Kenmerken

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Inleiding

1.1 De Borg Farmsum

1.2 Supplement

laatste wijziging 15-05-2019

1.812 beschreven archiefstukken

13 gedigitaliseerd

totaal 452 bestanden

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

1 Archiefbescheiden van bepaalde personen

Inventaris

2 Archiefbescheiden, die niet tot bepaalde personen zijn te herleiden

3 Archiefbescheiden van verschillende kerken in bezit van bewoners van de borg

4 Werken in de bibliotheek bibliotheek

5. Supplement-inventaris

laatste wijziging 15-05-2019

1.812 beschreven archiefstukken

13 gedigitaliseerd

totaal 452 bestanden

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Regest 189 , 1481 September 20: Broeder Jacobus, cureet en "verwarer" der kerspelkerk te Werum, in opdracht van den abt aldaar, verklaart dat Aytko Enekenzoon en Wycka zijne vrouw met hunnen broeder Benne Enekenzoon en Ebele zijne vrouw eene wisseling hebben aangegaan van landerijen onder ten Post.
Ghegheven in den jare ons Heren dusent veerhundert een ende tachtentich up sunte Matheusavent apostoli ewangeliste

Regestenlijst

Records 1 t/m 100

Records 101 t/m 200

Regest 190 , 1481 November 10: Berent Konerdes (Coenders), ambtman in het gericht van Selwert, geeft eene verklaring van denzelfden inhoud als in no. 164.
Gegeven in den jare ons Heren dusent vierhundert eenendetachtich up sunte Meertensavent in die winter

Regest 191 , 1482 November 10: Gert, Bartolt en Roleff Entens, gebroederen, verklaren eene scheiding te hebben aangegaan van zoodanige goederen, als breeder in het stuk worden omschreven, waarbij Bartolt verkrijgt eenig veen te Penninckholt gelegen, met een made de "Loetmade" geheeten benevens eenig ander goed.
In den jaer ons Heren dusent veerhundert ende tweentachtich op sunte Mertens avent

Regest 192 , 1482 December 22: Prælaten, gemeene hoofdlingen, richteren en gemeene meente van den Halfampte, Marne, Middagerlant, Hunsingo-Oisterampt, Fijwelgo-Westerampt, Fijwelgo-Oisterampt, Duirswoldt, Langewoldt en Hommersche landen, benevens Burgemeesteren, raad en gemeene meente in Groeningen verklaren een verbond te hebben gesloten voor den tijd van 40 jaren, ter wederzijdsche bescherming, ook tegen de "Duitsche en Suijdersche" heeren, met strafbepalingen tegen misdaden, voorschriften voor de vergaderingen der warven, den uitvoer van koren, tappen van vreemd bier enz.
In den jaere unses Heeren duysent veerhondert twe ende tachtentich des Maendages nhae s. Thomasdach apostoli

Regest 193 , 1484 Maart 18: Bertolt Entes en Peye, ehelieden, leggen eene verklaring af betreffende de verdeeling der goederen van wijlen Ode ten Dijke, te Uuthusermeden gelegen, onder de erfgenamen, zijnde, behalve gezegde Bertolt en Peye, Jarch ter Borch en Bywe to Stedum en Menelt Omteda en Vrouke opt Sant.
Gescreven int jaer ons Heren MCCCCLXXXIIII des ander daghes nae sunte Gheertruyt in der vasten

Regest 194 , 1485 Maart 21: Hayko te Underwerum verklaart verkocht te hebben aan Bartolt Entens, hoofdling te Mijddelstum, en Peye zijne huisvrouw eene hoeveelheid lands in "Dornwerder valge", breeder in het stuk omschreven.
Inden jaer ons Heren dusent veerhundert ende vijffende-tachtich up sunte Benedictusdach

Regest 195 , 1485 Augustus 1: Bertold Entens en Peye, ehelieden, te Middelstum en Hayke Garssum te Onderwerm verklaren eene wisseling van landerijen te hebben aangegaan, waarbij Bertold land verkrijgt in het kerspel van Dormvort, breeder in het stuk omschreven.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhundert ende vijffendetachtentich op sunte Petersdach ad Vincula

Regest 196 , 1485 September 28: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat Ubele Clawerma heeft opgedragen en overgegeven, bij wijze van wissel, aan Alert Clant en heem "mijt dat dorp ende herlicheit", geheeten Bennemaheem, gelegen te Beswert, tegen vrijstelling van eene aan Alert verschuldigde jaarlijksche rente in boter en met betaling eener geldsom aan dezen.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhundert vijffendetachtentich up sunte Mychielsavent

Regest 197 , 1486 Mei 31: Elteke Gebekensoen te Spijck en Ymme, ehelieden, verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan Dyuert Albarda zekere "resscappe, rechtingen ende herlicheiden vallende op Hannemaheert in het kerspel up den Sande", en nader in de acte omschreven.
Ghegeven in den jair ons Heren dusent vierhundert sessendetachtentich des Wondesdages na des hilligen Sacramentsdach

Regest 198 , 1486 Juni 20: Sicko Hovekinge, priester, en Wijllem Wijttinge verklaren als dedingslieden eene uitspraak te hebben gegeven tusschen Bartolt Entens en Reymer Jabinge in een geschil over "ene maet geheten de Loemaet", en over een "verendeel wardels to Egeste."

