Uw zoekacties: Borg Farmsum, 1246 - 1912

619 Borg Farmsum, 1246 - 1912 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
619   Borg Farmsum, 1246 - 1912
Inleiding
1.1 De Borg Farmsum
1.2 Supplement
laatste wijziging 15-05-2019
1.812 beschreven archiefstukken
13 gedigitaliseerd
totaal 452 bestanden
Regestenlijst
Records 1 t/m 100
Records 101 t/m 200
Records 201 t/m 300
Regest 288 , Vóór 1521 Augustus 10: Tziado Jensema en Hiddo Jensema, gebroederen, verklaren eene minnelijke scheiding te hebben aangegaan van land, zand en erven door wijlen hunnen vader nagelaten, hoofdzakelijk gelegen onder Oldehove en den Ham
Regest 289 , 1521 Augustus 10: Gotfridus Ludolphi, Groningensis, notarius publicus, verklaart, dat hij, op verzoek der gebroeders Tziado en Hiddo Jensema een transumpt heeft gegeven van een scheidbrief (no. 288).
Sub anno millesimo quingentesimo vicesimo primo .. . die decima mensis Augusti
Regest 290 , 1521 December 1: Tzyade Jenssema, pastoor te Oldehove, Everdt Coenrades, Clawes Scaffer, en Egbert Clant verklaren als vrienden hunne zegelen te hebben gehangen aan de oorkonde, bevattende de huwelijksvoorwaarden tusschen Hidde Jenssema en juffer Dorothea Coenrades.
In den jare onss Heren dusent vijffhundert ende een ende twintich Sondages nha sunte Andreas apostel dage
Regest 291 , 1521 December 7: Berndt van Drolshagen verklaart verkocht te hebben aan prior en convent van Bentlage een rente uit een erf en goed van Wyllem Wycherynck, burger in Groningen, door dezen verkregen bij de in deze acte getranssumeerde oorkonde, d.d. 1521 Augustus 8 (n°. 287)
Regest 292 , 1523 Maart 2: Eggert Ripperda, hoofdling toe Wydtwert, Holwyrda en Uutwyrda, ter eene, en Boelo Ripperda, proost, hoofdling toe Fermszum en ten Damme, mede namens zijne broeders en zuster, verklaren eene scheiding te hebben aangegaan van de landerijen aangekomen van Ulske, vrouwe toe Wytwart, moeder van Eggert, grootmoeder van Boelo c. s., welke landen in het stuk breeder zijn omschreven.
Ghegeven in den jare uns Heren dusent vijffhondert dre und twyntich des Maendages na Reminiscere
Regest 293 , 1523 April 8: Wyllem Wicgeringe, "des rades medegeselle" en Truue zijne vrouw verklaren verkocht en overgegeven te hebben aan Cornelis van Niencloester eene jaarlijksche rente van derdehalve oude Fransche schilden, te beuren uit huizen te Groningen genoemd in den brief, daar deze als transfix is doorgetrokken.
In den jaren ons Heren dusent wijfhundert en dre en twintich des anderden Woensdages na Paschedach
Regest 294 , 1525 September 2: Clemens episcopus draagt, naar aanleiding eener klacht van Bawe Katers, domicella, tegen Teso Katers en de erfgenamen van wijlen Hinricus Katers over het jus patronatus en het aanstellen van een geschikten persoon in de vacature van het Maria-altaar in Husinge, aan de abten van Adwert, Siloe en Wijtwert op, in die vacature op gepaste wijze te voorzien.
Datum Rome apud sanctum Petrum anno incarnacionis Domini millesimo quingentesimo vicesimo quinto 2 Septembris
Regest 295 , 1526 September 10: Wijllem Wycherijnge verklaart te hebben verkocht en overgedragen aan Albert tho Bijllijngeweer eene jaarlijksche rente van zes Arendsguldens, te beuren uit een hof buiten Botterijngepoerte bij de "brunne" gelegen.
Ghescreven in den jaer ons (Heren) dusent vijffhundert sesentwijntijch Manendages na Marien Geborte te Vrijgmarckede
Regest 296 , 1526 October 22: Lambert Bannynge verklaart verkocht en bij wijze van stoklegging overgedragen te hebben aan zijne broeders Roleff, Johan en Egbert, alle goed en erfenis, hem aangekomen van wijlen zijnen vader Johan.
Gegeven in den jaer ons Heren dusent vijfhondert ses en twijntijch des Maentdages na Elvendusent mageden
Regest 297 , 1527 Februari 1: Willem Wichringe verklaart verpacht te hebben aan Ghert Decker en Alijt zijne vrouw een "olden moelenbarch buten Botteringepoerte", bij de molen van Johan Maechs.
In den jare unss Heren dusent vijffhundert soven ende twintich up uns Liever Vrouwen Lichtmissen avont
Regest 298 , 1527 April 23: Albertus, proost van het klooster te Schildwolde, zuster Adelheit priorinne, zuster Rensche suppriorinne, senioren en verdere conventualen van dat klooster, verklaren verkocht te hebben aan Johan Renghers van den Poste en Jutte zijne huisvrouw, eene hoeveelheid lands onder Loppersum.
In den jare unses Heren dusent vifhondert soeven ende twintich Dinxdages nae Paeschen
Regest 299 , 1527 Mei 2: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat mester Ghoesen Allema heeft verkocht en overgedragen aan Evert Coenrades eene hoeveelheid lands buiten der Aepoort, in Ghelkingelandt gelegen.
In den jare unss Heren dusent vijffhundert soeven ende twintich up avonde Inventionis crucis
Regest 300 , 1527 Mei 24: Ghererdus Zwollis, abt des convents van Wittewerum, verklaart, dat Detmer Renghers en Marie zijne huisvrouw, wonende te Steenwick, verkocht hebben aan Johann Renghers en zijne vrouw Jutte hunne goederen, rechtingen en heerlijkheden in ten Post of Wittewerum in Woltersummer kerspel, benevens die in Drenthe in het kerspel van Eelde gelegen.
In den jare unses Heern dusent vijffhondert soeven ende twintich des Vrijdages voer unseres Heern Hemmelvaertzdach
Regest 301 , 1527 Juni 6: Bernt van Munster, heer te Runen, verklaart dat hij aan Catherijne, wed. van Symon Polman heeft gegund en gegeven de "wederkoep en de losse" van eene door haar verkochte jaarrente van elf Zwolsche mudden rogge, te beuren uit "den Nijenhove".
Gegeven in den jaren unses Heren dusent vijfhundert unde sevenendetwintich up Donredach na sunte Bonifatius mijt syner geselschap
Regest 302 , 1528 Mei 19: Johan Bannijnge, mede namens Hijlle zijne vrouw, verklaart bij wijze van stoklegging te hebben overgedragen aan Johan Bannijnge, zijns broeders zoon, de goederen en erfenis, welke hij van wijlen zijn broeder, den ouden Johan Bannijnge, voor de helft heeft geërfd, zoodat zij beiden even veel bezitten van Bannijnge goed en erf in de marke te Borck.
Gegeven in den jare ons Heren dussent vijffhonderd achtentwijntich des Dinxdages na sinte Servatiusdach des hilgen biscops
