Uw zoekacties: RK parochie H. Petrus, Bergeijk, 1599-1935

10074 RK parochie H. Petrus, Bergeijk, 1599-1935 ( Regionaal Historisch Centrum Eindhoven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

10074 RK parochie H. Petrus, Bergeijk, 1599-1935

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Regionaal Historisch Centrum Eindhoven

Bekijk gegevens Regionaal Historisch Centrum Eindhoven

Inventaris

INVENTARIS

Toon details van deze beschrijving

1 Een half vel, groot formaat, aan de vouwen wat doorgesleten en aan ééne zijde bijkans geheel beschreven. Is in de Latijn-sche taal, den 17 december 1599 gedateerd, door Hog. Kelders, zeer duidelijk geteekend en van den volgenden inhoud: "De officiaal van het bisdom 's Bosch neemt maatregelen tegen de vier kapellaans van Bergeijck, die in choor dagelijksch de getijden moesten zingen en mislezen, of bij niet comparitie boeten betalen, en aan dit alles niet meer voldeden" i

2 "De jeugdige clericus Anselmus Smolders uit Eersel, werd op voordracht van Laurentius van Brussel pastoor van Bercheijck, door den aartsdiaken Antonius Bruijnincx tot rector der kapel van Weebosch benoemd, terwijl de priester Cornelius Aerts daarvan afstand gedaan had en werd den 26 mei 1606 door den pastoor van Eersel, Petrus Anselmi ingeleid". Van de vier bladzijden zijn 3 beschreven, de 2 eerste door Z.Hoogw. Jo Bardoul, de derde door genoemden pastoor van Eersel geschreven en geteekend

3 Charter

4 De priester Lambertus Nijssen werd op voordracht van Petrus Balenus, pastoor van Bergeijck, door den aartsdiaken Fran-sicus van Gestel, tot rector van de kapel op Weebosch benoemd en den 22 september 1623 door den deken-pastoor van Bergeik ingeleid

5 "Nicolaas Calis inwoner te Luiksgestel vergunt aan vijf in¬woners te Bergeik een perceel grond onder Luiksgestel aan de grens van Bergeik gelegen, tegen een jaarlijkschen pacht of huur van één gulden, om op dit stuk grond eene huizing te bouwen, onder verdere voorwaarde, dat de grond aan N. Calis of erfgenamen zou wederkeeren, wanneer 't bedoelde huis daar¬van mocht worden weggeruimd".

Deze ruiming is in of kórt na het jaar 1779 geschied en de grond of het perceel, waarop die huizinge getimmerd was, in¬gevolge het hierbovengemeld accoord aan de familie of erfge¬namen van gezegden N. Calis wedergekeerd, wiens bloedverwan¬ten of naamgenoten dit stuk nog ongeveer eene eeuw later hebben bezeten. De vest of gracht waarmede dit huis en de tuin omgeven was is tot heden (1888) nog aanwezig. De genoemde huizing werd getimmerd om als pastoorswoning van Bergeik te verstrekken, toen er de katholieke godsdienst, evenals in andere plaatsen der generaliteit, verboden was. In deze pastorie hebben de zielherders van Bergeik van 1655 tot 1779 gewoond en van daar hunne parochianen verzorgd. -De schuurkerk van Bergeik was reeds in 1648 te dier plaatse, ook op Luiksgestelschen bodem getimmerd. Ze stond in de on¬middellijke nabijheid der pastorie, oostwaarts. Nadat hierin omstreeks 130 jaren de katholieke godsdienst (van 1672 tevens in de schuurkerk op het Hof) is uitgeoefend, werd ze omtrent der jare 1785 afgebroken.

6 Eene schuldbekentenis van honderd kruisrijksdaalders of pata-kons door Peter Hendrik Bergmans aan zijnen broeder Adriaan

7 Een bundel van vier vellen: Waarom en wanneer de pastorie van Luiksgestel met de abdij van Postel werd vereenigd. De Staten der Vereenigde Nederlanden matigden zich het bege-vingsrecht der pastorie van Luiksgestel aan, omdat deze eene filiaal van die te Bergeik was op hen grondgebied gelegen en boden dit den abt van Postel aan zonder hiertoe het minste recht te hebben. De abt wendde zich tot den bisschop van Luik, onder wiens jurisdictie Luiksgestel behoorde en vroeg die pas¬torie bij de abdij in te lijven, temeer omdat het inkomen de¬zer pastorie zoo min was, dat de pastoor zonder toelagen niet bestaan kon en hij uit de goederen der abdij zooveel toelagen geven zoude dat de pastoor fatsoenlijk leven konde. Ook zou er eene nieuwe pastoreele woning gebouwd worden die ten tijde van oorlog tot refugiehuis voor de paters kon dienen. Daarenboven konden deze kanunniken of paters gemakkelijker de H.Sacramenten aan de naburige katholieken in de Meijerij toe¬dienen en hun ten troost wezen.
Nadat de gewone collators erin toegestemd en van hun begevings-recht ten voordeele van Postel afgezien hadden en de bisschop na onderzoek bevond, dat het aangehaalde op waarheid steunde, vereenigde hij de pastorie van Luiksgestel met de abdij van Postel, mits de abt en zijne opvolgers den pastoor jaarlijks eene toelage van 70 patacons gaven. Dit schrijven was van 4 juli 1697.

