Henrich Jacobsen, schout van Colmschate, oorkondt dat Wolter van Brienen, markerechter, en Derck Haemaecker, provisor van het Voorster Gasthuis te Deventer, als gemachtigden van de erfgenamen van Borgelermark, hebben verkocht en overgedragen aan de stad Deventer een afgegraven stuk veldland, gelegen bij het stadserf Steenbrugge, in het ambt van Colmschate in de buurschap en de mark van Borgele, strekkende met de ene hoek westwaarts naast het huis Steenbrugge tot aan Buurcamp aan de weg en noordwaarts strekkende aan de horst aan het veld dat zich uitstrekt tot Veldhuizen, en oostwaarts naast het land dat kameraar Henrich Hoenraad vorig jaar gekocht heeft, en zuidwaarts naast de weg naar de weide van Steenbrugge.Als keurnoten waren aanwezig Claes van der Horst en Roeloff in de Platfoeth.