Voor de geschiedenis van Heinenoord voor 1938 wordt hier volstaan met een verwijzing naar de inleiding van de archiefnummers 1016 en 1017.
Na de Tweede Wereldoorlog ontkwam ook Heinenoord niet aan de wederopbouw en de daarmee gepaard gaande uitbreiding van het woningaantal en dus ook het inwonersaantal. Vanaf 1947 door woningbouwvereniging Volksbelang verdeeld over een vijftiental complexen in totaal bijna 400 woningen gebouwd. Hierdoor liep het inwonersaantal gestaag op. Waren er in 1938 1988 inwoners in Heinenoord, in 1958 waren dat er 2265, in 1978 3124 en in 1983 waren dat er al 3364.

Het grondgebied van de gemeente Heinenoord bleef tot 1980 ongewijzigd ten opzichte van 1938. Bij Wet van 13 februari 1980 werd besloten dat een gedeelte ter grootte van 20 hectare van polder De Bosschen aan de gemeente Oud-Beijerland moest worden afgestaan ten behoeve van het ontwikkelen van een bedrijventerrein aldaar (zie inventarisnummer 8).

Na uitvoerig overleg en dito planvorming, daterende al vanaf de jaren 1950, werd door de provincie Zuid-Holland besloten tot een kleiner aantal gemeenten te komen in de Hoeksche Waard. Per in 1 januari 1984 houdt de gemeente Heinenoord derhalve op te bestaan, zij ging samen met de gemeenten Maasdam, Mijnsheerenland, Puttershoek en Westmaas op in de nieuw gevormde gemeente Binnenmaas.

Op 17 februari 1945 is op de Blaaksedijk (nabij Crooswijk) het lijk van de nationaal-socialistische burgemeester van Nieuw-Beijerland, Simonis, aangetroffen. De Duitse bezetter heeft toen als represaillemaatregel een tiental in de strafgevangenis te Scheveningen vastzittende Nederlanders aangewezen en een dag later gefusilleerd (inventarisnummer 1860). Ter nagedachtenis aan deze gefusilleerde mannen en alle andere gevallenen in de Tweede Wereldoorlog is in 1950 aan de Rijksweg, tussen de Blaaksedijk en Crooswijk het oorlogsmonument ‘Moeder’ opgericht (zie inventarisnummer 1809).