718 Oostwoldzijlvest, 1690 - 1871 ( Groninger Archieven )
718
Oostwoldzijlvest, 1690 - 1871
Inleiding
Geschiedenis van de archiefvormer
718 Oostwoldzijlvest, 1690 - 1871
Inleiding
Geschiedenis van de archiefvormer
Op 15 april 1635 komen de schepper en zijlvesten van Oostwold bijeen om een nieuw reglement op te stellen. De oorkonde die dan wordt opgemaakt is de oudst bekende van het Oostwoldzijlvest. De geschiedenis van het zijlvest gaat echter verder terug in de tijd, de woorden: een nieuw reglement, duiden daar al op. Het hierna te noemen "Rapport" vermeldt dat het Oostwoldzijlvest, naar men toen, in 1869, aannam, bemoeienis had met het verplaatsen van de zeesluizen in het Damsterdiep van Winneweer naar Delfzijl. Dat moet ver vóór 1635 zijn geweest * ; archiefstukken daarover zijn er niet.
Het grondgebied van het Oostwoldzijlvest was in vieren verdeeld, in zogenaamde klauwen, kluften of eden. De afzonderlijke namen daarvan zijn al lang niet meer bekend. In 1869 worden ze aangeduid met: eerste, tweede, derde en vierde klauw. Ieder van deze gebieden werd vertegenwoordigd door een eigen zijlvest in het bestuur, dat werd gevormd door de vier zijlvesten, waarbij de oudste in rang tevens als schepper, dat was de voorzitter, fungeerde. Het bestuur werd bijgestaan door een bode. Voor wat betreft het betalen van schot waren ook Weringe en Tjuchem in het Oostwoldzijlvest opgenomen. Zitting in het bestuur hadden zij niet. In het Oostwoldzijlvest werd schot geheven over 2000 deimten land, later werd dat 1581 hectaren, 12 aren.
De eden van Eelwerd en Opwierde namen een bijzondere plaats in. Zij betaalden zowel schot aan het Oostwoldzijlvest, waartoe ze vanouds behoorden, als aan het Dorpsterzijlvest (Generale Zijlvest der Drie Delfzijlen). Dit schijnt te maken te hebben met het eerder genoemde verplaatsen van de zeesluizen van Winneweer naar Delfzijl. Het Oostwoldzijlvest stemde in met het verplaatsen van de sluizen onder voorwaarde dat de hoger gelegen landerijen van het Holemaar, dat zijn Eelwerd met 324 grazen en Opwierde met 640 grazen, zouden bijdragen in de kosten van onderhoud en dat de overige, lager gelegen landerijen zouden zijn vrijgesteld. Zo kwam het dat een deel van het Oostwoldzijlvest ook schot betaalde aan het Dorpsterzijlvest.
De landerijen in het zijlvest waterden af door het Eelwerdermaar en het Eelwerderzijltje bij het Roodehaantje of Rowaantje naar het Damsterdiep. Het betaalde daarvoor geen bijdragen aan het Generale Zijlvest der Drie Delfzijlen.
Het Oostwoldzijlvest werd opgeheven in 1870 en de landerijen opgenomen in het toen opgerichte waterschap Duurswold * . In januari 1898 besloot het hoofdbestuur van het waterschap Duurswold op initiatief van Gedeputeerde Staten om het archief van het Oostwoldzijlvest, dat bij de secretarie in Slochteren berustte, in bruikleen te geven aan het Rijksarchief in Groningen.
Verwerving van het archief
laatste wijziging 14-04-2018
16 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Inventaris
laatste wijziging 14-04-2018
16 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van het archief van het Oostwoldzijlvest
Bewerker:
C. Tromp
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1993
Omvang:
0,21 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
In druk verschenen als inventaris 14 in 1994 in A.L. Hempenius en C. Tromp, Inventaris van archieven van zijlvesten en dijkrechten. Groningen 1994. Publikaties van het Rijksarchief in Groningen 11. In deze publikatie ook de algemene inleiding en de inventarissen van de archieven van het Waterschap Hunsingo. Eerder zijn deze inventarissen gepubliceerd in J.A. Feith, Catalogus der inventarissen van de archieven der voormalige zijlvestenijen en dijkrechten in de provincie Groningen (Groningen/Den Haag 1901).
Licentie:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 14-04-2018
16 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand