Uw zoekacties: Bomsterzijlvest, 1754 - 1864

707 Bomsterzijlvest, 1754 - 1864 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Afb. 1 Kaart, waarop de ligging van het waterschap
Erfgoedstuk
Geschiedenis van de archiefvormer
707 Bomsterzijlvest, 1754 - 1864
Inleiding
Geschiedenis van de archiefvormer
Organisatie: Groninger Archieven
Het Bomsterzijlvest besloeg een gebied dat liep van Marum-Nuis-Niebert, in het zuiden, tot de omgeving van Grijpskerk en Niezijl, in het noorden.
Het westelijk deel van het landschap Vredewold, dat is het gebied ten noorden van de zandrug die loopt van Marum, richting Nuis, Niebert en verder naar Midwolde in Oost-Vredewold, waterde oorspronkelijk af door de Oude Riet. Deze ontsprong ergens in de buurt van Marum, stroomde eerst in oostelijke richting en boog vervolgens om naar het noorden waarbij ze zich langzamerhand verbreedde tot een zeearm van de Lauwerszee. Door opslibbing van deze zeearm kregen de inwoners van Vredewold moeilijkheden met hun afwatering. Ze groeven daarom een kanaal direct naar de zee in noordelijke richting. Dit werd het Wolddiep.
In de buurt van Gaarkeuken zal men aansluiting hebben gevonden bij de Tarjat, een waterloop die in oostelijke richting stroomde en die ten zuiden van het huidige Niezijl in zee uitkwam. De Tarjat heeft men vergraven tot het Hoerediep. Maar ook daar kreeg men last van opslibbing met als gevolg overstromingen in Langewold en dat tengevolge van een waterloop aangelegd ten behoeve van en onderhouden door West-Vredewold. Geen wonder, dat er problemen ontstonden tussen beide landschappen. Onderhandelingen leidden tot de overeenkomst van 8 juni 1385 *  , die als oprichtingsakte van het Bomsterzijlvest kan worden beschouwd.
De overeenkomst van 1385 en ook latere regelingen brachten echter geen oplossing voor de problemen met de afwatering. De Riet tussen Humsterland en Langewold slibde steeds verder dicht. Zo waren in 1554 de Sloterzijl (ook wel Okswerderzijl of Vredewolderzijl genoemd), waardoor Oost- Vredewold afwaterde en de Langewolderzijl, waardoor Oldekerk, Niekerk en Faan hun afwatering hadden, "staf" geworden, dat wil zeggen dichtgeslibd. Na een aantal vergeefse pogingen om de afwatering te verbeteren, sloten ze een overeenkomst met de zijlvesten van West-Vredewold waarbij ze een deugdelijke uitwatering kregen door de Bomsterzijl. Oldekerk, Niekerk en Faan werden zodoende in het Bomsterzijlvest opgenomen.
Na de Tachtigjarige oorlog werd er begonnen met de bouw van een nieuwe zeesluis bij de Opslag, in het kanaal dat nu de Kommerzijlsterrijt heet. Die nieuwe sluis werd aangelegd ter vervanging van de Niehoofsterzijl (ook wel Homsterzijl genoemd), de verwoeste Sloterzijl en de weggeslagen Bomsterzijl. De bouw van de Opslagterzijl of Kommerzijl werd voltooid in 1598. In 1600 volgde een regeling *  waarbij het toezicht en de rechtspraak kwamen te berusten bij de besturen van de drie oude zijlvesten. Dat betekende dat de afwateringsgebieden Humsterland, voorzover ressorterende onder de Niehoofsterzijl, oostelijk Langewold en Vredewold werden samengevoegd en dat het Kommerzijlvest een overkoepelend orgaan werd. Elk van de drie zijlvestenijen hield zijn eigen organisatie met grietmannen en zijlrechters, maar samen voerden de drie grietmannen de administratie over de gemeenschappelijke sluis en oefenden ze het toezicht uit.
Als door het aanleggen van de Kommerzijl, de Bomsterzijl zijn waarde heeft verloren, blijft het Bomsterzijlvest alleen als onderdeel van het Kommerzijlvest voortbestaan. In het reglement van dat zijlvest van 1755 staat hoe het bestuur van het Bomsterzijlvest er uit ziet. Het Bomsterzijlvest wordt bestuurd door een grietman en zes zijlrechters, namelijk twee van Faan, twee van Niekerk, een van Oldekerk en een van Okswerd. Over de wijze van benoeming van de grietman, later volmacht geheten, wordt in 1755 een proces gevoerd. In het reglement van prinses Anna is ook sprake van een eigen grietman voor Nuis, Niebert, Marum en Noordwijk. Het bestuur werd terzijde gestaan door een bode.
Het Kommerzijlvest en daarmee ook het Bomsterzijlvest werden opgeheven in januari 1864 en het grondgebied opgenomen in het ressort van het waterschap Westerkwartier *  .
Verwerving van het archief
Geraadpleegde literatuur

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van het Bomsterzijlvest
Bewerker:
C. Tromp
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1993
Omvang:
0,09 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
In druk verschenen als inventaris 3 in 1994 in A.L. Hempenius en C. Tromp, Inventaris van archieven van zijlvesten en dijkrechten. Groningen 1994. Publikaties van het Rijksarchief in Groningen 11. In deze publikatie ook de algemene inleiding en de inventarissen van de archieven van het Waterschap Hunsingo. Eerder zijn deze inventarissen gepubliceerd in J.A. Feith, Catalogus der inventarissen van de archieven der voormalige zijlvestenijen en dijkrechten in de provincie Groningen (Groningen/Den Haag 1901).
Archiefvormer(s):