Vanaf de stichting van de Groninger Baptisten Gemeente in 1880 zijn in ieder geval de belangrijk geachte stukken zorgvuldig en vrij ordelijk bewaard. Begrijpelijkerwijs hebben de notulenboeken van de Kerkenraad als dagelijks bestuur van de gemeente bij de bewaring en ordening een centrale rol gespeeld. In deze boeken werden veelvuldig brieven aangetroffen, die door de Kerkenraad behandeld en vaak beantwoord waren. Bijna even zorgvuldig en compleet zijn de notulenboeken van de gemeentevergaderingen, waarin op vele terreinen het beslissende woord werd gesproken, bewaard en overgedragen. Afgezien van een enkele ordening naar onderwerp, zoals bij de voorbereiding van de bouw van een kerk in De Wijert en de verbouw van het kerkgebouw aan de Meeuwerderweg, hebben de elkaar opvolgende secretarissen van de Kerkenraad de ingekomen brieven en de afschriften van verzonden stukken in een overwegend chronologische volgorde opgeborgen.

Naast deze stukken van algemene aard is de beperktheid van de stukken ten aanzien van de reglementering en de ambtsdragers opmerkelijk en wellicht veelzeggend, terwijl van de tamelijk centraal opgezette financiële administratie wel wat stukken verloren zijn gegaan. De wezenlijke betekenis, die toegekend wordt aan de toetreding tot de Baptisten gemeente heeft zich ook uitgedrukt in het bewaren en nauwgezet bijgehouden van de lidmaten-registers. Ook van de correspondentie rondom afsnijding en daaraan voorafgegaan vermaan en censuur, is vanaf 1894 tamelijk veel behouden. Opvallend is, dat de meeste commissies, zoals de Belijdeniscommissie en de Diaconessen, nauwelijks aanzetten tot zelfstandige archiefvorming hebben gegeven. Voor de evangelisatiecommissie en 'Zusterhulp', werkzaam als ondersteunende instantie op het terrein van de zending, geldt dezelfde constatering, terwijl het oppergezag van de Gemeente en haar dagelijks bestuur, de Kerkenraad en de behoefte aan een gecentraliseerde financiële administratie mogelijkerwijze de Broederraad, de ledenraad en in de jaren zestig de Beheerscommissie in de ontwikkeling tot archiefvormende instelling belemmerd hebben. Evenzeer in het oog vallend is de omstandigheid, dat noch de diakenen noch de ouderlingen bij de vervulling van hun specifieke taken van hulpverlening, respectievelijk pastorale zorgverlening zijn uitgegroeid tot verzelfstandigde colleges of organen.

Overigens bleef de gemeente ook nauw betrokken bij en hield de Gemeentevergadering aanhoudend toezicht op de plannen voor bouw en verbouw. Uiteraard heeft het bovenstaande het schema voor de inventaris sterk benvloed.

De met zorg uitgeknipte krantenartikelen, enige brochures en de verzamelde periodieken hebben als een toch wel bij elkaar horend geheel een plaats gevonden in het aanhangsel. Met de Kerkenraad van de Baptisten Gemeente is overeengekomen, dat voor het raadplegen van stukken, jonger dan 75 jaar toestemming van het dagelijks bestuur van deze kerkenraad vereist is.