8 Het gedrukt besluit van 5 maart 1721 waarbij Hun Hoogm. Sta¬ten streng verbieden, zonder hunne vergunning kerkschuren te bouwen, te vernieuwen of te verbeteren

9 Gedrukt id. - Voortaan mogen geene roomsche priesters noch hunne kapellanen bij vacature van eenige plaatsen der Meije-rij eenige pastorijen occupeeren, veel min daarin eenigen roomschen dienst plegen dan met voorkennis van den hoogschout

10 Drie uesolutiën door dezelfde hand -a-fgeschreven en zamenge-naaid. - De eerste dezer voert tot opschrift: Resolutie tot weringe der abuijsen en excessen door de officianten begaan dato 25 juni 1727. - De tweede betreft " het betaelen van re¬cognitiën aan de officieren wegens den roomschen dienst". Is van 18 november dezes jaars. - De derde gedagteekend 12 maart 1731 bekrachtigt hun besluit van 19 juli des voorgaanden jaars waarbij de gehate recognitiën en dergelijke gelden moesten opgeheven worden, doch hetwelk niet overal geschiedde

11 Eene copie met het opschrift: Resolutie van Hun Hoogm. waarbij aan den hoogschout van 's-Bosch is geconstateerd de recogni¬tiën der roomsgezinden te mogen genieten op den voet als van ouds. - 23 mei 1729

12 Drie ingenaaide vellen druks van den 19 juli. - De Staten bepalen de recognitiepenningen, enz

13 De Hoogm. Staten verminderen het getal dienstdoende geeste¬lijken in de generaliteit. - Deze resolutie dato 12 maart 1731, is gedrukt en ook gecopiëerd, zodat hiervan twee ex¬emplaren bestaan

14 Gedrukte publicatie. - De priesters en ingezetenen zijn ge¬houden de recognitiepenningen aan de ontvangers en rentmees¬ters te betalen, zooals bij besluit van 10 juli 1730 geregu¬leerd is, doch de officieren mogen voor de uitoefening van den roomschen godsdienst, directelijk noch indirectelijk, onder wat pretext het zoude mogen wezen, iets trekken of ge¬nieten

15 Eene copie van een verzoekschrift, waarbij de pastoor van Bergeik Willem Mollen aan de Èdelm. Staten autorisatie vraagt om in de pastorie bij de heikerk op den bodem van Luiksgestel te blijven huisvesten en alzoo de roomsche gemeente te Ber¬geik te bedienen

16 Twee exemplaren. - Resolutie van den 20 december 1752, waarin Hun Hoogm. Staten goedvinden te verklaren, dat geene vernieu¬wingen, timmeragiën noch melioratiën (verbeteringen) binnen de kerkenhuizen mogen worden gemaakt, sonder permissie van Haar Hoogm. als vastgesteld is bij hun besluit van 5 maart 1721 en dat van 10 januari 1744

17 Staten vergunnen den R.C. ingezetenen van Beek en Donk de ge¬vraagde herstelling aan hunne kerkschuren. - In drie bladzij¬den zijn de veroorloofde veranderingen, enz omschreven

18 Extract uit het register der resolutiën van hun hoogm. Staten 22 augustus "R.C. ingezetenen van Rosmalen hadden staten ver¬zocht, den vicaris-generaal van *t zoogenaamd bisdom van 's Bosch om ten aanzien van den pastoor van Rosmalen, zoo-daanige prompte voorziening te doen als als hun h.m. tot nut en welzijn van de gemeente aldaar zouden goedvinden te behoo-ren".
Dit gedrukt stuk heeft, evenmin als het laatstvorigè doch ge-schreven, betrekking op Bergeik en zal wellicht als circulai¬re gezonden wezen.

10074 RK parochie H. Petrus, Bergeijk, 1599-1935

INVENTARIS

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Bestand

Reageren

Stuur een reactie naar Regionaal Historisch Centrum Eindhoven

Bekijk gegevens Regionaal Historisch Centrum Eindhoven

Extract uit het register der resolutiën van hun hoogm. Staten 22 augustus "R.C. ingezetenen van Rosmalen hadden staten ver¬zocht, den vicaris-generaal van *t zoogenaamd bisdom van 's Bosch om ten aanzien van den pastoor van Rosmalen, zoo-daanige prompte voorziening te doen als als hun h.m. tot nut en welzijn van de gemeente aldaar zouden goedvinden te behoo-ren".
Dit gedrukt stuk heeft, evenmin als het laatstvorigè doch ge-schreven, betrekking op Bergeik en zal wellicht als circulai¬re gezonden wezen.

