Uw zoekacties: Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594

1539 Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
1539   Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594
Inleiding
1. De Groningse parochiekerken vóór de Reductie
2. De kerken
3. De archieven
4. Inventarisatie
laatste wijziging 21-01-2022
1.477 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 72 bestanden
Regestenlijst
1-100
101-200
201-300 1464 Maart 5 - 1479 April 21
301-400
401-500
501-600
1539 Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594
Regestenlijst
501-600
Datering:
1503 Juni 17 - 1510 November 19
Organisatie: Groninger Archieven
laatste wijziging 10-01-2020
Regest 501 , 1503 Juni 17 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende drie des saterdaghes nae sunte Vijt, doe Roloff Ulgher, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Dyuke Popkens te Raswert voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan Berend van Oldenseel twee juk land “up Raswerder meden”.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 526.
In dorso: Berent van Oldenzeel
Regest 502 , 1503 Juni 17 ("In den jare uns Heren dusent vijffhundert ende drie up suncte Alexiusdach confessoris").: Wyetke, weduwe van Menoldt, wonende te Raswert verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan Berent van Oldenseell twee jukken land gelegen “up Raswerter mede”.
“In oerkunde der waerheijt soe hebben hyer an ende over ghewest guede deenghesluede als Dyveke te Raswert ende Wyert in der tyet weddemans to Raswert [ende weddemans wijse hyer to gheropen ende ghebeden.]
Mr. Jacob cureet te Raswert voegt hieraan toe dit stuk op verzoek van Wyetke bezegeld te hebben.
Oorspr.; met aanhangend zegel in groene was van Mester Jacob, cureet te Baflo. Inv. nr. 526
Regest 503 , 1503 Juli 17 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende drie des Maendaghes nae sunte Margreten dach, doe Roloff Ulgher, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Hermannus abt, Egbertus prior, Bernerdus kelner, Rodolfus bursarius, en seniores en conventslieden van het convent te Adewert verklaren in ruil tegen enige renten uit de hof van Johan Wolters “buten der Aepoerten” overgedragen te hebben aan voogden van St. Walborge kerk de beide jaarlijkse rente, waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is, terwijl zij ten opzichte der oudste rente de vrijwaring op zich nemen. Burgemeesteren en Raad in Groningen voegen hieraan toe deze overdracht op verzoek van de abt c.s. mede bezegeld te hebben.
Transfix bij 2 oork. d.d. 1490 Juli 6 (Reg. nr. 388); 1492 December 24 (Reg. nr. 404).
Oorspr.; met de aanhangende zegels in groene was van ’t convent van Aduard en stad Groningen. Inv. nr. 244.
Hierbij een transfix d.d. 1505 Febr. 18 (Reg. nr. 538)
Regest 504 , 1503 Juli 19 ("In kennys der waerheyt so heb ick Geryt voers. dyt myt myn selfs hant geschreven des Zoensdages nae Sunte Mergryeten dach anno etc. XVe ende drije").: Geryt van Wou, Klockgyeter verklaart van Henrijck Klockgyeter en vervolgens van Johan dye Make en Jacop Johanss uit naam der kerkvoogden van der Ae in Gruenyngen ontvangen te hebben resp. 100 Rijnse gulden en XLII enkel Rijnse gulden en 2 Haernse gulden, volgens nader aangegeven koersberekening een totaal van 148 gulden min een half oert uitmakende.
Oorspr.; papier. Inv. no. 292.
Regest 505 , 1503 September 1 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende drie up sunte Egidius dach, doe Roloff Ulgher, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Hermen Cland, Allert Gaykumma, beide als gevolmachtigden van de gebroeders Luert, Hinrick, en Tese Katers, en van Johan Thema, allen erfgenamen van Clawes, diens broeder Sweder en van Sweders echtgenote Leeffken Katers, voor hen verklaarden toe te stemmen in de ruil en schenking van twee en een half gras land bij “Currenwech”, die wijlen Claes en Leve met kerkheren en priesters to Sunte Meerten aangegaan waren tegen overdracht van een rente van zes Arnhemse gulden uit Katersgoederen in de Hoen, onder verplichting voor priesters hiervoor jaarlijks meester Johan Hebinck en enige verder met name genoemde personen te samen met twee kleine ponden was te begaan en het overblijvende tot koorpenningen te verdelen.
Oorspr.; met het stadszegel. Inv. nr. 346.
In dorso: de priesters toe Sunte Merten.; m.a.h.: Altera pars predii iuxta Currenhoff; m.a.h.: van 2 ½ grasen landes bij Kurrenwech ghehoerde tot Katers leen; m.a.h.: Num. 24
Regest 506 , 1503 September 23 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende drie des saterdaghes voer Sunte Mycheel, doe Roloff Ulger, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stat").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Dyuke Popkens te Raswert voor hen verklaarde nog verkocht en overgedragen te hebben aan Berend van Oldenzeel een van haar 6 jukken land “up Raswerder meden”.
Oorspr. met stadszegel. Inv. nr. 526.
In dorso: Berent van Oldenzeel
Regest 507 , 1503 October 11 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende drie des dages nae Santgange, doe Roloff Ulger, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken, ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Bartolt ten Grave voor hen verklaarde met toestemming der erfgenamen van Katrine Lunschens n.l. Ouwe to Thyum, Johan Gosschalk en Hermen Lunsche [lijkt doorgestreept] overgedragen te hebben aan gemene priesters to Sunte Merten de jaarlijkse rente (van 12 gulden), waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is, met last hiermee de octaven van O.L.Vr. assumpcionis met de zeven getijden “hoechtijdeliken” te begaan, en het overblijvende onder de priesters die bij de diensten tegenwoordig geweest zijn, te verdelen.
Oorspr.; stadszegel afgevallen. Inv. nr. 366
Regest 508 , 1503 October 25 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende drie up Sunte Crispinus ende Crispianusdach, doe Roloff Ulgher, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Lambert Huginge voor hen verklaarde overgedragen te hebben aan voogden van Onser Liever Vrouwenkerken ter Ae de jaarlijkse rente, waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij een oork. d.d. 1500 Mei 4 (Reg. nr. 471).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 267
Regest 509 , 1503 October 27 ("Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende drie up sunte Symon ende Judenavent apostolorum").: Hermen Portsumma en Hille echtelieden verklaren “voer een ewige memorie ende tastament” overgedragen te hebben aan de voogden O.L.V. kerk ter Ae de jaarlijkse rente van 7 gouden Rinse gulden, waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is, met last hiervoor hun beider jaargetijden, elk met een klein pond was en offergeld - en na hun dood ook die hunner ouders - te begaan, en elke priester, die de vigilie en ochtendmis bijwoont, bij elke memorie een krumstert uit te keren.
Luloff [...]pninge voegt hieraan toe, op verzoek van zijn zwager en zuster deze verklaring mede bezegeld te hebben.
Transfix bij een oork. d.d. ??
Oorspr.; met de aanhangende zegels in groene was van H. Portsumma en L... . Inv. nr. 197
Regest 510 , 1503 November 4 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende drie des saterdaghes nae Alle Godes hilligen, doe Roloff Ulgher, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad van Groningen oorkonden, dat vrouwe Reijnolt Jarges, abdisse des convents toe Assen, en Heijle Allema voor hen verklaarden overgedragen te hebben aan “Onser Liever Vrouwen ter Noet altaer” aan de Zuidzijde van St. Mertenskerk de jaarlijkse rente van 7 schilden, waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is, zoals mr. Henrick ter Bruggen dit “voer een ewich testament” besproken en gegeven had.
Transfix bij een oork. d.d. 1405 Januari 9 (Reg. nr. 33).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 99.
Regest 511 , 1503 November 10 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende drie up sunte Mertens avent, doe Roloff Ulgher, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Johan Theme voor hen verklaarde “voer een ewich testament” overgedragen te hebben aan de voogden van Sunte Mertens kerk, de jaarlijkse rente waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij een oorkonde d.d. 1477 Juni 16 (Reg. nr. 288).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 43.
Regest 512 , 1503 November 13 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende drie up sunte Briccius dach, doe Roloff Ulgher, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Gese Mennens voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan de voogden van Sunte Mertenskerk een jaarlijkse rente van 41½ Arnhemse gulden te beuren o.a. uit Asingeheerd, land te Nijekerke, Eweren, Hiddenaheert, Robersmaheert en verdere nader omschreven landerijen.
Oorspr.; met brok van stadszegel. Inv. nr. 71.
In dorso: de vogeden toe Sunte Merten, 5.
Regest 513 , 1503 November 24 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende drie up sunte Katrinenavent, doe Roloff Ulgher, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Johan Theme voor hen verklaarde overgedragen te hebben aan gemene priesters to sunte Merten en ter Ae elk voor de helft de acht grazen land, waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is als wijlen Leefke Katers voorn. priesters" voer een testament” besproken en gegeven heeft; met last hiervoor 2 nader aangeduide memorien elk van een klein pond was te houden, en het overblijvende tot koorpenningen te verdelen.
Transfix bij een oorkonde d.d. 1356 November 12 (Reg. nr. 10).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 348.
Regest 514 , 1503 December 2 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende drie des saterdaghes vor Sunte Barbarendach, doe Roloff Ulgher, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad geven vidimus van een oorkonde d.d. 1413 Juni 10 (Reg. nr. 50).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 187.
Hierbij een transfix d.d. 1503 December 2 (Reg. nr. 515).
In dorso: Een transpoert over Roeleff Mepsche tho Roeden van 5 Schellyng renten; m.a.h.: nr. 13.
Regest 515 , 1503 December 2 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende drie des saterdaghes vor sunte Barbaren dach, doe Roloff Ulger, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Johan Mepsche to Roden voor hen verklaarde overgedragen te hebben aan voogden van O.L.Vr. ter Ae kerk “voer sodanen ewich testament, als salige Roloff Mepsche toe Roden de kerk gegeven had” een jaarlijkse rente van 5 schilden te beuren uit de rente waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is, met last voor voorn. Roloff dagelijks te bidden.
