrift op perkament (Inv. nr 31), ongedateerd.
21 Schepenen in den Hage oorkonden dat Gerijt Dircxz., barbier, verklaarde schuldig te zijn aan mr Phillips, med. doctor, een jaarlijkse rente van 4 pond hollands, verzekerd op 1 morgen land aan de N. zijde van der Hage, belend: Z. en W. de procypape van der Hage, O. en N. de kinderen van Willem van Brabant
22 Heynrijck van Heemskerck, Heer van Liesvelt, oorkondt, dat hij Kerstant van [Alcemade] erfelijk heeft beleend met het land en de erven in het ambacht van Sassenem die Dirck van Oestgeest, Kerstants neef, hem heeft nagelaten. Getuigen: Jacop Aerntssoen en Witte Symenssoen (mannen van de grafelijkheid.)
23 Notaris Wilhelmus Gerardz.van Dorp, geestelijke, instrumenteert dat Kerstant Ver Huyt en zijn vrouw Katherina Dircxdr hun testament hebben gemaakt, waarbij zij aan de Broederschap van het Heilig Sacrament vermaken een jaarlijkse rente van 4 pond hollands of 60 pond eens 5tot een eeuwige memorie met uitdeling van 30 broden van 1 groot. Getuigen: Nicolaas Griep en Gerrit Jacobsz.
24 Pieter van den Dam, abt, en convent van het O.L.Vr. klooster te Middelburg, zomede Pieter de Rijcke - kanunnik van genoemde klooster en pastoor van den Hage -, oorkonden dat zij op verzoek van schout, schepenen, buren en gemene parochianen van den Hage, aan de Broederschap van het Heilig Sacrament hebben toegestaan in het gasthuis een altaar te doen wijden. Hierop zal dagelijks een mis gecelebreerd worden met de vier missen die Claes Hofdijck daaraan gedoteerd heeft, vóór de hoogmis in de parochiekerk. Tevens hebben zij een regeling getroffen betreffende o.m. de jaarlijkse uitkering van 5 pond hollands door de broederschap aan de pastoor van den Hage.
25 Reyner Martijnsz. en zijn broeder Jan Martijnsz. oorkonden dat zij in eigendom hebben toegekend aan Kathrijn, weduwe van Martijn Vrederixz., de helft van 11 morgen land, vermeld in de geïnsereerde acte d.d. 1439 februari 24. (Reg. nr 11), en het levenslange vruchtgebruik van het gehele land mits betalende de onkosten daarvan.
26 Notaris Florentius van Dam, geestelijke, instrumenteert dat Alijt Aerntsdr, weduwe van Jacob Bartelmeesz. alias Coppenneve, voor zich en Symon Florisz. en Elizabeth Dirck Meyersdr. voor haar man Aernt Maertijnsz. ter andere zijde als arbiters inzake het geschil over het testament van Jacob Bartelmeesz. hebben benoemd Heer Philips van Dam, Willem Gerijtsz. de Lyra en Heer Pieter Huge. Getuigen: Florens Aerntsz., Hugo van der Hant en Jacob Aerntsz. alias Capoen.
27 Notaris Florentius van Dam, geestelijke, instrumenteert dat Heer Philips van Dam, mr Willem Gerijtsz. en Heer Pieter Huge, door partijen als arbiters benoemd bij de geïnsereerde akte d.d. 1452 januari 28. (Reg. nr 26) hebben beslist dat Alijt vooruit nemen zal 4 morgen land in Escamp en 50 Philips schilden. Zij zal vóór haar dood een bed geven aan het gasthuis in Scheveningen of in den Hage. De andere erfgenamen zullen de overige goederen verkrijgen. Getuigen: Jacob Aerntsz. alias Capoen en Wouter Aerntsz.
28 Schepenen in den Hage oorkonden dat Diewer, weduwe van Claes Hofdijck, met Gerijt Dircxz als haar gekozen voogd, verklaarde verkocht te hebben aan Roelof Willemsz. 8 hont land gelegen "bij zwde Hage hout", belend: W. Dirc Jan Broers zoen, 0. de Heilige Geest en de kerk van tSgeveninge, N. de Houtwech, Z. Gerijt Potter.
29 Symon van den Woude en Jacop van Noorde, schepenen in Leijden, oorkonden dat Griete Valken weduwe verklaarde verkocht te hebben aan Jan Claisz. een huis (en) erf in de Borrenstege, belend: aan de ene zijde de Rijn met de straat en aan de andere zijde genoemde Jan Claisz. Als borg treedt op Jan die Rover. Het perceel is belast met 25 comans groot 's-jaars met "de houde" plus 32 comens groot 's jaars.
30 Schepenen in den Hage oorkonden dat Jacob Jan Broerszoen verklaarde verkocht te hebben aan Huge Claesz. twee stukken land in de Binckhorst; het ene belend: Z en N. Heynric Jansz., 0. de laan, W. de watering. Het andere stuk is belend: Z. Willem Philipsz, N. Symon Jacobszoen, O. genoemde laan, W. genoemde watering
31 Schepenen in den Hage oorkonden dat Huge Claesz. verklaarde verkocht te hebben aan Claes Govairtsz. twee stukken land in de Binckhorst; het ene belend: Z. en N. Heinric Jansz. 0. de laan, W. Jan van Keil. Het andere stuk is belend: Z. Willem Philipsz., N. Symon Jacobsz. , 0. genoemde laan, W. genoemde Jan van Keil.
32 Schepenen in Maeslant oorkonden dat Katrijn, weduwe van Maertijn Vrederixz., heeft opgedragen aan deken en hoofdmannen van de Heilige Sacraments broederschap en het gilde in den Hage de helft van 11 morgen lande in het ambacht van Maeslant, belend: O. Wijnen Jacob daes Spijcs zoens weduwe, W. Marijtgen weduwe van Claes Ockerszoen. Het perceel strekt van de Scede tot aan de oude dijkweg.
33 Notaris Florentius van Dam, geestelijke, geeft vidimus van de akten d.d. 1440 oktober 29. (reg.nr. 13) en 1443 juni 19. (reg.nr. 17). Getuigen: de priesters meesters Tyelman Heinricxz. en Arnold Foykensz.
34 Schout en schepenen in den Hage oorkonden dat Claes Claesz. zijn belofte om de stinkput op het westeinde van zijn huis en erf - strekkende tot het erf dat vroeger toebehoorde aan de priester mr Wouter van der Horn - te vullen en een bornput te maken is nagekomen. Dientengevolge is hij eigenaar geworden van het gevulde erf van de stinkput, en het daartoe behorende erf.
35 Schepenen in den Hage oorkonden dat Kerstant Ver Huyt en zijn vrouw Katherina Dircxdr verklaren het testament te hebben gemaakt dat is vervat in de akte d.d. 1449 september 13.
36 Schepenen in den Hage oorkonden dat Symon Florijsz., en Lysbet Dirc die meyers dochter - met haar man Aernt Martijns als haar gekozen voogd - verklaarden te hebben verkocht aan de Heilige Sacraments broederschap een derde van 6 morgen land in het Westambacht van der Hage in Etscamp, gemeen met de Regulieren van 'Scravensande en Alijt Coppijn Neven (wed.). Het perceel is in het geheel belend: N. Claes Dircxz, O. gieter Janszoen, Jan Willem Heerincxzoen en Katrijn Claes Lambrechtszoens, Z. Willem Dircxzoen, W. de nieuwe sloot.
37 Jan Jansz. en Jan Hoevenz., schepenen in 'sGravenzande, oorkonden dat Claes Jacopsz., Pieter Hoen en Jan Waert, broeders, verklaarden te hebben verkocht aan Claes Goevairtsz. in den Hage de rente - vermeld in de getransfigeerde akte d.d. 1436 februari 23 - afkomstig van Joost Pietersz. hun stiefvader en hun aanbestorven van hun moeder Yden
38 Schepenen in den Hage oorkonden dat Dirc van Cralingen verklaarde schuldig te zijn aan de Broederschap van het Heilig Sacrament een jaarlijkse rente van 2 pond hollands, verzekerd op zijn huis en erf in het Voirhout, belend: 0. joncfrouw Jacob van Otshoern, W. genoemde Dirc met 2 kamers, N. Gijsbrecht Jansz., Pieter Jansz. en Dirc die Zelander, Z. de heerweg
39 Jan van Bekesteyn en Pieter Bracuwe, schepenen in Hairlem, oorkonden dat Jan Pietersz. van Valkenesse en Heylwijff Heynricxdr van Alcmade, echtgenoten, een testament hebben gemaakt waarbij is bepaald dat de langstlevende het vruchtgebruik zal behouden van hun huis en erf in de St Janstraet - tussen Jan Jacopsz. en Rembrandt de koperslager met Andries Thomaesz., achterwaarts strekkende tot Jan van Adrichem toe -, en van hun boomgaard in de vrijheid van Hairlem, belend: Z. Matgen uut die Kool, N. Geertruyt Roepers, O. Florens stilleganckmaker, W. de erfgenamen van Machtelt Roepers. Na hun beider dood zullen de goederen komen aan hun beider rechte erfgenamen
40 Schepenen in den Hage oorkonden dat Dirc Claesz. Koek verklaarde schuldig te zijn aan de hoofdmannen van het Heilige Sacramentsgilde een jaarlijkse rente van 20 schellingen hollands, verzekerd op zijn huis, cameren en erf in het Voirhout aan de glint, belend: N. Pieter Gerijtsz., O. het Bosch, Z. Florijs van Kijfhoeck, W. het Voirhout.
41 Schepenen in den Hage oorkonden dat Jacob Engebrechtsz., Aernt Engebrechtsz. en Jacob Willemsz. verklaarden te hebben verkocht aan de hoofdmannen van het Heilig Sacramentsgilde 4 hont land "bij noirden hout", gemeen met mr Jan Jacobsz. in een kamp van 6 hont land, belend in het geheel: 0. en N. mr Aernt Foeytgensz., W. Willem Ridder, Z. de Houtwech.
42 Jan Jansz. en Jan Hoevenz., schepenen in 's-Gravenzande, oorkonden dat Claes Goevaertsz, verklaarde te hebben verkocht aan de meesters van het Heilige Sacramentsgasthuis in den Hage de rente vermeld in de getransfigeerde akte d.d. 1436 februari 23.
43 Schepenen in den Hage oorkonden dat Phillips van Waetselair verklaarde verkocht te hebben aan de hoofdmannen van de Broederschap van het Heilig Sacrament een huis en erf in de Molenstraet, belend: O. Claes Dammaesz. en Harman Decker, W. Bette Symonsdr. en Geertruut, weduwe van Jan mitten Stock.
44 Schepenen in den Hage oorkonden dat Jan Bertoutsz. verklaarde verkocht te hebben aan zijn broeder Dammes Bertoutsz. een jaarlijkse rente van 1 pond hollands, verzekerd op een huis en erf in de Weystraet en op een onbetimmerd erf aan de Z. zijde van het huis. Het huis is belend: N. Pieter Hoen, Z. Claes de dekker, 0. en W. de Watering
45 Schepenen in den Hage oorkonden dat Alijt, weduwe van Coppe Neve, met Jacob Airntsz. als haar gekozen voogd verklaarde te hebben verkocht aan Dirck K[er]stantsz., Piet[er] Reynersz. de snijder en de schoenmaker Jan Willemsz. - hoofdmannen van het Heilige Sacramentsgilde - 2 morgen land in Eetscamp, belend: N. Clais Dircxz., O. Pieter Jansz., Jan Willem Harincxz. en Katrijn Clais Lamrechtszoens [weduwe], Z. de Heren van St Jan te Hairlem, W. de banwatering
46 Heyle, weduwe van Claes Pietersz., verklaart aan het Heilig Sacramentsgasthuis te hebben gegeven 1 morgen land in het Westambacht van der Hage in Haetscamp - nu in gebruik bij Jan Aemsz.-; belend Z. de erfgenamen van Katrin Claes Lambrechtszoens, 0. Jan Jacobsz. en de zusters van Sinte Lijsbette in den Hage, N. Ghijs Dammesz. met huurwaar, W. de banwatering. Op haar verzoek zegelt Pieter Aerht.
47 Schepenen in den Hage oorkonden dat Jan Egenz. verklaarde schuldig te zijn aan Jan Jansz. jaarlijkse rente van 15 schellingen hollands, verzekerd op zijn huis en erf aan de W. zijde van het Spuy, belend: Z.W.N, genoemde Jan Jansz, O. de heerstraat.
48 Geryt Heynricxz., Mairtijn Eelgisz., Dirc Engebrechtsz., Jan Jansz. bakker, Clais Jansz., bakker en Geryt Dircxz., barbier, hoofdmannen van het Sacramentsgasthuis, verklaren als zodanig te bezitten een rentebrief aangaande Dirc Jan Broers zoen, groot 6 pond 5 schellingen 's jaars, verzekerd op een huis en erf aan de Plaedts genaamd "in die Craen" waarin Thonys Willemsz. woont. Deze akte beloven zij in handen te stellen van de provisor en deken van Delfland ten behoeve van de dienst in de kapel op het Spoey na de dood van Jan Jacobsz. "die men hiet Jan in den Droyl" ; terwijl de gasthuismeesters dan 15 pond Hollands zullen ontvangen.
