Uw zoekacties: Gerecht van Dordrecht

9 Gerecht van Dordrecht ( Regionaal Archief Dordrecht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Nadere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Geschiedenis van het orgaan * 
2. Geschiedenis van de archiefvorming en het archiefbeheer
3. Verantwoording van de inventarisatie
4. Literatuur
Inventaris
2. Rechtspraak
2.6. Desolate boedels
Eén van de taken van het gerecht was de afhandeling van faillissementen en achtergelaten boedels van insolvente personen. Voor elk geval werden steeds twee schepenen benoemd, bijgestaan door één van de secretarissen. Anders dan andere steden kende Dordrecht niet een afzonderlijke desolate boedelkamer.
Er waren drie aanleidingen voor het gerecht om in actie te komen. De eerste was wanneer een schuldenaar niet meer aan zijn verplichting kon voldoen en zich meldde bij het gerecht, dan wel daartoe door de schuldeisers werd gedwongen. In moderne termen heet dat een faillissement. De tweede aanleiding was wanneer een schuldenaar alles in de steek liet en met de noorderzon vertrok; in dat geval meldden de schuldeisers zich tot het gerecht. De derde aanleiding was wanneer erfgenamen de erfenis weigerden omdat ze wisten of vermoeden dat de schulden hoger zouden zijn dan de opbrengsten; men sprak dan van een insolvente boedel.

Twee schepen-commissarissen riepen schuldeisers op zich te melden en maakten een inventaris op van de bezittingen. Vervolgens stelden ze vast welke schuldeisers voorrang (preferentie) genoten bij de afdoening. Het gerecht stelde twee curatoren aan (doorgaans een notaris-procureur en één van de gezworen klerken). De goederen werden in het openbaar verkocht en de opbrengst in de consignatiekas gestort. Voor zover mogelijk werden uit de opbrengst de schuldeisers voldaan. Curatoren legden vervolgens rekening en verantwoording af aan de schepen-commissarissen.
2.6.5. Dossiers
917-1409 Stukken betreffende insolvente boedels
1352 Pieter Roodakker, 1808
9 Gerecht van Dordrecht
Inventaris
2. Rechtspraak
2.6. Desolate boedels
2.6.5. Dossiers

917-1409 Stukken betreffende insolvente boedels
1352
Pieter Roodakker, 1808

Kenmerken

Datering:
1450 - 1811
Auteur:
P.J. Horsman (2012)
Omvang:
49,63 meter
Titel inventaris:
Gerecht van Dordrecht