Transfix bij een oork. d.d. 1503 December 2 (R. nr. 514)
Oorspr. met stadzegel. Inv. nr. 187
Regest 516 , 1503 December 5 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende drie up Sunte Nicolaesavent, doe Roloff Ulger, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Willem Hinrickszoen de schomaker voor hen verklaarde “vor een ewich testament” gegeven en overgedragen te hebben aan voogden van Onser Leever Vrouwen ter Aekerk een jaarlijkse rente van 6 Arnhemse gulden, te beuren uit zijn aandeel in het huis, kelder, hofstede en toebehoren aan de zuidzijde van de “Bruggestrate up der stat muren”, met last hiermee Willem en zijn echtgen. jaarlijks op hun sterfdagen met een klein pond was te begaan.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 181.
In dorso: ter Ae kerke; m.a.h.: no 6; m.a.h.: dat hus op de stadmuere an de zuderzijt bij der Apoerte; m.a.h.: 6 Arens g. uth Rytze Seilmakers hues
Regest 517 , 1503 December 13 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende drie up Sunte Luciendach, doe Roloff Ulger, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Johan Sweertjeger van Tijll voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan Berent van Oldenseel twee van de vier jukken land waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij een oork. d.d. 1502 Februari 25 (Reg.nr. 488).
Oorspr. met aanhangend stadzegel. Inv. nr. 526
Regest 518 , 1504 Februari 17 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vier des saterdaghes nae sunte Valentijn, doe Roloff Ulger, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Johan Karstkens, de potgheter voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan voogden van Onser Liever Vrouwen kerk ter Ae een jaarl. rente van 3 Arnhemse gulden, te beuren uit zijn huis en hofstede met toebehoren aan de oostzijde in den Recht en Jathe, met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 260.
In dorso: ter Aekerke, m.a.h.: Jan Potgeter ynt Recht Jat
Regest 519 , 1504 Februari 19 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vier des Maendaghes vor sunte Peter ad Cathedram, doe Roloff Ulger, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat de voogden van Sunte Mertenskerk voor hen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan Heer Gharloff, Kapelaan in genoemde kerk, een jaarlijkse rente van 6 gouden Overlantse Koerffurster Rijnse gulden, te beuren uit het aandeel der kerk in de landen gelegen te Oestum en bij Katers Cruce, uit Sunte Johannes Scottele en uit alle overige inkomsten der kerk, met bepaling omtrent wederinkoop van deze rente.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 85.
Hierbij transfix een oorkonde d.d 1511 Sept. 11 (Reg. nr. 613).
In dorso: Her g(er)loff de cappelaen m.a.h.: de preesters tsunt Merten
Regest 520 , 1504 Februari 21 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vier up sunte Peters avent ad Catedram, doe Roloff Ulger, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken ende Johan Woldrinck borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat meister Albert Ymelens en meister Johan Tymmerman, kapellaan, executeurs testamentair van heer Johan Gloeden, in leven priester to Sunte Merten voor hen verklaarden, dat deze de priesters de gremio nagelaten heeft zijn hof en tuinlant met huizingen, kamers en hofstede “voer de uiterste Heerpoerte” ten Westen van de Heerestraat, voorts een kamer en hofstede met toebehoren tussen de Botteringe en Ebbinge poerten, alles bezwaard als het is met renten, met last voor hem te bidden en vier nader aangeduide memorien elk met een klein pond was, te houden, een en ander onder voorbehoud van de levenslange vruchtgebruik der voormelde goederen, met de genoemde verplichtingen ten behoeve van genoemde mr. Tymmerman.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 414.
In dorso: de priesters to Sunt Merten
Regest 521 , 1504 April 17 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vier up den soven ende twyntichsten dach in April"). : Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Willem Smyt, Vrouke zijn echtgenote, en Ludeken, Gese en Allijt, zusters van voorn. Vrouke, voor hen verklaarden, mede namens de andere zusters Elseke en Anne, verkocht en overgedragen te hebben aan Berent van Oldenzeel een juk en drie forlingen land in twee percelen in “Ynaldinger valgen” gelegen.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 526.
In dorso: Berent van Oldenseel
Regest 522 , 1504 April 27 ("In den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende vier up den soven ende twyntichsten dach in April").: Everardus Jarges doctor, pastoor toe Sunte Meerten verklaart q.q. aan heer Johan van den Hardenberge, medepriester gegeven te hebben het levenslange gebruik van twee kamers met hof en toebehoren aan de noordzijde van St. Johannesstrate ten oosten van “onses Kustershuis”, met de bepaling, dat degene die na Johan’s dood de kamer gegeven zal worden, jaarlijks een rente van drie Arnhemse gulden aan de gemene priesters van de St. Maartenskerk zal uitkeren, teneinde daardoor jaarlijks de memorie voor heer Johan op zijn sterfdag te onderhouden.
Oorspr.; met aanhangend zegel van Everardus Jarges in rode was. Inv. nr. 393.
In dorso: Uut Hardenbarchs kameren int Sanct Joannesstrate nu m. Henrick Bueter? III Ar.g.; m.a.h.: St. Joh.: strate
Regest 523 , 1504 Mei 11 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vier up sunte Pancracius ende Servacius avent, doe Hermen Lewe, Ludeken Hoerneken, Coerd Conrades ende Johan Thedema borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Yulle Jargess te Raswert voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan Berent van Oldenseel negen forlingen land, gelegen in “Raswerder valgen”.
Oorspr., met stadszegel. Inv.nr. 526.
In dorso: Berent van Oldenzeel
Regest 524 , 1504 Juli 27 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vier des Saterdaghes na Sunte Jacob apostell").: Wilhelmus Ffrederici en Everhardus Jarges, “doctoers”, en “pastoers” van de St. Merten en St. Walborghekerk verklaren overgedragen te hebben als executeurs van het testament van mr. Peter Cloeck, in leven provisor van de Heilige Geest aan de priesters “de gremio” van de St. Merten en der Akerk, elk voor de helft, de acht grazen land, waarvan de brief spreekt waardoor deze brief getransfigeerd is, zoals wijlen mr. Peter voornoemde priesters “voer een ewich testament” besproken en gegeven had, met last voor genoemde priesters voor een aantal nader aangeduide personen memorien, elk van een klein pond was, te houden, en het overblijvende tot koorpenningen te verdelen.
Transfix bij een oorkonde 1454 April 9. (Reg. nr. 152).
Oorspr.; met aanhangend geschonden zegel in rode was van Everh. Jarges, terwijl het aanh. zegel van W. Frederici is afgevallen. Inv. nr. 415
Regest 525 , 1504 Juli 30 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vier des Dinxedages voer sunte Peter ad vincula, doe Hermen Lewe, Ludeken Hoerneken, Coerd Conrades ende Johan Thedema borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Popke toe Cleywerd voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan Peter Kremer een jaarlijkse rente van 5 gulden, te beuren uit de rente waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij 5 oork. d.d. 1461 Mei 10 (Reg. nr. 182); 1462 Januari 5 (Reg. nr. 187); 1462 October 18 (Reg. nr. 192); 1467 April 2 (Reg. nr. 224), en 1502 Maart 2 (Reg. nr. 489).
Oorspr.; met stadszegel. (Inv. nr. 332)
Regest 526 , 1504 Juli 30 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vier des Dinxedaghes vor sunte Peter ad cincula, doe Hermen Lewe, Ludeken Hoerneken, Coerd Conrades ende Johan Thedema borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Popke to Cleywerd voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan Peter Kremer de jaarl. rente, waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Oorspr.; (aanh.) stadszegel afgevallen. Inv. nr. 333
Regest 527 , 1504 Augustus 16 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vier des Vrijdages na Onser Liever Vrouwen dach Assumpcionis").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Johan Traven van Munster, erfgenaam van wijlen Ffrouwijn Urmeister (voor zich en zijn beide zusters) en Grete, weduwe van genoemde Frouwijn, voor hen verklaarde betreffende diens nagelaten goederen overeengekomen te zijn, dat Grete alle aanspraken van Johan en zijn zusters op de erfenis afgekocht zal hebben, tegen betaling van 30 gouden Rijnse gulden, waarvoor zich enige met name genoemde burgers borg stellen.
Oorspr.; met afhangende stadszegel in groene was. Inv. nr. 108.
In dorso: Grete Frouwijn; m.a.h.: Grete Vrouwelijns
Regest 528 , 1504 Augustus 26 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vier des Maendages na sunte Bartolomeusdach".): Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat mr. Gheert van Wow de clockgheter to Campen voor hen verklaarde van Coert van Bremen, Lambert Huginge, Roloff Syssingk en Lubbert Ulgers, voogden van Onser liever Vrouwen ter Ae de som geld ontvangen te hebben, welke zij voor de klok, die mr. Gheert gegoten en gemaakt had, verschuldigd waren.
Oorspr.; met afhangend stadssecreetzegel (Inv. nr. 292).
In dorso: de vogeden ter Ae
Regest 529 , 1504 October 22 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vier up sunte Severus dach, doe Hermen Lewe, Ludeke Hoerneken, Coerd Conrades ende Johan Thedema borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Hette Clerck voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan Nese van Santen de kamer; waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 319
Regest 530 , 1504 December 14 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende veer des Wondesdages na sunte Llucien dach").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Johan Traven voor hen mede namens Jaspar ten Broke en Regula echtel., verklaarde, verkocht en overgedragen te hebben aan Grete, weduwe van Vrouwijn Urmeister, alle goederen, die hij van genoemde Vrouwijn geërfd heeft.
Oorspr.: met afhangend stadssecreet zegel in groene was. Inv. nr. 108.