Regest 303 , 1529 April 4: Wygbolt Lewe en Johan ther Borch verklaren, als dedingslieden, dat een huwelijk is besloten en de voorwaarden daarvan zijn vastgesteld tusschen Johan Rengers van den Poste en juffer Zuete Polmans, weduwe van Reynolt de Vos.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhondert ende negen en twijntijch up den achten dach van Paschen
Regest 304 , 1529 November 10: Burgemeesteren en raad in Groeninghe verklaren, dat Berner Jarges en Johan ten Holte eene scheiding hebben aangegaan van verschillende goederen, nader in het stuk omschreven, waaronder eene jaarrente.
Gegeven ijn den jaer unss Heren dusent vijffhundert negenendetwintich up sunte Martensavent ijn den winter
Regest 305 , 1530 Augustus 30: Johan Renghers ten Poste met zijne twee zonen Edzardt en Johan, tevens gevolmachtigde van de andere broeders, ter eene, en Vincencius van Besten ter andere zijde, komen ten overstaan van de dedingslieden Gheert, abt te Wytthewerum en Henrick, prior te Scharmer, in der minne overeen aangaande eene scheiding van goederen, wenschelijk geworden door de "hemelyke truynge" van hunne kinderen Gheerlijch van Besten en jufier Bywe Renghers.
In den jaeren unses Heeren dusent vijffhundert ende dertich op Dinxdach nae Decollacionis Johannis
Regest 306 , 1530 November 22: Johan Rengers van den Poste, Claes Alberda, redgers en rechters op het Sand in Eesterrecht, geven eene uitspraak in een geschil tusschen de kerkvoogden te Leermense en Rennolt Popkens, over eene landhuur van twee arensguldens en den eigendom van het betrekkelijk land, in welke zaak aan weerszijden getuigen worden bijgebracht.
Gescheen des dages Cecilie virginis anno dusent vijff hondert und dertich
Regest 307 , 1530 November 29: Willem Wychringhe verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan Claes Varwar en Kathrina zijne vrouw eene jaarlijksche rente van "vijfftenhalven golden rijnsche guldens", te beuren uit een stuk lands gelegen in de Noortmane.
In den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende dertich up avende Andrees den hilligen Apostell Gods
Regest 308 , 1531 Maart. 19: Ture Jenssen, ridder te Lindholm in Sweden, verklaart ter leen te hebben ontvangen in zijne "noth undhe elenddigheth" van vrouwe Ode Enttens van Nordorp en Grothussen de somma van honderd philipsguldens, welk bedrag hij aanneemt te resti-tueeren, zoodra hij in zijn land terugkomt.
Gescreven to Blochus Dominica Laetare als man screff MDXXXI
Regest 309 , 1531 Juni 16: Gerardus Swollis, abt tho Witteweerum, Gerardus abt tho Thesinga, Melchior Rengers tho Scharmer, Johan Rengers ten Poste, Fecko Omptada upt Sandt en Otto Clandt, hoofdlingen, benevens de andere scheppers der Drie Delfzijlen, Johannes Steenwijck, hoffmester van die Roede Schoele, Gerardus abt tho Thesinga, doctor Rodolphus Mepsche, pastoor te Bedum, Syart Mepsche, hoofdling, Butto Awlsumma, Peter up Onnemaheert, benevens de schepperen van Wijnsummerzijl, Johannes Rees, Wilhelmus Gronningen, kelners van Adewardt, Raijnck Koenijnck, broeder Ede van wege het convent van Zelwaert, Jacob Sijbeltz, Sijrp Allersuma benevens de gemeene zijlvesten van Aedwarderzijll en de gemeene scheppers voorschr. verklaren eene overeenkomst te hebben gesloten tot instandhouding en handhaving der oude zijlbrieven, rechten en gewoonten, met toezegging van onderlingen steun en bijstand.
In den jaere unses Heeren duisent vijffhondert een end dartich des daeges nha Viti et Modesti
619 Borg Farmsum, 1246 - 1912
Regestenlijst
Regest 309
, 1531 Juni 16: Gerardus Swollis, abt tho Witteweerum, Gerardus abt tho Thesinga, Melchior Rengers tho Scharmer, Johan Rengers ten Poste, Fecko Omptada upt Sandt en Otto Clandt, hoofdlingen, benevens de andere scheppers der Drie Delfzijlen, Johannes Steenwijck, hoffmester van die Roede Schoele, Gerardus abt tho Thesinga, doctor Rodolphus Mepsche, pastoor te Bedum, Syart Mepsche, hoofdling, Butto Awlsumma, Peter up Onnemaheert, benevens de schepperen van Wijnsummerzijl, Johannes Rees, Wilhelmus Gronningen, kelners van Adewardt, Raijnck Koenijnck, broeder Ede van wege het convent van Zelwaert, Jacob Sijbeltz, Sijrp Allersuma benevens de gemeene zijlvesten van Aedwarderzijll en de gemeene scheppers voorschr. verklaren eene overeenkomst te hebben gesloten tot instandhouding en handhaving der oude zijlbrieven, rechten en gewoonten, met toezegging van onderlingen steun en bijstand.
In den jaere unses Heeren duisent vijffhondert een end dartich des daeges nha Viti et Modesti
Datering:
1531 Juni 16
NB:
Afschrift.
In een vidimus d.d. 1629 Juni 15.
Twee afschriften
Zie ook:
Organisatie: Groninger Archieven
laatste wijziging 13-05-2019
Regest 310 , 1531 Augustus 9: Burgemeesteren en raad in Groeningsen verklaren, dat Evert Entens heeft verpacht aan Daem Trumsclaeger c.u. een "leghe stede" gelegen in Volckeryngestrate.
In den jaer unss Heren dusent viffhundert een ende dartich up avende Laurentii martiris
Regest 311 , 1532 Maart 19: Anthonius, abbas te Rottum en prepositus van Usquard, Henricus Johannis, prior, Egbartus en Bernardus Groninghensis, seniores, verklaren namens het convent van Rottum te hebben ontvangen van Fecko Ompteda de som van 110 emder guldens, voortspruitende uit zekere renten van Bijwemaheert onder Usquart, welk bedrag, waarover verschil was, door de compositores Wolter, commendator in Wijtwert, en Edzart Renghers aan het klooster van Rottum was toegewezen, welk convent hierbij verklaart van verdere aanspraken aftezien.
Actum anno vijfteijn hundert tweundartich up Dynxdaghe voer Palm
Regest 312 , 1532 Mei 16: Stadhouder en hoofdmannen in Groningen verklaren, dat Eltet to Lellens, burgemeester van Gronijngen, Hinderick Schultinck, Hinderick Boekens, Albert Frericks en Johan Louwens, als gekozen arbitratoren, uitspraak hebben gegeven in het geschil tusschen Jursummakluft ter eene, en Zantmer, Wijckmer en Kusemerkluften aan de andere zijde, rakende de opbrengst en betaling der jaarlijksche taxt of schatting voor den landsheer.
In den jare unsz Heren dusent vijffhundert twe ende dartich up Donredach voer den hilligen Pinxterdaghe
Regest 313 , 1532 Mei 31: De overrichters in het Halfampt geven eene sententie in een geschil tusschen Hidde Onsta en Reiner Germens, in zake een rechtschap onder Leens.
Gegeven in den jaere unsses Salichmakers duisent vijffhundert ende tweendertich up Vridach nae Sakrament