Regest 199 , 1487 November 13: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat Clawes Kater heeft verhuurd aan Roleff Berendes eene hoeveelheid lands gelegen buiten Heerstratepoerte voor den tijd van 80 jaren.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vierhundert sovenendetachtentich des Dinxdages na sunte Merten in den winter

Regest 200 , 1488 Januari 2: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat huwelijksvoorwaarden zijn vastgesteld tusschen Alert Tamminge, hoofdling, en Gheese Koenrades.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vierhundert achtentachtentich des Wonsdesdages na Nyejaersdag

Regest 201 , 1489: "Hoeftelinck, rechteren en gemeene meente in Osterdyel van Fywilinghe Westerampte", verklaren eene overeenkomst aangegaan te hebben met Eweke in de Harckstede, betreffende "ene makijnghe ende holdijnghe unses dyeel weghes, den wy hebben by den Buer, gheheten die Suutwendijnghe".
Int jar ons Heren MCCCC ende LXXXVIIII

Regest 202 , 1489 September 9: Gherardus Hopenbijnder, clericus Trajectensis diocesis, notarius publicus, verklaart, ten verzoeke van Gherardus Wichgherinck, burger in Gronyngen, getransumeerd te hebben de oorkonden d. datis 1440 Augustus 3 (no. 70) en 1466 Juni 1 (no. 147).
Acta sunt hec in domo propria habitationis mee anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo octuagesimo nono indictione nona ac die nona mensis Septembris, etc

Regest 203 , 1490 Juli 24: Johan van den Cloester en Geert Koepssoen "gesatte ende gekoren bruytmans" van wegen Symon Polmans ter eene, en Helmicus van Ittersum, proost te Zwartenwater, en Werner Duisterbeke "gesatte ende gekozen bruytmans" van wegen joffer Katherijne, dochter van Helmich van Tweenhusen, verklaren als dedingslieden een huwelijk tot stand te hebben gebracht tusschen Symon Polmans en Katherijne van Ittersum.
Gegeven int jaer onss Heren dusent vierhondert ende tnegentich op sunte Jacobsavent des heiligen apostels

Regest 204 , 1490 December 28: Burgemeesteren en raad in Groningen beloven den prælaten, hoofdelingen, richteren en meene meente van Hunsingoland hen niet te zullen verkorten in hunne oude rechten, vrijheden en heerlijkheden, en hen, in geval van inbreuk daarop, finantieel te zullen bijstaan.
Gegeven in den jaere onses Heeren duisent vierhondert ende negentich op der Kinderendach

Regest 205 , 1491 Juni 15: Vrouwe Ulske toe Dijckhusen en Wijdwart verklaart te hebben afgestaan aan hare dochter Hille den heert toe Dijckhusen met toebehooren en eenige in het stuk omschreven landerijen, met dien verstande, dat Hille geen "beraet" zal mogen doen op Dijckhusen, zonder overleg met haar en hare kinderen Hayo en Eggerick.
In den jaere uns Heren dusent vierhondert ende een ende neghentich des Wondesdaghes voer sunte Gervaes bisscop

Regest 206 , 1491 December 22: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat Gheert, Bertolt en Willem Wicheringe ter eene, en Roleff Wicheringe, hun broeder, ter andere zijde, eene scheiding hebben aangegaan van een deel der goederen hun van hunne ouders aangekomen.
Ghegeven in den jare ons Heren dusent vierhondert ende eenentnegentich des Donredages na sunte Thomasdage apostoli

Regest 207 , 1492 Juni 14: De zijlrechters van Adwerder zijlen, heer Retmar Alma, Hilbrant Donckers en Teese Potter, verklaren uitspraak gedaan te hebben in een geschil tusschen de buren van Eesinghe en de buren van Ferwerdt, over het onderhoud van eene "waeteringe ende tijl", die door Ferwerdt gaat tusschen dat hilligen huis ende Doeme huis.
Uuthgesprooken int jaer uns Heren duisent vierhondert end tweentnegentich eens des Donderdage nha Pinxterdach tho Sijbrantshuis op den Zijll; noch bet uutgesproken in sunte Walbergen kercke tho Groningen

Regest 208 , 1492 November 15: Hesselus, cureet in Loppersum, verklaart, dat Eppo to Bruntsummaheem heeft verkocht en overgedragen aan Allerd Sybens en Hilke zijne vrouw eene hoeveelheid lands gelegen in Zeerijp.
Ghegheven in den jare ons Heren dusent veerhundert twe ende tnegentich des Doenredages na sunte Meerten episcopi

Regest 209 , 1493 November 16: Burgemeesteren en raad der stad Groningen met de hoofdmannen, zwoorne meente, hoofdlingen van de gilden, en met de Gedeputeerden van Stad en Lande verklaren Retmer Heralma, Helprick Hilbodinge, Claes Kater, Rempt Jensema, Hermen Wyferdinck en Johan Hoytinge vrij en schadeloos te zullen houden voor alles, wat zij op hun bevel te Aedtwert en te Wittewerum zullen verrichten

Regest 210 , 1494 Mei 24: Maximilian, Roomsch koning, koning van Hongarije en Dalmatië etc., bepaalt, dat Burgemeesteren, raad en gemeente der stad Groeningen, benevens de oldermannen, grietmannen, richteren en gemeente van Oistergow in Frieslandt niet meer voor een Westphaalsche of andere vreemde rechtbank getrokken mogen worden, maar terecht zullen staan, waar zij gezeten of gehoorig zijn.
Geben zu Kempten am 24 tagk des Monatz Maij, nach Christi geburth viertzehen hondert unde neuntzigsten jare

Regest 211 , 1495 Mei 4 of September 15: Pieter Heeninghe, kerkheer te Kantens, Hancke en Johan..., kerkvoogden, met de gemeene eigenerfden, als Heyne Zijwerts en Evert Janssen, Eppe toe Sundighehyem, Johannes Zijlwert-soen en anderen, verklaren, dat zij heer Johan, capellaan te Usquart, hebben gekozen tot vicaris van St. Anthoniusvicarie te Cantens, onder nader omschreven voorwaarden.
Int jaer ons Heren dusent vierhundert ende vijffentnegentich altera die Crucis etc

Regest 212 , 1495 September 30: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat zij het steenhuis met hofstede en verder toebehooren van Peter Remen-slager aan de oostzijde in Heerstrate, op klachten van debiteuren, hebben doen verkoopen, en dat eigenaar daarvan is geworden Johan Jarges.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhondert vijff-endetnegentich op sunte Remigiusavent

Regest 213 , 1497 Juni 12: Friderick, bisschop tUtrecht, markgraaf van Baden, verklaart Luert Kater op zijn verzoek, na den dood zijns vaders Claes Kater, beleend te hebben met het Nydinge- of Henrich Everts-goed, gelegen binnen Groenyngen op Folckerdingestratehoerne, en eenig ander land, op dezelfde wijze als wijlen zijn vader dat in leen gehad heeft, waarbij als getuigen fungeerden Seyn Mulert, Abel Groenynge "onse manne", e. a.
Gegeven in onsen slote tot Vollenhoe int jaire onses Heren duysent vierhondert soevenendetnegentich opten twoelfften dach in Junio

