Uw zoekacties: Goor [en] Tubbergen 3 Twee kaarten op een vel die niets met... Stad Deventer, periode Middeleeuwen

0690 Stad Deventer, periode Middeleeuwen ( Collectie Overijssel locatie Deventer )

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0690   Stad Deventer, periode Middeleeuwen
Inventaris
1. Archief van schepenen en raad
1.01. Algemene aard
1.02. Verschillende rechten der stad
1.02.1. Rechten in het algemeen
14-1 Vidimus van de stad Dordrecht van een oorkonde d.d. 1276 september 18, waarbij Floris, graaf van Holland, aan Kampen, Zwolle, Deventer en Wylshem handelsvoorrechten schenkt in zijn gebied, 1276 september 18 i
14-2 Vidimus van Jan, graaf van Holland, van een oorkonde d.d. 1276 september 18, waarbij graaf Floris van Holland aan Kampen, Zwolle, Deventer en Wilsem handels-voorrechten schenkt in zijn gebied. Afschrift op papier. Zeer kwetsbaar. Met fotocopieën, Eind 14de eeuw i
14-3 Vidimus van de stad Dordrecht van de oorkonde d.d. 1276 september 18 zoals bedoeld in nr. 14-1. Met een akte van Floris, graaf van Holland, d.d. 1278 april 28, waarbij hij aan de kooplieden van Deventer verschillende privileges en vrijheden binnen zijn gebied schenkt. Afschriften, Midden 16de eeuw i
15 Lijst, opgesteld in opdracht van het stadsbestuur van Deventer en bestemd voor de huidige graaf van Holland, van de handelsprivileges en vrijheden die de burgers en kooplieden van Deventer tot nu toe van de graven van Holland ontvangen hebben., z.j.z.d. (ca. 1300?) i
16-1 Vidimus afgegeven door de stad Dordrecht van een oorkonde van 14 januari 1313, waarbij Willem III, graaf van Holland, de handelsvoorrechten door graaf Floris V aan de kooplieden van Deventer op 28 april 1278 geschonken, bevestigt en uitbreidt, 1313 januari 18 i
16-2 Vidimus van de stad Deventer van de akte van Reinoud II, graaf van Gelre, waarbij deze belooft om de stad in haar oude rechten te handhaven en toezegt bij geschil hierover zich te zullen houden aan wat Schepenen en Raden van Deventer onder ede voor recht verklaren, 1336 april 28 i
16-3 Vidimus van de stad Deventer van de akte van Reinoud II, graaf van Gelre, waarbij deze belooft om de burgers van Deventer en hun goederen in en buiten zijn landen te beschermen en geleide te geven, 1336 april 28 i
Akte waarbij bisschop Jan van Arkel de privileges van de stad bevestigt en toezegt bij geschil hierover zich te zullen houden aan wat Schepenen en Raden van Deventer onder ede voor recht verklaren, en tevens belooft om de burgers van de stad naar vermogen te beschermen. In tweevoud, 1346 februari 14
18 Akte waarbij Willem V, graaf van Holland, de handelsvoorrechten bevestigt die de stad gekregen heeft van zijn voorgangers, 1357 juli 13 i
19 Akte waarbij bisschop Jan van Arkel aan de stad verschillende privileges schenkt en de privileges geschonken door zijn voorgangers bevestigt, 1362 mei 15 i
20-1 Akte waarbij bisschop Jan van Virneburg de privileges van de stad bevestigt en toezegt bij geschil hierover zich te zullen houden aan wat Schepenen en Raden van Deventer onder ede voor recht verklaren, 1367 mei 31 i
20-2 Vidimus van de officiaal van de aartsdiaken van Deventer van de akte beschreven onder nummer 20-1, 1371 oktober 17 i
21 Akte waarbij hertog Albrecht, ruwaard van Holland, tot Kerstavond vrijgeleide geeft aan tien burgers van Deventer om door zijn landen te reizen om voor hem te verschijnen voor onderhandelingen, 1368 oktober 26 i
22 Akte waarbij bisschop Arend van Hoorn de privileges van de stad bevestigt en toezegt bij geschil hierover zich te zullen houden aan wat Schepenen en Raden van Deventer onder ede voor recht verklaren, 1371 november 25 i
23-1 Akte waarbij bisschop Floris van Wevelinchoven de privileges van de stad bevestigt en toezegt in geval van geschil hierover zich te zullen houden aan wat Schepenen en Raden onder ede voor recht verklaren, 1379 november 14 i
23-2 Vidimus van Willem, heer van Bronckhorst, van de akte beschreven in nr. 23-1, 1386 augustus 27 i