Regest 314 , 1533 Augustus 30: Wilricus Hayens, pastoer toe Damme enz., oorkondt, dat Uffko van Reijda, prebendaat toe Damme. als volmacht van Hoyke Tamminga, weduwe jr. Fock van Peuzum, verklaart, dat deze heeft verkocht aan Claes Cater, hoofdling in Frama, eene hoeveelheid lands onder Wijrdum.
Actum int jaer uns Heren dusent vijffhundert und dre ende dartich den dartichsten dach mensis Augusti
Regest 315 , 1533 November 10: Reynt van Echten verklaart ontvangen te hebben van Helmich Polman, zijnen neef, vijftig gouden rintsche guldens, herkomstig van de groene tienden te Gheys, in het kerspel van Oesterhesselen.
In den jaren unsz Heren dusent vijfhundert und dreyendertich up sunte Mertensavent in den winter
Regest 316 , 1534 Juni 23: Johan Sickijnghe, raadsheer der stad Groeninghen, oorkondt, dat Berner Jarges heeft verklaard, dat Johan ten Holte met gereede penningen zekere jaarrente heeft afgelost, beschreven in de oorkonde d.d. 1529 November 10 (n°. 304), waardoor deze brief is getrokken.
In den jaer unss Heren dusent vijffhundert veer ende dartich up avende Nativitatis Johannis Baptiste
Regest 317 , 1534 October 1: Harijnck Sijtyema en Jeye zijne vrouw verklaren verkocht te hebben aan Johan ten Holte en Grete zijne vrouw eene hoeveelheid lands met toebehooren onder Godlinse.
In den jaer ons Heren dusent vijffhondert veer ende dertich up sunte Remigiusdach
Regest 318 , 1535 Mei 31: Everdt Mepsche, burgemeester, Hiddo Jensema en Coerdt Coenrades verklaren, dat Evert Coenrades in zijne ziekte en in bijzijn van zijn zoon Derrick en zijne dochters Syert en Ode van hen heeft verzocht, dat bij scheiding na zijn dood uit de ouderlijke nalatenschap aan zijne genoemde dochters zullen worden toegewezen eenige landerijen, gelegen nabij Groningen, ingevolge welk verzoek en met toestemming van Derrick en Syert en Ode zij verklaren, dat Syert en Ode op deze wijze uit de ouderlijke nalatenschap worden "uuthgebodelt en affgescheyden".
In den jaer uns Heren dusent viffhundert viff ende dartich, Maendaegh na hillige Sacramentzdach
Regest 319 , 1535 Juni 21: Fecco Ompteda, hoofdling op 't Zandt, verklaart, dat Tamke Eckens op 't Zandt heeft verkocht en overgedragen aan de kerkvoogden in de Rijpp, te weten meyster Menco, pastoer, Popco Entens, [Erasm]us Evers, Aybe toe Wijnghetijll en Lijppo Writsers, eenig land in de Zeerijpp.
IJn den yare ons Heren dusent vijffhondert ende XXXV des Maendaghes voer sijnte Johannis Baptisten Gheboerte
Regest 320 , 1535 October 6: Willem Wicherijnghe verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan Gertruedt, weduwe van Evert Eeltz, eene jaarlijksche rente van vijftien arensguldens, te beuren uit een stuk tuinland buiten Bottrijnghepoerte.
In den jaren uns Heren dusent viffhundert viff ende dartich Woensdages na sunte Franciscusdach
Regest 321 , 1536 Januari 5: Johan Bannynge en Hille zijne vrouw verklaren verkocht en bij wijze van stoklegging overgedragen te hebben aan Grete Bannijnge met hare zonen Rolef, Johan en Egbert, zijne neven, zijn halve erf te Bannijnge, in de marke te Borck, onder den klokslag van Anlo, en alle toebehooren, met ééne uitzondering.
In den jaer ons Heren dusent vijfhondert unde ses ende dartijch up der hilger Dreconijngeavent
Regest 322 , 1536 Februari 24: Hugo de Nulo, doctor, persona personatus en pastor der kerken in Gronijnghen, Rodolphus Mepsche, doctor, persona in Baffelt en pastor te Bedum, en Fredericus Hesseli, pastor en commissarius te Baffelt, geven als "segghesheren" uitspraak in een geschil tusschen Beteca, weduwe Wigbolt van Ewsuma, met hare kinderen en aanhangers, t.w. pastor en voogden te Middelstum ter eene, en de gebroeders Bartolt en Peter Entens ter andere zijde, aangaande de nominatie en presentatie in de prebende sancti Nicolai te Middelstum.
Int jaere ons Heren dusent vijff hundert ende ses en dartich up avent sancti Matthie apostoli
Regest 323 , 1536 April 20: Hayke to Enghelum en Balle Hummersma, grietmannen in Hummerse en rechters "desser zaken", verklaren, dat zij Hillebrant Roltman "afgheset" hebben en Hidde Yensma "ter hant gheset" verschillende landerijen onder Saexum, Nyenhove, nadat een beroep van Roltman door de westerwarf was verworpen.
Des Donderdaechs na den heylighen Paeschedach int jaer ons Heern dusent vijfhondert ende sesendertich
Regest 324 , 1536 Juni 8: Caerle, koning van Germanien etc., verklaart, dat door zijne gecommitteerden George Schenck vrijheer tho Touthenborch, heer Claudt van Wonthon, ridder, heer Carbaroen, raad en kamerling, en meester Geerdt Mulert, requestmeester, ter eene, en de regeering van stad Groningen en Ommelanden ter andere zijde, een tractaat is gesloten, waarbij de oude rechten en privilegiën van de stad en de Ommelanden, op zekere voorwaarden, gehandhaafd blijven.
Aldus gedaen ende gesloeten denn achten dach Junij anno vifftienhondertt seeszendartich.
Regest 325 , 1536 Juni 15: Caerle, koning van Germanien etc., verklaart het tractaat met de stad Groningen en Ommelanden, d.d. 1536 Juni 8 (n°. 324) te accepteeren en te approbeeren.
Gegeven in unser stadt Brussel den vijfftiensten dach van Junio int jaer unses Heeren duisent vijffhondert sees unde dartich
Regest 326 , 1538 Februari 25: Gerardus Zwollis, abt te Wittewerum, en Eysse thoe Lellense, hoofdling thoe Steem, verklaren, dat Johan Renghers van de Posthe en juffer Suete Polmans zijne huisvrouw eenige wijzigingen hebben gebracht in hunne huwelijksvoorwaarden.
In den jare unsses Heren dusent vifhondert unde achtendertich des Maendages nae sunte Matijs apostell
Regest 327 , 1538 Augustus 29: Heer Wyaert Edzeken, pastor te Hevensches, Aytko Edzema en George Ubbens, kerkvoogden, verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan Mencko Ludolphi, pastoer in de Rijp, Aybe to Wyningetill, Erasmus Everts, Popko Entes, en Hinrick Ewekens, kerkvoogden aldaar, ten behoeve der vicarie, eene hoeveelheid lands aan den Grauwedijk.
In den jaere unss Heren dusent vijffhondert acht unde dertich up dage Decollationis Johannis
Regest 328 , 1538 September 24: Wijllem Wycherynghe verklaart te hebben verpacht aan Johan Wessels en Aucke zijne vrouw de helft van een stuk lands, gelegen buiten Bottrijngepoerte.
