Uw zoekacties: Stichting Menno Simonshuis, (1945) 1954 - 2000

2629 Stichting Menno Simonshuis, (1945) 1954 - 2000 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Historisch overzicht
2629 Stichting Menno Simonshuis, (1945) 1954 - 2000
Inleiding
1.
Historisch overzicht
Organisatie: Groninger Archieven
In de (Vereenigde) Doopsgezinde Gemeente te Groningen begon men na de stichting van een weeshuis in 1853 na te denken over de stichting van een gasthuis, waar bejaarde doopsgezinden tegen een zeker inkoopgeld onbezorgd hun laatste dagen konden slijten.
In 1858 toog een commissie aan het werk om een geschikte locatie te vinden. In 1872 betrok de eerste conventuaal (bewoner) het gasthuis aan de Violenstraat. Broeder J.D. Hesselink vond het inkoopgeld veel te hoog; minvermogende leden dreigden verstoken te blijven van plaatsing in het gasthuis. Het inkoopgeld was aanvankelijk ƒ 500,-- tot ƒ 800,-- per persoon. In overleg met het gasthuisbestuur trachtte hij een lager inkoopbedrag te regelen, hetgeen weinig blijvend resultaat had. Bij testament richtte hij in 1873 de J.D. Hesselinkstichting op. De stichting voorzag in de bouw van vier kamers en een bedrag. Na zijn dood in 1878 werd zijn wens ten uitvoer gebracht. Het inkoopbedrag was ƒ 100,--. Daarvoor kreeg het conventuaal levenslang een vrije woning en als de middelen het toelieten nog een uitkering in geld of natura. Er werden vier kamers gebouwd aan de oostzijde van de "natte" Meeuwerderweg. Het beheer was in handen van de erfgenamen, die in 1893 het beheer overdroegen aan de kerkenraad. Na de overdracht nam de kerkenraad het besluit tot verkoop van de vier vochtige kamers aan de Meeuwderweg en bouwde in 1897 op het terrein aan de Violenstraat vier nieuwe kamers. Het beheer werd overgedragen aan het gasthuisbestuuur, die hiervan een afzonderlijke administratie moest bijhouden.
Binnen de doopsgezinde gemeente Groningen in de jaren 1930 - 1940 ontstond het idee om een groot bejaardentehuis te stichten voor personen "met smalle beurzen". De tweede wereldoorlog vertraagde de uitvoering van deze plannen. In 1945 werd meteen om aan nodige kapitaal te komen door het bestuur van het gasthuis te Groningen een obligatielening uitgeschreven. Het te bouwen huis zou de naam van "Menno Simonshuis" krijgen. Vanwege de notariële kosten kwam er aanvankelijk geen officiële stichtingsakte. Dit geschiedde pas op 20 oktober 1950. Hierin werden samengevoegd de onroerende goederen en gelden van het gasthuis, alsmede de Hesselinkstichting en het fonds voor de bouw van het Menno Simonshuis.
Het gasthuisbestuur was van plan dit gebouw op het binnenterrein van het gasthuis aan de Violenstraat en Nieuwe Boteringestraat te realiseren. Het stadsbestuur wenste echter geen radicale veranderingen op die locatie. Het gasthuisbestuur zocht naar een andere mogelijkheid. In november 1952 bleek, dat het grote huis van wijlen notaris Andringa de Kempenaer, gelegen aan de Rijksstraatweg 240 te Haren te koop was. Het imposante huis was uitgewoond door de Duitse bezetter, Canadese bevrijders en Indische repatrianten, het bijbehorende terrein was 1,85 hectare groot. Op 11 mei 1953 werd het huis met terrein aangekocht.
Nu de verwezenlijk van het idee van het Menno Simonshuis op een andere locatie geschiedde, besloot het bestuur van de Menno Simonsstichting, de in 1950 opgerichte stichting te splitsen in twee stichtingen:

1. Stichting "Het Doopsgezind Gasthuis" te Groningen, het welke omvatte het poortgebouw aan de Nieuwe Boteringestraat met daarachter liggende huisjes van het gasthuis en de J.D. Hesselinkstichting.
2. Stichting Menno Simonshuis te Haren -statutair gevestigd te Groningen- ter realisatie van een groot bejaardencomplex op het terrein aan de Rijksstraatweg 240 te Haren.
In 1955 verkreeg men uit het "bouwvolume", een planning van de woningmarkt, een toewijzing. Men mocht 11 huisjes bouwen aan de Weg voor de Jagerskampen te Haren. Het bewoonbaar maken van het oude notarishuis kostte veel geld. Door het nemen van een hypotheek van ƒ 55.000,-- kon dit worden gerealiseerd. Een tegenvaller was dat er slechts 8 á 9 echtparen tegen een vrij hoge hoge huurprijs er konden gaan wonen. De inkomsten verkregen uit pensiongelden van de bewoners van het notarishuis met bijbehorende verzorging leverde te weinig financieël rendement op.
De staf bestond uit een directrice, twee verpleegsters en keukenpersoneel. In wezen was de staf exploitatie technisch gezien te groot in verhouding tot de verkregen inkomsten. De aflossing van schulden was daardoor minimaal.
Geleidelijk aan werd duidelijk dat deze wijze van exploiteren tot een negatief resultaat op de balans zou leiden. In 1971 kreeg het bestuur een brief van de burgerlijke gemeente Haren met eisen ten aanzien van betere brandveiligheidsvoorzieningen. De raming van de kosten bedroegen ƒ 43.000,--. Met leedwezen aan de bewoners besloot het bestuur het gebouw te ontruimen, de bewoners vonden elders onderdak.
De plannen om zelf een groot bejaardentehuis te realiseren kreeg men ook niet rond. Zo viel in 1972 de pijnlijke beslissing om het "notarishuis met de grond" te verkopen aan de Stichting Bejaardenhuisvesting Nederland" te Leusden. Deze stichting bouwde 62 bejaardenwoningen (flatjes) op het terrein tussen het notarishuis en 11 woningen aan de Weg voor de Jagerskampen.
Aan de bejaardenwoningen werden steeds hogere eisen gesteld en het onderhoud van de 11 woningen aan de Weg voor de Jagerskampen kostte steeds meer geld.
De twijfel groeide: "Kunnen wij vanuit de kerkelijke traditie de verankerde zorg voor de bejaarden nog wel volhouden of moeten wij dit aan anderen overlaten".
In 1996 nam het bestuur de beslissing tot verkoop van de elf resterende huisjes aan de Weg voor de Jagerkampen.
Met door verkoop van de huisjes vrijgekomen geld werd het fonds van de Menno Simonsstichting gevormd.
De oorspronkelijke doelstelling van de ondersteuning aan doopsgezinde bejaarde leden is hierbij verlaten. De activiteiten van ondersteuning zijn nu gericht op bijdragen te leveren aan projecten op het gebied van theologische- en pastorale zorg in doopsgezinde gemeenten of organisaties in het gebied van de Sociëteit van Doopsgezinde Gemeenten in Groningen, Drenthe en Oost-Friesland (GDS).
2. Geschiedenis en verantwoording van de inventarisatie
3. Openbaarheid

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van archiefbescheiden van de stichting Menno Simonshuis, gevestigd in 1950 te Groningen, na 1971 te Haren, voortgezet in 2000 als Menno Simonsstichting
Bewerker:
S. Koorn
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
2012
Laatste uitvoer:
12-01-2022
Omvang:
0,6