49 Notaris Martinus Arnoldsz., priester, instrumenteert dat Petrus de Rijck, pastoor van 's-Gravenhage, Florens van Dam, deken, zomede Gerard Heynricxz., Gerard Dircxz., Johannes Johannesz., Dirk Engebertsz., Martijn Helyez. en Nicolaes Johannesz. meesters van de Broederschap van het Heilig Sacrament in de kapel van het Sacramentsgasthuis een kapelanie hebben gesticht, waarvoor Jorgel Tormeyer en zijn vrouw jonkvrouw Haza goederen beschikbaar hebben gesteld. Als inkomsten worden genoemd:
1- 1 juk land benoorden Hagehout, genaamd de sesde camp van de Dennewech oostwaarts, nu in gebruik bij Alleman Pietersz. onder duyn.
2- 4 pond hollands op het huis van Heinric Gerijtszoen.
3- 7 pond hollands op het huis van Symon Florisz. in St Pieterstraat.
4- 1 pond hollands op het huis van de tinnegieter Jacob Jansz. aan de Vismarkt.
Hiervoor moeten in de kapel wekelijks drie missen worden opgedragen. Voor de begeving hiermee wordt Johan Gerritsz. voorgedragen. Getuigen: de priester mrs Dirck Scalk, Johannes Hiec en Dirck Jacobsz.
50 Jonkvrouw Katrijn, weduwe van de med. doctor mr Phillips Mairtijnsz., en haar dochter jonkvrouw Hase, oorkonden dat zij toestaan dat de pastoor van den Hage en de dekenbroeders van het Heilige Sacrament de drie missen die haar oom en tante, Jorgel Tormeyer en jonkvrouw op het hoogaltaar in de parochiekerk van den Hage hebben gefundeerd, verleggen in het genoemde gasthuis.
51 David van Bourgondië, bisschop van Utrecht, bevestigt de door deze akte getransfigeerde akte d.d. 1464 mei 21. (Reg.nr. 49) en begeeft Jan Gerritsz. met deze kapelanie.
52 Notaris Martinus Arnoldz., priester, verklaart dat hij in opdracht van Gerard Dircxz., zaakgelastigde van Jan Gerritsz., - aan laatstgenoemde was de kapelanie waarvan in de getransfigeerde akten sprake is, gegeven - als diens plaatsvervanger de priester Gijsbert Gerritsz. met de kapelanie begeven heeft. Getuigen: Gerrit Heinricx alias Guetlijff, Daniel Jansz. en Willem Polreman.
53 Symon Toe Dirxz., Jan Pieter Oirtsz. en Buckel Clays Touwenz. doen uitspraak in het geschil tussen de erfgenamen van Jan Pieter Bottenz. en Huge Groot Hugenz. betreffende 42 gemeten land in Wolfairtsdijck in Zeeland. Aan laatstgenoemde wordt toegewezen 9 gemeten land in Wolfairtsdijck in het Oisterlant, waarop nu Bertelmees Symonsz. woont. Op verzoek zegelt Clays die Monick voor Buckel Clays Touwenz.
54 Jan Wolfertsz. verklaart voor zich en zijn mede-erfgenamen tegenover zijn aangetrouwde nicht Pieternelle, weduwe van Matheus Adriaensz., voldaan te zijn betreffende de nalatenschap van haar echtgenoot.
55 Michael de Lyra, broeder van de Orde der Minderbroeders Observanten, oorkondt de opname in de broederschap van Johannes Hugonis en zijn echtgenote Jacoba.
56 Claes Mast en Clais Jan Claisz., schepenen te Leyden, oorkonden dat Aernt van der Mije verklaarde schuldig te zijn aan Pieter Melisz. 32 plakken.
57 Schepenen in den Hage oorkonden dat Jacob Evertsz. verklaarde verkocht te hebben aan Jacob Michielsz. een huis en erf, geheten "In den Haen", in de Hoechstraet, belend: N. Dirck Claisz., O. en Z. Kathrijn, weduwe Kerstant van der Huyte, W. de Heerstraat. Het perceel is belast met een jaarlijkse rente van 5 pond 10 schellingen hollands.
58 Broeder Rodolphus schenkt absolutie aan Jan Hughesz. en diens echtgenote Jacoba
59 Notaris Johannes Dircksz. Pasman, geestelijke, instrumenteert dat Johannes Willemsz., koopman en Janlijsb[eth], dochter van Jacobus Ruter, echtgenoten, een testament hebben gemaakt, waarbij bepaald is dat de langstlevende het vruchtgebruik van de goederen zal behouden en dat deze na diens dood aan hun beider rechte erven zullen komen, uitgezonderd die welke zij voor vrome doeleinden hebben bestemd. Getuigen: Jan Dircxsz. en Jan Berwoutsz.
60 Schepenen in den Hage oorkonden dat zij toegepacht hebben aan de hoofdmannen van het Heilige Sacramentsgilde een jaarlijkse rente van 3 schellingen 6 penningen hollands, verzekerd op de cameren en het erf van Dirc Claesz. Koek in het Voirhout. Deze toepachting geschiedt wegens achterstallige rente.
61 Prior en gemeen convent der Regulieren van Bethaniën bij 's-Gravenzande verklaren verkocht te hebben aan Dirc Pietersz. een derde van 6 morgen land in Hetscamp in Haagambacht, in den corten camp, gemeen met het Heilige Sacraments gasthuys in den Haghe. Het perceel is belend: O. mr Aernt Feutgeszoen, Jan Heriszoen en Katrijn weduwe van Pieter Clayszoen, W. de nieuwe sloot, Z. de Heren van St Jan te Haerlem, N. Pieter Clays Dircszoens zoen en Dirc Clays Dircszoens zoen.
62 Geryt Rijswijc en Joest van der Laen, schepenen in leyden, oorkonden dat Jan Claisz. heeft overgedragen aan Joost Andrlesz. de getransfigeerde akte d.d. 1452 oktober 24 en een akte bezegeld met het zegel van het convent van Sinte Margriet.
63 Schepenen in den Haghe oorkonden dat Aerndt Buys, Jacob Micielsz., Bartholomees Aerndtsz. en Willem Florysz., hoofdmannen van het Heilige Kruisgilde in den Hage, hebben verklaard een rentebrief te bezitten, groot 20 schellingen hollands 's jaars. Deze brief is hun ten behoeve van het gilde gegeven door Jorys Reyersz., die de rente verzekerde op zijn huis en erf "after die Clock".
64 Schepenen in den Hage oorkonden dat Gerijt Ansemsz. verklaarde verkocht te hebben aan de meesters van het Heilig Sacramentsgasthuis 1 morgen land "bij noorden 't haghehout", belend: W. Aernt Wolbrantsz. en het genoemde gasthuis, N. de banwatering, O. de Heilige Geest in den Hage, Z. het Hagehout.
65 Bisschop Lucas schenkt absolutie aan Vincentius Vincentiusz., zomede aan Maria Cornelisdr. en haar zoon Vinerentius.
66 Bisschop Lucas schenkt absolutie aan Johannis Hugonis, zomede aan diens echtgenote Jacoba Judocusdr. en aan Theobaldus Johannis.
67 Schepenen in den Hage oorkonden dat Pieter Gerytsz. deken, en Jan Staesz., Jan Mouwerijnsz., Pieter Symonsz., Claes Dammesz., Martijn Pietersz. en Geryt Nout, hoofdmannnen van het Heilige Sacramentsgasthuis en gilde, verklaarden schuldig te zijn aan Haestgen mr Phillipsdr., echtgenote van Heynric Jansz. 37 pond 16 schell. hollands 's jaars verzekerd op:
1- een stuk land benoorden den Hage achter de Vrouwe van Yselsteyn, nu in gebruik bij Willem Jacopsz., belend: O. Tyelman Oom, N. en W. Mergriete Hanssen en het kapittel in den Hage, Z. de lijdtwech.
2- 2 stukken land bij de Denewech ten N. van den Hage waarvan het ene stuk in gebruik is bij Pouwels Kerreman, belend: O. Jacob Michiels., Z. en W. de Denewech., N. Aernt Buys. Het andere stuk is in gebruik bij Dirc Jansz. Kerreman, belend: Z. Aernt Buys, W. en N. de Denewech, 0. Jan Duycker.
3- een stuk land benoorden den Hage aan de 0. zijde van het klooster, nu in gebruik bij Boudijn viskoper belend: 0. Griete Hanssen, N. de oude watering, W. het kapittel in den Hage, Z. de lijdwech.
4- een stuk land bezuiden den Hage aan Coman Willemslaen, nu in gebruik bij de zusters op het Spui, belend: N. genoemde zusters, 0. Phillips Gillisz., Z. Machtelt weduwe van Pieter Jansz., W. Coman. Willemslaen.
5- 4 pond jaarlijkse eeuwige rente die het gasthuis sprekende heeft op 1 morgen land benoorden den Hage achter het huis van de pastoor.
6- 20 pond jaarlijkse rente die het gasthuis sprekende heeft op woning en land van Boudijn Dircxzoen in de Heckbroeck in het Westambacht van den Hage.
68 Schepenen in den Hage oorkonden dat Claes Jansz. verklaarde schuldig te zijn aan Jan Bairtsz. een jaarlijkse rente van 24 schellingen hollands, verzekerd op zijn huis en erf in de Poten, belend: O. Jacob Jan; Z. land van de kapelrie op St Jacobsaltaar in den Hage, W. Dirc Nagel, N. de heerstraat.
69 Schepenen in den Hage oorkonden dat Jannetgen, weduwe van Gijsbrecht Bertoutsz., verklaarde schuldig te zijn aan Pieter Bertoutsz. een jaarlijkse rente van 13 schellingen 4 penningen hollands. Deze rente verzekerde zij op 4 hont land in Aetscamp, belend: Z. het klooster van Loosduynen, W. genoemde Jannetgen, N. de erfgenamen van Jacob Martijnszoen, O. de Moerwech.
70 Schepenen in den Hage oorkonden dat Claes Gijsbrechtsz. - als voogd over Gertruut Aerntsdr en haar broeders - verklaarde voldaan te zijn door Dirc Jacob Brouwers zoen ten aanzien van de erfenis die Geertruut is aanbestorven van haar vader Aernt Gijsbrechtsz. en haar moeder Geertruut Gijsbrechtsdr.
71 Schepenen in den Hage oorkonden dat Aernt Jansz., med. doctor, verklaarde verkocht te hebben aan de hoofdmannen van het Heilige Sacramentsgilde een tuin en erf achter zijn woonhuis, belend: Z. de erfgenamen van Claes Pietersz., W. genoemde erfgenamen en mr Jan van Birckel, priester en kanunnik in O.L. Vrouwe kapel ten hove in den Hage, N. genoemde mr Jan van Birckel, 0. de heerstraat. Als waarborg dient verkopers woonhuis, geheten "In de groene poort".
72 Aernt Ploey en Huge Claesz., schepenen van Woerden, oorkonden dat Geertruut, weduwe van Reyner Dircxsz. verklaarde verkocht te hebben aan Claes Jacobsz. een huis met de beterschap van het erf waarop het staat te Woerden in de Rietvelrestraet, belend: Z. Simen Knoep, N. Willam Gerytsz.
73 Schepenen in den Hage oorkonden dat Heynric Jansz. verklaarde verkocht te hebben aan Jan Clementsz. een huis en erf in de Papenstraet, belend: W. en N. Stijn, Willem van Holys weduwe, O. Heynric Ysbrantsz., Z. de heerstraat. Het perceel is belast met een eeuwige rente van 7 pond 3 schellingen hollands.
74 Schepenen in den Hage oorkonden dat Pieter Gerytsz. deken, Marteyn (..) zoen, Pieter Symonsz., Wouter Spierinck, Claes Dammesz., Geryt Woutersz. ,en Jan Mouwerijnsz., hoofdmannen van de Heilige Sacraments broederschap en de priester Heer Adriaen Heynricxz. verklaarden overeengekomen te zijn dat genoemde Adriaen voor zijn opneming in het gildehuis geeft zijn woonhuis "tenden den toorn", 8 pond vlaams contant, een klein huisje in Joffrouw Ydastraet dat zijn joncwijff Zoer levenslang mag bewonen, alsmede zijn hele nalatenschap.
75 Schepenen in den Hage oorkonden dat Tyelman Oom van Wijngairden verklaarde te hebben verkocht aan de hoofdmannen van het Heilige Sacraments gilde 8 hont land, Z.W. van den Hage, belend: 0. Maertijn Pieterzoens kinderen, Z. de heerweg en Aernt Buys Pietersz., W. genoemde Aernt Buys, N. Jan Dirck. Het perceel is belast met een eeuwige rente van 20 schellingen hollands.
76 Schepenen in den Hage oorkonden dat Geryt Jansz., spillemaeker, verklaarde verkocht te hebben aan Heer Adriaen Heynricxz., priester, een huis en erf in het Noirteynde, belend: Z. de schoenmaker Maertijn, W. Gerijt Claesz., kerssemaker, N. Aernt Buys en Adriaen Pouwelsz., 0. de heerstraat. Het perceel is belast met een eeuwige rente van 2 pond hollands.
77 Schepenen in den Hage oorkonden dat Florys Gerrytsz. verklaarde verkocht te hebben aan Dirc Aerntsz. een huis en erf gelegen op de Geest "by des prochipapen", belend; W. Jacob Dammesz., N. des prochipapen hof, O. de tuin van genoemde," Florys, Z. de heerstraat. Het perceel is belast met 10 schellingen holl. eeuwige rente.