In den jaere unss Heren dusent viffhundert acht ende dartich Dinxsdaeges na Mathei apostoli
Regest 329 , 1539 Mei 26: Gherardus Zwollis, abbas in Werum, verklaart, dat Edzardt Renghers, Frans Renghers, Seyno Renghers, Sweer Renghers van den Poste ter eene, en Johan Renghers van der Arenshoerst ter andere zijde, eene minnelijke erfscheiding hebben aangegaan van alle behuizingen, erven, landen, renten en gereed geld, door hun vader Johan Renghers van den Poste nagelaten.
In den jaere ons Heren dusent vijffhondert neghen ende dertich des Maendaghes ijnde Pinxter hillige dage
Regest 330 , 1539 December 11: Wijllem Wicherijnghe verklaart te hebben verhuurd aan Hille Horenken eene hoeveelheid lands liggende achter St. Walburgen, in "Heyngehemmerick".
In den jaer uns Heren dusent vijffhundert negen ende dartich Donredages na Conceptionis Marie
Regest 331 , 1540 April 28: Gerardus Swollis, abt tho Witteweerum, Gerardus, abt tho Thesinghe, Hiddo Jensema, Botto Auwelsuma en mester Herculens, gekozen zoenslieden van beide partijen, geven eene uitspraak in een geschil tusschen de zijlvesten van Aedwerderzijll ter eene en de "arffden en buiren" van Peijse, Vrees, Roden en Foxwolde ter andere zijde, naar aanleiding van het verdrag en de "compositie", gesloten in 1509 en de vernieuwing daarvan.
Actum in den jaere ons Heeren duisent vijffhondert ende viertich den 28 dach Aprilis
Regest 332 , 1540 Juni 28: Kaerl, koning van Germanien etc., verklaart door bemiddeling van zijnen stadhouder Maximiliaen van Egmondt, graaf van Buren etc., Claes Kater, op zijn verzoek na den dood zijns vaders Luwaert Kaeter, beleend te hebben met het Nidinge- of Hinrich Evertsgoed "binnen Groeningen up Folkerdingestraete hoerne", met eenige bijbehoorende landen, op dezelfde wijze als zijn vader Luwaert dat in leen heeft gehad, in presentie van Uniko Ripperda, Gerlich Doys e.a.
Gegeven in onser stadt van Groeningen den XXVIII dach Juni anno XVC viertich
Regest 333 , 1541 April 20: Burgemeesteren en raad in Groenijnghen verklaren, dat een huwelijk is tot stand gekomen tusschen Anthonius Poelmans en Gertruidt Ulgers, waarvan de voorwaarden in het stuk zijn omschreven.
Gegeven in den jaer unss Heren dusent vijffhundert een end veertich Woensdaeges nae Paeschen
Regest 334 , 1541 Juni 25: Roleff Bannijnge verklaart te hebben verkocht en bij wijze van stoklegging te hebben overgedragen aan Johan en Egbert Bannijnge zijn deel van zijns vaders goed, liggende in de marke Borck, onder den klokslag van Anlo.
In den jaer ons Heren dusent vijfhonderd unde een en veertigh up den selven dach Lebuini confessoris
Regest 335 , 1541 Augustus 13: Lambert Bannijnck verklaart bij wijze van stoklegging te hebben verkocht aan Johan en Egbert Bannijnck, zijne broeders, zijn goed in Bannijnge, in de marke van Borck, onder den klokslag van Anlo, voor zooverre hem dat van zijne ouders is aangëerfd.
In den jaer ons Heren dusent vijfhondert een en veertigh den dertijnden dach der maent Augusti
Regest 336 , 1542 Januari 7: Edzaert Rengers ter eene en Fouwel Holdinga ter andere zijde stellen, in verband met hun huwelijk, ten overstaan van de getuigen Hijdde Onsta, Johan Renghers, Rennolt van Burmania en Hector van Hoxmer, bepalingen vast voor de uitkeering eener lijftocht in geval van vooroverlijden van een der echtgenooten.
Op den VIIen January anno vijffthien hondert ende XLII
Regest 337 , 1542 Januari 17: Claes Kater, Johan van Ewsum, Joest Lewe en Johan Schatter verklaren hunne zegels te hebben gehangen aan de oorkonde, houdende de huwelijksvoorwaarden tusschen Luyrt Kater en Margarete Clantz.
In den jaer unss Heren dussent vijffhundert en de veertich up sunthe Anthoniusdach
Regest 338 , 1542 Mei 16: Rolef Bannijnge verklaart met zijne vrouw Johan te hebben verkocht en bij wijze van stoklegging te hebben overgedragen aan zijne beide broeders, Johan en Egbert, alle goed en erfenis, die hem kan aankomen van zijne moeder en zuster met eene enkele uitzondering.
In den jaer ons Heren dussent vijffhondert ende twee en veertigh den XVI may istius mensis
Regest 339 , 1542 Augustus 9: Burgemeesteren en raad in Groenijnghen verklaren, dat Heinrick Jantzen en Güert zijne huisvrouw hebben verpacht aan Peter Rewartz en zijne vrouw Grete voor den tijd van 27 jaren eene hoeveelheid tuingrond in Groningen.
Gegeven in den jaer unses Heren dusent viiffhundert twe ende veertich up avonde Laurentii martiris
Regest 340 , 1542 October 3: Johan Gaykema te Zuythorm ter eene, Dirck Coenrades, als vader wegens de kinderen van juffer Jaest Gaykema zijne vrouw, en juffer Frederick Gaykema ter andere zijde, verklaren eene scheiding te hebben aangegaan van huizen en landen te Zuythorm en op Yellemaheert, nagelaten door Henrick Gaykema.
Ghegheven in den jare ons Heeren dusent vijfhondert twee en veertich Dinxdaeghes nae sinte Michiel in den herfst
Regest 341 , 1543 Februari 19: Menno Houwerda, hoofdling en redger ten Damme, verklaart, dat Egge Sijnekens te Zuetbroeck heeft verkocht en overgedragen aan zijn zoon Ipe Egges en Ursele diens vrouw eenig land onder ten Post.
Gegeven in den jaere uns Heren dusent vijffhondert drie unde veertich Maendage na Reminiscere in der vasten
Regest 342 , 1543 April 21: Hinrick Ulger, Jonghe Ulger, en Evert Ulger gebroederen, verklaren, dat hun zwager Anthonis Polman hun heeft overgeleverd de goederen, welke hij volgens huwelijkscontract met hunne zuster had ontvangen, en hem deswegen te dechargeeren.
In denn jare ons Herenn duysent vijffhondert ende dree ende viertijch den achstenn dach nae Tibirtu
Regest 343 , 1543 Juli 12: Otto Clandt, hoofdling tho Scharmer, gedeputeerde schepper van de gemeene scheppers van Delffzijl, olde Johan Vechters tho Wolltersum en Johan Hijnrickx tho Enghelbert geven eene uitspraak in een geschil tusschen de zijlscheppers en rechter in de Groote Harckstede ter eene, en de meijers van het Fraterhuis ter andere zijde, over het ruiden van den Kleijsloet.
In den jaeren unss Heeren duisent vijffhondert dre ende viertich up sunte Margaretenavent
Regest 344 , 1543 Juli 23: Menolt en Hermen Omptda, gebroederen, met hunne zwagers Luech Koeners en Anna zijne vrouw, Peter Entens en Bawe zijne huisvrouw, zusters van gezegde broeders, verklaren eene scheiding te hebben aangegaan van alle goederen, nagelaten door hunnen vader en moeder Fecko, Ompteda en Luka, benevens door hunnen broeder Hinrick Ompteda.
