Karel van Wijhe werd op 27 maart 1886 in Almelo geboren. Zijn ouders waren prof. dr W. van Wijhe en M.A. Hazelhoff-Roelfzema. Karel bezocht in Groningen de lagere school en de Rijks-HBS. In 1913 behaalde hij aan de Technische Hogeschool te Delft het diploma van werktuigbouwkundig ingenieur. Ruim één jaar was hij als reizend ingenieur werkzaam voor de firma Landré en Glinderman te Amsterdam. Vervolgens werd een baan aanvaard op een rijstpellerij te Rangoon (Birma) en daarna in een strokartonfabriek in Hoogezand. Op 28 mei 1918 trad de vierendertigjarige Karel van Wijhe in Heemstede in het huwelijk met Nelly van Teutem, geboren op 25 februari 1895. Uit dit huwelijk werden een dochter (Maria Anthonia Belye; 1919) en twee zoons (Jan Willem; 1921 en Peter; 1923) geboren.

Van 1921 tot 1951 was Karel van Wijhe werkzaam als leraar. Eerst gedurende enige maanden bij het Instituut Hommes te Hoogezand en daarna aan de gemeentelijke Zeevaartschool te Groningen. In 1926 verhuisde de familie van het pand Rhijnvis Feithplein 7 naar het perceel Wassenberghstraat 25, eveneens in Groningen. Na zijn pensionering verliet Karel van Wijhe in 1951 de Stad Groningen en vestigde zich in Munnekemoer bij Ter Apel. Jaren eerder was hij toegetreden tot de Hervormde kerk en vele jaren diende Van Wijhe deze kerk in Groningen en in Ter Apel als ouderling.

In 1974 ontvind het gemeentearchief archiefbescheiden, afkomstig van ir Karel van Wijhe, van het Nederlands Economisch-Historisch Archief, dat deze stukken zelf waarschijnlijk in 1960 van de echtgenote had verkregen. De archivalia hebben betrekking op de financiële verslaglegging van inkomsten en uitgaven van de familie Van Wijhe. Vanaf 1906 zijn de gezinsuitgaven en inkomsten nauwkeurig en systematisch te boek gesteld. Deze verslaglegging beperkte zich niet alleen tot dagboeken (kas-,giro-,en bankboeken), maar omvatte ook grootboeken en een rekening-courant-boek en zelfs begroting- en rekeningcijfers. Een uiterst gedegen en uitvoerige financiële verantwoording van het doen en laten van een gegoede (Groninger) familie in de eerste helft van deze eeuw. Bij de indeling van de stukken in rubrieken is de volgorde, die bij de financiële administratie van bedrijven gangbaar is, aangehouden. De aard en de ouderdom van de archivalia gaven geen aanleiding beperkingen te stellen aan de openbaarheid. Er werden geen stukken aangetroffen, die voor vernietiging in aanmerking kwamen.