78 Schepenen in den Hage oorkonden dat comen Dirc Jacobsz. verklaarde verkocht te hebben aan Dirc Aerntsz. een kamer en erf, gelegen op de Geest, belend: O. Margriete Adriaensdr., Z." die roch", W. Willem Boudijnsz., N. de Heerstraat. Het perceel is belast met de helft van 3 schell. holl. eeuwige rente. Hiervoor verbindt genoemde Dirc Jacobsz. zijn huis en erf aan de N. zijde van de Geest op de hoek aan de W. zijde "als men gaet tot des prochipapen".
79 Schepenen in den Hage oorkonden dat Geryt Jansz. Ravant verklaarde verkocht te hebben aan Jan Roelensz. een huis en erf in het Westeynde, belend: W. Ceel de linnenwever, N. Jan van Assendelf, O. Wigger Gerijtsz., Z. de heerstraat. Het perceel is belast met een eeuwige rente van 16 schellingen hollands. Betaling met een schuldbrief van 62 pond 10 schellingen hollands.
80 Schepenen in den Hage oorkonden dat Jan Roelensz. verklaarde schuldig te zijn aan Geryt Jansz. Ravant de som van 62 pond 10 schellingen hollands wegens de koop van een huis en erf in het Westeinde d.d. 1489 december 9.
81 Pieter Heynrick Reynerss. en Jan Heerman, schepenen in Leyden, oorkonden dat Claes Jansz. van Woerden en Lijsbet Govertsdr. huwelijkse voorwaarden hebben gemaakt, waarbij Claes Jansz. inbrengt 1/2 huis en erf in Woerden met twee tuinen en twee erven buiten Woerden.
82 Schepenen in den Hage oorkonden dat Willem Mouwerijnsdr. - met haar broeder Pieter Mouwerijnsz. als haar gekozen voogd - verklaarde verkocht te hebben aan Dirc Gerytsz. een huis en erf "in de vruyt", Belend: O. Coenrairt des houtvesters, Z. Dirc Claesz. smid, W. en N. de heerstraten. Het perceel is belast met een eeuwige rente van 4 pond hollands.
83 Deken en kapittel van de kerk van de Heilige Adrianus te Naeldwijc oorkonden dat zij schuldig zijn aan het Heilige Sacraments gasthuis in den Hage, ten behoeve van de daar verpleegd wordende armen en zieken, een jaarlijkse rente van 8 pond hollands, verzekerd op 44 morgen land "ter made gelegen bij Delft "en op de" Madewerff", welke rente en verzekering is geregeld ingevolge het testament van Heer Henric van Naeldwijc.
84 Notaris Wilhelmus Staill, geestelijke, instrumenteert dat Dames Heynricxz., patroon van de kapelanie gesticht door Nicolaas Hofdijck en diens vrouw Elsbeen in de St Jacobskerk en later overgebracht naar de kapel van het Sacramentsgasthuis, verzoekt aan Frederik van Baden - bisschop van Utrecht - deze kapelanie terug te mogen brengen naar het Heilige Geestaltaar in genoemde kerk. Getuigen: Jan Huygensz. van Dam, Jacob Adriaensz. en Adriaen Arnoldsz.
85 Frederik markies van Baden, bisschop van Utrecht, geeft de in de getransifigeerde acte verzochte toestemming.
86 Frederik, markies van Baden, bisschop van Utrecht, beslist op het verzoek van Heer Adrianus Pickart - rector en eigenaar van een vicarie ter ere van God en St. Jacob in de St Jacobskerk in den Hage - en Theodoricus Judocusz. - rector van een kerkelijk officie gefundeerd op het altaar van St Jacobin genoemde kerk - om hun ambten onderling te mogen verwisselen. Genoemd kerkelijk officie wordt aan Heer Adrianus toegewezen.
87 Godfridus de Busco, "broeder, prior emeritus van het convent van de Orde der Predikheren te 's- Gravenhage, oorkondt de opname van Johannes Hugenz. en zijn vrouw Jacoba in de Broederschap van Sint Vincentius.
88 Schepenen in den Hage oorkonden dat Dirk Garbrantsz. verklaarde verkocht te hebben aan Adriaen Karelsz. een huis en erf in de Spoystraet, belend: O. Jacob Jacobsz. bode, Z. Vossen weduwe, W. Symon Willemsz., N. de heerstraat. Het perceel is belast met 1 pond 11 stuivers jaarlijkse rente. Als borg verbindt Gerijt Ghijsbrechtsz. zijn huis aan de Vismarckt, genaamd "die Crone".
89 Schepenen in den Hage oorkonden dat Clais Claisz. verklaarde te hebben verkocht aan de meesters van het Heilige Sacramentsgasthuis een tuin met toebehoren, gelegen achter het gasthuis.
90 Schepenen in den Hage oorkonden dat Heinrijck Jansz. vrijwaring geeft voor het huis en erf dat Willem Mouwerijnsdr. aan Dirck Gerytsz. heeft verkocht, gelegen aan de N. zijde van de kerk, belend en belast als in de koopbrief (reg.nr. 82) vermeld. Hiervoor verbindt hij zijn huis in de Papestraet, belend: O. de glaasmaker Heinrijck Duyst, W. Jan de schoenmaker, Z. de heerstraat.
91 Schepenen in den Hage oorkonden dat Jacob Hey verklaarde verkocht te hebben aan Glais Jansz. van Woerden een kamer in de Lorstraet, belend: N. meester Clais barbier en Clais Dirczoen, Z. "de cooperen pot", 0. de susteren te Bethleem, W. de heerstraat. Het perceel is belast met een rente van 1 pond hollands 's jaars.
92 Schepenen in den Hage oorkonden dat Matheeus Pietersz. verklaarde verkocht te hebben aan Wouter Louwerisz. een huis en erf in de Kerckstraet, belend: N. de schoei, 0. Pieter Jansz. Duyck, Z. Griete Duystendr, W. de heerstraat; belast met 3 pond 19 schellingen eeuwige rente. Hiervoor verbindt hij zijn woonhuis in de Vlaminckstraet, belend: O. meester Jan, Z. Danel Janszoons weduwe, W. Lenert Janszoon N. de heerstraat.
93 Notaris Andreas Voirscoeten, geestelijke, instrumenteert dat Claes Jansz. en Lijsbeth Govaertsdr, echtgenoten, een testament hebben gemaakt waarbij is bepaald, dat de langstlevende zal behouden het huis of de kamer waarin zij wonen in de Lurrestraet in den Hage en alle goederen. Als Lijsbeth hertrouwt zal de helft van de goederen aan de erfgenamen van Claes Jansz. komen. Getuigen: Zier Servaeszoen en Dirk Bartelmeeszoen.
94 Schepenen in den Hage oorkonden dat Claes Jansz. en Lijsbeth Govaertsdr., echtgenoten, het testament hebben gemaakt, waardoor deze akte gestoken is.
95 Notaris Dirck Judocusz., geestelijke, instrumenteert dat Vincent Vincentsz. en Maritgen Cornelisdr., echtgenoten, een testament hebben gemaakt waarbij is bepaald dat de langstlevende alle goederen zal behouden. Na diens dood zullen deze aan de armen komen. Getuigen: Heer Paulus Dircxz., priester en Willem Bietersz., bakker.
96 Schepenen in den Hage oorkonden dat Vincent Vincentsz. en Maritgen Cornelisdr., echtgenoten, het testament hebben gemaakt waardoor deze akte gestoken is
97 Schepenen in den Hage oorkonden dat Dirck Jacopsz., bakker, beloofde het licht aan de O. zijde van het huis van Ewout Thonisz. niet te betimmeren. Dit huis is gelegen: "tafteromme" en belend: W. Matti Louwen weduwe, N. genoemde Ewout, O. genoemde Dirck, Z. de heerstraat.
98 Schepenen in den Hage oorkonden dat Steven Meesz. verklaarde verkocht te hebben aan Jan de Harsijn (alias), boutmaicker, een huis en erf in het Noorteynde, belend: N. Heynrick timmerman, Z. Heynrick timmerman van Delft, W. Steven Meesz., 0. de heerstraat. Het perceel is belast met een jaarlijkse rente van 2 pond Hollands.
99 Schepenen in den Hage oorkonden dat Gherijt Romboutsz. verklaarde verkocht te hebben aan Herman Jansz. een looihuis staande "tafteromme", belend: O. Jacop balmaecker, Gherijt Willemssoen, W. en Z. de heerstraat, N. de Beecke
100 Adriaen Jacopsz. en Jan van Steenhoven, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Steven Meesz. aan Jan de Harsijn, boutmaicker, vrijwaring geeft voor het aan hem verkochte huis in het Noorteynde. Hiervoor verbindt hij zijn huis en erf in het Noorteynde, belend: Z. Kors van der Beeck, W. Sint Nyclaes gasthuys, N. Gheryt Muys, O. de heerstraat.
101 Adriaen Jacopsz. en Jan van Steenhoven, schepenen in den Hiage, oorkonden dat Adriaen Jansz. verklaarde - als erfhuur - schuldig te zijn aan Thomas Jansz., metselaar, een jaarlijkse rente van 25 stuivers, verzekerd op een huis, tuin en erf in de Molenstraet. Dit perceel is belend: O. Dammas Claesz. en Jaepgen Deeckens, W. de deurwaarder Bartholomees en Gherijt "In sinte Marten" , Z. de kamers van mr Philips met de poort, N. de heerstraat.
102 Notaris Petrus van Gouda, geestelijke, instrumenteert dat Jan Willemsz. "boutemaecker" en Claer Jansdr. - met haar gekozen voogd Evert de Graes, kastelein op het Hof in den Hage -, echtgenoten, een testament hebben gemaakt waarbij zij elkander tot universeel erfgenaam benoemen. Getuigen: Jan Pietersz." buddellus capelle" en Jan Jansz. messemaker.
103 Jan van Beveren en Claes Harmansz., schepenen in den Hage, oorkonden dat mr Cornelis Heynricxsz. Hoen licentiaat in de beide rechten, verklaarde verkocht te hebben aan Adriaen Willemsz. een kamer en erf op de Voldersgraft, belast met 20 schellingen hollands 's jaars en belend: Z. de graft, W. Vries Jacopsz., 0. Jacop die Vlaem(inck), N. Willem Jansz. Schouten.
104 Nicolaes Carboen en Diricx Jansz. Duycker, schepenen in den Hage, oorkonden, dat Adriaen Diericxz. verklaarde schuldig te zijn aan mr Jacop Pijnsz. - advocaat-fiscaal bij het Hof van Holland - een jaarlijkse rente van 6 pond hollands. Deze rente verzekerde hij op zijn huis en erf met drie cameren in de Geest, belend: 0. Barbara van Rotterdam, Z. de heerstraat, W. Hadewi pastoirs, N. de heerstraat.
105 Nicolaes Carboen en Geeryt Dym Willemsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Kors Pietersz. verklaarde verkocht te hebben aan Jan Heynricxz. een huis en erf in het Noerteynde, belend: W. en N. Steven Meeusz., Z. Jan Heynricxz. O. de heerstraat. Het perceel is belast met 42 schellingen hollands 's jaars.
106 Nicolas Carboen en Geeryt Dym Willemsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Jan Heynricxz. verklaarde schuldig te zijn aan Kors Pietersz. de som van 9 pond vlaams wegens de koop van een huis en erf in het Noorteynde, belend en belast als in de koopbrief omschreven.
107 Kaerle, Prins van Spaengnen, als graaf van Holland het recht hebbend bij zijn eerste en blijde inkomste in dat land in elke abdij, klooster, godshuis en gasthuis een brood en een provende te geven aan wie hij verkiest, beveelt Martijn van Ligny op te nemen in het gasthuis van het Heilig Sacrament.
108 Arent Pietersz. en Huych Airtsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat mr Jacop Pijnsz. verklaarde verkocht te hebben aan het Heilig Sacramentsgasthuis een jaarlijkse rente van 6 pond hollands, vermeld in de getransfigeerde rentebrief d.d. 1513 juli 1. (Reg.nr. 104), waarvoor hij van het gasthuis een stuk erf langs zijn tuin heeft verkregen. Hiervoor verbindt hij zijn huis en erf in de Nobelstraat.
109 Bartelmees Heytricksz. en Huych Aertsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Joris Jacopsz., Jan Bruynsz., Cornelis Jansz. en Jan Nachtegael, gasthuismeesters van het Heilige Sacramentsgasthuis, verklaarden schuldig te zijn aan het Sint Nicolaas gasthuis een rente groot 1 pond Vlaams 's jaars, verzekerd op circa 8 hont land aan de Zuidzijde van den Hage achter de Proosdij. Dit perceel is belend: O. Gerrit de molenaar, W. Willem de Vries, N. en Z. de heerweg.
110 Ariaen Gerritsz. Paert en Huych Airtsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Marijtgen Tamisdr. - met haar zoon mr Adriaen Nannezoen als haar gekozen voogd - verklaarde schuldig te.zijn aan de weesmeesters van den Hage, ten behoeve van het weeskind Pieter Pietersz., een jaarlijkse rente van 3 pond hollands. Zij verzekerde deze op haar huis en erf in de Poiten, belend: N. thoffs graft, 0. Heer Louweris kanunnik te Leyden, W. mr Frans van Leuwen, Z. de heerstraat.
111 Notaris Johannes Nicolaesz. Bakker, geestelijke, instrumenteert dat Willem Aerntsz. een testament heeft gemaakt waarbij hij al zijn goederen vermaakt aan de kinderen van de broeders en zusters van zijn moeder, terwijl hij aan zijn erfgenamen van vaderszijde gezamenlijk toekent 4 pond hollands eens. Getuigen: Claes Wiggerszoen priester en Jan Jansz. van Sichgelom.
112 Dirick Jansz. Duycker en Gerrit Willemsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Dirick Pietersz, als man van Erckgen Florisdr. verklaarde te hebben verkocht aan de meesters van het Heilige Sacramentsgasthuis de helft van 4 hont 60 roeden land bezuiden den Hage, belend: Z. en N. de Ziecken, W. de Heilige Geest in den Hage, O. de kade en de vaert. Het perceel is belast met een jaarlijkse rente van 2 pond hollands.
113 [Dirick Jansz.] Duycker en Wermbrecht Willemsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Dirick Diricksz. Cock verklaarde schuldig te zijn aan Louweris Lambrechtsz. een jaarlijkse rente van 1 pond hollands. Deze rente verzekerde hij op drie huizen en erven in het Voirhout, belend: 0. het Bos, W. het Voirhout, Z. en N. Heynrick Symonsz., secretaris van den Hage.
114 Claes Willemsz. en Wermbrecht Willemsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Dirick [Diricksz.] Cock verklaarde schuldig te zijn aan Louris Lambrechtsz. een jaarlijkse rente van 1 pond hollands. Deze rente verzekerde hij op drie huizen en erven in het Voorhout, belend: N. en Z. de weduwe van Henrijck Symonsz., W. de heerstraat, 0. het Bos.
115 Claes Willemsz. en Wermbrecht Willemsz., schepenen van den Hage, oorkonden dat Jorys Coenenzoen verklaarde schuldig te zijn aan Stijn, weduwe van Pieter Huygensz., de som van 18 pond vlaams wegens koop van een huis en erf in de Scoelstraet, belend: Z. en O. Gijsbrecht Duychzoen, N. Lijsbeth Zuyrmonts met haar poort en erf, W. de heerstraat
0145-01 Sacramentsgasthuis
4. Regestenlijst (1390-1590)
115
Claes Willemsz. en Wermbrecht Willemsz., schepenen van den Hage, oorkonden dat Jorys Coenenzoen verklaarde schuldig te zijn aan Stijn, weduwe van Pieter Huygensz., de som van 18 pond vlaams wegens koop van een huis en erf in de Scoelstraet, belend: Z. en O. Gijsbrecht Duychzoen, N. Lijsbeth Zuyrmonts met haar poort en erf, W. de heerstraat
Datering:
1517 mei 20
NB:
Oorspr. (inv.nr. 185) met de zegels van de oorkonders in groene was; dat van de tweede oorkonder is geschonden. Gecancelleerd.
Organisatie: Haags Gemeentearchief
laatste wijziging 14-12-2018
116 Schepenen van Monster oorkonden dat Adriaen Joosten Cock verklaarde schuldig te zijn aan Heer Adriaen Joosten, zijn broeder, 34 pond hollands wegens koop wan het huis waarin hij nu woont.
117 Schepenen in den Hage oorkonden dat Roeloff van der Haltert - kamerling van Wijtermeer, graaf van Egmondt - en de bode Zweer Claesz. op verzoek van de snijder mr Willem Willemsz. een verklaring hebben afgelegd betreffende inlichtingen over genoemde mr Willem en diens vrouw Mergriete, verkregen van Willems jongere broeder Heynrick Willemsz. te Keulen.
118 Jan Cornelisz., Willem Willemsz., Huych Pietersz. en Jan Willemsz. van Berghen, kerkmeesters van de kerk te Voirburch, met Arent van Duvenoirdt, Gardijn Dirxz., Ansem Ansemsz., Pieter Jacop Lams zoen en andere gemene buren en rijkdom van het dorp Voirburch verklaren - met consent en octrooi van de bisschop van Utrecht - te hebben verkocht aan Willem Willemsz. Bruyll en diens vrouw Margrietes Jansdr. een lijfrente van 2 pond vlaams 's jaars. Deze rente rust op de kerk van Voirburch. Op verzoek zegelen meester Jan Claisz., pastoor van Voirburch en Jan Cornelisz., schout van Voirburch.
119 Cornelis Louwerijsz., Vranck Cornelis Reyersz., Vranck Cornelisz., Neel Cornelisz., Frans Aeryensz. en Koen Jansz., kerkmeesters van Berckel, oorkonden dat zij met consent van de schout en gezworenen hebben verkocht aan Cornelis Heynrycxz. 1,5 morgen land in het ambacht van Berckel in Rode rijs in Cornelis woning, belend: N. Aeryen Colijnsz. en Hubracht Dircxz, met bruikwaar, Z. Maertijn Huyghezoen; strekkende van de Westmaar tot de kaa. Dit perceel heeft wijlen de moeder van Cornelis aan het godshuis te Berckel geschonken. Gezworenen in het ambacht van Berckel: Maertijn Huyghezoen, Aernt Symonzoen, Claes Pietersz., Aallewijn Cornelisz.
120 Pieter Pietersz. en Willem Jansz., schepenen in den Hage, oorkonden dat de magistraat heeft toegepacht aan Loise Symonsdr. een jaarlijkse rente van 6 schellingen 6 penningen hollands, verzekerd op het huis en erf van Hadewije "Tbutterwijff" op de Geest. Dit wegens achterstallige rente. Het perceel is belend: W. Jan de metselaar en coman Dirick, N. de heerstraat, 0. Jacop van Acxpoel, Z. de heerstraat.
121 Adriaen Gerrytsz. [Paert] en Gijsbrecht Dirycxz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Jan Clementsz. verklaarde verkocht te hebben aan Frederick Jacops. een huis en erf in de Papenstraet, belend: N. en W. Jan Willemszoon glaesmaicker, 0. Gerryt Christiaensz., Z. de heerstraat. Het perceel is belast met een rente van 7 pond 3 schellingen 8 penningen hollands 's jaars.
122 Gijsbrecht Dirycxz. en Adriaen de Milde Claess., schepenen in den Hage, oorkonden dat Otto Henrycxz. verklaarde verkocht te hebben aan Jan van der Eyck een huis en erf op het Spoye, belend: Z. mr Huych van Assendelft, N. en 0. Dirick Deym, W. de heerstraat. Het perceel is belast met 10 schellingen losbare en 2 schellingen onlosbare rente.
123 Op verzoek van Claes Cornelisz. en Dirck Jansz., kerkmeesters, bezegelt Herman Enghebrechtsz., schout van Berckel, een testamentaire beschikking van Cornelis Heynrycxz. waarbij hij - ter gedachtenis van hem en zijn vrouw Claertgen en voor de zielen van hun kinderen - aan het godshuis ter Berckel heeft gegeven 2 morgen land in het ambacht van Berckel in Roderijs in Pieter Pietersz. woning. Dit perceel is belend: N. Hubrecht Dircxz. en Maertijn Huygezoen, Z. Maertijn Huygezoen. De kerkmeesters zullen ook jaarlijks voor de zielen van Heynrijck Dircxz., diens vrouw Wijnen en diens dochter Fijtgen vier missen op het hoogaltaar houden. Bij de missen op Kerstmis en bij die op de jaargetijden van genoemden zullen kerkmeesters 9 groot aan wittebrood uitdelen. Gezworenen in het ambacht van Berckel zijn: Claes Jacopsz., Wiggert Pietersz., Claes Janss. en Jan - Jansz.
124 Aernt Pietersz. en Ghijsbrecht Dircxsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Bairtgen, weduwe van Jorys Jacopsz., met Thieus Pietersz. - als haar gekozen voogd, verklaarde verkocht te hebben aan Herman Jansz., schoenmaker, een huis en erf in de Veenstraet, belast met 7 Rijnse guldens 2 stuivers 's jaars en belend: O. de vleeshouwer Anthonis, N. Jacop Willemsz., Z. en W. de heerstraat. Borgen zijn: Thieus Pietersz., Symon Pietersz., Betgen huisvrouw van de goudsmid Engbrecht, Jacop Koenezoen.
125 Aernt Pietersz. en Adriaen Jacopsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Jan Pietersz. verklaarde schuldig te zijn aan Adri[aen] Cornelisz. - ten behoeve van Adriaen Willemsz. een som van 6 pond vlaams wegens koop van een huis en erf op de Voldersgraft. Het perceel is belend: N. Willem Jansz., W. Vries Aemsz., O. Jacop de Vlaeminck, Z. de heerstraat.
126 Adriaen de Milde Claesz. en Ghijsbrecht Dircxsz., (schepenen) schepenen in den Hage, oorkonden dat Joest Cornelisz., leertouwer, verklaarde zich borg te stellen voor zijn broeder Adriaen Cornelisz. die op 20 februari 1520 van Ariaen Willemsz. gekocht heeft een huis en erf op de Voldersgraft, omschreven in de getransfigeerde akte d.d. 3 juli 1522 (reg.nr. 125). Hiervoor verbindt hij zijn woonhuis en erf op de hoek van St Anthonisbrugge.
127 Aernt Pietersz. en Ghijsbrecht Dircxsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Jan Jansz. zich door zijn stiefvader Harman Jansz. heeft laten uitkopen inzake zijn aandeel in de (nog te verwachten) nalatenschap van zijn moeder.
128 Jacop van de Wyel Adriaensz. en Aernt Pietersz, schepenen in den Hage, oorkonden dat Pieter Pietersz., timmerman, verklaarde verkocht te hebben aan Gijsbrecht Dircxsz. een jaarlijkse rente van 3 pond hollands, verzekerd op het huis en erf van Marijtgen Tamesdr. in de Poeten. Hiervoor verbinden als borgen: Jan Goudt zijn huis en erf genaamd "den gulden leew" in de Hoochstraat en Gerijt Korstensz. zijn huis en erf genaamd "In sinte Marten" op de hoek van de Papenstraet.
129 Kaerle, gekozen Rooms keizer, benoemt - op voorstel van de graaf van Hoochstrate, stadhouder van Holland, Zeeland en Friesland - Govard Jansz. tot extra-ordinaris bode bij het Hof van Holland.
130 Notaris Anthonis Egbertsz., geestelijke, instrumenteert dat Karman Jansz. en zijn vrouw Alijt Harmansdr. een testament hebben gemaakt waarbij zij aan het Sacramentsgasthuis 1 pond vlaams vermaken. Getuigen: Claes de stoeldraaier en Joost Pietersz. wever.
131 Geryt Bruynsz. en Dirick Deym, schepenen in den Hage, oorkonden dat Karman Jansz. en zijn vrouw Alijt Harmansdr. verklaren het testament te hebben gemaakt dat vervat is in de getransfigeerde akte d.d. 1524 april 26.
132 Aernt Pietersz. en Willem Jansz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Adriaen Claesz. de Milde, Ghijsbrecht Diricxz., alias cammaker, Huych Aertsz. en Geryt Costinsz. In "Sinte Merten", oudgasthuismeesters van het Heilige Sacramentsgasthuis ter ene zijde, Claes van Dam ter andere zijde verklaren circa 4 jaar geleden - door bemiddelling van Dirck Goetschalcxz. rentmeester van Noord-Holland - te zijn overeengekomen dat Claes van Dam een poort in de N. muur van zijn huis mag maken. Tegen vergoeding van 15 stuivers 's jaars heeft hij tevens gebruik van de gang van het gasthuis O. waarts lopend tussen "Het Moerjaenshoeft." en de kapel van het gasthuis.
133 Notaris Anthonis Egbertsz., geestelijke, instrumenteert dat Jan Heynricksz. en Clara Jansdr., echtgenoten, een testament hebben gemaakt waarbij zij elkander tot erfgenaam benoemen, terwijl na de dood van de langstlevende de goederen zullen komen aan hun beider rechte erven. Getuigen: Jan Jansz. alias de Muets en Adriaen Claeszoen.
134 Geryt Bruynsz. en Adriaen Gerytsz. Paert, schepenen in den Hage, oorkonden dat Aelbrecht Jacopsz. Jerk Speek verklaarde verkocht te hebben aan Jan Heynricxsz. een huis en erf in het Noerteynde, belend: Z. Scheel Neel, heerstraat, N. en W. J,an Heynricxsz. Het perceel is belast met een jaarlijkse rente van 2 pond hollands.
135 Geryt Bruyns en Adriaen Gerytsz. Paert, schepenen in den Hage, oorkonden dat Jan Heynricxsz. verklaarde schuldig te zijn aan Aelbrecht Jacopsz. Speek 64 Rijnse guldens wegens de koop van een huis en erf in het Noorteynde, belend en belast als in de koopbrief omschreven.
136 Notaris Wilhelmus Dircksz. Deym, geestelijke, instrumenteert dat Heijltgen Jansdr. met consent van haar man Dirck Gerijtsz. een testament heeft gemaakt, waarbij zij het testament destijds gemaakt bij mr Jan Dirckz., kapelaan van de kerk in den Haghe, handhaaft. Zij benoemt haar zoon Willem Aertsz. tot universeel erfgenaam en bepaalt dat aan haar zuster Reynburch Jansdr. en aan haar inwonende neef Willem Gerijtsz. ieder 10 pond Vlaams zal worden uitgekeerd. Getuigen: Lucas Jansz. en Andries Andriesz.
137 Aernt Pietersz. en Huych Aertsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Adriaen Ozyertsz. verklaarde verkocht te hebbeh aan de rekenmeester mr Jacop de Jonge een jaarlijkse rente van 15 atuivers. Deze rente verzekerde hij op zijn huis en erf in het Achterom, belend: W. Zegher de vleeshouwer, Z. Lambrecht van Nes, 0. Claes Claesz. deurwaarder, N. de heerstraat.
138 Jacop de Jonge verklaart dat voor de koop van de rente van 15 stuivers van Adriaen Ootziersz. - bij schepenbrief d.d. 1 september 1527 - niet hij, maar Gheertgen Pietersdr. betaald heeft en hij haar daarom zijn rechten overdraagt.
139 Lambertus Millinck, Heer van Waelwijck, Ethen, Meuwen, Dronghelen, richt zich tot de superpositus van Aernhem in het bisdom Utrecht met het verzoek de geestelijke Franciscus Lambertsz. Millinck te benoemen tot kapelaan te Hille in de parochie Babilonienbroeck.
140 Lubbert Jansz. van Vreden, uit het land van Monster, verklaart in de griffie van het Hof van Holland geen cautie te kunnen stellen voor de kosten van het proces dat hij voert tegen Fye, weduwe van Govert Jansz. Bij veroordeling in de kosten zal hij deze betalen.
141 Jan Jansz. Kinderen als substituut van Marten van den Houve, procureur van Govarts weduwe Fye en Willem Pietersz. als procureur van Lubbert Jansz. [van Vreden] leggen voor het Hof van Holland verklaringen af inzake het door genoemde Lubbert aanhangig gemaakte proces tegen genoemde Fye.
142 Adriaen Gerytsz. Paert en Korstijn Pietersz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Jan Willem Jansz. procureur en Anna Diricxdr., echtgenoten, verklaarden een jaarlijkse rente van 4 pond sprekende te hebben op de stad Delft. Hiervan was 1 pond hun aangekomen van wijlen Evertgen Pouwelsdr. weduwe van mr Jan Stalpaert en 3 pond van Jan [Dircxz , Pouwels [Dircxz.] en Cornelis [Dircxz.], kinderen van: Dirick Jansz. Deym en Adriaen Adriaensdr. van der Wyele. Van deze 4 pond geven zij aan de Lazarussen buiten den Hage, de arme Huiszitten in den Hage, het Heilige Sacramentsgasthuis en het Sint Nicolaasgasthuis in den Hage elk 1/2 pond vlaams. Dit krachtens hun mutueel testament gepasseerd voor notaris Heer Anthonis provisor van Delfland, waarbij als getuigen optraden mr Jan Pietersz. van Woirden, advocaat en Claes Brugman deurwaarder.
143 Provisor en deken van Delfflant certificeren dat mr Joest Corvinck, priester, heeft verklaard dat Govaert Jansz. bode en zijn vrouw Fijtgen Dircksdr. enige jaren geleden een testament hebben gemaakt, waarbij is bepaald dat de langstlevende alle goederen zal behouden terwijl deze na diens dood zullen komen aan de Heilige Geest in den Haghe.
144 Schout en schepenen in den Haghe - met consent van de gemene buren, vroedschap en rijkdom van den Haghe en Hage ambocht - oorkonden dat zij aan de gasthuismeesters van het Heilige Sacramentsgasthuis hebben toegekend een jaarlijkse rente van 1 pond vlaams wegens de aanleg van een goot over het erf en de plaats van het gasthuis naar de Beeck. Vroeger vloeide het water af naar een stinkpoel door de poort van het Sint Nicolaes gasthuis bij de tuin van Pouwels, bode van den Haghe.
145 Notaris Wilhelmus Dircksz. Deym, geestelijke, instrumenteert dat Vincent Jansz. en Magdalena Woutersdr., echtgenoten, een testament hebben gemaakt waarbij is bepaald dat de langstlevende alle goederen zal behouden, terwijl na diens dood de goederen naar schependomsrecht zullen komen aan de naaste erfgenamen van beide zijden. Getuigen: Heynric Symonsz. en Cornelis Jansz.
146 Jan Aryensz., schout in het ambacht van Voerburch, oorkondt dat Jacob Geritsz. verklaarde verkocht te hebben aan Jan Dircxz. 1/4 van 7 morgen land in Rijswijck broeck, belend: W. de Joffer van Valkesteyn, N. de Heren van Sint Jans oerden van Haerlem, O. de kerk van Nootdorp en Cornelis Willemsz., Z. de Zijdwijn. Vrijwaring naar het recht van Rijnlant. Getuigen: Jan Gherit en de koster Pieter Jansz.
147 Kors Pietersz. van der Beeck en Maerten Adriaensz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Zegher de snijder verklaarde schuldig te zijn aan het Sacramentsgasthuis een jaarlijkse rente van 3 carolusguldens wegens de erfpenningen en de koop van zijn huis en erf op de Plaets, belend: O. Willem Ghijsbrechtsz. en Claes van Dam, Z. Claes van Dam, W. coman Gerijt upte trappen, N. de Plaets.
148 Schout, burgemeesters en schepenen van Leyden geven vidimus van de brief van schepenen van den Hage d.d. 1478 juli 14. (reg.nr. 67).
149 Huych Pietersz., schout te Voerburch, oorkondt dat Jacob Dyrickz. van d[er] Speek te Voerburch verklaarde verkocht te hebben aan Heer Dijrick Jansz., priester te Rijswijk, een jaarlijkse rente van 3 carolusguldens. Deze rente verzekerde hij op:
1- de helft van 1/2 morgen land bij de "vroensloet" in het ambacht van Voerburch, belend: O. Dijrick Claesz., Z. de heerweg, W. Pieter Kodden, N. de Brocksloet.
2- zijn huis en erf "aan den brugghe" in genoemd ambacht, belend: O. Jan Symonzoen, W. de vaart, Z. de heerweg, N. de erfgenamen van Claes Janszoen upt Woudt. Dit perceel is belast met 43 stuivers. Getuigen en buurlieden van Rijswijk zijn: Martijn Adriaenzoen en Claes Janzoen Colijn.
150 Adriaen van Borsselen, schildknaap en baljuw van Wassenaar, verklaart verkocht te hebben aan Joost Pouwelsz. een jaarlijkse rente van 1 pond vlaams, verzekerd op het huis van Borselen in het Voorhout in den Haghe.
151 Jan Cornelisz. Cammaker en Anthonis Aertsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Vincent Jansz. en Magdalena Woutersdr., echtgenoten, het testament hebben gemaakt waardoor deze akte gestoken is.
152 Burgemeesters , schepenen en raad der stad Loven oorkonden dat de erfgenamen van Magdalena Woutersdr. van der Nijen - met name: Margriete Jansdr. van der Zijpe, weduwe van Pauwels Machielsz.; Johanne Jansdr. van der Zijpe, weduwe van Meertens van der Voele; Marie Jansdr. van der Zijpe ; Lijsbeth Avintsdr. Verelst en Marie Jansdr. van der Nijen, huisvrouw van Jan Ackerman - hun rechten op haar nalatenschap hebben overgedragen aan Claesen Diericx, bode van de universiteit van Loven.
153 Nycasius Anthonisz. van Flory en Jan Cornelisz. Cammaker, schepenen in den Hage, oorkonden dat Andries Aertsz., rentmeester van der Lee, zich borg stelt voor Claes, bode van Loeven als gemachtigde van de erfgenamen van de huisvrouw van Vincent Jansz. inzake uitkoop uit haar nalatenschap.
154 Kors Pietersz. van der Beeck en Huych Adriaenszoen, schepenen in den Hage, oorkonden dat Heynrick Vranckezoen, decker, verklaarde verkocht te ijebben aan Heynrick Heynricxsz. van Zielant een huis en erf aan de W. zijde van het Spoey over de brug, belend: N. Frans Floren, Z. Jan. Pietersz., operman, W. Kors Oodtziertsz. met bruikwaar, O. de Spoey met de heerstraat. Het perceel is belast met een jaarlijkse rente van 28 stuivers.
155 Schout en schepenen in het ambacht van Vlaerdingen, behorende aan Jonker Arenberge, Heer van Naeldwijck, enz., oorkonden dat Claes Gylisz. verklaarde verkocht te hebben aan Heer Jan Gerytsz, priester een jaarlijkse rente van 4 pond hollands, verzekerd op 2/3 van 20 hont land in het genoemde ambacht. Dit land ligt in Bobbelscamp, gemeen met Machtelt Joestendr., belend: 0. de Dorrick, W. 17 hont land, Z. de Poeldijcxse wateringe, N. de groene wech.
156 In het geschil tussen Jan van Donseler, Pieter Heynricxsz. en diens vrouw Maritgen Diericxsdr., allen poorters van Delft ter ene zijde; en Frans Louffsz., Breken Duysten, Pieter en Jan Bom, Pieter Duyst, Aeffgen Tymmers, Willem Brasser, Jan Dirck Herpersz., Jan Huygez. "In den Ancker", kerkmeesters van de Nieuwe Kerk te Delft, en Jan Florysz. Grijp ter andere zijde doet het Hof van Holland uitspraak en veroordeelt aan Dirck Herpersz., Frans Louffsz., Jan en Pieter Bom tot betaling van hun erkende schulden.
157 Claes Jansz. en Vincent Andriesz., gezworenen in het ambacht van Rijswick, oorkonden dat Wouter Jansz. verklaarde verkocht te hebben aan Adriaen Heynrickz. te Rijswick: 1,5 morgen land in Rijswicker broeck, belend: Z. mr Willem Cornelisz., W. het kerkeland van Nootdorp, N. en 0. Dierck Korstensz. Op verzoek zegelt Philips Louwerisz. schout van Rijswick.
158 Nycasius Anthonisz. van Flory en Anthonis Aerntsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Dirck Jacobsz., bakker, verklaarde te hebben overgedragen aan Willem Pietersz. twee rentebrieven. De eerste van 4 pond hollands 's jaars is verzekerd op het huis en erf van Appolonia Jacobsdr. in de Sint Pieterstraat. De tweede van 3 pond hollands 's jaars is verzekerd op het huis, erf en 3 morgen land van wijlen Adriaen Huygezoen, nu het bezit van Adriaen jonge Neel. Frans Jansz. Nachtegaal, Diricks schoonvader, verzekerde deze renten mede op zijn huis en erf in de Hoochstraete, belend: Z. en W. Jan Haroy de Beauvoir, apotheker, O. de heerstraat, N. Roellandt le Franche, pasteibakker.
159 Schepenen in den Haghe oorkonden dat op verzoek van Hillebrant Aelbrechtsz. en mr Jan Plumion, meesters van het Heilige Sacramentsgildehuis, mr Frans van Geertsberghe procureur heeft verklaard omstreeks St Jansdag te midzomer 1542 ontboden te zijn geweest bij Vrouwe Hillegont van Alckemade - weduwe van ridder Heer Cornelis Croesinck - en in haar opdracht een regeling te hebben getroffen aangaande twee renten die het gasthuis van haar te vorderen had, groot jaarlijks 3 pond hollants en 12 carolusguldens.
160 [Kors Pietersz.] van der Beeck en Cornelis Jansz. van Montphort, schepenen in den Hage, oorkonden dat Pieter Pietersz. "int Wolfken" aan Grietgen Florysdr vrijwaring geeft voor twee aan haar verkochte kamers in het Zuideinde van den Hage, over de Sint Anthonisbrug.
161 Kors Pietersz. van der Beeck en Huych Adriaensz. van den Velde, schepenen in den Hage, oorkonden dat Cornelis van Borsselen, schildknaap, heeft verklaard van zijn broeder Adriaen geërfd te hebben het huis van Borsselen in het Voorhout, belast met een rente van 1 pond vlaams 's jaars ten behoeve van Joost Pouwelsz. Deze rente verzekerde hij:
1- op het vermelde huis, belend: W. de weduwe van mr Florys van Wijngaerden, 0. de weduwe van Thomas Cachiopijn en Aernt Boot, N. de Deenenwech, Z. het Voorhout;
2- een stuk land bijnoordenhout, genaamd de houckcamp, belend: Z. en W. de heerweg met de "hoelande", N. het Heilig Sacramentsgasthuis, 0. Heyman van de Ketel.
162 Kors Pietersz. van der Beeck en Huych Adriaensz. van den Velde, schepenen in den Hage, oorkonden dat Joost Pauwelsz. verklaarde verkocht te hebben aan het Sacramentsgasthuis de rente van 1 pond vlaams ten laste van Cornelis van Borsselen, vermeld in de getransfigeerde akten d.d. 1535 mei 24 en 1544 september 17 (eg.nrs. 150, 161). Deze rente verzekerde hij op zijn huizen en erven aan de 0. zijde van het Spui, belend: N. de erfgenamen van Barbar van Gelder, Z. Lucas de linnenwever, O. het convent in de Poten, W. de Spoy met de vaart.
163 Cors Jansz. en Louweris Heynricksz., gezworenen in het ambacht van Rijswick, oorkonden dat Jan Diercksz. verklaarde verkocht te hebben aan Ariaen Heynricksz. te Rijswick 1/4 van 7 morgen land in Rijswicker broeck, belend als in de getransfigeerde akte d.d. 1531 juli 16. (reg.nr. 146) omschreven. Op verzoek zegelt Philips Louwersz., schout van Rijswick.
164 Notaris Laurentius Bernardsz., priester, instrumenteert dat Joest Arienssen, inwoner van den Haech, en Heyltgen Anthonisdr. bij huwelijkse voorwaarden hebben bepaald dat de in het buitenland verblijvende zoon van Heyltgen met haar eventuele andere kinderen zal erven of enig erfgenaam van zijn moeder zal zijn. Getuigen: Jan Coenssen en Blasius Sebastiaensz. Koster.
165 Notaris Laurens Bernardsz., geestelijke, instrumenteert dat Vincent Jansz. en Grietgen Meeusdr., echtgenoten, een testament hebben gemaakt waarbij zij elkander tot universeel erfgenaam benoemen, terwijl na de dood van de langstlevende hun goederen naar schependomsrecht gelijkelijk zullen worden verdeeld onder de naaste erfgenamen van beide zijden. Getuigen: mr Adriaen Brasser, advocaat van het Hof van Holland en Arent Jacobsz. van Veen.
166 Evert Heynrickz., schout in het ambacht van Voirburch, oorkondt dat Kuen Pietersz. verklaarde verkocht te hebben aan Adriaen Corss. en Claes Meess. als kerkmeesters van de kerk van Rijswijck, een jaarlijkse rente van 2,5 pond hollands. Deze rente verzekerde hij op zijn hofstede en 3,5 morgen land in het ambacht van Voirburch, belend: Z. de heerweg, W. de Haechvaert, N. de Broycksloot, 0. de zusteren te Rijswijck. Getuigen en buren: Jan Dirckz. en Adriaen Hughez., koster. Als borg treedt op Martijn Ariaensz. te Rijswijck.
167 Kors Pietersz. van der Beeck en mr Michiel Claesz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Dirck Jansz., schoenmaker, Joest Jasparsz. Millinck vrijwaring geeft voor het hem verkochte huis en erf - genaamd "Eemaus" aan de W. zijde van de Veenstraet. Hiervoor verbindt hij zijn huis en erf aan de O. zijde van de Veenstraet, genaamd "Bosboomken", belend: N. Claes Claesz. droechsceerder, Z. Jan tinnengieter, O. en W. de heerstraten.
168 Kors Pietersz. van der Beeck en mr Michiel Claesz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Vrederick Jacopsz., schoenmaker, verklaarde aan zijn zwager Loys Corbault - deurwaarder der Kon. Maj. in Hollandt - verkocht te hebben een huis en erf in de Papenstraet, belend: 0. Jan de smit, N. en W. Katrijn Jan Willemszoens weduwe. Z. de heerstraat. Het perceel is belast met een - jaarlijkse rente van 19 carolusguldens 16 stuivers en een blank, waarvan 6 carolusguldens aan koper toekomen; de rest aan andere personen.
169 Anthonis Aertsz. en mr Michiel [Claes]z., schepenen in den Hage, oorkonden dat Geryt Adriaensz. verklaarde verkocht te hebben aan de weesmeesters van den Hage - ten behoeve van Marytgen van Rijn, met consent van haar voogd Cornelis Muyser - een jaarlijkse rente van 15 stuivers. Deze verzekerde hij op zijn huis en erf in de Vlaninckstraet, belend: W. Laurys Cornelisz., O. de houtzager Jan Oetziersz., N. de procureur Frans Huybrechtsz., Z. de heerstraat.
170 Cornelis van Aicken en Jan van Dorp W[ille]msz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Crijn Cornelisz., Wag[enaer], verklaarde verkocht te hebben aan Cent Jansz patijnmaker, een jaarlijkse rente van 22,5 stuivers. Deze verzekerde hij op zijn huis en erf over de St Anthonisbrug in het Zuideinde, belend: Z. Cornelis Bochen, N. en W. Harman Heynricxz., O. de heerstraat.
171 Heynrick van der Goes en Anthoenis Nicasiusz. van Flory, schepenen in den Hage, oorkonden dat Marritgen Pietersdr., weduwe van Gerrijt Kerstantsz." In sinte Maertijn", verklaarde vroeger aan Pieter Willemsz. de Vries verkocht te hebben twee huizen en erven in het Zuideinde over de St Anthonisbrug, belend: Z. Pieter Cornelis Pijnssoens soon, W. en N. Adriaen Heynricxsz. Smout, Z. de heerstraat. Deze percelen waren belast met 1,5 pond hollands jaarlijkse erfhuur, welke rente zij nu heeft verkocht aan het gildehuis van het Sacrament in den Hage; terwijl genoemde Pieter Willemsz. de Vries verklaarde de vermelde percelen weer verkocht te hebben.
172 Kaerle, Rooms keizer, benoemt op voorstel van de stadhouder-generaal van Holland, de Heer van Beveren, Joost Adriaensz. tot bode bij het Hof van Holland.
173 Pitter Brouch, Wylhelm Mulfartz en Remeiss von Rothem, schepenen te Grevenbrouch, oorkonden dat Wernhar Buyschen voor zich en zijn vrouw Tryne; Johan Greiff von Blaitzem voor zich en zijn vrouw Bela; en Goessem hun zwager: kinderen en erfgenamen van Johan von Inden, met toestemming van hun zuster Stynen verklaarden te hebben verkocht aan Thoniss Widefeltz en zijn vrouw Kathrijnen alsmede aan Gaspar von Hoesen en diens vrouw Giertgen 3 morgen bouwland, i van de hofstede genaamd "Zom Hyrdtz", zomede 1/4 van de tuin gelegen "am Cruytz.".
174 Kors Pietersz. van der Beeck en Anthonis Nycasiusz. van Flory, schepenen in den Hage, oorkonden dat Clemencia Dircxsdr. - met Pieter Willemsz. als haar gekozen voogd - verklaarde verkocht te hebben aan Beatrijs Dircxsdr. de bidster een huis en erf aan de N. zijde van de Molestraet, belend: W. Philips de brantmeester, 0. en N. Pieter Vincentsz. bakker, Z. de heerstraat. Het perceel is belast met een rente van 1,5 pond en een rente van 1 pond hollands, welke laagste rente de Heilige Geest in den Hage toekomt.
175 Adriaen Dircxz. de Vriesse en Jan Janss., schepenen van Geervliet, oorkonden dat op verzoek van Vincent Janss. uit den Haege - als erfgenaam van Heer Claes de Lapide c.s. in proces tegen Bouwen Janss., - Jacob Corneliss., kuiper; Jan Claess.; Claes Jacobss., kuiper, en Joost Claes verklaringen hebben afgelegd betreffende de verkoop van een huis en erf door genoemde erfgenamen aan genoemde Bouwen.
176 Baljuw, schout en gerecht van den Haghe oorkonden dat zij, op verzoek van de gemene broeders en zusters van het Heilige Sacramentsgilde en gasthuis, een ordonnantie dienaangaands hebben gegeven om het Heilige Sacrament te eren en het gilde en gasthuis in goede politie en ordonnantie te stellen. O.m. zullen de hoofdmannen gehouden zijn als een eeuwige memorie voor Heer Pieter en meester Fop Zymonsz. met diens huisvrouw Pieter Alijt 5 uitdelingen - ieder van 1200 den. aan broden - in het Predicarenklooster te houden.
177 Jacob Joestensz. Henyckesloot, schout, zomede Jan Vercroft en Jacob Claess, schepenen in het ambacht van Dorp, oorkonden dat mr Dirck Pijnssen van der A., schout van Delft, verklaarde verkocht te hebben aan Michiel Willemsz. - inwoner van den Hage-, een jaarlijkse rente van 20 carolusguldens, verzekerd op 16 hont land in het ambacht van Dorp, belend: N. Heer Joris Janssoen, 0. Jan Ariss. In Vockesteert, Z. de erfgenamen van de priester Heer Philips Janssoen, W. coeme Thys. Als borg treedt op mr Aerndt van der Hooge.
178 Cornelis van Aecken en Anthoenis Nicasiusz. van Flory, schepenen in den Haege, oorkonden dat Wouter Heynricxz., bleker, verklaarde verkocht te hebben aan Trijntgen Gerritsdr. een jaarlijkse rente van 2 pond hollands. Deze rente verzekerde hij op zijn huis, erf en bleekveld in het Noerteynde, belend: N. de watering en Maerten Jansz. coman, W. Sint Nicolays gasthuys land, Z. Mathijs Engelsz., O. de heerstraat.
179 Rennolt te Hermijnchuysse en zijn vrouw Enneke oorkonden dat zij hebben verkocht aan Johan Tuyn Schro en diens vrouw Enneke een jaarlijkse rente van 5 Jochems-daalders, verzekerd op hun huizen en -landerijen te Hermijnchuysse. Op verzoek zegelt Johan Cobbenraett.
180 Anthonis Aerntsz. en Anthonis Nycasiusz. van Flory, schepenen in den Hage, oorkonden dat Claes Willemsz., alias Houck, wonende binnen de jurisdictie van den Hage, verklaarde verkocht te hebben aan de priester Heer Dirick Jorysz. een jaarlijkse rente van 3 carolusguldens. Deze verzekerde hij op zijn hofstede te Eyckenduynen. Belend: O. de dochter van Dirick Janss. Pint, Z. Cornelis Willemsz. Scholdam en Vincent Maertsz., W. Vincent Maertss., N. 's heren wildernis.
181 Schout en gezworenen in het ambacht van Berckel oorkonden dat Dirick Jansz. en Jan Heynnez. - gedagvaard door Cornelis Pieterz. en Crijn Pieterz. - hebben verklaard dat de woning, waarin nu Aelwijn Cornelisz. woont, verkocht is met de bepaling dat, wanneer men jaargetijde houdt, de vrienden een eerlijke maaltijd zullen hebben.
182 Philips Dircksz. en Dammis Jaspersz., gezworenen in het ambacht van Rijswijck, oorkonden dat Jannichge, weduwe van Arien Dircksz, met Gerit Cornelis Cornelisz. als haar gekozen voogd, verklaarde verkocht te hebben aan Arien Henrichsz. haar rechten op 7 morgen land in het Rijswijcker brouck, achter kopers woning. Belend: 0. de koper, W. Gerit van Valkesteyn, N. de Heren van Sint Jan te Haerlim, Z. de Ziben. Op verzoek zegelt Geerlof van Vliet, schout van Rijswijck.
183 Willem van Crijep en Symon van der Does, schepenen in den Hage, oorkonden dat de magistraat heeft toegepacht aan Jacob Joriss., rentmeester van het Sacramentsgasthuis, een rente van 8 schellingen hollands jaarlijks, verzekerd op het huis van Ghijsbrecht Cornelisz. aan de O. zijde van het Spoeye. Belend: N. Claes Woutersz., O. Jan Barthelmeusz. en Jan van Werren, Z. Jan Barthelmeusz.
184 Cornelis van Aecken en Symon van der Does, schepenen in den Hage, oorkonden dat de schrijnwerker Jan Heynricxz. Hackevoirt verklaarde verkocht te hebben aan Jacob Joriss. "In den Engel" een jaarlijkse rente van 3 carolusguldens. Deze verzekerde hij op zijn huis en erf naast het Heilige Sacramants gildehuis in het Noorteynde, genaamd "De Lelye". Belend: Z. de gemene gang van het genoemde gildehuis, W. de rekenmeester mr Cornelis de Jonge, N. de weduwe van mr Frans van Geertsberge, O. de heerstraat.
185 Rembolt Marckmans en zijn vrouw Anna oorkonden dat zij verkocht en overgedragen hebben aan Gaspar von Hoesen en diens vrouw Giertgen vijf vierdedeel bouwland, gelegen in de heerlijkheid Wevelkoffer. Op verzoek zegelen schepenen van Wevelinghoven.
186 Jacob van Dorp en Adriaen van der Velde, schepenen in den Hage, oorkonden dat Aefgen Wollebrantsdr, weduwe van Joost den Engelsman, - met Jan Wolf talman als haar gekozen voogd, - verklaarde verkocht te hebben aan Adriaen Dircxss. een huis en erf aan de O. zijde van de Volderslaen, belast met 3 pond hollands 's jaars. Belend: N. Aeltgen steynhouwers, 0. en Z. de goot van Gerrit cleyn Jan, W. de heerstraat.
187 Jacob van Dorp en Cornelis Cornelisz. alias Jonge Neel, schepenen in den Hage, oorkonden dat Jacob Aertsz., barbier, verklaarde schuldig te zijn aan de meesters van het Sacraments gasthuis 12 pond vlaams wegens koop in 1559 van een huis en erf in de Weststraat te Scevelinge. Belend: O. Claes den Bout, Z. Maerten Claesz., W. de heerweg, N. Heynrick Claesz.
188 Cornelis van Aecken en Symon van der Does, schepenen in den Hage, oorkonden dat Jutgen Jorisdr, weduwe van mr Frans van Geertsberge - met Jan Wolf als haar gekozen voogd - als erfgename van haar broeder Jacob Joriss. "In den Engel" verklaarde verkocht te hebben aan Job Dircxz. een jaarlijkse rente van 3 carolusguldens ten laste van de schrijnwerker Jan Heynricxz. Hackevoert.