In den jaere ons Heren dusent vijffhondert dre ende vertijgh up Mandaghe nae Magdalene
Regest 345 , 1543 November 24: Burgemeesteren en raad in Groenijngen verklaren, dat Claes Kater en Everdt van Aschendorpe eene wisseling van landerijen nabij Groningen hebben aangegaan, welker ligging nader wordt omschreven.
Gegeven in den jaer uns Heren dusent viffhundert dre end veertich up sunte Catherinenavendt
Regest 346 , 1544: Herman Ompteda, hoofdling op 't Sandt, verklaart, dat Teteke Entens weduwe Evert Entens hem heeft uitgekeerd zoodanig deel van den boedel, als Teteke hem bij zijn huwelijk met hare dochter Herman bij huwelijkscontract had toegezegd.
In den jaere ons Heren dusent vijffhundert vier unde vertich
Regest 347 , 1544 Maart 17: Menno Houwerda, hoofdling en redger ten Damme, verklaart, dat Eggo Synekes, kerspelman te Suydtbroeke heeft verkocht en overgedragen aan Ursele Boeckholts ten Damme, weduwe van Ipo Eggens, eenige landerijen onder ten Post.
Gegeven in den jaeren uns Heeren dusenth vijffhundert unnd veer unnd veertich up Maenendaege nae den Sonnendage Oculi in der vasten
Regest 348 , 1544 September 22: Jacob Duusterbeke, burgemeester van Swolle, Edzart Rengers, Derck Koenrades en Hidde Jensema verklaren op verzoek van Focke Rengers en Oeda Coenrades hunne zegels te hebben gehangen aan de oorkonde, bevattende de huwelijksvoorwaarden tusschen Focke Rengers en juffer Oeda Coenrades.
In den jare uns Heren dusent vijffhundert veer ende veertich altera Matei apostoli
Regest 349 , 1544 October 20: De gebroeders Edzardt, Frans, Zeijno en Sweer Renghers verklaren gescheiden en gedeeld te hebben de goederen nagelaten door hunnen vader en moeder, Johan Renggher en Jutte van den Water, terwijl hun broeder Johan zijne erfportie heeft ontvangen en zuster Bijwe van Besten uitgeboedeld is.
In den jaere uns Heren dusent vijffhundert veer unde veertien op avende Elvendusent maegede
Regest 350 , 1545 April 20: Stadhouder en hoofdmannen van Stad en Ommelanden van Groenijngen gelasten Johan Hasevoett, op straffe van boete, alle landen, behoorende tot de St. Nicolausprebende te Mijddelstum ongebruikt en onbetreden te laten en in handen van heer Frericks te laten blijven, totdat de zaak nader zal zijn onderzocht, met vergunning zijne bezwaren, zoo hij die heeft, in te brengen.
Geschreven op den XXen dach Aprilis anno etc. XLV
Regest 351 , 1545 Juni 23: Edtzaerdt Renghers van den Post verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan de voogden van sunte Jacobs gasthuis binnen Groningen eene jaarlijksche rente van elfdehalf emder gulden te beuren uit zijn heerd lands Tuuenghe geheeten, in Poster kerspel.
Int jaer ons Heren dusent viffhundert viff ende vertich up sunte Johannes avent toe mijdtsommer
Regest 352 , 1545 September 28: Eltet tho Lellens, burgemeester in Groningen, en Jacobus Martini, pastor te Eppinghehusen, verklaren, dat zij in der minne eene uitspraak hebben gegeven tusschen Claes Kater ter eene, Everdt Clandt met Ulsche zijne vrouw en Frouke Katers ter andere zijde, over de actie en het recht van Everdt c.s. op Eylardaheert te Uthhuestermeden, onder bepalingen en voorwaarden nader in het stuk omschreven.
In den jaer uns Heren dusent viffhundert viff ende veertich up avende Michaelis Archangeli
Regest 353 , 1545 November 16: Burgemeesteren en raad in Groeninghen verklaren, dat Sineke en Wyart Eggens, gebroeders, hebben verkocht en overgedragen aan Lubbert Jantzen en Ursula zijne vrouw eenig land onder ten Post.
Gegeven in den jaer unss Heren dusent vijffhundert vijff ende veertich Maendaghes na Martini episcopi yn den wynter
Regest 354 , 1545 November 20: Juffer Lyse Renghers verklaart gegeven en overgedragen te hebben aan haren neef Edtzardt Renghers en zijne broederen hare actie betreffende eene hoeveelheid lands onder Wyttewerum.
Int jaer onses Heren dusent vijff ende veertich des Vryendaghes na sunte Elyzabeth wedue
Regest 355 , 1546 Februari 11: Johan van Beesten verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan zijnen neef Sweer Rengers eenig land op Alsster- of Oldersummermaden gelegen.
Int yaer unses Heren dusent vijffhundert unde ses unde veertijch, de elfften Februarij
Regest 356 , 1546 Februari 13: Johan van Beesten verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan Edzardt Rengers en Foeuwell zijne huisvrouw eene hoeveelheid lands op Alster- of Oldersummermaden gelegen.
Int yaer onses Heren Jesu Cristi dusent viffhundert ses ende veertich den derteynden Februarij
Regest 357 , 1546 April 5: De archidiaconus van Munstersch Friesland verklaart, dat hij heer Christophorus Ruremundensis, "per validos et strenuos fratres germanos de Ewsum", heeft bekleed met de vicarie "dive Catherine in Westerwytwerdt", vacant door den dood van Johannes Frodeman.
Datum anno Domini millesimo quingentesimo quadragesimo sexto altera post Letare
Regest 358 , 1546 Mei 18: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren te hebben toegekend aan Roloff ten Water, nu hij het gericht van Selwerdt weder aan hen heeft overgedragen, eene jaarlijksche toelage van 80 emder gulden en 2 zwanen, met vrijstelling voor hem en zijne vrouw van stads- en heerendiensten.
Gegeven in den jaer unsz Heren dusent viffhundert ses ende veertich den achteynden May
Regest 359 , 1546 Mei 30: Herman Iserman, pastor in de Zeeryep, Ayboe tho Wynynghetyll, Popkoe Enthens en Hinrick yn die Groe, kerkvoogden aldaar, ter eene, en Johann ten Holte, hoofdling in Zeeryep, en Margarete zijne vrouw ter andere zijde, verklaren eene wisseling van landerijen te hebben aangegaan, waarbij de kerk van Zeeryep de Zeem-venne en Betheyne-venne bekomt.
Int yaer uns Herenn duysent vijffhundert sess unde veertych upp dach Vocem jocunditatis
Regest 360 , 1546 Mei 30: Herman IJserman, pastor in de Zeerypp, Johan then Holte hoofdling, Ayboe toe Wynynghetyll, Popkoe Enthens en Hinrick yn die Groe, kerkvoogden aldaar, ter eene, en Lyppe Wrytzers en Aeyde zijne vrouw ter andere zijde, verklaren eene wisseling van landerijen te hebben aangegaan, waarbij de kerk te Zeerijp land verkrijgt in Popkoe Enthensheert.