24 Akte waarbij bisschop Floris van Wevelinchoven aan de steden Deventer, Kampen en Zwolle belooft, dat hij recht zal doen volgens het landrecht van Salland, dat hij twee maal per jaar in Salland ter klaring zal zitten en dat hij in Salland goede en getrouwe lieden tot kasteleins, ambtlieden en rentmeesters zal aanstellen, 1379 november 14 i
25 Akte waarbij bisschop Frederik van Blankenheim de privileges van de stad bevestigt en toezegt bij geschil hierover zich te zullen houden aan wat Schepenen en Raden van Deventer onder ede voor recht verklaren, 1394 augustus 23 i
26-1 Akte waarbij Floris V, graaf van Holland, aan de kooplieden van Deventer verschillende privileges (o.a. betreffende schipbreuk, tollen en rechtspraak) in zijn gebied schenkt, 1278 april 28 i
26-2 Akte waarbij bisschop Frederik van Blankenheim verklaart de stad ongehinderd in het bezit te zullen laten van haar recht op de wetering tussen Haddenvoorde en Berkskamp, zoals zij dat van oudsher in bezit heeft gehad, 1401 februari 23 i
26-3 Bul van paus Johannes XXIII waarbij hij de burgers van Deventer vergunt dat zij voor rechtszaken door de bisschop van Utrecht of diens officiaal niet naar Utrecht mogen worden opgeroepen, maar dat zij in hun eigen stad berecht mogen worden, 1413 maart 28 i
Akte waarbij bisschop Frederik van Blankenheim, naar aanleiding van een geschil hierover, verklaart de stad ongehinderd in het bezit te zullen laten van haar recht op de Goyer-, de Borgeler- en de Tjoenermark, waarvan Schepenen onder ede verklaren dat de stad dat altijd in bezit gehad heeft. In tweevoud, 1419 oktober 31
27-3 Notariële akte houdende het verslag van de procedure voor de officiaal van het Hof van Utrecht gevoerd door Johan van Meerlo, procurator fiscalis van genoemd hof, tegen Herman Paulsz., procurator van Lubbert Jansz. genaamd Marquard c.s., burgers van Deventer, omdat deze een besluit hadden genomen en onder klokgelui van het raadhuis hadden doen afkondigen dat in strijd was met de kerkelijke vrijheid, 1423 september 20 i
28 Akte waarbij de elect en confirmaat Rudolf van Diepholt aan de stad belooft om haar burgers tegen wie hij wil procederen voortaan niet meer te arresteren of vast te houden, 1433 april 6 i
29-1 Akte waarbij de elect en confirmaat Rudolf van Diepholt de privileges van de stad bevestigt en toezegt in geval van geschil hierover zich te zullen houden aan wat Schepenen en Raden onder ede voor recht verklaren, 1433 april 7 i
29-2 Akte waarbij Rooms-koning Frederik III de stad Kampen verbiedt om een brug over de IJssel te bouwen, 1448 april 17 i
30 Akte van de officiaal van de aartsdiaken van Deventer, houdende onder ede afgelegde verklaringen, dat het gerecht van de bisschop van Utrecht reeds sedert mensenheugenis gedurende de jaarmarkten open is geweest voor vreemdelingen, 1448 april 11 i
31-1 Akte waarbij bisschop David van Bourgondië de privileges van de stad bevestigt en toezegt in geval van geschil hierover zich te zullen houden aan wat Schepenen en Raden onder ede voor recht verklaren, 1456 oktober 12 i
31-2 Akte waarbij Johan van Stienbergen van Nijenbeek verklaart met de stad te zijn overeengekomen dat de Voorsterbeek haar loop in de oude IJssel zal behouden en dat niemand, behalve hijzelf en de stad Deventer, daarop een watermolen mag zetten, met boetebepaling in geval van niet nakomen van de overeenkomst, 1458 juni 28 i
32-1 Akte waarbij Christiaan, koning van Denemarken, de stad Deventer onder zijn bescherming stelt en haar recht geeft op de haringvangst in Denemarken en met name op Schone, zoals Kampen en Amsterdam bijv. dat nu al hebben, 1461 oktober 3 i
32-2 Akte waarbij Hendrik van Essen en Evert van Wytman, rentmeesters van de bisschop van Utrecht, verklaren dat het herstel van de Douvelderdijk door de burgers van de stad en de inwoners van het kerspel Deventer is gedaan op verzoek en niet van rechtswege, 1461 december 21 i
