9 Gerecht van Dordrecht ( Regionaal Archief Dordrecht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Nadere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Geschiedenis van het orgaan * 
2. Geschiedenis van de archiefvorming en het archiefbeheer
3. Verantwoording van de inventarisatie
4. Literatuur
Inventaris
2. Rechtspraak
2.3. Civiele zaken tussen partijen
9 Gerecht van Dordrecht
Inventaris
2. Rechtspraak
2.3.
Civiele zaken tussen partijen
Dordrecht kende twee soorten civiele procedures, de gewone procedure, waarin, vanaf de zeventiende eeuw, partijen procedeerden met behulp van procureurs en advocaten (rubriek 2.3.1). Naast deze procedure bestond die van de jaargedingen, die drie maal per jaar gehouden werden (rubriek 2.3.2) . Het ging daarbij doorgaans om schulden van een betrekkelijk laag bedrag. Deze procedure verliep doorgaans snel; wanneer de gedaagde niet verscheen kon het gerecht hem/haar bij provisie veroordelen. Er waren geen procureurs nodig, al traden die doorgaans wel op. Konden schepenen niet tot een oordeel komen, of maakte een van de partijen bezwaar, dan werd de zaak op de gewone rol gezet.
Zowel voor de jaargedingen als voor de gewone zaken waren er twee rollen. De ene voor zaken tussen Dordtenaren, de zogenaamde binnenrollen ; de andere wanneer een niet-Dordtenaar een Dordtenaar daagde voor een kwestie die zich in Dordrecht had afgespeeld, de buitenrollen. Voor belastingzaken en gildenzaken waren er afzonderlijke rollen.
In de achttiende eeuw wordt een nieuwe rol geïntroduceerd, die van kleine zaken (rubriek 2.3.4); de jaargedingen verliepen toen langzamerhand.
Het gerecht hanteerde de rolprocedure waarschijnlijk al vanaf de eerste helft van de zestiende eeuw. Daarvoor werd hoofdzakelijk mondeling geprocedeerd. De oudste bewaard gebleven rollen (presentatieboeken) dateren van 1548, maar mogelijk zijn er oudere geweest. De procedure is uitvoerig beschreven in de Ordonnanties op het procederen. In voorkomende gevallen wordt naar de editie van 1663 van deze ordonnantie verwezen.

Kenmerken

Datering:
1450 - 1811
Auteur:
P.J. Horsman (2012)
Omvang:
49,63 meter
Titel inventaris:
Gerecht van Dordrecht