Regest 214 , 1497 Juli 31: De officiaal van Munstersch Friesland geeft eene beschikking betreffende de vicarie van het altaar beatorum Stephani et Nicolai te Opmeeden.
Datum anno Domini MCCCCXC septimo feria secunda post Jacobi apostoli

Regest 215 , 1497 Augustus 18: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat huwelijksvoorwaarden zijn vastgesteld tusschen Jarch ter Borch en juffer Willem Allema.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vierhundert sovenendenegentich des Vrydages voer sunte Bartholomeusdage apostel

Regest 216 , 1497 October 9: Johannes Alberti, clericus Trajectensis, notarius publicus, verklaart, dat Leucka Katers, "quondam Swederi Katers proconsulis civitatis Groningensis, Trajectensis dyocesis, dum in humanis vixit uxor legittima", ten zijnen overstaan haar testament heeft gemaakt, dat in extenso in het stuk wordt medegedeeld.
Acta fuerunt hec in domo Leucke Katers dicte testatricis sub anno millesimo quadringentesimo nonagesimo septimo die vero nona mensis Octobris

Regest 217 , 1498 mei 19: Hyllert Oestesszn. en Ebbeke, ehelieden, wonende te Myddelbert, verklaren eene scheiding te hebben aangegaan met hunnen broeder Hijncke Oestessz., van alle goederen hun aangekomen van hunnen vader en moeder Oest en Lyubbe, gelegen onder Kantenze.
In den yaer unses Heren dusent veerhondert achtendetnegentich des Saterdaghes na sunte Pancracius ende Servaciusdaghe

Regest 218 , 1498 Augustus 7: Burgemeesteren en raad van Groningen beloven aan Haye Ripperda, proost en hoofdling te Fermsum, Eggerick zijn broeder en Peter zijn neef, het huis te Farmsum, thans door de stad bezet, zonder hunne schade terug te zullen geven, wanneer deze het niet meer noodig heeft.
Gegeven in den jaere unsers Heren dusent vierhundert achtentnegentich des Dinxdaeges voer sancte Laurentius

Regest 219 , 1498 Augustus 18: De officiaal van Munstersch Friesland geeft zijne beslissing in de bestaande oneenigheden over kerkelijke opbrengsten, waarvan sprake is in den brief d.d. 1495 Mei 4 of September 15 (n°. 211), waardoor deze brief is getrokken.
Datum anno Domini MCCCCXC octavo Sabbatho post Assumptionis Marie Virginis

Regest 220 , 1499 Mei 10: Koep van Beesten, knape, mede namens Ide zijne huisvrouw, verklaart bij wijze van ruil aan Eckbert Renghers, hun vader, overgedragen te hebben eene jaarlijksche rente van 24 gouden rhijnsche guldens uit een huis en land te Juckwerdt, waartegen Eckbert Renghers hem overdraagt Bowtenheerdt te Holweerde, met de landen en heerlijkheden daaraan verbonden.
In den jare unses Heren dusent veerhundert negen ende negentich des neesten Vrijdages na Ascensionis Domini

Regest 221 , 1499 October 8: Albrecht, hertog zu Sachsen, landgraaf in Doringen etc., verklaart, dat hij Johann Renngers zu dem Poste op diens verzoek heeft beleend met zijne goederen te den Poste, Gerleswerde, Sideborn, Helm, Silwald en half Slochteren, met alle rechten en heerlijkheden daaraan verbonden.
Geben in unnser stat Leowarden, auf Dienstag den achten tag des monats Octobris, nach Christi unnsers lieben Herrn geburde, viertzehennhundert und im neun und neuntzigsten jare

Regest 222 , 1500 Februari 17: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat Everd Conrades en Lubbert Grijp eene scheiding hebben aangegaan van de door Allert Conrades en Dymmeke nagelaten goederen.
Ghegeven in den jaer onss Heren dusent vijffhundert des Dinxedages nae sunte Valentijn

Regest 223 , 1500 Augustus 21: Frederich, bisschop van Utrecht, markgraaf van Baden, en Jurgen, vrijheer van Thuren, verklaren, dat door hunne bemiddeling een vrede is tot stand gekomen tusschen Albrecht, hertog van Sachsen, en de stad Groningen, op in het stuk vermelde voorwaarden, waarbij o.a. de stad Groningen in het bezit blijft van het stapelrecht en van de bieren in de Ommelanden.
Bededinget unnde overgedragen in den clooster Grootenn Adewert int jaer onns Heeren duisent vijffhondert op den een ende twintichsten dach in Augusto

Regest 224 , 1500 October 4: Frederick, bisschop tUtrecht, geboren markgraaf van Baeden, roept zijne leenmannen op om op straffe van verlies hunner leenen den 29en October te Vollenhoe bij hem saamtekomen, om te vernemen op welke wijze zij, ieder naar de grootte van zijn leen, zich zullen moeten uitrusten.
Ghegeven in uns sloete Vollenhoe den vierden dach in Octobri anno Domini XVc

Regest 225 , 1501 Mei 27: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat Johan Jarges heeft verkocht en overgedragen aan Gheert Thewes het huis met hofstede bedoeld in den brief van 1459 September 30 (no. 212).
Ghegheven in de jaer ons Heren dusent vijffhundert und eine des Donredags vor Pinxteren

Regest 226 , 1502 Juni 13: Albert en Aeybe, ehelieden wonende te Leermense, verklaren verkocht te hebben aan Derck Claessen en Stine zijne vrouw eene hoeveelheid lands gelegen in Rijppsterhamrik.
Ghescreven int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende twe des Maendags voer sunte Vijt

