Uw zoekacties: Visserijkundig ambtenaar Groningen , 1954 - 1985

2509 Visserijkundig ambtenaar Groningen , 1954 - 1985 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Beschrijving van het archief
Geschiedenis van de archiefvormer
2509 Visserijkundig ambtenaar Groningen , 1954 - 1985
Beschrijving van het archief
Geschiedenis van de archiefvormer
ead-typering:
bioghist
Organisatie: Groninger Archieven
Van oudsher is de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) verantwoordelijk voor het visserijbeleid. Onder diens ministerie vallen zowel de zee-, de kust- als de binnenvisserij. Vanaf 2003 is de naam gewijzigd in Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Het ministerie is verantwoordelijk voor de wet- en regelgeving, het toezicht op de naleving daarvan en speelt ook een belangrijke facilitaire rol, ten aanzien van visserijvoorzieningen (bijvoorbeeld de aanleg van zalmtrappen etc.) en het onderzoek op het gebied van de binnenvisserij. De sportvisserij maakte aanvankelijk deel uit van het openluchtrecreatiebeleid. Dit was van 1945 tot aan 1984 ondergebracht bij het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en vervolgens bij het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM). De minister van CRM behartigde uitsluitend de recreatieve belangen van de sportvisser. Daaronder vielen de voorzieningen en de zonering van de sportvisserij met andere vormen van oever- en waterrecreatie. Vanaf 1983 valt de openluchtrecreatie onder de beleidsterreinen van het Ministerie van LNV, waardoor ook recreatieve belangen van de sportvisserij door het ministerie worden gediend. De minister van LNV is de taakopvolger van CRM. De archiefverantwoordelijkheid is dus overgegaan naar de minister van LN.
Binnen het ministerie hebben verscheidene organisatieonderdelen zich met het binnenvisserijbeleid beziggehouden. De (voorlopers) Directie Visserij is het voornaamste onderdeel. Vanaf 1982 tot in 2001 is ook de Hoofddirectie Natuurbehoud en Openluchtrecreatie (later Directie Groene Ruimte en Recreatie) bij het binnenvisserijbeleid betrokken geweest. De Algemene Inspectie Dienst (AID) hield zich bezig met controles op zwartvissen. Daarnaast spelen onder meer de Directie Juridische Zaken, Laser (Landelijke service bij regelingen) en de Regionale Beleidsdirecties (RBD’s) een rol. Taakvoorgangers van de RBD’s waren onder andere de visserijkundig ambtenaar (circa 1980 - 1986) die werd opgevolgd door de Consulentschappen Openluchtrecreatie (COR, na 1986) in de diverse provincies.
Op 6 oktober 1908 (Stbl. 311) kwam de Visserijwet tot stand met als uitvloeisel de instelling van visserijinspecties. De taak van de visserijinspectie was voornamelijk gericht op het toezicht op de uitvoering van de Visserijwet. Ingevolge artikel 26 van de Visserijwet verscheen bij Koninklijk Besluit (KB) van 24 juni 1911 Stbl. 153 de opdeling van het Rijk in zeven districten, waaronder het 4e, 6e en 7e district met als standplaats Utrecht. De districten werden in een aantal dienstkringen ingedeeld. De technische opziener van Groningen viel onder de dienstkringen van het 4e, 6e en 7e district. In 1966 werd de Inspectie der Visserijen, inclusief de hieraan verbonden districten, opgeheven. De taken werden overgedragen aan de Afdeling Sportvisserij en Beroepsbinnenvisserij van de Directie van de Visserijen.
De taak van de technische opzieners in een dienstkring bestond uit het onderhouden van het contact met de visserijpraktijk en dan vooral in adviserende en voorlichtende zin en voorts met de regionale autoriteiten en (openbare) instellingen, die op enigerlei wijze bij de visserij waren betrokken. De naamstelling van de functie is in de loop der jaren menigmaal gewijzigd. Vanaf 1946 tot en met 1966 werd de functienaam technisch opziener gebezigd. Vervolgens tot en met 1971 hoofdassistent, daarna tot en met 1976 visserijassistent, om uiteindelijk via één jaar de naam buitendienstambtenaar in 1978 uit te komen bij de naam visserijkundig ambtenaar.
Inhoud en structuur van het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van de visserijkundig ambtenaar Groningen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bewerker:
Centrale Archief Selectiedienst
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
2008
Laatste uitvoer:
24-07-2023
Omvang:
0,13 m.
Taal van het materiaal:
Nederlands