In dorso: Grete Urmeister
Regest 531 , 1505 Januari 29 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vijve des wondesdages voer lichtmissen, doe Hermen Lewe, Ludeken Hoerneken, Coerd Conrades ende Johan Thedema borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat mr. Johan Tymmerman en Rotgher van Oldenseel, executeurs testamentair van Berend van Oldenseel voor hen verklaarden, dat genoemde Berend “voer een ewich testament besproken ende gegeven” heeft aan de voogden van Sunte Walborgeskerk, de jaarlijkse rente, waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij een oorkonde d.d. 1496 Maart 14. (Reg. nr. 430).
Oorspr.; met stadszegel. Inv.nr. 4
Regest 532 , 1505 Februari 1 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vijve up Lichtmissen avent, do Hermen Lewe, Ludeken Hoerneken, Coerd Conrades ende Johan Thedema borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Hylle weduwe van Gosschalk voor hen verklaarde, dat Golschalk voor “een ewich testament” besproken en gegeven heeft aan de gemene priesters toe Sunte Merten en procuratoren der Armen Huessitten het derde gedeelte van de jaarlijkse rente gelijk de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is, met last hiervoor Golschalk op zijn sterfdag met een klein pond was te begaan en het overblijvende onderling tot Koorpenningen te verdelen.
Transfix bij twee oorkonden, d.d. 1495 Oct. 29 (Reg. nr. 426); 1496 Januari 2 (Reg. nr. 428).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 376
Regest 533 , 1505 Februari 7 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vijve des Vrijdages voer Invocavit do Hermen Lewe, Ludeken Hoerneken, Coerd Conrades ende Johan Thedema borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Haye Takens to Raswert voor hen verklaarde overgedragen te hebben aan de gemene priesters to Sunte Meerten 9 jukken land in Ranummerhamrick, zoals wijlen Vreese to Ynaldingen dit “voer een ewich testament besproken ende gegeven had”, met last uit de inkomsten van dit land, na uitkering ener jaarlijkse rente van 3 Arnhemse gulden ten behoeve van de priesters “de gremio” in voorn. kerk tot het houden van 4 nader aangeduide memorien, elk van een klein pond was - de memorien van Haye en zijn echtgenoot ook elk van een klein pond was, te onderhouden.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 352.
In dorso: de priesters to sunte Merten; m.a.h.: d... land in Ranum; m.a.h.: Van IX iucke lands in Ranummer hemmerijcke 4 ar.g. daer van III Arens g. tho memoria Reynt upt sloet; Harman Eelwerth bruijcker.; m.a.h.: Num. 16
Regest 534 , 1505 Februari 8 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vijve des Saterdaghes voer Invocavit, do Hermen Lewe, Ludeken Hoerneken, Coerd Conrades ende Johan Thedema borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Harko Fockens en Elliken echtel. voor hen verklaarden verkocht en overgdragen te hebben aan voogden van Onser Liever Vrouwenkerk ter Ae de 16 jukken “upt" Nije lant, in Syckumma heert int Halffampt, waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is, met bepaling, dat voornoemde voogden de jaarlijkse rente van 7 gouden overlantse Rijnse gulden slechts uit de 19 jukken land van voornoemde Harko en Elliken zullen beuren.
Oorspr.; stadszegel is afgevallen. Inv. nr. 228.
Regest 535 , 1505 Februari 10 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vijve des Maendages voer sunte Valentijn, do Hermen Lewe, Ludeken Hoerneken, Coerd Conrades ende Johan Thedema borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Lleve Goltsmedes voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan Elleke Suewers een kamer en hofstede met toebehoren aan de noordzijde van de Woerd.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 320.
In dorso: Elleken Suewers, m.a.k.: de vogeden van der Ae.
Regest 536 , 1505 Februari 11 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vijve des dinxedages voer Reminiseere, do Hermen Lewe, Ludeken Hoerneken, Coerd Conrades ende Johan Thedema borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden dat mr. Johan Tymmerman ende Rotger van Oldenseel, executeurs testamentair van Berend van Oldenseel, voor hen verklaarden in uitvoering van Berends testament aan priesters to Sunte Merten nader over te dragen een en zeventig jukken en drie en twintich forlingen land meerendeels op Raswerder valgen, en op Raswerder meden, gedeeltelijk ook in Ynaldinger hamrick gelegen, en dit ter completering - naar oordeel van de pastoors met drie of 4 oudste priesters van St. Mertenskerk - van de St. Annenmis, welke Dinsdag in de St. Wolborgekerk gehouden en gesoldemniseerd zal worden naar de wijze van de H. Sacramentsmis des Donderdage aldaar gehouden.
Oorspr.; stadszegel ontbreekt. Inv. nr. 526.
In dorso: de priesters to Sunte Merten; m.a.h.: Redditus ad predia misse Sancte Anne w.ff. scrijfet
Regest 537 , 1505 Ferbuari 11 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vijve des dinxedages voer Sunte Valentijn, doe Hermen Lewe, Ludeken Hoerneken, Coerd Conrades ende Johan Thedema borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat de voogden van Onser Liever Vrouwenkerk ter Ae voor hen verklaarden in ruil overgedragen te hebben aan de voogden van Sunte Walborge kerk een jaarlijkse rente van 4½ gouden Rijnse gulden, te beuren uit Jacob Thomes halve huis met toebehoren, gelegen aan de noordzijde van het Crumme Jath, uit Onser Liever Vrouwen Scottelen ter Ae en uit alle overige kerkgoederen, en dat in ruil voor andere renten welke de voogden overdroegen, een en ander met bepaling omtrent wederinkoop van eerstgenoemde rente.
Oorspr.; met brok van stadszegel. Inv. nr. 14.
In dorso: de vogeden van Sunt Walborge; m.a.h.: ter Ae karke; m.a.k.: sprekende van IIII½ gulden rente uit ein Hoefstede int Krumme Jaet.
Regest 538 , 1505 Februari 18 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vijve des dinxedages voer Sunte Valentijn, doe Hermen Lewe, Ludeken Hoerneken, Coerd Conrades ende Johan Thedema borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat voogden van St. Walborge kerk voor hen verklaarden in ruil tegen enige andere renten overgedragen te hebben aan voogden van O.L. Vrouwen kerk ter Ae, de jaarlijkse renten, waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij 3 oork. d.d. 1490 Juli 6 (Reg. no. 388); 1492 December 24 (Reg.no. 404); en 1503 Juli 17 (Reg. nr. 503).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 244
Regest 539 , 1505 Februari 21 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vijve up Sunte Peters avend ad Cathedram, do Hermen Lewe, Ludeken Hoerneken, Coerd Conrades ende Johan Thedema borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Grethe Kremers voor hen verklaarde overgedragen te hebben aan de procuratoren van het Onser liever Vrouwen ter noet altaar in de St. Mertenskerk “dattet een voertganck hebbende word” de jaarlijkse rente, waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is, en dat Eppe Nachtegale voorts voor hen verklaarde, dat genoemde voogden voortaan de helft dezer rente zullen mogen beuren uit Sickingeheerd gelegen in ’t Nijeland; met bepaling dat, ingeval voornoemde dienst opgeheven wordt, de rente tot enig andere eredienst bestemd zal worden.
Transfix bij een oorkonde d.d. 1488 December 3 (Reg. nr. 371).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 113
Regest 540 , 1505 Maart 6 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vijve des donredages voor Judica, do Hermen Lewe, Johan Scaffer, Coerd Conrades ende Johan Woldrinck borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Bartolt ten Grave voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan de voogden van Sunte Walborge kerk, een jaarlijkse rente van 4½ Arnhemse gulden, te beuren uit zijn huis en hofstede met toebehoren, gelegen aan de Westzijde van Guldenstrate, met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met brok van stadszegel. Inv. nr. 17.
In dorso: Sunt Walborge kerke; m.a.h.: Bartelt ten Grave; m.a.h.: (in gulden straete) van 4½ Arens g.
Regest 541 , 1505 Maart 28 ("... in den jaer ons Heren dusent vijffhunder ende vijve des Vrijdages to Paeschachten marcket").: De burgemeester Hermen Lewe oorkondt, dat Clawes Peter Berendes voor hem de voogden tot O.L.Vrouwenkerk ter Ae gevolmacht heeft ten behoeve der kerk in te vorderen van Katharine, weduwe van Peter “Gherijdes het “mangeld” en dit tengevolge een “doem" van Graerdus, redge te Aedwert.
Oorspr.; papier, met brok van het opgedrukt zegel van H. Lewe in groene was. Inv. nr. 205
Regest 542 , 1505 September 6 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende vijve des Saterdages voer Onser Liever Vrouwendach Nativitatis, do Hermen Lewe, Johan Scaffer, Coerd Conrades ende Johan Woldrinck borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat de voogden van Sunte Mertenskerk voor hen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan de priesters “de gremio“ van genoemde kerk een jaarlijkse rente van 1 gouden Overlantse Rijnse gulden te beuren op Sunt Johannis to Midsomer uit hun land in de Paddepoel, uit de schotels en alle overige kerkgoederen, met last hiermee twee met name genoemde personen elk met een klein pond was te begaan, en het overig blijvende tot koorpenningen te verdelen; met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 87.
In dorso: de priesters to Sunte Merten
Regest 543 , 1505 October 29 ("Datum Anno Domini Mellesimo quingentesimo quarto fferia quarta post Symonis et Juda Apostolorum").: Johan Bisschopinck, richter in de stad Munster, oorkondt, dat Jasper ton Broke en Regula, echtel. voor hem en getuigen verklaarden ontvangen te hebben van Johan Traven, hun zwager en broeder, alle goederen, die zij van wijlen Vrawijn te Groningen geërfd hebben. “Tuchlude to gebeden Gerwijn Bisschopinck unde Johannes Themminck.”
Oorspr.; met afhangend zegel van Johan Bisschoprinck” in groene was. Inv. nr. 108
Regest 544 , 1506 Januari 28 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende sesse des Wondesdages voer Lichtmissen").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat de procuratorschen van Onser Liever Vrouwen ter Noet altaar in Sunte Mertenskerk voor hen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan Yeye, weduwe van Hinrick van Gelre, een jaarlijkse lijfrente van 9 Arnhemse gulden te beuren uit alle goederen van O.L.V. ter Noet.
Oorspr.; met afhangend stadssecreetzegel in groene was. Inv. nr. 119.
In dorso: Yeye van Gelre; m.a.h. : Dyt ys all doet ende teniet machmen derhalven beijde breffen well schoeren etc.
Regest 545 , 1506 Juni 30 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhunder ende sesse des Dinxedaghes vor Sunte Mertensdach translationis").: Burgemeesteren en Raad in Groninghen verklaren schuldig te zijn aan Sunte Walborghe kerk 156 Rijnse gulden en 4 marck en 1½ lood zilver, ten gevolge van een lening strekkende tot bezoldiging der ruiters.
Oorspr.; met afhangend stadssecreetzegel in groene was. Inv. nr. 25.
In dorso: Sunt Walborge kerke
Regest 546 , 1506 Juli 18 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende sesse des Saterdaghes na sunte Margreten dach, doe Johan Scaffer, Lludeken Hoerneken, Johan Woldrinck ende Peter Sickinghe borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Ffije Hughynghe voor hen verklaarde overgedragen te hebben aan de procuratoren van Onser liever Vrouwen ter Noet altaar in de St. Mertenskerk een jaarlijkse rente van 2 Arnhemse gulden te beuren uit Fije’s halve aandeel in een jaarlijkse rente van 3 oude Franse schilden uit de hofstede, gelegen aan de Arijp, ingevolge een oorkonde d.d. 1424 Februari 5, onder preferent verklaring van eerstgenoemde rente, en met de bepaling, dat de rente “weert sake dattet loff gheen voertghanck en haddt” aan St. Meertenskerk ten behoeve der tymmeringhe sal vervallen.
Oorspr.; met stadszegel (geschonden) Inv. nr. 115.
In dorso: Onse lieve vrouwe ter Noet; m.a.h.: Fije Hudynghe; m.a.h.: van dese breff is niet geboert all voer mijnen tijd
Regest 547 , 1506 Augustus 17 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende sesse des Maendaghes na onser liever Vrouwen assumpcio, doe Johan Scaffer, Lludeken Hoerneken, Johan Woldrinck ende Peter Sickinghe borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat mr. Ghelmer Kanter en Menolt Narcks, voor hen verklaarden overgedragen te hebben aan de procuratoren van het Onser liever Vrouwen ter Noet altaar in Sunte Mertenskerk, het vierde gedeelte van een huis en hofstede met toebehoren, gelegen aan de Zuidzijde van Keerleswech, zoals wijlen Gertrud Narcks voornoemde procuratoren “vor een ewich memorie ghegheven heeft”.
Oorspr.; met stadszegel . Inv. nr. 96.
In dorso: Onse lieve Vrouwe ter Noet altaer; m.a.h.: dat hus in Kerelsw(ech)
Regest 548 , 1506 September 26 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende sesse des Saterdaghes voer sunte Mycheelsdach, doe Johan Scaffer, Lludeken Hoerneken, Johan Woldrinck ende Peter Sickinghe borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Harko Fockens en Elliken, echtel. voor hen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan voogden van Onser Liever Vrouwenkerk ter Ae, 19 jukken land in Ubbemaheert bij Oldecloester in de Marne, met bepaling, dat de jaarlijkse rente, die voogden uit dat land hadden, vervallen is, en dat geen recht van naarkoop meer zal bestaan.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 229.
In dorso: de vogeden ter Ae; m.a.h.: van 19 jukke landes in Cloesterbueren in Ubbena heert; m.a.h.: no. 9
Regest 549 , 1506 November 2 ("Gegeven in den iare onses Heren dusent vijffhundert ende sesse des Maendaghes na alle Godes hilligen dach, doe Johan Scaffer, Luedeken Hoerneken, Johan Woldrinck ende Peter Sickinghe borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Hugo ten Miel en zijn broeder Henrick voor hen verklaarden, verkocht en overgedragen te hebben aan Johan de Maeck de jaarlijkse rente, waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is, met bepalingen omtrent wederinkoop dezer rente.
Gevidimeerd in een oork. d.d. 1522 Jan. 4. Reg. no. 679.
Regest 550 , 1506 November 7 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende sesse up Sunte Wilbertsdach, doe Johan Scaffer, Lludeken Hoerneken, Johan Woldrinck ende Peter Sickinghe borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Gheert Arpes voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan voogden van Onser Liever Vrouwenkerk ter Ae, zijn huis en hofstede, met de twee kamers en verder toebehoren, gelegen aan de noordzijde van der Aekerk, ten oosten van “dat nije straetken”, bezwaard als deze zijn met daarop rustende renten, met last hiermee hem en zijn ouders jaarlijks elk met een klein pond was te begaan, en elk priester “de gremio" bij de jaartijden een Groninger jager uit te keren.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 169.
In dorso: de vogeden ter Ae.; m.a.h.: Gert Arps.
Regest 551 , 1506 December 5 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende sesse up sunte Nicolausavend, doe Johan Scaffer, Ludeken Hoerneken, Johan Woldrinck ende Peter Sickinghe borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen geven vidimus van een oorkonde d.d. 1464 October 22. (vlg. Reg. nr. 205).
Oorspr.; stadszegel is afgevallen. Inv. nr. 323.
In dorso: Peter Wemelens; m.a.h.: de vogeden ter Ae.
Regest 552 , 1506 December 19 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende sesse des Saterdaghesvoer sunte Thomasdach apostel, doe Johan Scaffer, Ludeken Hoerneken, Johan Woldrinck ende Peter Sickinghe borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Johan Ridder voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan Eylt Tammens de jaarlijkse rente, waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij 2 oork. d.d. 1484 Mei 24 (Reg. nr. 341); 1496 Augustus 11 (Reg. nr. 433).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 446.
Hierbij een transfix d.d. 1549 Maart 5 (Reg. nr.779)
Regest 553 , 1507 ("Ghegheven in den iaer ons Heren dusent vijfhundert ende soven").: Heer Andreas Nijenborch, abt van het convent te Thesinge, heer Jacob, priester, Lyze, priores, Rixt, subpriores, en gemene conventsluden, priesters en zusters aldaar, verklaren verkocht te hebben aan Jacob Borchgrevinck een kamer, gelegen buiten Heerpoerten aan de Oostzijde van “Hamborgherbeers huus".
Oorspr.; met aanhangende zegels van de abt en van het convent van Thesinge in groene was. (beide geschonden). Inv. nr. 125.
Hierbij transfix een oorkonde, d.d. 1516 April 21 (reg. nr. 639)
Regest 554 , 1507 Februari 13 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende soven up Sunte Valentijnsavent, doe Johan Scaffer, Lludeken Hoerneken, Johan Woldrinck ende Peter Sickinghe borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, na vidimus gegeven te hebben van een oorkonde, d.d. 1502 Mei 30 (vlg. Reg. nr. 494), welke getransfigeerd was aan een oorkonde, waarin de genoemde jaarlijkse rente door Hylbrant Rolteman verkocht en overgedragen werd, aan Roloff ten Water, dat Roloff ten Water voor hen verklaarde in ruil overgedragen te hebben aan Gharmet Allema en Heijle, echtelieden, de helft van deze jaarlijkse rente benevens de helft van enige andere renten, waarvan het convent van Assen de andere helft behoudt, en dat wel in ruil voor het huis en toebehoren van wijlen mr. Hinrick ten Brugghen aan de westzijde “voor in Botteringcstrate”.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 525.
Hierbij een transfix d.d. 1521 April 22 (Reg. nr. 674).
In dorso: Garmet Allema; m.a.h.: (onleesbaar); m.a.h.: buiten Herpoorte
Regest 555 , 1507 Februari 19 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende soven des Vridaghes voer Invocavit, doe Johan Scaffer, Lludeken Hoerneken, Johan Woldrinck ende Peter Sickinghe borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Johan Ghoschalk en Aleijt, echtel. voor hen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan Yeye Butenrovers een jaarlijkse rente van 3 Arnhemse gulden, te beuren uit haar huis en de hofstede met toebehoren, nu ter tijd door hen bewoond, gelegen tussen Ebdinghepoerte en Botteringhepoerte aan de westzijde van Ebdinghepoerte op de stadsmuur, met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 131.
In dorso: Yeye Buterouers.; m.a.h.: Johan Gossel(ch?) hus
Regest 556 , 1507 Februari 27 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende soven des Saterdaghes vor den Sondach Reminiscere").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Rotgher van Oldenseel voor hen verklaarde als executeur-testamentair van Berent van Oldenseel overgedragen te hebben aan zijn “neve" en erfgenaam Willem Arendes de jaarlijkse rente, waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Hierbij als transfix de oork. d.d. 1501 Juni 15 (Reg. nr. 479).
Oorspr.; met aanhangend stadssecreetzegel. Inv. nr. 443. was transfix bij 2 oork. d.d. 1509 Oct. 2 (Reg. nr. 582); 1541 Maart 31 (Reg. nr. 769)
Regest 557 , 1507 Februari 27 ("Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende sovenn des Saterdaghes nae Sunte Mathijsdaghe apostoli").: Lluloff Coenrades verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan Rutgher van Oldenzeel een jaarlijkse rente van drie Rijns gulden, op St. Peter ad Cathedram te beuren uit zijn huis “vor Ebbijnghepoerte” met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met brokstuk van aanh. zegel van L. Coenrades. Inv. nr. 369.
Hierbij een transfix d.d. 1508 Januari 20 (Reg. nr.565).