Regest 227 , 1502 October 25: Notaris Ludolphus Stock, clericus te Munster, verklaart, dat Hilbrandus Entens, in Middelstum capitaneus, en de parochiani seu burones van Uuthusen en Medum eene wederzijdsche verklaring hebben afgelegd over het afleggen van den eed als wedman, in verband met de interventie daarbij van de stad Groningen.
Acta sunt hec anno a nativitate Domini millesimo quingentesimo secundo die vero Martis mensis Octobris vicesima quinta

Regest 228 , 1503 Juni 6: Mello Tyackens, burger in den Damme, doet als zoensman uitspraak in een geschil tusschen Eggert Rypperda te Dyckhuesen en Godtlinste en Duetmer Renghers ten Poste, over eenig land in Sloechterhollt, waarbij getuigen zijn Gaspaer Heemster en Meencke gebroederen in den Ham, en Engelbert Bartscherer.
Ghegheven inn dem jaere unnszes Heren dusendt vijffhundert ende dre des Dinxsdaghes na Pinxstern

Regest 229 , 1503 Juli 17: Luerth Kather, Heinrick en Tezo Kather, Alijd to Lellens, Vrouwke Ompta upt Sand, Alert Ghaykinge en Vrouwke zijne huisvrouw, Hermen Klant en Hydda zijne vrouw, gebroeders, zwagers en zusters verklaren eene scheiding te hebben aangegaan van de nagelaten goederen huns vaders Clawes Kather, in aansluiting aan den scheidbrief van St. Brictiusdag 1497.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende drie des Maendaghes nae sunte Margareten daghe virginis

Regest 230 , 1503 Augustus 28: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat Hindrick Kater, Allert Gaykinga, Harmen Clant, als volmachten voor Luert en Tese Kater, Aleijt toe Lellens en Vrouke Ompteda upt Zant, hun broeders, zwagers en zusters, ter eene zijde en Johan Theme (Stedema) ter andere zijde eene scheiding hebben gemaakt van goederen, de rechtingen en heerlijkheden, (hun aangëerfd van vrouw Blike tho Frame?).
In den jare unss Heren dusent vijffhundert ende dre up sunte Johannesavent Decollacio

Regest 231 , 1503 October 16: Johannes Graeff, commandeur te Oesterweerum, schepper van Delffzyle en Wirdummerschepperschap, verklaart, dat in het geschil tusschen de ingezetenen der schepperijen ten Post en Woltersum over een gedeelte van de Hamrijckedijken achter Schermer reeds een vonnis was gewezen door de scheppers der Delfzijlen, dat dientengevolge eene samenkomst op den dijk heeft plaats gehad, waarbij de ingezetenen der schepperij van ten Post zich bereid hebben verklaard den eed afteleggen, welken eed de ingezetenen der schepperij van Woltersum niet begeerden te ontvangen.
Is geschiet up sunte Gallendach in den jaere van vifftijnhondert ennd drie

Regest 232 , 1503 November 13: Luerth, Hinrick en Teze Kater, Alijd to Lellens, Vrouke Ompta upt Sand, Alert Gaykinge en Hermen Klant voor zijne vrouw, gebroeders, zusters en zwagers, verklaren eene scheiding te hebben aangegaan van de goederen, welke hun na de "principael scheidinge" nog zijn opgekomen.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende drie des Maendages na sunte Mertensdage in de winter

Regest 233 , 1503 November 23: Yko Bewessma verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan Eylko Onsta, hoofdling in Sawert, alle zijne redgerrechten, overrechten of dijkrechten, waar ook gelegen, hem van vaderszijde aangekomen.
Geschreven in den yar ons Heren dusent vijfihundert ende dree up sunt Cleemensdach martyris

Regest 234 , 1503 December 16: Mencke Heemster te Loppersum en Johan Rengers thom Post verklaren eene scheiding te hebben aangegaan van onderscheidene rechten en heerlijkheden, vooral in de klauwen van Loppersum, Wirdum, Westerburen en Woltersum.
In den jaer uns Heer dusent vijffhundert und dre des Saterdach nha sunte Lucyendach virginis

Regest 235 , 1503 December 16: Johan Rengers ten Post en Menke Heemster te Loppersum, hoofdlingen, verklaren eene minlijke scheiding te hebben aangegaan van eenige rechten en heerlijkheden onder Woltersum, Oldersum, Loppersum en elders.
Gegeven in den jaer uns Heren dusent vijffhundert unde dre des Saterdages na sunte Lucijnn virginis

Regest 236 , 1505 Februari 8: Detmer Rengers, hoofdeling then Poste, en Berthe zijne huisvrouw verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan hunnen neef Johan Rengers van den Poste en zijne vrouw Jutte alle rechtingen en heerlijkheden, door wijlen hun vader en moeder nagelaten.
Ghegheven in denn jare unnses Heren dusent vijffhundert unde vyve up sunte Appollonienavent

Regest 237 , 1505 Februari 8: Detmer Rengers then Poste, hoofdeling; en Berthe zijne vrouw verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan hunnen neef Johan Rengers van den Poste en Jutte zijne huisvrouw verschillende rechtingen en heerlijkheden onder Woltersum, ten Poster- of Eesterrecht, op Oldenhuis enz.
Ghegeven in den jaere unses Heren dusent vijffhundert unde vyve up sunte Appollonienavent

Regest 238 , 1505 Februari 20: Ytko, cureet te Uuthwijrdt, verklaart, dat Albart en Peter, gebroederen, verkocht en overgedragen hebben aan Johan Schoninck en Nelle zijne vrouw, eenig land gelegen te ten Post, waarbij getuigen zijn heer Gherbent te Bysum, heer Yde Bonnens en Remke Aukens.
Int jare ons Heren dusent vijffhundert und vijve des Donnerdaghes voer sunte Peter ad Cathedram

Regest 239 , 1505 Maart 11: Dytmer Rengers then Poste verklaart, dat Johan Sconynck en Nelle zijne vrouw hebben verkocht en overgedragen aan Johan Rengers ten Poste en Jutte zijne huisvrouw, het land bedoeld bij den brief van 1505 Februari 20 (no. 238).
Ghegheven in den jare unses Heren dusent vijffhundert ende vijff up sunte Gregoriusavent pape