Int yaer uns Heren duysent vijffhundert sess unde veertych up dach Vocem jocunditatis
Regest 361 , 1546 October 31: Willem Wicherynghe verklaart te hebben verkocht en overgedragen aan Gertruedt Dercksz eene jaarlijksche rente van drie embderguldens, te beuren uit een stuk land gelegen op de "Noirtmaden".
In den jaer unses Heren dusent viffhundert ses ende veertich up Aller hillighenavendt
Regest 362 , 1546 December 20: Edtzaerdt Renghers van den Poste en Foeuwel zijne vrouw verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan Sicke Edens en Johan Janssen, als kerkvoogden van Woltersum, ten behoeve der kerk, eene jaarlijksche rente van vijf emder gld., te beuren uit een erf en land, gelegen in de Bawert.
Up avende Toeme apostoli anno ses ende veertich dusent vijffhundert ses ende veertich
Regest 363 , 1547 April 20: Focko Rypperda, hoofdling te Winsum, verklaart, dat de gezusters Tyaecke en Teede Rypperda, dochteren van wijlen Eggerick Rypperda, hebben gegeven en overgedragen aan haren zusterszoon Claes Cater, hoofdling te Fraem, wegens bewezen diensten, eene heerd lands gelegen te Harssens.
Gegeven in den jare unss Heren dusent vijffhundert soeven ende viertich up Wonsdach na Quasimodo geniti
Regest 364 , 1547 April 27: Hicko, tho Dohrnum en Witmunde hoofdling, verklaart zijn testament te hebben gemaakt, waarvan de bepalingen in het stuk zijn opgenomen.
In den jare dusent vijffhundert veertich unde soeven den 27 Aprilis
Regest 365 , 1547 Augustus 19: De archidiaconus van Munstersch Friesland verklaart, dat hij heer Henricus ten Hovel, "per validos ac strenuos fratres germanos Johannem, Christophorum et Wigboldum ab Ewsma, una cum pastore in Cantense et Heynone Sywardi", heeft bekleed met de vicarie divi Anthonii in de kerk van Cantenze, vacant door den dood van heer Johannes.
Datum anno XVCXLVII altera Agapiti
Regest 366 , 1548 Juni 28: Gerardus Zwollis, abbas in Weerum, Gerardus Gronningen, abbas in Thesinga, Jurien van Munster, hoofdling te Loppersum, Henricus Hasekamp, prior te Schermer, Edzardt Rengers van denn Post, hoofdling, Menno Houwerda, hoofdling ten Damme, Otto Clandt, hoofdling te Schermer, Balle Froma te Wirdum, meester Haero Wineken ten Damme, heer Lubbert Ensinck, pastoer up Colham, Iwe in de Harckstede, Sijmen in den Seem, Sijbrandus tho Slochteren, Johan Luitiens tho Slochteren, scheppers der Drie Delfzijlen, sluiten eene overeenkomst met Wijbbe Buerbanckx van Zwolle, vrouwe van Essen, en het convent aldaar, tot vaststelling der voorwaarden, waarop aan dat convent vergund zal worden zijne landen te laten uitwateren in het zijlvest der Drie Delfzijlen.
Int jaer ons Heeren doe men schreff duisent vijffhondert acht ende veertich up avende Petri et Pauli apostolorum
Regest 367 , 1548 September 7: Roeleff ten Water verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan vrouwe Griete Gaykema, zijne nicht, zijn vijfdepart der landen, zand, huis, hof, rentebrieven enz. hem door zijnen oom Willem Wicheringe aangekomen.
Gegeven in den jair onss Heren vijftijn hundert achtendeveertich up unser lever Vrouwen Geboirtenavent ter Vrymarckt
Regest 368 , 1548 October 25: Clauwes Kather, hoofdling tho Fraem, en Anna Tamminga zijne vrouw ter eene en Johannes Gratema, Berent Harmens en Johan Jeltkens, kerkheer en kerkvoogden te Huszynge, ter andere zijde verklaren een wissel van landerijen te hebben aangegaan, waarbij Clauwes Kather land bekomt in Husyngerhamryck en onder Myddelstum.
In den jare onss Heren dusent vijffhondert ende achtendeveertych den vijffentwyntychsten dach dess maents Octobris
Regest 369 , 1548 October 29: Joucko Tijaertsma, grietman in Hummerse, verklaart, dat Tyasso Hanckema te Kenwert en Jeltka zijne vrouw hebben verkocht en overgedragen aan Wilke Ennes en Wyka zijne huisvrouw eenig land onder Oldehove, waarbij getuigen waren Johan Weilis, vicarius te Oldehove, en Retko toe Beerema.
Gegeven in den jare ons Heren duysent vijfihundert ende achtenveertich des Maendaeghes nae Symonis et Jude apostolorum
Regest 370 , 1549 July 8: Burgemeesteren en raad, swoerne meente en bouwmeesteren van den gilden der stad Groningen verklaren, dat zij, op verzoek der erfgenamen van Willem en Geert Wicheringhe, die, als "heffers ende boerers" des canons, nieuwe investituur begeeren van de tafelgoederen, waarin bisschop David van Borgondien den 23 Augustus 1462 Johan Wicheringhe en zijne erfgenamen heeft bevestigd, Sweder Wicheringhe "investiteren ende bevesteghen" in het erfelijk gebruik der bedoelde tafelgoederen, op de wijze van ouds gebruikelijk.
Gegheven in den jaer unsz Heren dusent vijff hundert ende neghenendeveertich den achteden dach Julij
Regest 371 , 1549 October 1: Burgemeesteren, schepenen en raad der stad Deventer verklaren, dat Tylmanna, weduwe van Derick Hering, met haren zoon Johan Herinck heeft verkocht aan Unyko Ripperda, jonker thoe Wytwerde, Hollewirde en Utwirde, eene heerd lands gelegen in het kerspel Tyaemswer in de buurschap van Garrewir, met alle annexe gerechtigheden, benevens eenige andere landen, breeder in de acte omschreven.
Gegeven in den jair ons Heren dusent vijffhundert neghen ende virtich opten ersten dach Octobris
Regest 371a , 1549 Oktober 23: Burgemeesteren en raad in Groeninghen verklaren dat Hinrick Wybens heeft verkocht en overgedragen aan Teteke Entens een heem met een vrije ossegang gelegen in haar heerd land te Saexumhusen.
Woensdages na Elven dusent magheden
Regest 372 , 1549 December 10: Hermannus then Brake, "klerck des Stichts van Utrecht, openbaer notarius", geeft ten verzoeke van Reynt Germens, van wege de nagelaten kinderen van Geert Wicghering: Alart Klant als erfgenaam van wege zijne huisvrouw Sweer Wicghering, Geert Hoerentkens en Johan Hoerentkens als erfgenamen van Johan Wychering, proost in Hommersse, bij wijze van notarieel instrument eene verklaring of protestatie. dat zij, als bezittende verschillende goederen in emphyteusis binnen de Groninger tafel en vernieuwing van investituur noodig hebbende, deze hebben gevraagd en verkregen van het Groninger stadsbestuur, doch dat zij verklaren, zoo het verleenen van die investituur den keizer mocht blijken toetekomen en niet aan de stad, geacht willen worden goede en getrouwe emphiteuten van den keizer te zijn.
