Uw zoekacties: Machinefabriek van J. ten Horn te Veendam, 1880 - 1968

1013 Machinefabriek van J. ten Horn te Veendam, 1880 - 1968 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Toelichting
1. Machinefabriek (en familie) J. ten Horn te Veendam
1013 Machinefabriek van J. ten Horn te Veendam, 1880 - 1968
Toelichting
1.
Machinefabriek (en familie) J. ten Horn te Veendam
Organisatie: Groninger Archieven
Oprichter van de Machinefabriek was Jacob ten Horn. Geboren en overleden te Veendam op respectievelijk 8 februari 1840 en 1 februari 1912. Jacob was een zoon van de landbouwer, koopman, fabrikant Hendrik C. ten Horn en Henderika C. Swart. Hij huwde op 5 september 1870 te Uithuizen met Margaretha Riepma. Uit dit huwelijk werden drie dochters en zes zonen geboren, waarvan de jongste overleed.
Voorafgaande aan de geschiedenis van de fabriek lagen er een aantal wat meer algemene factoren die er toe moeten hebben geleid dat Jacob ten Horn met zijn bedrijf kon beginnen. Ten eerste was daar de Veenkoloniale scheepvaart geschiedenis en ten tweede sociaal bindende elementen als een Katholiek geloof en Duitse emigratie. Ten Horn zijn grootvader was de uit de buurt van Stettin afkomstige schipper Carl Friedrich Horn (1768-1855). Stettin, gelegen aan de Oostzee, behoorde in zijn tijd tot Pruisen. Horn vestigde zich in 1795 te Veendam, veranderde zijn naam in ten Horn en huwde de aldaar wonende Gesina Sinnige (1767-1845). Haar ouders Hendrik Sinnige en Nicola Roskam waren afkomstig uit het in Duitsland gelegen Lathen en Papenburg. Een echtpaar die later niet alleen de overgrootouders zouden worden van Jacob ten Horn, maar ook bijvoorbeeld van, mede oprichter van het Vroom & Dreesmann concern, Willem Vroom (1850- 1925). Overigens werd in die jaren door Katholieke ondernemersfamilies veel ingehuwd.
Hoe dan ook, uit het huwelijk van ten Horn-Sinnige werd één zoon geboren: Hendrik Carel. Echter deze kreeg op zijn beurt maar wel liefst 12 dochters en twee zonen. De laatsten met namen genoemd: Carel Hendrik jr. (1826-1903) en Jacob. Beide broers begonnen hun loopbaan als reder. Gelet op het leeftijdsverschil van veertien jaar, heeft Jacob zijn vak vermoedelijk geleerd bij zijn broer. Diverse boekhoudkundige afschriften getuigen van hun samenwerking. Vooral Carel moet in die jaren beschikt hebben over een niet onaanzienlijke vloot. Na 1868 (ook wel gezien als het hoogtepunt van de Groningse Veenkoloniale scheepvaart geschiedenis) keerde het tij zich snel en moest er worden uitgezien naar andere economische bestaansmogelijkheden.
Dat zo iets niet van de één op de andere dag kon gebeuren lag voor de hand. De beroeps verandering van Jacob ten Horn als reder naar fabrikant moet dan ook geleidelijk aan zijn gebeurd. Om een voorbeeld te geven: de aankoop van het fabrieksterrein aan het Oosterdiep vond plaats in 1884, terwijl het laatste schip (genaamd "Veendam" en ontworpen door kapitein Hazewinkel) in november 1909 van stapel liep. Overigens de werf ten Horn was gevestigd schuin tegenover de fabriek aan de andere zijde van het water. Ook de door Jacob ten Horn gevoerde handel in hout- en ijzerwaren kende zo haar verschillende overgangsperiodes.
Diverse advertenties in lokale bladen maken al vóór 1883 gewag van handel in ondere andere kachels en turfvaten. Na 1883 groeide de zaak in rap tempo uit tot een leverancier die complete inrichtingen kon verzorgen van andere fabrieken. Maar ondertussen ging men vrolijk door, tot ver in de jaren dertig van deze eeuw, met de verkoop van kleinprodukten als daar waren schaatsen en fietsen. Dezen werden verkocht in de winkel van ten Horn die gelegen was onder één dak met zijn woonhuis en grensde aan het fabrieksterrein. Werf, winkel en fabriek: kortom een veelvoud aan activiteiten.
Niet voor niets prees ten Horn, in een catalogus uit 1898, zijn handel dan ook aan in een veelvoud van bewoordingen: "Machinefabriek en Ketelmakerij, Koper- en Metaalgieterij, Grofsmederij en Reperatiewerkplaatsen. Beveelt zich aan tot het leveren van Stoommachines, Stoomketels, Drijfwerken, Centrifugaal- en Rotatiepompen. Complete inrichtingen voor Aardappelmeelfabrieken, Korenmaalderijen, Turfstrooiselfabrieken, Watergemalen, Zuivel- en Steenfabrieken. Uitgebreidere Magazijnen van Landbouwwerktuigen, Appendages, Machinekamerbehoeften, enz.". En dan is nog lang niet alles genoemd. Te denken valt aan spoorweg- en viaductconstructies (onder andere bij Bareveld) en de handel in stoomlocomobiels. Eén locomobiel werd later, na jaren van omzwervingen in Amerika opgenomen in het Openluchtmuseum te Arnhem.
2. De fabriek
3. Literatuur (onder anderen)
Plaatsingslijst

Kenmerken

Beschrijving:
Plaatsingslijst van het archief van de machinefabriek van J. ten Horn te Veendam
Bewerker:
A. Beuse en J. van Keulen
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1999
Laatste uitvoer:
06-03-2023
Omvang:
24 m standaardarchiefberging