Regest 240 , 1506 April 24: Edzardt en Uko, gebroederen, graven van Oostfriesland, ter eene, en het bestuur der stad Groningen ter andere zijde, verklaren een verdrag te hebben gesloten, waarbij gezegde graven als beschermheeren worden aangenomen en waarbij o.a. de stapel en de bieren in de Ommelanden op den ouden voet blijven.
Gegeven in den jaere van vijfftinhondert end sesse op sunte Marcusavondt

Regest 241 , 1506 Juni 19: Edzert, grave tho Oestfriesslanndt, bevestigt op verzoek van de volmachten van het zijlvest der Drie Delffzijlen de oude zijlbrieven en voegt eenige nadere bepalingen over het schouwen daaraan toe, met aanwijzing der daarmede belaste ambtenaren.
Datum Gronningen in deme jaere ons Heeren vijffteinhondertt ende sesse des daeges Gervasii et Prothasi martyrum

Regest 242 , 1507 Mei 21: Notaris Alberthus de Borken, clericus der Munstersche diocese, oorkondt, dat Ludolphus de Vechta verklaard heeft zijne prebende in Uthussermeden niet dan bij noodzaak te zullen verlaten en in dat geval een ander priester te substitueeren, dat hij in elk opzicht een onaanstootelijk leven zal leiden en de heeren Lutgerus, Henricus en Theso Kater, benevens Hilbrand en Meyo Enthens en Egbertus Clant steeds als ware collatoren dier prebende zal erkennen, waarbij getuigen zijn Jacobus Enthens en Egbertus Scroders.
Acta sunt hec in domo Wilhelmi Borch opidani opidi Groningani anno millesimo quingentesimo septimo die vero vigesima prima mensis Maii

Regest 243 , 1507 September 22: Johan Renghers, hoofdling then Poste, verklaart, dat Take Zyghers, burger in den Dam, mede voor Bawe ter Muede, heeft verkocht en overgedragen aan Detmer Renghers het halve heem, daar wijlen Wijtteke ten Poste op plach te wonen.
In den jare uns Heren vijfteijnhundert und seven in die Maurycii et sociorum ejus

Regest 244 , 1508 Juni 28: Eggert Ripperda, hoofdling in Wijtwart, Dijckhusen etc., Snelger Houwerda, drost in Oterdum en hoofdling then Damme, Luert Kater, hoofdling tho Frama en Husinga, en Dethmer Rengers then Dyke verklaren hunne zegels te hebben gehangen aan de oorkonde, houdende de huwelijksvoorwaarden van Luert Kater en Bawe Eggertsdochter Ripperda.
In den jaer ons Heren dusent vijffhundert unde achte op sancte Peter ende Pauwels avent

Regest 245 , 1508 December l: Wilhelmus, vice-cureet te Wittewerum, verklaart, dat Johan Schoninck, Herman Schoninck's zoon, mede namens familieleden, verkocht en overgedragen heeft aan Johan Rengers, hoofdeling ten Poste, en Jutte zijn huisvrouw eenig land onder ten Post, waarvan Johan de helft reeds gekocht had van Johan Schoninck Arenszoon.
Datum in den jare van viifteyn hondert ende achte up sunte Eligiusdage confessoer

Regest 246 , 1509: Johan Renghers, hoofdeling ten Poste, verklaart, dat Take Sygers, burger in den Damme, mede voor Bawe ter Muede, heeft verkocht aan Dutmar Rengers, hoofdeling ten Poste, een half heem onder ten Post gelegen, waarvan gezegde Dutmar de andere helft reeds bezit.
In den jaren unsses Heren vijfteynhundert und neghen

Regest 247 , 1509 October 25: De "gheschijcktenn und ghedeputeerden des Hoffgerichtes" van den graaf van Oestfreeslanndt verklaren, dat in de gemeene landswarf, gehouden "tom Damme" in de week na Elfduizend maagden, uitspraak is gedaan in het geschil tusschen de zijlvesten van Delffzijll en Eggerick Rijpperda, betreffende wederzijdsche oude rechten.
Up Donredach nha Elvenduisent magheden anno etc. vijfftijnhonderd unnd neghenn

Regest 248 , 1511 Januari 18: Mencko Ludolphi, cureet in de Zerype, oorkondt, dat Allert Sybols en Hilke zijne vrouw verklaarden afgestaan en overgedragen te hebben aan Sicke Tammens, Aybe to Wijningetille, Jacob Deivers en Snelle Doedens, kerkvoogden in de Rijp, een heem in de Rijp, geheeten Poelheert, waartegen de kerkvoogden voornoemd hebben afgestaan aan Allert voorzegd het Woldekeheem met toebehooren.
Gheven in den jare uns Heren dusent vijffhundert unde elven des daghes na sunte Anthonius confessoer

Regest 249 , 1511 Februari 10: Sicke Tammens en Bawe ehelieden, wonende in het kerspel van Seerijp, verklaren gegeven en afgestaan te hebben aan Johan Renghers en Jutte zijne vrouw alle rechen en heerlijkheden, redgerrechten en lankrechten, vallende op hunne twee heerden in "Eester halve rechscap".
In den jare unses Heren vijffteynhondert und elvene des Maendages nae sunte Appollonyen juffer

Regest 250 , 1511 Mei 22: "Wilhelmus Frederici, pastoer der kercke to St. Meerten in Gronningen, Peter Sickinge, borgemeester in Gronningen, Johan Rengers ende Dutmaer Rengers, hoevelingen ten Poste", geven als dedingslieden eene uitspraak in het geschil tusschen den abt en de conventslieden te Wittewerum en de eigenerfden en 'buren van Slochteren, over het onderhoud en de schouwing van den weg "van Slochterschiltdamme suidwaers opstreckende an de buren maden".
In den jare onses Heren 1511 des Donderdages voer Assensionis Domini

Regest 251 , 1511 Juni 12: Detmer Renghers van den Poste en Marrie zijne vrouw verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan Johan Renghers van der Poste en zijne vrouw Jutte een halve heerd lands onder ten Post met alle rechtingen en heerlijkheden, daar Witke ten Poste vroeger op woonde, door verkoopers vader aangekocht van Focke ter Muede.
Gegeven in den jare unses Heren dusent vijfhondert und elvene des Donredags nae Pinxteren