In dorso: Rotgher van Oldenzeel (doorgeschr.).; m.a.h.: hoer susster ende de mene presters to sunte Merten; m.a.h.: Neijnck (?) in Ebbynghe strate an dyt westen 4½ Ar.g.l.
Regest 558 , 1507 Maart 6 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende soven des Saterdaghes voer den Sondach oculi, doe Hermen Lewe, These Jarghes, Lluloff Conrades ende Roloff Huginghe borghermeestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat zij op verzoek van de rentenhouders uit ’t huis en de hofstede met toebehoren van Bartolt Haben, gelegen aan de noordzijde van de Krumme Jath de drie kerkenkondingen hebben laten doen, waarop de Jacopiner, de priesters van St. Merten, ’t Vrouw Sywenconvent, en de voogden ter Ae hun rentebrieven op de stadsschrijfkamer hebben laten aantekenen, dat zij vervolgens het genoemde huis op 300 Arnhemse gulden “ghesat” hebben, welke som alleen de voogden van O.L.V. ter Aekerk in de volgende drie kerkenkondigingen geboden hebben, en dat zij daarop voornoemde voogden van der Ae tegen de genoemde som in de eigendom van het genoemde huis c.a. onder de genoemde verplichtingen gesteld hebben.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 219.
In dorso: de vogeden (ter Ae); m.a.h.: haben
Regest 559 , 1507 April 10 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende soven des Saterdaghes to Paeschachten, doe Hermen Lewe, These Jarghes, Luloff Conrades ende Roloff Huginghe borghermeestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat zij op verzoek van enige rentenhouders uit het huis, de stalling, hofstede en toebehoren van Ghese Barols gelegen aan de noordzijde van de Langerstraten en aan de westzijde van de “Rechten Jathe” o.a. ten oosten van Sicke Bennynghe de drie achtereenvolgende kerkenkondigingen hebben laten doen, waarop Ffye Huginge, St. Ghertrud gasthues, Hilbert Dunker, Bolo Benekens, Evert Bolens en Bolo Benekens, de voogden to St. Merten, St. Annenghasthues, de voogden ter Ae, hun rentebrieven - sommige meerdere - op de stadschrijfkamer hebben laten aantekenen, dat zij vervolgens het genoemde huis c.a. op 455 Arnhemse gulden “gesat" hebben, welke som alleen de voogden van O.L.V. ter Aekerk in de volgende drie kerkenkondiging geboden hebben, en dat zij daarop voornoemde voogden tegen de genoemde som in de eigendom van het genoemde huis c.a. onder vermelde verplichtingen gesteld hebben.
Oorspr.; stadszegel is afgevallen. Inv. nr. 221.
In dorso: de vogeden [...]; m.a.h.: item dat huus up de norderzijd der langerstraten mit den stallingen daer achter in den rechten Jate etc.
Regest 560 , 1507 April 28 ("Actum in domo matris et Gherardi Luytgens infra emunitatem opidi Groningensis situata, sub anno (a nativitate eiusdem (sc. Domini) millesimo quingentesimo septimo indictione decima die vero vicesima octava mensis Aprilis hora quinta post vesperas vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Julii divina providentia pape secundi anno eius quarto. Presentibus ibidem Lamberto de Helpman, Lubberto Hoeske et Wesselo Pistore et pluribus vicinis testibus").: Gherlacus de Bolten, cler. Traj. dyoc. publicus sacra imp. auct. notarius instrumenteert, dat Berent Volle cler coloniensis, burger in Groningen, oud ongeveer 27 jaar of meer, voor hem en getuigen bij overreiking ener cedel een testament met kracht subs. van codicil donatio mortis causa gemaakt heeft, waarbij hij schenkt aan de gemene priesters van St. Meerten en St. Wolburghen een jaarlijkse rente van zes gulden, te beuren uit een huis, “voer oesterpoerte” met last daarmee drie nader aangeduide memorien te houden, en verder een jaarlijkse rente van zes gulden uit ’t zelfde huis tot het zingen van de St. Annemis des Dinsdags in de St. Wolburchkerk, vervolgens aan 't Onse L. Vrouwe ter Noot altaar toe Sunte Meerten twaalf Arnh. gulden, aan heer Gheerlich zijn biechtvader twaalf Arnhemse gulden, de St. Maartenskerk negen Arnhemse gulden, allen voor eens, de observanten en de Jacopinen elk twee maaltijden.
Erflater verzocht de notaris hem van dit alles een instrument te maken waaraan deze blijkens toegevoegde verklaring, voorzien van teken, gevolg heeft gegeven.
Oorspr.; met notarismerk. Inv. no. 398
Regest 561 , 1507 Mei 15 ("Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende soven des Saterdages na ons Heren hemelvaertsdach do Hermen Lewe, These Jarges, Lluloff Conrades ende Roloff Huginge borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat jonge Johan Bijlinck voor hen verklaarde overgedragen te hebben aan voogden van O.L.V. kerk ter Ae de jaarlijkse rente, waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is, met last hiermee zijn ouders met een klein pond was te laten begaan.
Transfix bij 2 oork. d.d. 1476 April 24 (Reg. nr. 278), 1497 November 27 (Reg. nr. 451).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 198
Regest 562 , 1507 September 10 ("Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende soven up Sunte Odgerus dach doe Hermen Lewe, These Jarghes, Luloff Conrades ende Roloff Huginghe borghermeistere waren onser stadt"): Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Luken Wanynck en Lambert Harmelynck, rechte erfgenamen van Ghese, zuster van wijlen Rotgher van Oldenzeel voor hen verklaarden toegestemd te hebben in “al sodane testamente" elk van 100 gulden, als Ghese gegeven heeft aan Unse lieve Vrouwe ter Noet to Sunte Merten en aan Sunte “Mertenskerk”, waarvoor Ghese jaarlijks met een klein pond was herdacht zal worden, en dat genoemde erfgenamen de resterende 100 gulden, die hun uit deze erfenis toekwamen, verkocht en overgedragen hebben aan de procuratoren van O.L. Vrouwen ter Noot.
Transfix bij een oorkonde, d.d. 1497 Juli 7 (Reg. nr. 445) bij mede transfix is een oorkonde d.d. 1507 September 22 (Reg. nr. 563).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 103
Regest 563 , 1507 September 22 ("Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende soven up sunte Mauricius dach doe Hermen Lewe, These Jarges, Lluloff Conrades ende Roloff Huginghe borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groninghen oorkonden, dat Trude Rotghers, heer Johan van Hardenberch, Peter Kremer en Clawes Wattens, executeurs testamentair van wijlen Rotgher van Oldenzeel voor hen verklaarden dat genoemde Rotgher vermaakt heeft aan zijn zuster Ghese de jaarlijkse rente waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij een oorkonde d.d. 1497 Juli 7. (Reg. no. 445) waarbij mede transfix is een oorkonde d.d. 1507 Sept. 10 (Reg. nr. 562).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 103
Regest 564 , 1507 November 8 ("Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende soven des Maendaghes voer Sunte Merten in den winter, do Hermen Lewe, These Jarges, Lluloff Conrades ende Roloff Hughinghe borghermeistere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groninghen oorkonden, dat Hinrick Hinrickszoen en Obele Ellens voor hen verklaarden gepacht te hebben voor de duur van 80 jaar van Meijne Scaffers een stuk land gelegen “upt Schutendiep”, tegen een jaarlijkse huur van negen Arnhemse gulden, door elk voor de helft te betalen, met bepalingen omtrent betimmering van het erf.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 402.
Hierbij een transfix d.d. 1521 November 30 (Reg. nr. 678), welke mede transfix was bij een oork. d.d. 1489 October 15. (Reg. nr. 385).
In dorso: Meijne Scaffers.; m.a.h.: van dije wijn, dije dije procurator in tempore den beijden convent ad minores ende predikatores ghevet jarlixs
Regest 565 , 1508 Januari 20 ("Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende achte up Sunte Agneten avent, doe Hermen Lewe, These Jarges, Lluloff Conrades ende Roloff Huginge borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groninghen oorkonden, dat Johan van Hardenberch, priester in de St. Mertenskerk, als biechtvader van Ghese, de zuster van Rotgher van Oldenzeel voor hen verklaarde, dat deze de gemene priesters to Sunte Merten gegeven heeft de helft der jaarlijkse rente, waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is, met last haar daarmee op haar sterfdag te begaan “na uutwisinghe der preisterboeck”.
Transfix bij een oork. d.d. 1507 Februari 27 (Reg. nr. 557)
Oorspr.; met brokken van stadszegel. Inv. nr. 369
Regest 566 , 1508 Juni 21 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende achte up des hillighen Sacramentsavendt").: Johan Thedema verklaart te hebben overgedragen “voer een ewich testament" aan kerkheren en priesters to sunte Merten, ten behoeve van de St. Annen mis, welke Dinsdages in de St. Walborghe kerk “nu beghunt ende voert ... geholden zal worden" een jaarlijkse rente van twee Franse schilden, te beuren van de rente van 3 schilden uit Peter Melijs huis “aan de noordzijde van der Ae kerken”, welke rente bij niet-voortgang wederom aan Johan vervallen zal.
Oorspr.; met gebroken aanhangend zegel van Joh. Thedema. Inv. nr. 523.
In dorso: bij der Aekerke tot St. Annenmisse 2 ffransche schildden, ; m.a.h.: deze brieff schijnt al afgelost to sijn.; m.a.h.: super hiis litteris recepti sunt primo 39 goltgulden item veer ende vijfftich ar... duos ducatos et unum andream nimus leves quos reportarit ducati computati St. pro X Arnemsibus Andreas pro 32 of Peter Ulgher recepit hare pecuniam et additum est ex pecunius Sancte Anne
Regest 567 , 1508 Juni 26: Boelo Ripperda, proost en hoofdeling te Fermszum en ten Damme oorkondt, dat Albert Jansz. toe Leermense en Aijke, echtel. voor hem en getuigen verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan de voorstanders van de kapel des Hilligen Sacramentes te Zolwert, 5 grazen land, gelegen in Tyamsweerster kerspel.