Actum thoe Gronningen ... in den jare onsses Heren dusent vijffhondert negenendeveertich indictio Romana soeven den tyenden dach der maent December, den stoell van Romen als men secht vacirende
Regest 373 , 1550 Januari 10: Johan van Ligni, graaf tot Arenborch, stadhouder generaal enz., verklaart, dat hij, daartoe speciaal gemachtigd door Philips, prins van Spanje, namens dien vorst aan het bestuur der Ommelanden en dat der stad Groningen den eed heeft afgelegd alle hunne rechten, privilegiën, costumen enz. als landheer te zullen handhaven.
In den jaere unses Heeren duisent vijffhondert vijfftich den tijnden dach des maendes Januarij
Regest 374 , 1550 Januari 10: Het bestuur der Ommelanden en dat der stad Groningen verklaren in handen van Johan van Ligni, graaf tot Arensborch enz., stadhouder-generaal, als daartoe speciaal gecommitteerd, den eed van trouw te hebben afgelegd aan Philips, prins van Spanje, als hunnen wettigen landsheer na den dood zijns vaders.
Gegeven in den jaere duisent vijffhondert vijfftich den tijnden Januarij
Regest 375 , 1550 Januari 18: Onno Tammynge verklaart bij wijze van schenking te hebben overgedragen aan zijnen zwager Claes Kater de rechtinge, die wijlen zijn vader Abel Tammynge bezat in het kerspel Huysynge.
In den jaer unses Heren dusent vijffhundert ende vijfftich den achteden dach Januarii
Regest 376 , 1550 April 20: Bartolt van Starckenborch, Albart Coenrades, Johan tho Lellens en Loeth Coenrades verklaren hunne zegelen te hebben gehangen aan de oorkonde, houdende de huwelijksvoorwaarden tusschen Lambert van Starckenborch en Eelt Coenrades.
In den jaer unss Heren dusent vijffhundert ende vijfftich den twyntichsten dach Aprilis
Regest 377 , 1550 Mei 8: Wolterus Gherardi, commandeur te Wytwert, Garlacus Dorpis, Albartus Zwollis, "ordenspreester", met de conventslieden van het heilige huis Wytwert, "orders sunte Johannes Baptiste van Jheruzalem, verklaren eene wisseling van land te hebben aangegaan, waarbij Menolt Ompteda, hoofdling, een stuk land krijgt onder Watwert, "onder dee klocke van Usquardt".
In den jaer ons Heren dusent vijffhundert unde vijftich des Donderdagas nae Inventionis sancte crucis
Regest 378 , 1550 Augustus 12: Gerhardus Zwollis, abbas in Werum, verklaart, dat de gebroeders Duthmarus Renghers, abbas ter Munthe, Edtzaert, Johann, Frans, Seyno en Sweer Renghers ter eene, en Frans van Beestenn ter andere zijde, eene minnelijke erfscheiding gemaakt hebben van alle erven en goederen, nagelaten door hunne moei, juffer Lyse Rengers tho Schyltwolda.
Int jaer uns Herenn duesent vijffhundert ennd vijfftych des twalfften Augusti
Regest 379 , 1550 Augustus 13: Gerhardus Zwollis, abbas in Werum, verklaart, dat de gebroederen Duthmaer Rengers, abt ter Munthe, Edtzaert, Johann, Frans, Seyno en Sweer Rengers eene minnelijke scheiding hebben aangegaan van de nalatenschap van hunne moei, juffer Lyse Rengers.
Int jaer uns Heren dusent vijffhundert ende vijfftich den derteynden Augusti
Regest 380 , 1550 December 22: Edtzaerdt Renghers van den Post verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan Johan Janssen en Sicke Edens, als kerkvoogden te Woltersum, eene jaarlijksche rente van vijf emder gld. ten behoeve der kerk te beuren uit zijne heerd, Tuwinge genaamd.
In den jare ons Heren dusent viffhundert ende vifftich dages nae sunte Tomas apostel
Regest 381 , 1551 April 30: Edtzaerdt Renghers van den Poste en Fouwel zijne huisvrouw verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan Johan Janssen en Sicke Edens, als kerkvoogden te Woltersum, ten behoeve der kerk, eene jaarlijksche rente van vijf emder gulden, te beuren uit hunne heerd, Tuwinge genaamd.
Int jaer ons Heren dusent viffhundert een ende vifftich up avende Philippi et Jacobi
Regest 382 , 1551 Mei 11: Jurgen Jarghes, als voogd over het kind van Antony Polman, verklaart, dat hij betaald heeft aan Elisabet, weduwe Helmich Polman, honderd guldens, waarvoor hij quitantie heeft ontvangen, om tot scheiding te strekken tusschen de kinderen der beide broeders.
In den jaer ons Heren dusent vijffhondert ende enenvijfftich up den ellefften dach Maij
Regest 383 , 1551 Juli 18: Joest Clandt, hoofdling to Leermensze enz., verklaart, dat Nanneke Alberts en Geerttyen zijne vrouw hebben verkocht en overgedragen aan Unyko Ripperda alle gerechtigheden, heerlijkheden enz., vallende op hunne heerd gelegen te Catmijssen, geheeten "dat hoeghe heem ofte Heremaheerdt".
Gescheet up den XVIIIen July anno vijfteynhondert ende eenendevijftich
Regest 384 , 1551 Juli 29: De archidiaconus van Munstersch Friesland verklaart, dat hij heer Johannes van Stralen, priester uit de Keulsche diocese, door de vrije resignatie van Henricus then Holdeil, "pro parte nobilium et strenuorum virorum capitaneorum de Eusema, principalium collatorum'’, heeft bekleed met de vicarie sancti Antonii in de parochiekerk van Cantenzee.
Datum anno Domini millesimo quingentesimo quinquagesimo primo die vero vigesima nona mensis Julii
Regest 385 , 1551 December 31: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat Sweder Wigerijnghe betaald heeft in handen van Henricus, den schrijver van het Goerecht, de penningen jaarlijks verschuldigd wegens hem door de stad verpachte goederen.
Gegeven in den jaer uns Heren dusent viffhundert een ende vifftich den lesten dach Decembris
Regest 386 , 1552 Februari 12: Stadhouder en hoofdmannen van Stad en Ommelanden van Groenyngen verklaren, dat zij in de oosterwarf binnen Groenyngen uitspraak hebben gedaan in een geschil tusschen Focke Rypperda, aanklager, ter eene en Bolo Rypperda, Hayo Rypperda zijn zoon, Uneko Rypperda, Hayo Rypperda voorn. met Menne Houwerda van wege Frerick Rypperda en Evert Clandt van wege Tiaecke Rypperda, gedaagden, ter andere zijde, over de verdeeling der nalatenschappen van proost Uneko en van vrouwe Ulske, in welke zaak reeds vroeger een vonnis was gegeven door Sweer Rengers van den Poste.
Actum op den twalfften dach February anno etc twee ende vijfftich
Records 401 t/m 500
Records 501 t/m 600
Records 601 t/m 648
laatste wijziging 15-05-2019
1.812 beschreven archiefstukken
13 gedigitaliseerd
totaal 452 bestanden