Regest 252 , 1511 Juli 30: De archidiaconus van Munstersch Friesland verklaart, dat hij Bruno Huden, presbyter in de diocese van Osnabrück, "per Luyrt Kater presentatum", heeft aangesteld tot prebendaat van het altaar beate Marie virginis in Huisdinge.
Datum anno MD undecimo feria quarta post Jacobi

Regest 253 , 1511 Augustus 23: Hermen Klant, Luert en Teso Kater en Wigbolt Lewe voor de weduwe van Hinrick Kater, verklaren hunne zegels te hebben gehangen aan de oorkonde, houdende scheiding van goederen tusschen de gebroeders Luert, Hinrick en Teze Kater.
In den jaer dusent vijffhundert ende eleven up sunte Bertolomeusavent

Regest 254 , 1511 Augustus 26: Gotfridus, cureet te Wittewerum, verklaart, dat Evert Scroer en Gele zijne vrouw, Bywe Hillens en Heebke hun zwager, wonende te Oldensijll, hebben gegeven en afgestaan aan Johan Renghers van den Poste en Jutte zijne huisvrouw zoodanige rechtingen en heerlijkheden, redgerrechten en lankrechten, als vallen op hunne heerden in Posterclouwe liggende.
In den jare unss Heren dusent vijfhondert und elvene des Dinxdages nae Bertolomei apostoli

Regest 255 , 1511 September 9: Johan van Buckhorst, jonker toe Buxbergen, Boelo Ripperda, proost, hoofdling toe Fermpsum en ten Damme, mester Bewo Mensumma, cureet toe Godlynse, en Snelger Houwerda, hoofdling ten Damme en drost toe Oterdum, dedingslieden, geven als zoodanig uitspraak in een geschil tusschen Eggherick Ripperda, hoofdling toe Wytwerth, en zijne kinderen, rakende erfenis-aangelegenheden.
Gheven in den jare uns Heren dusent vijffhondert und elven des neghesten dages na der Gebuerten uns Lever Vrouwen

Regest 256 , 1511 December 29: Theodericus van Covorde, abt ter Munten, en Johannes biechtvader, Jacobus kellenaar, Henrica priorisse en Zwane subpriorisse ten Grysen Vrouwen, met de kloosterlingen, geven volkomen kwijtschelding aan Eggert Ripperda wegens zekere jaarlijksche rente.
Gheven in den jare uns Heren dusent vijffhundert unde elven des negesten dages na der hilligen Unschuldigen Kynderendaghe

Regest 257 , 1512 Februari 1: Heer Herman van Emlichem, kellenaar te Essen, Waelke van Reyde, Otto Bruninck, Allert Fockens, gekozen zoenslieden en overmans, doen uitspraak in een geschil tusschen Detmer Renghers en Johan Renghers, hoofdlingen, over hun toekomende bezittingen, waarbij Johan verkrijgt "dat erve them Poste Oldenhues geheeten", met alle annexen.
Gededynget und uutgesproeken am avende Marie Purificationis anno vijfteijnhondert und twelvene

Regest 258 , 1512 Februari 3: Gheno, abt te Wittewerum, verklaart, dat Detmar Renghers en Marie zijne huisvrouw hebben verkocht en overgedragen aan Johan Renghers en zijne vrouw Jutte een heerd, huis, hof en erve, Oeldenhues geheeten, met de daarbij behoorende landerijen.
In den jaere unses Heren dusent vijffhondert und twelvene des Dinxdages nae Purificacionis Marie virginis

Regest 259 , 1512 Maart 9: Boele Ripperda, proost, hoofdling in Fermsum en ten Damme, verklaart, dat Johan Schoninck te Bysum en Nelle zijne vrouw eene wisseling van landerijen hebben aangegaan met Omptke, zoon van Oest Lyuwema te Uuthussen, waarbij Omptke land bekomt in Olingerhamrik en Johan voornoemd landen onder Tjamsweer en Wyrdum en in de Wolthamrik.
Gheven in den jare uns Heren dusent vijffhondert unde twaleve des Dynxedages voer sunte Gregorius paews

Regest 260 , 1512 Mei 9: Hartgerus Daventrie, procurator van het convent van Wittewerum, verklaart, dat Doeke Ubbeman te Oeterdum heeft afgestaan aan Johan Renghers ten Post de rechtingen, lankrecht en redgerrecht op de heerde "die Wyppe" geheeten, in Eesterrecht en Liermenser kerspel liggende.
Anno XVc duodecimo Dominica Cantate

Regest 261 , 1512 Juni 7: Fredericus Hesseli, cureet en commissarius te Baffelt, verklaart, dat Eme Ubbens, zijn kerspelman, heeft overgedragen aan Johan Renghers then Post, hoofdeling, de rechtingen en heerlijkheden als redger- en lankrecht, vallende op zijn heert "de Wippe" geheeten, in het kerspel Leermens.
Gescreven in den jaer van XII des Maendages na Pinxster achten

Regest 262 , 1512 Juni 28: De buren van Woltersum "mit den eigenarfden, de gelandet sinnen in dat Oostersijlrecht van Woltersum", sluiten eene overeenkomst met het convent van Werum over het onderhoud van den weg en "kaijonge" tusschen dat convent en Woltersum, "mit den wech doer Woltersum gaende na Focke Tammenshuisz mit de klampen tot de hammen tho omme de Woltwateren en de Westerwateren, de de voersz. landen seer schadelic plegen to wesen".
In den jare onses Heren 1512 des Maendages na st. Martensdage episcopi et confessorum

Regest 263 , 1513 Januari 25: Boldewinus Lanckhals, cureet, Hemmo ter Muden, Clawes Dercks thoe Nyenhuus, kerkvoogden te Gherlsweer, verklaren bij wijze van schenking overgedragen te hebben aan Johan Renghers van den Poste het redger- en lankrecht, vallende op Soltbodingeheem, benevens de collatie der kerk te Gherlsweer.
In den jaere unses Heeren vijffteijnhondert und derteijnn am dage Conversionis Pauli apostoli