“Dit is ghescheen in bijwesen der tughe als Mencko Zijghers unde Jacob de Wende”.
Oorspr.; met aanhangend zegel van Boelo Ripperda in groene was. Inv. nr. 74.
In dorso: Albert Jansen to Tyamser vijf grase landes; m.a.h.: 2; m.a.h.: Albert Johansz. vijff grasen to Tyamswer
Regest 568 , 1508 Augustus 23 ("Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende achte in vigilia Bartolomei apostoli").: Wilhelmus Ffrederici, Everhardus Jarghes en Theso Hueginghe, doctores, en pastoors van St. Merten en O.L. Vrouwen ter Ae kerk verklaren mede namens de priesters der beide kerken een nader aangeduide scheiding aangegaan te zijn betreffende landen buiten de Aepoorte, welke mr. Peter Kloeck, provisor van de H. Geest en Leefke Katers aan de priesters der voorz. kerken “voer een ewich testament” besproken en gegeven hadden, met nadere regeling der memorien, die in de betreffende schenkingsacten vermeld zijn.
Oorspr.; met drie zeer geschonden aanh. zegels van W. Ffrederici, E. Jarghes en Theso Hueghinghe. Inv. nr. 348.
In dorso: concordie breeff van den ... pastoren van VIII graesen landes in Dorkwarderder Karspell bij den Voghellsanck (doorgeschrapt); m.a.h.: Num. 12
Regest 569 , 1508 September 30 ("Gheven tomm Damnie in den jare na der boerte Christi vijfteijnhondert unde achte amm dage Jheronimi Confessoris").: Hilbrant Entens, Mello Tijackens, Edsze in de Groeda en Gheradus to den Berghe gedeputeerden van het hof gericht van graaf Edzard van Oostfriesland, stadhouder, beslissen bij wijze van minnelijke schikking in het hun opgedragen geschil tussen Heer Wolter, commandeur van het godshuis te Wijdtwart en Joest van Hemmerden uit naam van zijn huisvrouw en haar zuster, dat Joost aan de commandeur voornoemd op Sunt Micheel eerstkomende 6 Arens gulden en verder jaarlijks op die datum 11 Arensgulden zal betalen te beuren uit Galtsma heerd, met bepaling over aflossing, waartegenover de commandeur enkele verplichtingen op zich neemt. Mester Hicke ... te Emden, hoeftlinck te Doernkum en Witmunde voegt hieraan toe, op verzoek van scheidsrechters dit stuk bezegeld te hebben.
Oorspr.; het aanhangend zegel van Mester Hicke afgevallen. Inv. nr. 11
Regest 570 , 1508 October 4 ("Gheven in den jare uns Heren dusent vijffhundert und achte des dages Francisci confessoris"): Boelo Ripperda, proost en hoofdeling te Fermszum en ten Damme, oorkondt, dat Heko Holdinge van Loppersum en Hisse, echtel. en Ake van Loppsersum en Hemme Oestkens van Tukawerth, Hidse’s zuster voor hem verklaarden verkocht en overgedragen te hebben aan de voorstanders van de kapel des Hilligen Sacramentes te Zolwert, de helft van enige nader aangeduide landerijen in Hevenschinster en Oesterwerumer hammerick, die de 3 zusters geërfd hebben van Hoyko, de kleinzoon van Hoyko Edzama.
Hier hebben mede bij an ende over gewest tughe ... heer Hinrick kercheer to Tyamsweer unde Enno tho Zolwerd".
Oorspr.; met aanhangend zegel van B Ripperda. Inv. nr. 74.
In dorso: Heke Holdinghe ut sijn lant to Hevensekens; m.a.h.: Heke ende Hemme to Tukewert van IIII grasen to Hevenskens
Regest 571 , 1508 October 31 ("Gegeven in den iaer onses Heren dusent vijfhundert ende achte up al Godes Hillygeavent").: Rolef en Clawes Surijnghe verklaren verkocht en bij wijze van stoklegging voor met name genoemde buren overgedragen te hebben aan Hermen Snelle een jaarlijkse rente van 3 Arens gulden, te beuren op Eelven dusent magheden uit hun huis en hofstede te Noertsleen, met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente. Hinrick Scirenbeke, schout te Sleen, voegt hieraan toe, op verzoek van Rolof Clawes, dit stuk bezegeld te hebben.
Oorspr.; met spoor van aanhangend zegel van H. Scirenbeke in groene was. Inv. nr. 46.
Hierbij transfix een oorkonde d.d. 1510 October 18. (reg. nr. 598).
In dorso: Sunte Mertenskercke
Regest 572 , 1508 November 10: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Hanneken Wiltens voor hen verklaarde, dat haar echtgenoot Johan van Campen 25 jaar geleden “voer een ewich testament” heeft gegeven aan kerkheren en gemene priesters to Sunte Merten, (hetgeen zij thans goedkeurt), een jaarlijkse rente van één Arnhemse gulden, te beuren uit haar kamer met toebehoren aan de Oostzijde van Gelkinghestrate, ten Noorden van een gang na Dunkers huis gaande, met last hiervoor Johan van Campen jaarlijks met een klein pond was te herdenken.
Oorspr.: met stadszegel. Inv. nr. 380.
In dorso: de preesters ’t sunte Merten; m.a.h.: Int Oesten van Ghelkynghe strate bij D..yrk Hennynghes huys 1 Ar.g. korffmakers kamer 1 Ar.gl.; m.a.h.: In de ligger staat Harmen Korffmaker; m.a.h.: Num. 4
Regest 573 , 1508 November 10 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende achte up sunte Mertensavend in den winter, do Hermen Lewe, These Jarghes, Johan Schaffer ende Lluloff Conrades Borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen geven vidimus van een oorkonde d.d. 1470 Mei 22 (Reg. nr. 249).
Oorspr.; met stadszegel. Inv.nr. 356.
In dorso: de preesters ’t sunte Merten; m.a.h.: van de voegeden to S. Meerten, 7 Arens gl. vor de Armen huyssitten des solen de Procuratores der armen van de 7 gld., den preesteren betalen 4 Arens gl.; m.a.h.: Num 36
Regest 574 , 1508 December 20 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende achte up sunte Thomas avend apostel, doe Hermen Lewe, These Jarghes, Johan Scaffer ende Lluloff Conrades borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Wendele, weduwe van Ffrederick Ridder voor hen verklaarde “voer een ewich testament” overgedragen te hebben aan kerkheren en gemene priesters van de St. Merten en St. Walborghe kerk de jaarlijkse rente van 3 gouden Rijns. gulden waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is, met last hiermee enige nader genoemde memorien te houden.
Oorspr.; stadszegel is afgevallen. Inv. nr. 412
Regest 575 , 1509 Maart 17 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende negen up sunte Ghertruden dach").: Dithmar Renghers en Hidde echtel. verklaren aan gemene priesters ’t sunte Merten, van der Ae, en aan procuratoren der Armen Huissitten elk hun jaarlijkse (tot het gezamenlijke bedrag van twintig Arnhemse gulden en vier stuivers) te beuren uit hun “dwarshuis” aan de Westerzijde in Bottringestrate te zullen betalen en stellen al hun goederen daartoe tot onderpand.
Oorspr.; met aanhangend zegel van Dithmar Renghers. Inv. nr. 265.
In dorso: Ut Rengers huijs in Bottringe strate; m.a.k.: 20 Arens gl. ende vier st.; m.a.h. : Num. 10.
Regest 576 , 1509 Maart 28 ("Gegeven op ten XXVIIIen dach van Marcio Anno Domini XVC neghen: Schout, Burgemeesters, Schepenen en Raad van Aemstelredam oorkonden, dat Hillegondt Wachters, inwoonster der stad, bijgestaan door haar voogd Gherit Gherit zone van Leijden voor hen volmacht verleend heeft aan Johan Touslager, om voor haar te ontvangen alle goederen en erfenissen, als ook een rentebrief van 3 gulden jaarlijks tot nu toe berust hebbende bij Dirck Wantscheerder en Jan Meijboom, pastoors te Groeningen.
Oorspr.; met aanhangend stadszegel van Amsterdam in groene was. Inv. nr. 104.
Hierbij transfix een oorkonde d.d. 1509 Augustus 11 (Reg. no. 581), welke laatste mede transfix is bij een oorkonde d.d. 1495 Maart 27. (Reg. nr. 418).
In dorso: Nichill; m.a.h.: Onse lieve vrow ter noet; m.a.h.: Alle Yulkens III gulden toe Loppersum; m.a.h.: ... (uitgevlekt).; m.a.h.: Alle Yulken III gulden
Regest 577 , 1509 April 7 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende negen up Paeschavent").: Lambert Huginge, Sicko Benninghe, Roleff Sissinge en Lubbert Ulger, voogden van Onser Lever Vrouwenkerk to der Ae verklaren met toestemming van de kerkheer mr. Fezo Huginge, doctor in de geestelijke rechten verpacht te hebben gedurende een aantal huurjaren “alse de breven uutwisen de heer Albert vors. hevet ontfangen van de convente van Aedwert” aan heer Albert Buter vicarius tot St. Annen altaar in voorn. kerk een akker ter breedte van 2 roeden, gelegen tussen de beide Holmstraten en o.a. ten noorden door ‘t wachthuis van het Convent van Aduard, ten zuiden door de stadswetering begrensd, tegen een jaarlijkse huur van 1½ Arnss. gulden, te betalen op St. Micheel, met bepalingen omtrent het gebruik van een gang ten W. van Schoelholmstrate.
