Geen enkele indeling doet volledig recht aan de structuur van het archief, vooral niet omdat het gerecht en zijn secretarissen niet altijd scherp onderscheid maakten tussen juridische en bestuurlijke zaken. De rollen zijn zuiver juridisch, maar de resolutieboeken, aktenboeken en rekestboeken bevatten zowel politieke als juridische zaken. In de loop der tijd bracht de secretarie wat meer structuur in de registervorming aan, maar met name de resolutieboeken bleven gemengd van aard.
De inventaris is onderverdeeld in vier hoofdrubrieken: bestuur, rechtspraak, registratie van rechtshandelingen en huishoudelijke zaken. In de hoofdrubriek bestuur zijn de series van algemene aard ondergebracht: resoluties, correspondentie, aktenboeken en rekestboeken. Deze series bevatten de neerslag van de volledige taak van het gerecht, in zeventiende- en achttiende-eeuwse terminologie: politie en justitie.
De tweede hoofdrubriek, rechtspraak, bevat de documentatie van zowel de criminele als de civiele rechtspraak. Het hoofdbestanddeel zijn de rollen van de rechtszittingen, maar belangrijke rubrieken zijn ook opgenomen belastingzaken, stapelzaken, familiezaken en de afhandeling van desolate boedels – zaken die door schepen-commissarissen werden behandeld en waarop het gerecht uiteindelijk zijn fiat gaf.
De derde hoofdrubriek bevat de registratie van verschillende rechtshandelingen, ook wel aangeduid als voluntaire rechtspraak. Hierin zijn onder meer de omvangrijke series protocollen van transporten van onroerend goed ondergebracht.
De vierde hoofdrubriek, huishoudelijke zaken, bestaat vooral uit de administratie van de secretarie.