Regest 264 , 1513 April 15: Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat Wemele Wycheringhe met consent van Sweer haar zoon, Roloff en Willem Wycheringhe, hare broeders, en Hinric Schatters, haar zuster, aan Sweer haren zoon en Grete en Yohan, hare dochters, "uutwisinghe" van goederen heeft gedaan, als nader in het stuk is vermeld.
Ghegeven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende derteyne des Vrydaghes nae sunte Tiburciusdach

Regest 265 , 1513 April 15: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat een huwelijk is bepaald en de voorwaarden daarvan zijn vastgesteld tusschen Johan Hoerneken en Hylle Wycherynghe.
Ghegeven yn den jare ons Heren dusent vijfihundert ende derteyne des Vrydaghes na sunte Tiburciusdach

Regest 266 , 1513 April 25: Mester Johan Grove, priester, verklaart, dat hij de gebroeders Hilbrant en Meye Entens, hoofdlingen te Myddelstum, voor "gherechte und warachtyghe" collatoren houdt der prebende sancti Nicolai te Myddelstum in St. Ipolituskerk, indertijd gesticht en begiftigd door vrouw Odo ten Dijke, en dat hij belooft gezegde heeren Entens te zullen dienen, waar zij dat begeeren.
Ghegeven inden jaer ons Heren dusent vijfihundert und dertyne up den vijffentwijntichsten dach Aprilis

Regest 267 , 1513 Juni 28: Reloff en Wigbolt van Ewsumma, gebroederen, en mester Johan Mensumma, pastor te Myddelstum, verklaren, dat in de collatie van het leen sancti Nicolai in Myddelstum, nu ter tijd toegestaan door beide partijen aan mester Johan Grove, na diens dood de gebroederen Hilbrant en Meye Entens onverkort zullen zijn, behoudens het recht van elk der partijen, zooals dat was in de dagen van wijlen heer Luyken.
In den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende dertijn des avendes Petri et Pauli apostolorum etc

Regest 268 , 1513 Juli 12: Hilbrandt en Mey Enthens, gebroeders, hoofdlingen te Myddelstum, verklaren Garardus Henrici van Nortwoldt te hebben begiftigd met de prebende sancti Nicolai te Myddelstum, anders genoemd "Mentada prande", na den dood van heer Luyker Stock, met verzoek gezegden Garardus als zoodanig te erkennen.
Ghegeven int jaer uns Heren XVC unde dartijn up sunte Margaretenavent

Regest 269 , 1513 December 20: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat Evert Yarghes, doctor en pastor van sunte Mertenskerk, mester Ludeken Allema, Albert Yarghes en Ludeken Rolteman, als volmachten en "seggesluden" van Garmpt Reyntkens en Ghele zijne vrouw, ter eene, en Luloff Conrades en Hermen zijne vrouw ter andere zijde, eene minnelijke overeenkomst hebben aangegaan nopens zekere gelden, zoodat Luloff Conrades eene jaarlijksche rente bekomt van zestehalf Arnhemsche guldens, te beuren uit land onder Suetwolde.
Ghegeven in den jare ons Heren dusent vijffhondert en dertyne up sunt Thomasavent apostel

Regest 270 , 1514 Juli 12: Doke Sickkinge en Grete, ehelieden, verklaren verkocht te hebben en overgedragen aan Rolof ten Holte en Trudeke zijne vrouw eene hoeveelheid lands onder Leermens, met de heerlijk- en gerechtigheden daaraan annex.
Int jaer onses Heren dusent vyff hundert ende veertine up sunte Margaretenavent

Regest 271 , 1515 Juli 12: "Frater Gherlacus Lobyt, pater, suster Lyse Schaffers, ministersche, suster Alyt Albers, suster Ode ten Grave, suster Nese Gheerdes, suster Lame Koningx, procuratersche ende ghemene susteren des Olden Convents in Groninghen, ten Gheestliken maechden ghehieten" verklaren opgedragen en overgegeven te hebben aan These Kater en Yeyge zijne vrouw en Ydzert Valck en Fije zijne vrouw een "heem mitten holte" gelegen op de Hare in het kerspel van Marum in Vredewolt, "Grijpesholt" geheeten.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende vijftyne op sante Margrietenavent der hilligher joncfrouwen

Regest 272 , 1515 November 9: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat Luert Cater met doctor Hinrick Elderwolt eene overeenkomst heeft gesloten over het leengoed, gelegen op de westzijde van Folkeringestrate binnen Groningen, onder verschillende in het stuk genoemde voorwaarden.
Gegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende vijfftijn des Vrijdages voer sunte Meerten in den winter

Regest 273 , 1515. November 9: Theso Kater, Focko Aykoma, Johan Tedema en Wyllem Wycheringhe verklaren, als verwanten en vrienden van partijen, hunne zegelen te hebben gehangen aan de oorkonde, houdende de huwelijksvoorwaarden van Hinrick Gaykema, hoofdling in Suythorm, en Grete Wycheringhe.
Ghescreven in den jaer uns Heren dussent vijffhundert unde vijfftijn up den Vrijdach voer sunte Meerten

Regest 273* , 1516 Mei 31: Burgemeesteren en Raad van Groningen verklaren, dat zij de ingezetenen der Ommelanden, welke onder Winsummer- en Schaphalsterzijl en onder Delfzijl behoren, voor eenmaal behulpzaam zullen zijn tot het herstellen der Oostersche dijken.
Gegeven in den jare uns Heren dusent vijffhondert ende sestijnn Saterdages vor Bonifacii do Cort Conrades, Peter Sijckinge, Roleff Husynge (moet zijn, zoals blijkt uit het origineel 1516 nr. 6 Huynge) ende Reynt Duertz Borgemester waren unser Stadt