Oorspr.: de zegels van mr. Th. Huginge, Sicko Benninghe en Roleff Sissinghe, zijn afgevallen. Inv. nr. 273
Regest 578 , 1509 Mei 19 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende negen des Saterdaghes na ons Heren hemelfaertsdach, doe These Jarghes, Johan Schaffer, Peter Sickinghe ende Lluloff Conrades borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen geven vidimus van een oorkonde d.d. 1488 Januari 21 (volgt reg. no 359).
Oorspr.; met brokstuk van stadzegel. Inv. nr. 409).
Hierbij een transfix d.d. 1509 Mei 19 (Reg. nr. 579).
In dorso: preesters ’t sunte Merten; m.a.h.: Claes Katers tho Gotlinsze off tho Ffraem X Ar.g.; m.a.h.: Evert Klant; mem. vide 11 Julij 6 Octobris
Regest 579 , 1509 Mei 19 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende negen des Saterdaghes na ons Heren hemelfaertsdach, doe These Jarghes, Johan Scaffer, Peter Sickinghe ende Lluloff Conrades borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Johan Hoerneken voor hen verklaarde overgedragen te hebben aan kerkheren en gemene priesters 't sunte Merten “als to vulleste ende affkortinge sodanen testamente” als wijlen Wigbolt Wigboldes voorn. priesters gegeven had, de jaarlijkse rente van 12 Arnh. gulden te beuren uit de rente waarvan de vidimus brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is, met last hiermee en met enige andere renten uit de Lusenborch e.a. plaatsen elf nader aangeduide memorien elk van een klein pond was te houden.
Transfix bij een oork. d.d. 1509 Mei 19 (Reg. nr. 578).
Oorspr. met stadszegel. Inv. nr. 409
Regest 580 , 1509 Augustus 2 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende negen des Donredaghes na sunte Peters dach ad vincula, doe These Jarghes, Johan Schaffer, Peter Sickinghe ende Lluloff Conrades borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Arent Helt voor hen verklaarde, ingevolge het testament van wijlen zijn broeder Johan Helt, overgedragen te hebben aan de voogden van Sunte Walborghe kerk, een jaarlijkse rente van 3 Arnhemse gulden, te beuren uit zijn huis en hofstede met toebehoren, gelegen aan de Westzijde van Heerstrate, zooals Johan voornoemde kerk “voor een ewich testament gegeven heeft", met bepaling omtrent wederinkoop dezer rente.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 3.
In dorso: Sunte Walborgenkerke; m.a.h.: Arent Helt; m.a.h.: Van 3 Arens gulden rente ut ein hues in Heerstrate die Weester sijd
Regest 581 , 1509 Augustus 11 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende negen des Saterdaghes na sunte Laurensdach, doe These Jarghes, Johan Scaffer, Peter Sickinghe ende Lluloff Conrades borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Johan Thouslagher voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan de procuratoren van “Onser liever Vrouwen ter noet altaar" in Sunte Mertenskerk “inden dattet een voertghanck hevet”, de jaarlijkse rente waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is, en dat de procuratoren verklaren, dat de koopsom hiervoor hun door Ludeken Wantscherer en Hylle, echtel. “voer een testament gegeven is", onder last hiervoor elk van hun met een klein pond was, op nader aangeduide datum, te begaan en het overblijvende ten behoeve van Onser liever Vrouwen te behouden.
Transfix bij 2 oorkonden d.d. 1495 Maart 26 (Reg. nr. 418). en 1509 Maart 28 (Reg. nr. 576).
Oorspronkelijk met stadszegel . Inv.nr. 104
Regest 582 , 1509 October 2 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende negen des Dinxedaghes voer sunte Ffranciscus dach, doe These Jarghes, Johan Schaffer, Peter Sickinghe ende Lluloff Conrades borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Arent Lubberdinck uit ’t Karspel van Delden voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan Johan van Cleve ende Odeken, echtelieden, de jaarlijkse rente, waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Hierbij transfix 2 oork. d.d. 1501 juni 18 (Reg. nr. 479), 1507 Febr. 27 (Reg. nr. 556).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 443.
Hierbij was transfix een oork. d.d. 1541 Maart 31 (Reg. nr. 769)
Regest 583 , 1509 December 1 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende neghen des Saterdaghes na sunte Andreas, doe These Jarghes, Johan Scaffer, Peter Sickinghe ende Lluloff Conrades borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen geven vidimus van een oorkonde d.d. 1425 Maart 18 ( volgt Reg. nr. 56).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 508.
In dorso: preesters tsunte Merten; m.a.h.: ten Noorden van de Langerstraet
Regest 584 , 1509 December 5 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende negen up sunte Nicolausavent, doe These Jarghes, Johan Scaffer, Peter Sickinghe ende Lluloff Conrades borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren [en Raad in Groningen] oorkonden, dat (Grete ...) verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan de (procuratoren van Onser) Liever Vrouwen ter Noet altaar in S(unte Mertens)s kerk, het huis en hofstede met toebehoren, gelegen bij de Hillighen Geest, met al het huisraad, dat zich in het huis bevindt.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 108.
In dorso: (Onse lieve Vrouwe ter Noet; m.a.h.: [...] wijns; m.a.h.: ... bij den Hulghen
Regest 585 , ± 1510: Wolterus, priester te Butenpost en Acht [Karspelen] verklaart Sicke Benninge en Timen Sappens te machtigen de goederen van de in het buitenland verblijvende kinderen van wijlen Dirck Johanss en Stijne, welke goederen thans bij Claes Schomaker in bewaring zijn, in ontvangst te nemen en “in onse leve vrouwe eren" te beheren, en als erfgenamen te behouden, tenzij de genoemde kinderen of een hunner mocht terugkomen, in welk geval zij tot rekenschap hunner adminstratie gehouden zullen zijn.
Oorspr.; (?) papier. Inv. nr. 208.
Regest 586 , ± 1510: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat de voogden van O.L.V. kerk ter Ae voor hen verklaarden met toestemming van heer Mr. Teze Huginge, doctor en kerkheer der voornoemde kerk verkocht en overgedragen te hebben aan Hinrick Engelberts twee stenen kamers met de hofstede en de zolder boven Sicke Benninge’s aangrenzende poortegang, gelegen op de westzijde van de “Rechten Yaete”, onder voorbehoud van een jaarlijkse rente van 6 Arnhemse gulden, met bepaling omtrent inkoop dezer rente door Hinrick voornoemd.
Concept: papier. Inv. nr. 221
Regest 587 , 1510 Januari 9 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende teijne des Wondesdaghes vor Sunte Poncien, doe These Jarghes, Johan Scaffer, Peter Sickinghe ende Lluloff Conrades borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden na vidimus gegeven te hebben van een oorkonde d.d. 1452 Mei 20 (vlgt Reg. nr. 142), dat Egge Uutkens en Yeye echtel. vóór hen verklaarden toe te stemmen in de schenking van een jaarlijkse rente van 2 Arnhemse gulden, te beuren uit de rente waarvan gevidimeerde brief spreekt, als wijlen Hylle Fickers de St. Wolborghekerk “voer een ewich testament" gegeven en besproken had.
Oorspr.; met stadszegel. Inv.nr. 31.
In dorso: Sunte Walborghe kerke
Regest 588 , 1510 Januari 9 ("Ghegheven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende teijne des Wondesdaghes vor Sunte Poncien, doe These Jarghes, Johan Scaffer, Peter Sickinghe ende Lluloff Conrades borghermestere waren onser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, na vidimus gegeven te hebben van een oorkonde d.d. 1452 Mei 20 (volgt Reg. nr. 142), dat Egge Uutkens en Yeye echtel. voor hen verklaarden toe te stemmen in de schenking van een jaarlijkse rente van 2 Arnhemse gulden te beuren uit de rente waarvan gevidimeerde brief spreekt, welke wijlen Hille Fickers Unse Lieve Frouwe ter Noet altaar in de St. Mertenskerk “voer een ewich testament” gegeven en besproken heeft.
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 527.
Hierbij een transfix d.d. 1511 Februari 21 (reg. nr. 602).
In dorso: mester These Husynge (toe sunte Annen?); m.a.h.: Testamentum domini Gherlaci Bolten, m.a.h.: uth St. Geertruytsgasthuys in Peperstrate jarlix 2 Arens. g.
Regest 589 , 1510 Januari 19 ("Ghegheven in den yare ons Heren dusent vijffhundert ende teyne des Saterdages voer Sunte Agneten dach virginis").: Burgemeesteren en Raad in Groninghen oorkonden, dat voor hen Mr. Claes van Ballen en Meyne Schaffers getuigd hebben, dat het huwelijk tussen Abel Onsta en Hille Onsta te Groningen gesloten is en dat hun beider goed naar stadsrecht verarven zou, dat vervolgens Meijne Scaffers, die de huwelijksbrief 2 of 3 jaar onder haar berusting heeft gehad, getuigd heeft, dat na de dood van Abel Onsta tussen Hille en haar zoon Eylco Onsta een scheiding gemaakt was, invoege dat de vruchtgebruik der goederen levenslang aan Hille zou verblijven, onder uitdrukkelijk verbod deze goederen te vervreemden maar met het recht zich “een eerlich testament” te bepalen.
Oorspr.: met afhangend stadssecreet zegel. Inv. nr. 361.
In dorso: preesters ‘tsunt Merten.; m.a.h.: eyn tugnysse van vullmacht van eijn testamentum.
Regest 590 , 1510 Februari 18 ("Ghegheven in den yare ons Heren dusent vijffhundert ende teyne des Maendaghes na Invocavit, doe These Yarghes, Johan Schaffer, Peter Sickinghe ende Lluloff Conrades borghermestere waren onser stat"): Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat mr. Johan Tymmerman en Roloff Smyt als executeurs testamentair voor Lludeken Vlugge voor hen verklaarden, dat wijlen Evese Vlugge, Ludekens dochter “voer een ewich testament ende hore zielen salicheijt” geschonken heeft, ten behoeve van de St. Annenmis in de St. Walborghe kerk, de jaarlijkse rente waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij 2 oork. d.d. 1491. November 24 (reg. nr. 394). en 1500 Mei 20 (Reg. nr. 472).
