1748 Gemeente Hoogkerk, 1811 - 1968 ( Groninger Archieven )
1748
Gemeente Hoogkerk, 1811 - 1968
Inleiding
Historie
1748 Gemeente Hoogkerk, 1811 - 1968
Inleiding
Historie
Bij publicatie van het Intermediair Administratief Bestuur van het voormalige gewest Stad en Lande van 10 april 1798 gingen de kerspelen Hoogkerk, Leegkerk, Wierum, Dorkwerd, Hoogemeeden, Aduard en Lagemeeden het nieuw te vormen plaatselijk bestuur 'Aduard' vormen. Tot 1808 hadden de eerste gemeenten een zeer bescheiden taak, ook beschikten ze niet over eigen geldmiddelen. In bovengenoemd jaar werd een nieuwe regeling ontworpen waarbij voor het eerst gemeenten op het Groninger platteland zelf hun huishoudelijke belangen mochten behartigen.
De inlijving van het koninkrijk Holland bij het Franse keizerrijk in 1810 zou de invoering van de Franse wetgeving tengevolge hebben en dat hield tevens in, dat een maire, geassisteerd door één of twee adjuncten, aan het hoofd der gemeenten, die als mairieën werden aangeduid, zou komen te staan. Volgens de nieuwe voorschriften welke de Intendant van Binnenlandse Zaken bij circulaire van 10 april 1811 gaf, waren de gemeenten van 1808 te groot.
Het keizerlijk decreet van 21 oktober 1811 bracht de indeling in gemeenten, die in wezen tot ver in de twintigste eeuw in stand bleef. De kerspelen Hoogkerk, Leegkerk en Dorkwerd vielen ingevolge het decreet van 1811 niet meer onder Aduard, maar vormden nadien de nieuwe gemeente Hoogkerk, welke toen 654 inwoners telde.
Uit bovengenoemd jaar dateren ook de richtlijnen voor de samenstelling van het gemeentebestuur, dat namelijk zou bestaan uit een maire, een of twee adjuncten en een conseil municipal, welke te vergelijken zijn met de latere burgemeester, wethouders en de gemeenteraad.
Na de omwenteling van 1813 zouden de maires ten plattelande schout worden genoemd. Het Reglement van Bestuur voor het platteland der provincie Groningen, vastgesteld bij K.B. van 7 mei 1819, handhaafde deze betiteling nog; het bestuur der gemeenten diende ingevolge dit reglement te worden uitgeoefend door een schout en drie tot negen gemeenteraden (raadsleden), waarvan twee de schout als assessoren (wethouders) zouden bijstaan. Hoogkerk kende 6 gemeenteraden. Het reglement van 1825 voerde evenwel de benaming burgemeester, in plaats van schout, in.
Vermeldenswaard is nog, dat het grondgebied van het dorpje Dorkwerd omstreeks 1817 werd gesplitst. Het gebied ten westen van het Reitdiep (grootste gedeelte met de kerk) bleef bij de gemeente Hoogkerk, en het gebied ten oosten van het Reitdiep kwam bij de gemeente Adorp * .
Bij de wet van 3 april 1968 (Stbl. 437) werd het grondgebied van de gemeente Hoogkerk, bestaande uit de dorpen en gehuchten Bangeweer, Dorkwerd, Hoogkerk, Kleiwerd, Koningspoort, Leegkerk, Nieuwbrug, Nieuwklap, Slaperstil, Sprikkenburg, Vierverlaten, Vinkhuizen, Waschhuizen en Woldtil, groot 1909 ha, met ingang van 1 januari 1969 bij dat der gemeente Groningen gevoegd.
Dit was niet de eerste grenswijziging tussen Groningen en Hoogkerk, want reeds eerder, op 1 januari 1912 (wet van 24 juni 1911, Stbl. 156) was een gedeelte van Hoogkerk, het z.g. 'Kostverloren' bij de stad Groningen gekomen. Dit gehucht, ver van de kom van het dorp verwijderd, en gelegen aan de grens tussen Hoogkerk en Groningen, paste in verband met de overheidszorg beter bij de gemeente Groningen en deze grenswijziging had toen dan ook de volledige instemming van het plaatselijk bestuur der gemeente Hoogkerk.
laatste wijziging 29-06-2023
4.174 beschreven archiefstukken
Bijlagen
laatste wijziging 29-06-2023
4.174 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 29-06-2023
4.174 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de gemeente Hoogkerk
Bewerker:
A.G. Valkenburg
Behoort tot collectie:
Gemeente Groningen
Laatste Publicatie:
2016
Laatste uitvoer:
29-06-2023
Omvang:
78 meter
Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven en getypte bescheiden
Taal van het materiaal:
Nederlands
Licentie:
Categorie:
laatste wijziging 29-06-2023
4.174 beschreven archiefstukken