189 Symon van der Does en Adriaen van der Aer, schepenen in den Hage, oorkonden dat Joost Adriaensz., bode van hei Hof van Holland, verklaarde schuldig te zijn aan Cornelis van Haeften, procureur voor het Hof van Holland, de som van 436 carolusguldens wegens koop van een huis, erf en loods in het Noorteynde. Dit perceel is belend: 0. de heerstraat, Z. de poort en uitgang van Johan Purtyck, secretaris Hof van Holland, W. het erf van genoemde Purtyck, N. het huis genaamd "Het Houffijser". Dit perceel is belast met een jaarlijkse rente van 3 carolusguldens toekomende het gilde van St Obert in de Hage.
190 Jacob van Dorp en Symon van der Does, schepenen in den Hage, oorkonden dat Job Dircxz. verklaarde verkocht te hebben aan de weeskinderen van Gerrit Barthoutsz. een jaarlijkse rente van 3 carolusguldens ten laste van de schrijnwerker Jan Heynricxz. Hackevoert.
191 Jan Jacobsz. "int Ossenhooft" en Sasboudt Corneliss. van der Dussen, schepenen in Delft, oorkonden dat Jan Corneliss., bezemmaker, verklaarde verkocht te hebben aan Crijn Pieterss., bakker, een leeg erf buiten de Schiedamse poort; strekkende van Crijns huis en erf tot aan de boomgaard van Jan Cornelis. Copheer. Belend: Z. de scheepmaker Dirck Heindricxz., N. genoemde Jan Cornelisz. Borgen zijn: de vleeshouwer Adriaen Jacobsz. en de bezemmaker Bruyn Franssoon.
192 Jacob van Dorp en Adriaen van der Velde, schepenen in den Hage, oorkonden dat Henrick Faes Cornelisz., metselaar, verklaarde schuldig te zijn aan de kinderen van wijlen Gerrit Barthoutsz. een jaarlijkse rente van 3 carolusguldens, verzekerd op zijn huis en erf, genaamd "De lelye", naast het Heilige Sacraments gildehuis aan het Noorteynde. Dit perceel is belast met nog een jaarlijkse rente van 3 carolusguldens, toekomende genoemde kinderen, en belend: O. de heerstraat, Z. de gemene gang van genoemd gildehuis, W. de rekenmeester mr Cornelis de Jonge, N. de advocaat mr Boudewijn van Vrelant. Als borg verbindt genoemde mr Boudewijn zijn huis en erf naast "De Lelye". Belend: O. de heerstraat, Z. "De Lelye" en mr Cornelis de Jonge, W. genoemde mr Cornelis de Jonge, N. Jan Jacobsz. Clickert.
193 Adriaen Grebber Jacobsz. en Claes van Dam Adriaensz., schepenen in den Hage, oorkonden dat de magistraat heeft toegepacht aan het gildehuis van het Sacrament een jaarlijkse rente van 15 schellingen 6 penningen hollands, verzekerd op het huis en erf van Jan Hessels in de Molestraet. Belend: O. Dammas Claeszoen en Jaepgen Deeckens, W. Bartholomees, de deurwaarder en Gerijt "In Sinte Maerten", Z. de kamers van mr Philips met de poort, N. de heerstraat.
194 Jacob Koppertz., voogd te Grevenbroich en Gladbagh, zomede Johann vonn der Arck en Conradt Croesch, schepenen te Grevenbroich, oorkonden dat Johan en Endgen - kinderen van wijlen Kirstgenn Klockener - met consent van hun voogden verklaarden verkocht te hebben aan Gaspar von Hoesen, burger van Grevenbroch, een morgen bouwland in het ambacht Grevenbroch.
195 Jacob van Dorp en Nicolas van Dam, schepenen in den Hage, oorkonden dat Lysbeth Willemsdr., weduwe van Aelbert Aerntsz., bakker, - met Jan Willemsz. van Goude haar broeder als gekozen voogd - verklaarde verkocht te hebben aan Cornelis Willemsz. van Rijn, bakker, een huis en erf in het Noorteynde. Belend: 0. de heerstraat, Z. Jan Adriaenss., wyelmaecker, W. de tuin van Gerrit Janss. "In de Clock", N. Wouter Jacobsz., bakker. Het perceel is belast met een jaarlijkse rente van 2 pond hollands toekomende de Heilige Geest in den Hage.
196 Lambert Kuchenheim en zijn vrouw Cathrina oorkonden dat zij hebben verkocht aan de hospitaalmeester Luer Johann een jaarlijkse rente van 3 thaler, verzekerd op een boomgaard, tuin en derde deel van een huis, ten behoeve van de armen.
197 Henrich von Mulhem, abt, zomede prior en gemeen convent van het Godshuis van Sant Panthaleon in Coln, van de orde der Benedictijnen, oorkonden dat zij hebben verkocht aan Gaspar von Hoesen, burger en schepen van Grevenbroich, enige landerijen in de omgeving van Grevenbroich voor de som van 1500 Jochemsdaalders.
198 Adriaen van de Velde en Pieter de Vries, schepenen in den Hage, oorkonden dat mr Huych Jansz. priester - met Adriaen Benninck als gekozen voogd - en Cornelis Pietersz., bode van den Hage, als curatoren van Heer Jan Willemsz. die een bedevaart naar Jeruzalem maakt, hebben verklaard dat deze aan het Sacraments gasthuis een rente van 2 pond hollands 's jaars schuldig is. Deze rente is verzekerd op zijn huis en erf in de Toorenstraet. Belend: O. de heerstraat, Z. de kinderen van Willem de koster, W. en N. St Agnieten zusterhuys.
199 Adriaen van de Velde en Pieter de Vries, schepenen in den Hage, oorkonden dat mr Huych Jansz. priester - met Adriaen Benninck als gekozen voogd - en Cornelis Pietersz., bode van den Hage, als curatoren van Heer Jan Willemsz. die een bedevaart naar Jeruzalem maakt, hebben verklaard dat deze aan het Sacraments gasthuis een rente van 2 pond hollands 's jaars schuldig is. Deze rente is verzekerd op zijn huis en erf in het Voorhout. Belend: N. Dirick de cramer, O. het Bosch , Z. het huisje van Jorijs Gerrijtsz. die bij 't berckenrijs woont, W. het Voorhout.
200 Jacob van Dorp en Adriaen van de Velde, schepenen in den Hage, oorkonden dat Maritgen Aerntsdr, huisvrouw van Gerrit Pietersz., wonende op het Spoye, haar testament ten gunste van Dirck Dircxz. van der Moeten herroept. Dit testament - berustende onder de weesmeesters van den Hage - had zij gemaakt toen zij in haer "olyebedde" lag en haar man op zee was ter haringvangst.
201 Pieter de Vries en Cornelis Messing, schepenen in den Hage, oorkonden dat Maritgen Anthonisdr., weduwe van de scheepmaker Vrerick Jacobsz., - met Mathijs Benninck als haar gekozen voogd - verklaarde verkocht te hebben aan de operman Mees Pietersz. een huis en erf aan de W. zijde van het Spoye. Belend: Z. de gang van de weduwe van mr Pieter Bruynss., W. genoemde weduwe van mr Pieter, N. Witte Pietersz., 0. de heerstraat. Het perceel is belast met 21 stuivers jaarlijkse rente toekomende de leproesen buyten den Hage
202 Jan van Ouwen en Adriaen van der Lindt, schepenen in den Hage, oorkonden dat Symon van der Does, deken, Franchois van Buyeren, Claes van Dam, Vincent van Wieringhen en Cornelis Coenraetsz. Messing, meesters van het Sacraments gildehuis, verklaarden onder bepaalde voorwaarden (o.a. niet spreken over de nieuwe religie) de vroegere messenmaker Mathijs Heynricxz., in het gasthuis te hebben opgenomen. Hiervoor zal deze betalen 18 pond vlaams en jaarlijks 6 pond groten vlaams die de meesters mogen verhalen op zijn vordering op Jaspar Adriaensz.
203 Adriaen van de Velde en Jan van Ouwen, schepenen in den Hage, oorkonden dat Jacob Jacobsz. de Cat, vleeshouwer, verklaarde schuldig te zijn aan de meesters van het Heilige Sacraments gildehuis een jaarlijkse rente van 12 carolusguldens gedurende het leven van Allert Cornelisz., zijn schoonvader, die in het gasthuis is opgenomen. Deze rente verzekerde hij op zijn huis en erf in het Zuideinde, geheten "In den gulden raem". Belend: N. Lenert de lindewever, 0. Cornelis Jacobsz., Z. Jacob de wyelmaecker. Bij deze akte treden op als borgen - ieder voor de helft
1- Heynrick Claesz., bakker, met zijn huis in het Zuideinde> Belend: N. Zyer Pietersz., O. de Verwerssloot, Z. Adriaen Jacobsz. brandewijnman, W. de heerstraat.
2- Joost Willemsz. Koeman vleeshouwer, met zijn huis in het Zuideinde. Belend: Z. Jan Claesz timmerman, W. en N. Cornelis pastoorken, O. de heerstraat.
204 Evert Wolfertss., schout in het ambacht van Voorburch, oorkondt dat Neeltgen Claesdr - weduwe van Jacob Willemsz. Leewen, thans gehuwd met Joris Aryaenss. - bewijs heeft gedaan van uitkoop wegens de vaderlijke nalatenschap van Jannetgen Jacobsdr. en Lijsbetgen Jacobsdr., kinderen uit haar eerste huwelijk. Voogden van deze kinderen zijn Willem Willemsz. Clos en Lenaert Willemsz. Clos. Voor de uitkoop verbindt Neeltgen haar huis met de beterschap van 11 hont land in het ambacht van Voorburg, strekkende van de weg tot aan de Broeksloot. Belend: N.O. Dirck van Alkemade, W. de Haechvaert; 5 hont land in dat ambacht strekkende van de Binckerstlaen tot het land van Pieter Louwen. Belend: N.O. de kerk of de Heilige Geest van Voorburg, Z. W. Jan Neel Willem Aemssoen; 2 hont land in dat ambacht, strekkende van de Binckerst[laen] tot het land van Lenaert Dammaszoen. Belend: Z.0. Vranck Gerrijtssoen, N.W. Lenaert Dammasz. Getuigen: Cornelis Janssoen Muyser en Thonis Diertss.
205 Cornelis Messing en Dirick Pauw, schepenen in den Hage, oorkonden dat Trijntgen Gerritsdr. - met Cornelis Pietersz. van der Heyden als haar gekozen voogd - verklaarde verkocht te hebben aan Gerrit Willemsz. een jaarlijkse rente van 2 pond hollands, vermeld in de getransfigeerde rentebrief d.d. 1551 november 23. (reg.nr. 178).
206 Burgemeesters en schepenen in den Hage oorkonden dat Cornelis Dircxsz., alias Kalijne, verklaarde schuldig te zijn aan schout, burgemeesters en gerecht van den Hage - ten behoeve van de meesters van het Sacraments gasthuis - 15 carolusgulden en 10 stuivers wegens de koop van een huis en erf in de Weststraet te Sceveninge. Belend: N. Heynrick Claesz., O. Adriaen Centen Block, Z. Maerten Claess., W. de heerstraat. Als borg treedt op Dirick Jansz. te Sceveninge.
207 Adriaen Willemsz. Criep en Cornelis van Rijn, schepenen in den Hage, oorkonden dat Cornelis Zymonss. namens zijn vrouw verklaarde schuldig te zijn aan ouwe Maritgen Geritsdr., huisvrouw van Pieter Waddez., de som van 9 pond vlaams wegens haar derde part in de koop van een huis en erf aan de 0. zijde van het Spoy. Dit perceel is belast met 2 pond hollands toekomende Claes Janssoen te Leyden, en belend: N. Cornelis Janss. Burchgen, 0. het bleekveld van Claes Pouwels., Z. de weduwe van Cornelis Adriaensz. Speek, W. de heerstraat met het Spoy.
208 Pieter de Vries en Frederick van Elborch, schepenen in den Hage, oorkonden dat Jacob Claes Doedez. en Quirijntgen Claesdr. van Sceveninge - wonende in het Sacraments gildehuis - verklaarden te hebben overgedragen aan de deken en de meesters van dat huis, ingevolge een met hem gemaakte overeenkomst, de akte d.d. 1469 februari 4. (reg.nr. 61) betreffende land in Haechambacht.
209 Pieter de Vries en Frederick van Elborch, schepenen in den Hage, oorkonden dat Jacob Claes Doesz. en Quirijntgen Claesdr. van Sceveninge, wonende in het Heilige Sacraments gildehuis, verklaarden aan de meesters van dat huis te hebben overgedragen een rentebrief van 2 pond vlaams ten laste van Lenert Cornelisz. brouwer te Delft. Dit ingevolge hun overeenkomst met genoemde meesters op 14 april 1573.
210 Mr Pieter Pietersz. en Cornelis Ariaensz., schepenen van Brielle, oorkonden dat Pieter Waddez., kuiper, als man van ouwe Maritgen Gerritsdr., verklaarde te hebben overgedragen aan Barthout Ariaensz. van Cranenbrouck de getransfigeerde rentebrief d.d. 1572 november 6. (reg.nr. 207).
