Jacob van Apeldorn en Hademan van Heten, schepenen van Deventer, oorkonden, dat de heer Johan Becker, anders geheten van der Heyne, een priester, en wijlen heer Evertvan Nassouwe, destijds van Oede, vrouwe van Wilpe, toestemming hebben gekregen hun schoorsteen te bouwen op de gevelvan het huis, waar Oede, vrouwe van Wilpe, in woont, in de Enghestraten gelegen, onder voorwaarde, dat de heer Johan en heer Everts dochter en hun nakomelingen voortaan niet meer timmeren mogen op deze gevel, tenzij met toestemming van Oeden en haar erfgenamen.
Met uithangend zegel in groene was van de tweede oorkonder;
het uithangend zegel van de eerste oorkonder is afgevallen