Regest 274 , 1516 Juni 7: Symon Polman verklaart verkocht te hebben met consent van zijnen leenheer Bernt van Munster, heer van Runen, aan Reynalt de Voss van Stenwijck en Zuete zijne vrouw, dochter van Symon Polman, eene jaarlijksche rente van "tijn goldenen Rijnssgulden", te beuren uit het goed geheeten de Nijehoff.
Gegeven in den jaeren ons Heren dusent vijffhundert ende sestyne des Saterdages nae Bonifatii myt syner geselschap

Regest 275 , 1516 Juli 10: Luert Kather, hoofdling toe Frama, en Bawe Ripperda, ehelieden, verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan Geert Westerwolt eene jaarlijksche rente van "die enkelle golden Philipsghulden", te beuren uit een stuk land onder Middelstum,
Int jaer ons Heren dusent vijfhonderd und sestine des Donredaghes na der Octaven Visitationis Mariae

Regest 276 , 1516 November 19: Steven ter Borch en Fenne zijne vrouw verklaren, dat na hun dood hun woonhuis, hof, erf met toebehooren zullen overgaan aan Reynalt de Voss van Stenwijck, Johansz. en Zuete Polmans, e.l.
Gegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhundert ende sestyne up dach Ponciani martyris

Regest 277 , 1518 Februari 18: Carle, hertog van Gelre enz., verklaart, dat de stad Groningen, hem als heer heeft aangenomen en gehuldigd, waartegen hij belooft de oude privilegiën, rechten, statuten, gewoonten enz. der stad te zullen handhaven, met name tegen de Ommelanden.
Int jaer unses Heeren duisent vijffhondert achtijn den achtijnden dach des rnants Februarii

Regest 278 , 1518 Mei 4: Berndt van Munster, heer van Runen, knape, verklaart, dat Helmych Polmans, na den dood zijns vaders Symon, verzocht heeft hem als leenheer te mogen verheergewaden de drie erven, Nyenhoff, Ludderynge en Habeldinge, met welke erven hij gezegden Helmych weder heeft beleend.
Gegeven in den jaeren onses Heren dusent vijffhundert achtyne des ersten Dinxdages nae des hilligen Crucisdach Invencionis

Regest 279 , 1518 October 2: Melchior Rengers, hoofdling te Schermer, en Griete zijne vrouw verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan Johan Rengers van den Poste en Jutte zijne huisvrouw hunne rechtingen, heerlijkheden en redgerrechten, gelegen in het kerspel van Woltersum.
Gegeven in den jaer dusent vijffhondert und achtien dess Saterdages nae sunte Michael Archangel

Regest 280 , 1520 Januari 20: Burgemeesteren en raad in Groningen verklaren, dat Willem Wycheringe heeft verhuurd aan Peter Timmerman en Geertruedt zijne vrouw een "molenbarch" buiten de Botteringeporte gelegen.
Gegeven in den jair onss Heren dusent vijffhundert ende twintich up avende Agnetis virginis

Regest 281 , 1520 Februari 15: Burgemeesteren en raad in Groeningen oorkonden, dat zuster Grete Wycheringe, ministersche, zuster Beerte Berneers, onder-ministersche, en Dymmek Ulgars, procuratoersche van Vrouw Sywenconvent op het Minnebroederskerkhof, verklaarden ten volle betaald te zijn door Geerdt Arends en Bawe zijne vrouw, van wege de kloosterprovenen voor hunne dochter Lutgart.
Gegeven in den jare onss Heren dusent vijffhundert unde twintich Woensdages na Valentinus

Regest 282 , 1520 April 11: Cornelius van Leten, pastor te Tyamsweer, verklaart, dat Omptge en Sybrant, gebroederen, zonen van Oest Luwema te Uuthusen, hebben verkocht en overgedragen aan Thomas Hilbrans en Maryke zijne vrouw eene hoeveelheid lands gelegen in Olingerhamrik.
Gheven in den jare uns Heren dusent vijffhondert unde twijntich des Wondesdages na Paesschen

Regest 283 , 1520 October 29: Wilhelmus Frederici, doctor, persona der personaetschap, Everardus Jarghes, legum doctor, pastor van St. Marten, Rodolphus Mepsche, jur. utr. doctor en pastor te Beem, Coerdt Coenrades en Reynt Duerts, burgemeesteren in Groningen, als arbitratoren en "segghesheren", en Elbertus abt, Rodolphus prior,Theodericus Hoerneken, cleetmeester, Johannes Rees senior en Jacobus Rees capellaen, volmachten van het klooster te Aedwert ter eene, en Johan Gaykinga met vrienden en verwanten, te weten Derck Schaffer, Luerdt Cather, Theze Cather, Focke Aykumma, Melle Aykumma, Eltet to Lellens, Focke Ompteda, Eyse to Lellens, Remmert to Lellens, Menolt to Lellens, Allert Clant, Merten Vrilinx, Johan Tedema, Johan Horenken, Willem Wicheringhe, Johan Scatter, Menne en Eylert Doema gebroeders, en Menne Alema ter andere zijde, verklaren, dat de vroegere veete tengevolge van den nederslag van Hinrick en Frederick Gaykumma (Gaykinga) is gezoend onder nader omschreven voorwaarden.
In den jaer onss Heren dusent vijffhundert ende twijntich des Maendaghes na Simonis et Jude apostolorum

Regest 284 , 1520 November 19: Willem Wycherynge verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan Albert tho Bellyngeweer eene jaarlijksche rente van 9 arendsguldens, te beuren uit een hof buiten de Botteryngepoerte gelegen bij de "brunne".
Ghescreven in den jaer uns Heeren dusent viffhundert ende twyntich upp sunte Pontyanus martiris

Regest 285 , 1521 Januari 31: Hermannus van Deventer, commandeur te Warffum, Rodolphus Mepsche, doctor en pastor te Bedum, Luloff Coenrad(es) en Eltet tho Lellens, gekozen dedingslieden, geven uitspraak in een geschil tusschen de zijlvesten der Drie Delfzijlen en het convent van Essen, over het doorlaten van het water van Essen door de hamrikdijken.
Woenszdagen voir Purificationis Marise in den jaere onss Heeren duisent vijffhundert ennd een end twintich

619 Borg Farmsum, 1246 - 1912

Regestenlijst

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren