Uw zoekacties: Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594

1539 Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. De Groningse parochiekerken vóór de Reductie
2. De kerken
3. De archieven
4. Inventarisatie
Regestenlijst
201-300 1464 Maart 5 - 1479 April 21
1539 Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594
Regestenlijst
201-300 1464 Maart 5 - 1479 April 21
Organisatie: Groninger Archieven
Regest 202 , 1464 Juni 18 (“Acta fuerunt hec in opido Groningense in ecclesia Sancti Martini circa altare Sancti Anthonii confessoris ibidem, sub anno (a nativitate iusdem [sc Domini] millesimo quadringentesimo sexagesimo quarto indictione duodecima mensis Junii die decima octava hora sexte vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pii divina providentia pape secundi anno sexto).
Presentibus honerabilibus viris Henrico Baroldi Tidemanno Cloeck et Johanne Ketelhoet opidanis in Groningen dicto testibus fidedignis ad premissa vocatis specialiter et rogatis.”): Gerardus Wilde de Scuttorpe, cler. Mon. dioc. publicus imp. auct. notarius, ac. ord. appr. Traj. adm., instrumenteert, dat de weduwe Alferda Brandes in bijzijn en met goedkeuring van haar neef en erfgenaam Coppinus Hedinge voor hem en getuigen haar uiterste wil met kracht van testament subs. van codicil of enige andere uiterste wilsbeschikking gemaakt heeft, waarbij zij vermaakt aan de priesters “de gremio” der St. Martinikerk haar huis en tuin met toebehoren buiten de Oosterpoort, met de bepaling, dat de priester heer Willelmus Witte, haar neef, gedurende zijn leven deze goederen zal houden. Erflaatster verzoekt de notaris haar hiervan een instrument te maken, aan welk verzoek deze, blijkens toevoegde verklaring voorzien van naam en teken, gevolg heeft gegeven.
Oorspr.; met notarismerk. Inv. n°. 471.
In dorso: dominus Willelmus Witte.; m.a.h.: instrumentum donationis orti nostri extra portem orientalem.
Regest 221 , 1466 Augustus 18 (“Acta fuerunt hec in domo Philippi de Gheldria opidani in Groningen, sub anno (a nativitate euisdem [sc Domini] millesimo, quadringentesimo sexagesimo sexto, indictione decima quarta die vero decima octava mensis Augusti hora missarum pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri domini Pauli divina providencia pape secundi anno eius secundo) Presentibus ibidem ... viris Nijs Wichgheri et Gerardo Heelt ... .”): Nicolaus Poet (In B: Poeten) cler. Mon. dioc. publicus imp. auct. ac. ord. adm. notarius instrumenteert, dat de weduwe Wendelmoet Simonis incola in Groningen voor hem en getuigen haar testament subs. met kracht codicil of enige andere uiterste wilsbeschikking gemaakt heeft tot zieleheil van haar en haar vrienden, waarin zij vermaakt aan de priesters “de gremio” van de Martinikerk eenhonderd Arnhemse gulden – welke Nicolaus Anthonii et Ydeka echtelieden thans erkenden te leen te hebben – met last deze honderd gulden in een jaarl. rente van zes Arnhemse gulden om te zetten, en daarvan jaarlijks 5 of 6 Krumsterten aan pastoors der voorn. kerk tot het houden van haar jaargetijde uit te keren, en het overige na deze memorien onderling te verdelen. Erflaatster verzocht de notaris haar hiervan een instrument te maken aan welk verzoek deze blijkens een hieraan toegevoegde verklaring, voorzien van naam en teken gevolg heeft gegeven.
A. Oorspr., met notarismerk. Inv. n°. 416
B. Oorspr., met notarismerk. Inv. n°. 416.
B. In dorso: Item de VI gulden rente guet uut Ghert Seroders hues up de Ghestliken magheden straete horn.
A. In dorso: Testamentum Wendele Symonis up dije hoerne van Ghijstelijken maghede strate upt dye hoern. m.a.h.: nun 28.
Regest 233 , 1468 Augustus 19 (“Acta fuerunt hec circa oscium (?) sancti Johannis Baptiste ecclesie sancti Martini in Groningen.
Sub anno (a nativitate eiusdem [sc. Domini] millesimo quadringentesimo sexagesimo, octavo indictione prima mensis Augusti die decima nona, hora sexte vel quasi, pontificatus sanctissimi in Christo patris ac domini nostri Pauli divina providentia pape secundi anno quarto.”)
“Presentibus ... Bertoldo Gisens, Hinrico Scriba opidi, et Hinrico Loer testibus ... vocatis specialiter et regotis.”): Gerardus Wilde de Scuttorpe cler. Mon. dioc. publicus imp. auct. notarius approbatus instrumenteert, dat Johan Tedinge en Hille echtel. opidani in Groningen, voor hen en getuigen hun testament subs. met kracht van codicil of enige andere uiterste wilsbeschikking bij overreiking van een cedel hebben gemaakt, waarin zij schenken “vor ene memorie” aan de gemeene priesters van Sunte Mertene en Sunte Walburge een jaarlijkse rente van 7 Arnhemse gulden door de procurator der priesters te beuren en te verdelen uit hun steenhuis, hofstede en toebehoren aan de oostzijde van Heerstrate, met last hiermee hun beider jaartijden te begaan met vigilien, grafgang, zielmissen en verdere diensten, en daarbij een klein pond was bij de vigilien, en tot de offerlichten bij de mis te gebruiken. Erflaters verzochten de notaris hiervan een instrument te geven, waaraan de notaris blijkens een toegevoegde verklaring, voorzien van naam en teken, gevolg heeft gegeven.
Oorspr.; met het notarismerk. Inv. n°. 385.
In dorso: Dyt testament het ghegheve den presteren to Sunte Merten ende to Sunte Walburge Johan Teynghe den God gnedich sij ende Hille sin husfrauwe de noch levet welk testament inholdet VII Ar. gl. ewighe rente uut hoer steenhues in Heerstraete dat gheleghen is als men mach vinden in dijt instrument; byddet dar um ghoedes willen voer.
Regest 234 , 1468 September 1 (“Acta fuerunt hec Groninghen, in ecclesia beati Martini sub anno (a nativitate eiusdem [sc Domini] millesimo quadringentesimo sexagesimo octavo, indictione prima die prima mensis Septembris, hora vesperorum vel quasi pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Pauli divina providencia pape secundi anno eius quinto.”)
Presentibus ibidem ..... Johanne de Zwollis et Bolone Gharbrandi opidanis ... vocatis specialiter et rogatis.”): Nicolaus Pote (Poete), cler. Mon. dioc., publicus imp. auct. notarius appr. instrumenteeert dat Allardus Coninck, opidanus in Groningen, voor hem en getuigen verklaarde onder voorbehoud van levenslang vruchtgebruik geschonken te hebben tot meerdering van Godes dienst en het zieleheil van hem en zijn overleden ouders en echtgenote aan de priesters van de Martinikerk een jaarlijkse rente van 3 Arnhemse gulden, te beuren uit het huis van Gerardus Wedych in de “Ebbinghestate”, met last hiermee de jaartijden van Geye, zijn overleden echtgenote en hem te begaan met waskaarsen en “oblaties”. Heer Johannes Glode, priester van St. Martinikerk, aanwezig zijnde en de schenking aanvarende, verzocht de notaris van dit alles een instrument te geven, waaraan deze volgens een hieraan toegevoegde verklaring, voorzien van naam en teken, gevolg heeft gegeven.
A. Oorspr., met notarismerk. Inv. nr. 370.
B. Oorspr., met notarismerk. Inv. nr. 370.
In dorso: B: Testamentum Allardi Conynck nunc ex domo Nachteghall.
Regest 286 , 1476 December 19 (“Ghegheven ende gescreven in den jaer uns Heren MCCCCLXXVI des Donderdaghes vor Sunte Thomas daghe der hillighen apostels.”): Johan Hornyken verklaart verkocht en overgedragen te hebben – onder bereidverklaring hiervan de stoklegging te doen – aan heer Matheus, vicarius en kapellaan te Sunte Merten 16½ grazen land, te Myddelbert "naest der voghede lande" gelegen, met last hiermee hem en enige andere met name genoemde personen elk met een klein pond was te Myddelbert te begaan, en de priesters aldaar bij elke mis een stuiver uit te keren, en voorts om na zijn dood 30 zielmissen en vigilien te houden, en zijn jaartijd ook in de St. Mertenskerk met een klein pond was te laten begaan, en elke priester aldaar of in de St. Wolburge kerk op zijn jaartijd de mis opdragende een halve braspenning uit te keren.
Jacob Grovens, burger in Groningen voegt hieraan toe, deze verklaring op verzoek van Joh. Hornyken mede bezegeld te hebben.
Oorspr., met de aanh. zegels in groene was van J. Hornyken en Jacob Grovens. Inv. nr. 351.
In dorso: Heer Matheus; m.a.h.: Van dye 4 memorien van Johan Horentkens, dat wij den pastoer van Myddelbert gheven; m.a.h.: nu 12 (A°r.) 18 van ’t lant te Middelbert, m.a.h.: Item dyt lant sal na myne doet bliven bij mijnen altaer ende de vicarius van mijne vicarie sal bydden ende den secundum tenorem littere istius: sic fuit voluntas Johannis ut est eciam mea voluntas etc manu pro sigillo; m.a.h.: Hec voluntas est revocata per eundem Matheum ut prefectur utpote clarius habetur in testamento suo et sacerdotes in ecclesia sancti Martini possidebunt hec predia et orent pro Johanne Hornken ut habetur a tergo etc. memoriam habebunt annuatim orando pro domino Matheo qui obiit a°. etc. 92 in profesto Margarete virginis.
Regest 290 , 1477 Juli 8 (“Acta fuerunt hec in domo habitationis dicte testatricis sub anno (nativitatis eiusdem [sc Domini] millesimo quadringentesimo septuagesimo septimo indictione decima mensis Julii die octava hora vesperonum pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Sixti divina providencia pape quarti, anno sexto).
Presentibus ibidem ... domino et magistro Thoma Henrici in ecclesia sancti Martini presbytero et Petro Lubberti opidans ... testibus.”): Johannes Petri cler. dudum Mon. dioc. publicus imp. auct. notarius ac ord. appr. Traj. adm. instrumenteert dat de weduwe Else Hardebrinx, opidana in Gron., voor hem en getuigen haar testament subs. met kracht van codicil of welke uiterste wilsbeschikking ook overgelegd heeft, waarin zij onder meerdere schenkingen meest ad pior usus vermaakt aan St. Mertenskerk 60 Arns. gulden, aan de priesters “de gremio” aldaar een jaarlijkse uitkering van 2 Gron. stuivers aan elk tot koorpenningen, en anderhalf pond was om haar daarmede te begaan, voorts aan de Aa kerk 10 Arense gulden, mr. Harman Hardebrinck, heer Jacob ten Hoerne en heer Matheus resp. 3, 3 en 2 Rijnse gulden, en de executeurs testamentair 2 Rijnse gulden, terwijl zij mr. Johannes Hornken, cureet, medie porcionis ecclesie Sancti Martini ...” en voorn. Harmannus Hardebrinck, in decretis baccalarius en vicarus in de Martinikerk, en Henricus Reberch haar schoonvader tot executeur-testamentair aanstelt. Erflaatster verzocht de notaris haar hiervan een instrument te maken, aan welk verzoek deze blijkens toegevoegde verklaring, voorzien van naam en teeken, dit naar zijn verklaring en naar die van de afschrift gevende notaris, gevolg heeft gegeven.
Authentiek afschrift van Albertus Altinck, priester van de St. Martinikerk, publicus sacra imp. auct. notarius, onder toezicht van Mr. Thomas Henrici en heer Johannes Bernardi, priesters der voorn. kerk gemaakt. Inv. nr. 416.
In dorso: Else Hardebringe; m.a.h.: Testamentum daer deess procuratoers register van sprecket van B. Bartolt Conrades VI st., Coert Coenrades VI St., Derck Coenrades XXIIII st. summa XXXVI st., m.a.h. 44

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Groningse parochiekerken voor de reductie
Behoort tot collectie:
Gemeente Groningen
Laatste Publicatie:
1913
Laatste uitvoer:
20-01-2022
Omvang:
5,6 m standaardarchiefberging