Oorspr., met stadszegel. Inv. nr. 524
Regest 591 , 1510 Februari 21 ("Ghegheven in den yare ons Heren dusent vijffhundert ende teyne up sunte Peters avent ad Cathedram doe These Yarghes, Johan Schaffer, Peter Sickinghe ende Lluloff Conrades borghermestere waren onser stat").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Grete Berendes voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan heer Johan van Hardenberch, priester van sunte Merten, de 2 kamers staande op`t erf waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is, onder voorbehoud van de renten, welke de vicarius van Sunt Johans altaar daaruit geniet.
Transfix bij 3 oorkonden d.d. 1447 Januari 25 (Reg. nr. 113); 1450 Februari 14 (Reg. nr. 129), 1451 November 24 (Reg. no. 139).
Oorspronkelijk met stadszegel. Inv.nr. 128.
In dorso: dyt syt de breve van dat hus in Verhusterstrate
Regest 592 , 1510 Maart 6 ("In den jaer uns Heren dusent vijfhundert ende teijne des wonsdages voir letare Jherusalem etc."): [Aylko, pastoor], Tiddo Ickynge, Me...sstede en Renger, Kerkvoogden te Usquart verklaren ontvangen te hebben van Joest van Hemmeren en Lynke echtelieden “van ... sunte Peters unde Pauwels unser hylger patronen te Usquart” de som van 30 Arens gulden, en wel voor de verkoop (namens de kerk) van 2 grazen land, welke wijlen Galtet Galsumma, Lueke’s broeder, “unser kerken geboket hadde” en welke hij aan de St. Wolburgekerk in Groningen overgedragen had, in welke overdracht eerstgenoemde de St. Walburg kerk bevestigen.
Oorspr.; het zegel van de pastoor is afgevallen. Inv. nr. 11
Regest 593 , 1510 Maart 13 ("Ghegheven in den yare ons Heren dusent vijffhundert ende teijne des Wondesdaghes na sunte Gregoriusdach die Hermen Lewe, Johan Scaffer, Peter Sickinghe ende Lluloff Conrades, borgermestere waren onser stat").: Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Peter Knokenhouwer voor hen verklaarde verkocht en overgedragen te hebben aan de procuratoren van Onser Liever Vrouwen ter noet altaar in Sunte Mertenskerke drie vierde gedeelte van het huis en de hofstede, waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is, van welke hofstede een vierde gedeelte reeds aan genoemd altaar behoort.
Transfix bij 2 oorkonden d.d. 1440 Augustus 9 (Reg. no. 85), 1466 Januari 22 (Reg. nr. 215).
Oorspr.; met stadszegel. Inv.nr. 105
Regest 594 , 1510 Augustus 15 ("Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende teijne up onser Lever Vrouwenavent assumpcionis").: Sicko Hoveking, preester, verklaart “voer een ewige memorie ende testament “overgedragen te hebben aan gemene priesters te St. Meerten, de jaarlijkse rente van vijf mud rogge, en die van zes Arnhemse gulden, waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is, met last hiermede voornoemde Sicko op zijn sterfbed te “begaan“ met een klein pond was, terwijl priesters, die noch vigilie noch mis bijgewoond hebben van de uitkering buitengesloten zullen zijn.
Transfix bij een oorkonde d.d. 1488 Augustus 6 (Reg. no. 365) (1488 Sept. 11 (Reg. no. 366?)
Oorspr.; met aanhangend zegel van Sicko Hovekinck in groene was. Inv. nr. 390.
In dorso: desse ses Arens gulden daer desse breff van spreekt hefft Wolter Knokenhouwer aff ghelosset in den jaer ons heren dusent vijffhondert ende ses en de twintich des Vrijdages nae Sunte Merten
Regest 595 , 1510 September 6 ("Ghegheven in den yare ons Heren dusent vijffhundert ende teyne des Vrijdaghes voer Nativitatis Marie doe Herman Lewe, Johan Schaffer, Peter Sickinghe ende LLuloff Conrades borghermestere waren onser stadt"): De pastoors der kerken t Sunt Merten, t Sunte Walborghe, en Onser Liever Vrouwen ter Ae, en Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat de procuratoren der Mijnre Broderen van der Observancie voor hen verklaarden “bij onser rade ende weten soe volle ons des toekompt“ verkocht en overgedragen te hebben aan de voogden der kerken voornoemd, 2 stukken land resp. 59 en 50 grazen groot, gelegen bij Oestum en bij Katers Cruce, terwijl met een gedeelte der ontvangen koopsom verschillende verplichtingen, waarmee de Minderbroeders eertijds door de ongereformeerde broeders van het gemene leven bezwaard waren, zijn afgekocht. De gardiaan, senioren en gemene broeders van het convent voegen hieraan de verklaring toe dit stuk mede bezegeld te hebben.
Oorspr.; met de aanhangende zegels van de pastoor der St. Maarten en St. Walburgkerk en der Akerk, van de stad Groningen, en het convent der Minrebroeders, de 3 eerste in rode, de beide laatste in groene was. Inv. nr. 8.
In dorso: Sunt Walburgen kerke.
Regest 596 , 1510 September 6 ("Ghegheven in den yare ons Heren dusent vijffhundert ende teyne des Vrijdaghes voer Nativitatis Marie doe Herman Lewe, Johan Schaffer, Peter Sickinghe ende LLuloff Conrades borghermestere waren onser stadt"): Regest gelijk aan nr. 595.
Oorspr.; perkament, met de aanhangende zegels van de eerste pastoor van St. Maarten en ter Ae. (beide in rode was), en van het convent der Minrebroeders (groene was), terwijl dat van de 2en pastoor der St. Meerten en Walborgkerk afgevallen is. Op de plaats waar het stadszegel bij de andere exemplaren aanwezig is, vindt men wel een zegelstaart, zonder enig spoor echter van een vroegere aanwezigheid van een zegel. Inv. nr. 61.
In dorso: Sunt Mertenskerke; m.a.h.: landt tho Ostum unde Caters Cruse
Regest 597 , 1510 September 6 ("Ghegheven in den yare ons Heren dusent vijffhundert ende teyne des Vrijdaghes voer Nativitatis Marie doe Herman Lewe, Johan Schaffer, Peter Sickinghe ende LLuloff Conrades borghermestere waren onser stadt"): Regest gelijk aan nr. 595.
Oorspr.; perkament, met aanhangende zegels van de pastoors der St. Maarten en St. Walburg en der A-kerk, van de stad Groningen en het Minderbroeders convent, de eerste drie in rode, de beide laatste in groene was. Inv. nr. 236.
In dorso: ter Aekerke; m.a.h.: Van ’t landt thoe Ostum unde Caterscruice; m.a.h.: no 12.
Regest 598 , 1510 October 18 ("Ghegheven in den yare ons Heren dusent vijffhundert ende teyne up sunte Llucas dach, doe Hermen Lewe, Johan Schaffer, Peter Sickinghe ende LLuloff Conrades borghermestere waren onser stadt"): Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Hermen Snelle voor hen verklaarde “voer een ewich testament” overgedragen te hebben aan de voogden van Sunte Mertenskerk, de jaarlijkse rente waarvan de brief spreekt, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij een oorkonde d.d. 1508 October 31 (Reg. nr. 571).
Oorspr.: met brok van stadszegel. Inv. nr. 46
Regest 599 , 1510 October 18 ("Gecreven in den jaer M.D. ende tijne up Sunte Merten dach").: Bunno Awelsumma en Yelcke Ackumma, swager van wijlen Garbrant Sassumma verklaren “als voermunders daer kinderen”, verkocht en overgedragen te hebben aan Gert van Dulck en Bawe echtelieden, vijfhonderd land, gelegen te Elswert.
“Hyr synt to an over gewest als tugesluden heer Johan Prack, prebendaet to Uuthusen ende mester Johan Grove”.
Heer Wrytserz., kerkheer te Uuthusen voegt hieraan verklaring toe, dit stuk op verzoek van beide partijen bezegeld te hebben.
Oorspr.: met aanhangend [op witte was gedrukt] zegel in groene was van heer Wrytseer, cureet te Uithuizen. Inv. nr. 349.
Hierbij een transfix d.d. 1511 Aug. 30 (Reg. no. 612).
In dorso: Uut IIIII C. landes up dye Knelle tho Cantens XII Arn. gl.; m.a.h.: Num. 16
Regest 600 , 1510 November 19 ("Ghegheven in den yare ons Heren dusent vijffhundert ende teijne up sunt Elizabetsdach, do Hermen Lewe, Johan Schaffer, Peter Sickinghe ende LLuloff Conrades borghermestere waren onser stadt"): Burgemeesteren en Raad in Groningen oorkonden, dat Role Renekens voor hen verklaarde overgedragen te hebben “voer een ewich testament" aan voogden van O.L.V. kerk ter Ae, de jaarlijkse rente waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is.
Transfix bij 2 oork. d.d. 1468 Maart 22 (Reg. nr. 230), 1469 September 17 (Reg. nr. 245).
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 192
601-700
701-800
801-900
laatste wijziging 21-01-2022
1.477 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 72 bestanden

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Groningse parochiekerken voor de reductie
Behoort tot collectie:
Gemeente Groningen
Laatste Publicatie:
1913
Laatste uitvoer:
20-01-2022
Omvang:
5,6 m standaardarchiefberging
Licentie:
CC0 1.0 Public Domain Dedication
Categorie:
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Groningen, OLV-parochie (Akerk), voor 1595
 
Archiefvormer Groningen, Sint-Maartensparochie (Martinikerk, St. Walburgkerk), voor 1595
laatste wijziging 21-01-2022
1.477 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 72 bestanden