211 Notaris Herman Proost instrumenteert dat Adriaen Dircxz., Engelsman, wonend in het Heilige Sacraments gasthuis, onder bepaalde voorwaarden ten aanzien van zijn verpleging aan het gasthuis heeft geschonken de helft van een huis en erf aan de O. zijde van de Volderslaen. Belend: Z. en O. Gerrit cleyne Jan, N. Aeltgen steenhouwers. Gasthuismeesters zijn: mr Melis van Haeften, advocaat Hof van Holland, Cornelis van Rijn, Adriaen Benninck, secretaris van den Hage, en Johan Hobijn. Getuigen: Zeger van Dam en de kleermaker Jan Jacobsz.
212 Johan Grijn von Sustern, voogd te Grevenbroch en Gladbag, zomede Anthon von Synsteden en Agatius Goir, schepenen te Grevenbroch; Henrich Welters en Henrich der unterster Ajuller, schepenen te Wevelinckhoven, oorkonden tezamen dat Gaspar Platz en Maria - echtgenoten te Gaster - verklaarden verkocht te hebben aan de kinderen van wijlen Gaspar von Hoesen en diens vrouw Geirtruden von Widenfeldt enige landerijen in het ambacht van Grevenbroch en de heerlijkheid Wevelinckhoven.
213 Cornelis Zybrantsz. en Adriaen Screvelsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Vincentia Symonsdr. van der Does, weduwe van de advocaat mr Jan van der Haer, - met haar vader Symon van der Does als haar gekozen voogd - verklaarde schuldig te zijn aan Trijntgen Thonisdr. een jaarlijkse rente van 3 pond vlaams gedurende Trijntgens leven. Deze rente verzekerde zij op een jaarlijkse rente van 20 carolusguldens, omschreven in de getransfigeerde akte d.d. 1551 januari 26 in kopie. (reg.nr. 177); een en ander voortvloeiend uit haar kwaliteit van mede-erfgename van Maritgen Adriaensdr., weduwe van Michiel Willemss.
214 Claes Jacobsz. Moeyt en Jacob Ewout Bruynsz. van der Dussen, schepenen in Delft, oorkonden, dat Govert Willemsz. Brasser - als erfgenaam van zijn vader Willem Pietersz. Brasser - heeft overgedragen aan de meesters van het Sacraments gasthuis een rente van 4 pond hollands 's jaars ten laste van Claes Gillisz. in het ambacht van Vlaerdinghe, vermeld in de getransfigeerde rentebrief d.d. 1539 februari 27. (reg.nr. 155). Deze rente is overgedragen ter aflossing van 9 gulden 10 stuivers die genoemde Willem Brasser aan het gasthuis schuldig was.
215 Evert Nannius Volphertsz., schout, zomede Cornelis Pietersz. en Isbraent Aemsz., gezworenen in het ambacht van Voerburch, oorkonden dat Crijn Pietersz., bakker - als man wan Neeltgen Glaesdr., weduwe van Joris Adriaensz. - verklaarde schuldig te zijn aan Andries Symonss., baljuw van Rijswijck, en Jan Diericxsz. Van 't Hoff de som van 258 carolusguldens 16 stuivers wegens de koop van de helft van een huis, erf en land aan de Geersbrugghe, dat genoemde schuldeisers van genoemde Joris Adriaensz. hadden geërfd. Deze schuld verzekerde hij:
1- op genoemd huis en land, waarvan 1,5 morgen belend is: W. de Haechsevaert, 0. de erfgenamen van Jan Symonsz., Z. de Haechsse wech of de brederwech, N. de Bruecksloet.
2- op 5 hont land, strekkende O. en W. aan Jan Coeuntsz. croft, Z. de zusteren te Rijswijck, W. de Binchorst, N. de Heilige Geest van Voorburch.
3- op 2 hont land, belend: 0. de capelrie van Voerschoten, Z. genoemde Heilige Geest, W. de Binchorst, N. genoemde Heilige Geest.
Als borg verbindt Aechtgen Jacobsdr., weduwe van Baernt Jacobsz. - met haar zoon Jan Baerntsz. als haar gekozen voogd - haar woonhuis te Voerburch. Belend: W. Cors Joachomsz. N. de heerweg, 0. genoemde Aechgen, Z. de sloot.
216 Adriaen van Cryep en Cornelis Zijbrantsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Aechgen Gerritsdr. - weduwe van de biervoerder Jan Gerritsz. - heeft verklaard dat Lucia Vrericxdr., huisvrouw van Loys Corbault en nu wonende in het Sacraments gildehuis, haar 4 pond vlaams heeft geleend, waarvoor zij nu aan de meesters van het gildehuis verkoopt een jaarlijkse rente van 2 pond hollands. Deze rente verzekerde zij op haar huis en erf in de Spoystraet. Belend: N. en W. Cornelis Pietersz. glaesmaicker, O. de Haechpoort, Z. de heerstraat.
217 Adriaen Cryep en Cornelis Zybrantsz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Elsgen Zijerendr., weduwe van de koopman Maertijn Jansz., heeft verklaard dat deze schuldig was aan Loys Corbault en Lucie Vrericxsdr. - thans wonende in het Sacraments gildehuis - een jaarlijkse rente van 9 carolusguldens. Deze rente verzekerde zij op haar huis en erf op de N.O. hoek van de Molestraet. Belend: N. Jan Diricxsz. coman, 0. het Noorteynde, Z. de Molenstraet, W. genoemde Jan Diricxsz. Het perceel is belast met 4 pond toekomende Floer Sassendr. en 5 pond toekomende de kinderen van Maertijn " In de Roos".
218 Adriaen van der Cryp en Aernt Zymonsz. Jutfaes, schepenen in den Hage, oorkonden dat Maritgen Jacobsdr, weduwe van de linnenwever Gerrit Jacobsz., - met haar zoon Joost Jacobsz. als haar gekozen voogd - verklaarde verkocht te hebben aan de schipper Rochus Aertsz. een huis en erf met een vrije poort. Belend: O. 't bleyckvelt van Joost van Leeuwen Z. Andries de smit, W. de heerstraat met de Spoy, N. Cornelis Pietersz. Het perceel is belast met 3 pond hollands 's jaars aan geestelijke renten.
219 Adriaen van der Crijp en Aernt Zimonss. Jutfaes, schepenen in den Hage, oorkonden dat de schipper Rochus Aertss. verklaarde schuldig te zijn aan Maritgen Jacobsdr., weduwe van de linnenwever Geryt Jacobsz., 40 pond vlaams voor de koop van een huis en erf met een vrije poort, belend en belast als omschreven in de koopbrief (reg.nr. 218).
220 Het Hof van Holland geeft brieven van decreet aan Jan [Gijsbrechtsz.] van Haerlem te Dordrecht als man van Geertruyt Hannemans betreffende 3 morgen 5 hont land in Vlaardingerambacht. Dit in gerechtelijke uitwinnning tegen Pieter Jansz. te Schiedam en Dirck Jansz. te Vlaardingen wegens wanbetaling van een rente van 24 carolusguldens, rustende op 2 morgen van het genoemde land.
221 Jacob van Dorp en Jacob Adriaensz. van der Burch, schepenen in den Hage, oorkonden dat Geryt Dirickxz. uit Schiedam, als erfgenaam van zijn grootmoeder Beatris Dirixsdr., verklaarde voor zich en zijn mede-erfgenaam Jan Adriaensz. verkocht te hebben aan Joost Adriaensz., eertijds bode van het Hof, het sterfhuis van genoemde Beatris in de Molestraet. Belend: O. Koenraet de Rechtere, secretaris der Staten van Holland, Z. de heerstraat, W. Aernt Breechout. Het perceel is belast met een rente van 15 stuivers jaarlijks die de Heilige Geest in den Hage toekomt en ook nog met een rente van 22,5 stuiver jaarlijks. Verkoper en koper zullen samen profiteren van de kwijtschelding van schulden die wegens de afgelopen oorlog met betrekking tot dit huis is verleend.
222 Cornelis Wyelant en Aernt van Jutfaes, schepenen in den Hage, oorkonden dat Bartholmeus Zymonss. schoemaker, heeft overgedragen aan het Sacraments gildehuis een jaarlijkse rente van 2 pond hollands, vermeld in de getransfigeerde akte d.d. 1551 november 23 (reg.nr. 178). Dit ter vervanging van een gelijke rente die hij het gasthuis schuldig was, verzekerd op zijn huis en erf "tachteromme". Belend: N. de Beeck, 0. Cornelis Aemssoen, Z. de heerstraat, W. Reymer de cuyper.
223 Lodewijck van den Bijnchorst vermaakt bij codicil aan Joost Arentsz., het hondemanneken, het huis en erf waarin des testateurs jachthonden zijn ondergebracht, gelegen in de Molestraete.
224 Johann Rinck, schout, zomede Wolter Dym, Hinrick Tibis, Ambrosius Moer en Wilhelm Raskateim, schepenen te Duiszborch, oorkonden dat Lisbet Holtgreve, weduwe van Evert Jackhuisz., verklaarde verkocht te hebben aan Itgen Tibis, meesteres van de Derde Orde een jaarlijkse rente van 3 Rijnse guldens, verzekerd op haar hofstede.
225 Notaris Florentius van Coolhem, geestelijke, instrumenteert dat Trijntgen Cornelisdr., weduwe van Joost Millinck, een testament heeft gemaakt waarbij zij vroegere testamenten herroept; zij vermaakt aan ieder van de drie kinderen van haar broeder - Ariaen en Andries Dircxz. en Aechgen Dircxdr. een gouden engel van drie carolusgulden. Voorts vermaakt zij het geld dat bij haar overlijden nog te ontvangen is van een cus-tingbrief op haar huis aan de Plaats voor de ene helft aan de kinderen van Bartholomeus Adriaensz. - haar broeders zoon - , voor de andere helft aan Ysbrandt- en Bartholomeus Dircxz. en Geertgen Dircxdr - haar broeders kinderen. Haar overige bezittingen vermaakt zij aan Neeltgen Boogaerts, huisvrouw van Cornelis Jansz. Palinck - haar zusters dochter - die bij haar heeft gewoond. Getuigen: Pieter Jansz. maeckelaer en Cornelis Corstiaensz. de Jonge, beiden burgers van Delft.
226 Cornelis van Soutelande en Gerrit Henricxz. van Sgravezande, schepenen van Delft, oorkonden dat Crijn Pietersz., bakker, - met Cornelis Aryensz., schoenmaker in het Zuyteynde en Aryen Cornelisz. jirouwersknecht als borgen - , verklaarde schuldig te zijn aan Barthelmees Claesz. Venhuysen de som van 725 gulden als restant van 825 gulden voor de koop van een huis en erf aan de 0. zijde van het Oosteynde.
227 Gerard Heyndricxz. van Sgravezande en Borgher Janss., schepenen van Delft, oorkonden dat Crijn Pietersz. verklaarde schuldig te zijn aan Bartelmees Claesz. Venhuysen 360 gulden als rest van de koopsom van een huis en erf aan de 0. zijde van het Oosteynde. Als borg treden op Cornelis Arijensz., schoenmaker in het Zuideinde en diens zoon de brouwessknecht Aryen Cornelisz.
228 Willem Jacobsz. van Voorburch en Gerrit Henricxz. van Sgravezande, schepenen van Delft, oorkonden dat Melis Cornelisz. van Buytendijck te Utrecht - als erfgenaam van zijn grootvader Willem Pietersz. en zijn oudoom Heer Jan Werms, priester in den Haghe - verklaarde overgedragen te hebben aan zijn nicht Aechgen Gerritsdr. van Medemblick in den Haghe twee rentebrieven. De eerste van 3 pond hollands ten laste van Aryen Hugesz.; de tweede groot 3 carolusguldens ten laste van Jacob Dircxz. van der Speck.
229 Harttigk Breckwoldt, schout, zomede Bernhardt Kilman en Ewaldt Bachman, schepenen te Dusseldorff, oorkonden dat Peter Romer en zijn vrouw Mettell von Megen verklaarden verkocht te hebben aan Johannes Lardens een jaarlijkse rente van 48 Rijksthaler, verzekerd op het landgoed "Zoppenbrück" bij Dusseldorff.
230 Schout, burgemeesters, schepenen en raden van Delft oorkonden dat zij op 24 april 1556 op verzoek van Jan Jansz. "in de Bruynvisch", curator over de boedel van Karman Boenhil, publiek hebben verkocht het huis met erf en gang van een poort van laatstgenoemde buiten de Schiedamse poort. Belend: Z. het erf van het gasthuis waarop het huis van Josep Symonsz. staat, N. Wiliem Willemsz. bezemmaker, O. de straat, W. de tuin van Wiliem Willemsz. Het perceel is belast met een opstal van 6 carolusguldens en gekocht door Quirijn Pietersz. voor 260 carolusgulden.
laatste wijziging 09-02-2023
538 beschreven archiefstukken
146 gedigitaliseerd
totaal 1.768 bestanden

Kenmerken

Datering:
1440-1771
Beschrijving:
Inventaris van het Archief van het Sacramentsgasthuis
Omvang in m¹:
5,25
Auteur:
F.Ch.L. Raadsveld
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Categorie:
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Sacramentsgasthuis
laatste wijziging 09-02-2023
538 beschreven archiefstukken
146 gedigitaliseerd
totaal 1.768 bestanden