1777

Organisatie: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven

laatste wijziging 08-07-2017

19 De door staten 2 maart dezes jaars geadmitteerde pastoor van Bergeik F.A. Deeleh wordt namens hen gelast, zoomede zijn ka¬pelaan, hunne roomsch priesterlijke" functiën te exerseren en doen onder de jurisdictie van den dorpe van Bergeijk, als zijnde de plaats, voor welke hij en zijne voorschr. kapellaan door hooggemelde haar edelm. tot roomsche priesters zijn toe¬gelaten en geenszins in de zoogenaamde heikerk, welke buiten het grondgebied van deze staat gelegen is. Voorts moeten pas¬toor en kapellaan zich met er woon zich insgelijks binnen het voors. dorp van Bergeijk begeven en dus niet buiten het ge¬bied van haar hoogm. domiciliëereirr Mochten pastoor en kapel¬laan niet dadelijk aan de voorw. denuntiatiën voldoen, dan zou het hoog officie genoodzaakt wezen "soodanig tegen deselve te ageeren, als tot maintien van *s lands wetten en de goede or¬de sal oordeelen en vinden te behooren".
De vorster ontving deze aanschrijving, met last zich ten woon-huize des pastoors te begeven en dat besluit te exploiteren. Het origineel stuk, dato 12 augustus 1779, had de vorster aan pastoor Deelen geëxploiteerd en deze cöpie den 16 awgustus met vermelding van volbrachte last en uitvoering geteekend.

20 Op een zegel de helft eener bladzijde de meting door een landmeter der standplaats voor de te bouwen kerk op het Loo. Door pastoor Cuijten is op ditzelfde vel papier eene lijst en opgave vermeld, wegens het doen van verplichte missen voor sommige overledenen

21 2 vellen ingenaaid, 7 bladzijden beschreven, met opschrift: Copie requeste van Francis Covelliers kerkmeester en geweese kerkmeesters van de roomsche kerk te Bergeijk en eenige roomsche ingezetenen aldaar. - Omme interdictie en surchéance. Na den toestand der schuurkerken en de woning der pastoors te Bergeik gemaald te hebben, verzoeken adressanten den pas¬toor te gelasten, met den bouw der reeds aanbesteedde pastorie op *t Loo niet voort te gaan en die op 't Hof te plaatsen, al¬waar ze billekerwijze behoorde. No 2IA 24 juli 1792. Antwoord wordt van de hand gewezen

22 Drie vellen met lint ingebonden, waarvan het opschrift luidt: Extract resolutie van het departementaal bestuur van Brabant dato 2 april 1805, conserneerende de verplichting der tiend-hef fers tot het onderhouden der kerken, etc. mitsgaders haar hoogm. placaat.van den 16 januari 1778 daarbij gehoorende. Dit stuk van bijna 12 bladzijden is overgeschreven door Pie-ter Willems voorzanger in de hofkerk, gewezen representant tijdens de bataafsche republiek, oud-president der dingbank Bergeik, enz., enz. De zorg tot het naasten der kerk in 1798 werd hem voornamelijk opgedragen en heeft hij deswegens de correspondentie met den vicaris van Alphen gevoerd. Hij over¬leed kerstnacht 1832, in den ouderdom van bijkans negentig jaren

23 Eene bladzijde druks: "Extract uit het verbaal van den land-" drost van Brabant". Er zal eene veilige begraafplaats buiten de gemeenten op afstand van 300 roeden moeten worden aange¬legd en niet meer in de kerken te begraven

24 Een merkwaardig stuk in 't fransen geschreven van 4h blad¬zijden nopens het vervoer van Z.H. den paus en zijn verblijf in Frankrijk. Het slot luidt: "Le contenu du present est Ie resultat des informations prises de Fontainebleau depuis le 9 jusqu'au 14 avril 1813.
Pro defensoribus eccelesiae rogatur eleemosyna.

25 Lodewijk Napoleon's decreet van 2 augustus 1808 wegens de verschillende godsdienstleeraren, kerken, enz. Het is 14 artikelen en 3H bladzijden druks

26 De hoofdadministrateur der domeinen heeft goedgevonden, om, in plaats van de aanbesteding der reparatiên aan de kerk te laten doen, voor het aandeel dat het domein als geestelijke tiendheffer, daarin dragen moet, ter somme van f. 263.50 zal betalen.
Voor het vervólg zal het domein jaarlijks, in plaats van het onderhoud dezer kerk uit te betalen, eene som van 30 gulden verstrekken, waarop het volgens de verklaring bij zijne re-monstratie van 26 september 1816 overgelegd, door deskundi¬gen is geschat geworden.
Bij het opmaken der begroting voor de dienst 1818 moest men en zoo vergrooting op die som van f 30 bedacht wezen, 2e werden de kerkmeesters gelast, nadat de voorschreven repara¬tiên zullen uitgevoerd wezen, eene behoorlijke rekening en verantwoording der bevolen kosten te doen.

27 Besluit van Willem, Koning der Nederlanden, om zondag 14 augustus "de openbare godsdienstoefeningen bepaaldelijk in te rigten, tot ernstige en plegtige opwekking van boetevaar¬digheid, vertrouwen, en andere qodsdienstiqe qevoelens in, verhouding met de omstandigheden, waarin het vaderland zich bevindt", enz