10881 Architect Reinier Tybout, (1923) 1928-1999 ( Regionaal Historisch Centrum Eindhoven )
10881
Architect Reinier Tybout, (1923) 1928-1999
Inventaris
INLEIDING
10881 Architect Reinier Tybout, (1923) 1928-1999
INLEIDING
I REINIER TYBOUT (1915-2006), ARCHITECT.
Reinier Tybout wordt op 16 april 1915 als oudste van vier kinderen in Scheveningen geboren. Na de gemeentelijke HBS te hebben doorlopen, behaalt hij in 1935 het diploma MTS, richting bouwkunde. Deze opleiding is onderdeel van de Haagse Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten. Aansluitend volgt hij aan dezelfde academie de driejarige architectuuravondcursus. Later volgt hij ook nog enkele jaren de avondopleiding aan de Amsterdamse Academie voor Bouwkunst.
Hij vervult vanaf 1938 verschillende functies tot hij in 1946 in dienst treedt bij het bureau van de Eindhovense architect Martien H. J. van Beek, die als bouwmeester van katholieke gebouwen bekendheid geniet.
In 1955 kan hij zijn wensdroom vervullen, namelijk op veertigjarige leeftijd een zelfstandige praktijk voeren. De eerste opdracht is een hervormde kerk te Uden. Hierna volgen meer protestantse kerken. Rond 1965 krijgt het bureau steeds meer opdrachten voor de bouw van scholen, maar ook voor andere projecten. Een van de grotere is de bouw van Huize ’t Gruytveld, een tehuis voor geestelijk gehandicapten in Terheyden. Tybout werkt samen met aantal andere architecten, het meeste met Kees Valstar.
Naast zijn werk vervult Tybout nog een aantal nevenfuncties, zowel in het verlengde van zijn beroep als daarbuiten. In 1993 wordt Tybout voor zijn verdiensten de Tectotroop voor BNA leden toegekend. In 1995 wordt er een tentoonstelling over zijn werk gehouden in museum Kempenland te Eindhoven.
Bron:
Thoben, P, Reinier Tybout; architect, Eindhoven 1995
Reinier Tybout wordt op 16 april 1915 als oudste van vier kinderen in Scheveningen geboren. Na de gemeentelijke HBS te hebben doorlopen, behaalt hij in 1935 het diploma MTS, richting bouwkunde. Deze opleiding is onderdeel van de Haagse Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten. Aansluitend volgt hij aan dezelfde academie de driejarige architectuuravondcursus. Later volgt hij ook nog enkele jaren de avondopleiding aan de Amsterdamse Academie voor Bouwkunst.
Hij vervult vanaf 1938 verschillende functies tot hij in 1946 in dienst treedt bij het bureau van de Eindhovense architect Martien H. J. van Beek, die als bouwmeester van katholieke gebouwen bekendheid geniet.
In 1955 kan hij zijn wensdroom vervullen, namelijk op veertigjarige leeftijd een zelfstandige praktijk voeren. De eerste opdracht is een hervormde kerk te Uden. Hierna volgen meer protestantse kerken. Rond 1965 krijgt het bureau steeds meer opdrachten voor de bouw van scholen, maar ook voor andere projecten. Een van de grotere is de bouw van Huize ’t Gruytveld, een tehuis voor geestelijk gehandicapten in Terheyden. Tybout werkt samen met aantal andere architecten, het meeste met Kees Valstar.
Naast zijn werk vervult Tybout nog een aantal nevenfuncties, zowel in het verlengde van zijn beroep als daarbuiten. In 1993 wordt Tybout voor zijn verdiensten de Tectotroop voor BNA leden toegekend. In 1995 wordt er een tentoonstelling over zijn werk gehouden in museum Kempenland te Eindhoven.
Bron:
Thoben, P, Reinier Tybout; architect, Eindhoven 1995
II VERANTWOORDING INVENTARISATIE
Het archief bevond zich in het woonhuis met kantoor van Tybout aan de Nestorlaan 35 te Eindhoven. Het was verdeeld over het kantoor en de zolder. Het grootste deel van het archief bestond uit mappen en dozen met een werknummer. In de mappen bevonden zich de bouwtekeningen, in de dozen stukken en/of bouwtekeningen. Deze eenheden zijn bij inventarisatie gehandhaafd en op werknummer gerangschikt. De werknummers met een V betroffen de projecten die met Kees Valstar waren uitgevoerd. Deze zijn apart gerangschikt. In het archief bevond zich een lijst met uitgevoerde werken (bijlage bij de inventaris). Niet van alle werken is archiefmateriaal aangetroffen.
In het kantoor stond een ladekast met calques. De inhoud hiervan is per lade in een map verpakt en bij elkaar gehouden. In een lade zaten schetsen van projecten en objecten.
Omdat een belangrijk moment in het leven van Reinier Tybout de vestiging van zijn eigen bureau was, is deze scheiding ook in de inventaris aangebracht.
In overleg met de familie zijn de volgende stukken vernietigd: declaraties van het bureau, honoraria van het bureau, rekeningen van het bureau, en “stukken” (geleidebriefjes) van het bureau. Deze stukken hadden weinig informatieve waarde. De dossiers over de projecten bieden voldoende informatie.
Het RHCe heeft een 16-tal schetsen die in ZO-Brabant zijn gemaakt overgenomen en opgenomen in haar Topografisch Historische Atlas onder atlantisnummers 128864 t/m 128879. Deze zijn via de beeldbank in te zien.
De omvang van het archief beslaat na bewerking 13 meter.
Het archief is in bewaring gegeven.
Op het archief berusten geen openbaarheidsbeperkingen.
Het archief bevond zich in het woonhuis met kantoor van Tybout aan de Nestorlaan 35 te Eindhoven. Het was verdeeld over het kantoor en de zolder. Het grootste deel van het archief bestond uit mappen en dozen met een werknummer. In de mappen bevonden zich de bouwtekeningen, in de dozen stukken en/of bouwtekeningen. Deze eenheden zijn bij inventarisatie gehandhaafd en op werknummer gerangschikt. De werknummers met een V betroffen de projecten die met Kees Valstar waren uitgevoerd. Deze zijn apart gerangschikt. In het archief bevond zich een lijst met uitgevoerde werken (bijlage bij de inventaris). Niet van alle werken is archiefmateriaal aangetroffen.
In het kantoor stond een ladekast met calques. De inhoud hiervan is per lade in een map verpakt en bij elkaar gehouden. In een lade zaten schetsen van projecten en objecten.
Omdat een belangrijk moment in het leven van Reinier Tybout de vestiging van zijn eigen bureau was, is deze scheiding ook in de inventaris aangebracht.
In overleg met de familie zijn de volgende stukken vernietigd: declaraties van het bureau, honoraria van het bureau, rekeningen van het bureau, en “stukken” (geleidebriefjes) van het bureau. Deze stukken hadden weinig informatieve waarde. De dossiers over de projecten bieden voldoende informatie.
Het RHCe heeft een 16-tal schetsen die in ZO-Brabant zijn gemaakt overgenomen en opgenomen in haar Topografisch Historische Atlas onder atlantisnummers 128864 t/m 128879. Deze zijn via de beeldbank in te zien.
De omvang van het archief beslaat na bewerking 13 meter.
Het archief is in bewaring gegeven.
Op het archief berusten geen openbaarheidsbeperkingen.
laatste wijziging 17-01-2020
351 beschreven archiefstukken
17 gedigitaliseerd
totaal 46 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 17-01-2020
351 beschreven archiefstukken
17 gedigitaliseerd
totaal 46 bestanden