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het huisarchief Farmsum (met supplement)
Bewerker:
C.P.L. Rutgers en J. Meinema
Behoort tot collectie:
Rijk
Omvang:
1577 charters 8,5 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Het supplement was eerder Toegangsnummer 620. Die toegang is toegevoegd aan deze toegang.
Licentie:
CC0 1.0 Public Domain Dedication
Categorie:
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Alberda, 1300 - 1950
 
Archiefvormer Beckeringh, 1705 - 1768
 
Archiefvormer Clant, 1444 - 1708
 
Archiefvormer Coenders, 1488 - 1720
 
Archiefvormer Emmius, 1533 - 1752
 
Archiefvormer Ennemaborgh, 1817 -
 
Archiefvormer Entens, 1467 - 1750
 
Archiefvormer Farmsum (borg), 1250 - 1811
 
Archiefvormer Farmsum, hervormde gemeente, 1594 - 1969
 
Archiefvormer Garrelsweer, hervormde gemeente, 1594 - 1974
 
Archiefvormer Gerlacius
 
Archiefvormer Hellum, hervormde gemeente, 1594 -
 
Archiefvormer Holte, ten, 1514 - 1613
 
Archiefvormer Holwierde, hervormde gemeente, 1594 - 1971
 
Archiefvormer Hora Siccama, 1597 - 1968
 
Archiefvormer Isselmuiden, van, 1428 - 1647
 
Archiefvormer Kater, 1454 - 1603
 
Archiefvormer Loppersum, hervormde gemeente, 1594 - 2004
 
Archiefvormer Meedhuizen, hervormde gemeente, 1594 - 1967
 
Archiefvormer Mepsche, de, 1561 - 1731
 
Archiefvormer Ompteda, 1484 -
 
Archiefvormer Onsta, 1407 - 1592
 
Archiefvormer Oosterwijtwerd, hervormde gemeente, 1594 - 1976
 
Archiefvormer Oterdum, hervormde gemeente, 1594 - 1967
 
Archiefvormer Polman, 1417 - 1778
 
Archiefvormer Rengers, 1411 - 1900
 
Archiefvormer Siccama, 1586 - 1797
 
Archiefvormer Siddeburen, hervormde gemeente, 1594 -
 
Archiefvormer Tjamsweer, hervormde gemeente, 1594 - 1971
 
Archiefvormer Tjarda van Starkenborgh, 1500 - 1950
 
Archiefvormer Tjassens, 1627 - 1751
 
Archiefvormer Wetsinge, hervormde gemeente, 1594 - 1885
 
Archiefvormer Wicheringe, 1432 -
 
Archiefvormer Wolthers, 1626 - 1870
 
Archiefvormer Zeerijp, hervormde gemeente, 1594 - 1968
 
Archiefvormer Zeerijp, parochie, voor 1595
laatste wijziging 15-05-2019
1.812 beschreven archiefstukken
13 gedigitaliseerd
totaal 452 bestanden