33 Akte waarbij bisschop David van Bourgondië aan Johan Hakenberge, vrijgraaf in de Suderlande, beveelt geen recht te doen op de klacht van Hendrik van Alten tegen de Deventer raadslieden en burgers Hermen Bueving c.s., en zich borg stelt dat genoemde Deventer raadslieden en burgers voor de bisschop, als hun ware landsheer, jegens Hendrik van Alten doen zullen als zij behoren te doen, 1464 november 10 i
34 Overeenkomst tussen de bisschop van Münster en de stad Deventer, waarbij wordt afgesproken om wederzijds elkaars burgers, onderzaten en kooplieden, die de vrije markten in beider gebied bezoeken, te beschermen, 1465 januari 17 i
35 Akte van de stad Roermond, waarbij zij vrijgeleide geeft aan burgers en inwoners van Deventer in haar gebied, 1465 september 21 i
36 Akte van de stad Keulen waarbij zij vrijgeleide geeft aan alle burgers en inwoners van Deventer in haar gebied, 1465 oktober 31 i
37 Akte waarbij Adolf, hertog van Gelre, de privileges bevestigt van de stad Deventer, zoals ook zijn voorvader hertog Reinoud die bevestigd heeft, en waarbij hij de zoen tussen het land van Gelre en het Sticht Utrecht, gesloten door zijn vader hertog Arnold, belooft te handhaven, 1466 maart 7 i
38 Akte waarbij Roelof van Langen, knaap, op verzoek van Berend, graaf van Bentheim, vrijgeleide geeft aan burgers en inwoners van Deventer in zijn gebied, 1466 maart 5 i
39 Akte waarbij Dirk Uterweer, vicaris generaal van de bisschop van Utrecht, Helmych Luning, vrijgraaf van Teckinchuysen in het graafschap Tekenenborch, en Johan Drogespot c.s., excommuniceert omdat zij niet voor hem zijn verschenen om zich te verdedigen tegen de klacht van het stadsbestuur van Deventer, dat zij inwoners van Deventer in strijd met haar privileges voor hun vrijstoel hebben gedagvaard, 1472 december 16 i
40 Akte waarbij bisschop David van Bourgondië de stad bevestigt in haar pauselijk privilege, dat haar burgers of inwoners in wereldlijke zaken niet voor het gerecht van de bisschop van Utrecht mogen worden gedagvaard, 1479 mei 29 i
41-1 Akte waarbij de hertogen Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië de privileges bevestigen die de stad Deventer gekregen heeft van hun voorgangers, nl. de graven van Holland en de hertogen van Gelre, 1481 januari 8 (Paasstijl: 8 jan. 1482) i
41-2 Akte waarbij aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk vrijgeleide geeft aan de afgevaardigden van Deventer, Kampen, Zwolle en Groningen, te zamen 60 personen, om te komen op het slot Beverweerde te Wierden voor de dagvaart op 15 juli met de afgevaardigden van de aartshertog en die van de zes hoofdsteden van Holland, 1483 juli 9 i
42 Vidimus, van de officiaal van de aartsdiaken van Deventer, van de volgende vier oorkonden:
1. 1417 dec. 12, waarbij Diederik, aartsbisschop van Keulen, verklaart op last van Rooms koning Sigismund een overeenkomst tot stand te hebben gebracht tussen Reinoud, hertog van Gelre, en de stad Deventer inzake hun geschil over de tol te Zutphen, de Bruggerweerd, geweld in Zutphen tegen Coenraad die Hoofse en op de Veluwe tegen Ernst van der Horst en Hugo zu der Derenthorst, zoals blijkt uit de ingelaste oorkonde van Reinoud, hertog van Gelre, d.d 1417 sept. 7, waarbij hij de privileges van Deventer bevestigt;
2. z.j.z.d., waarbij Arnold, hertog van Gelre (1423-1465), verklaart vrede te hebben gesloten met bisschop (postulaat) Rudolf van Diepholt (1423-1455), het Sticht van Utrecht en het Oversticht, (gedeeltelijk);
3. 1466 mrt. 7, waarbij Adolf, hertog van Gelre, de vrede door zijn vader (Arnold) met het Sticht gesloten, bevestigt en verklaart de stad Deventer te zullen laten in het bezit der privileges haar door hertog Reinoud (zie boven onder 1. d.d. 1417 sept. 7) geschonken;
4. 1481 jan. 8, waarbij de hertogen Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië de privileges bevestigen die de stad Deventer gekregen heeft van hun voorgangers, nl. de graven van Holland, en de hertogen van Gelre (zie inv. nr. 41-1), 1486 oktober 30 i
43-1 Akte waarbij keizer Frederik (III) aan de stad het recht geeft gouden munten te slaan, gelijk aan die welke de keurvorsten aan de Rijn, geestelijk en wereldlijk, mogen slaan, 1486 december 5 i
43x Akte waarbij bisschop David van Bourgondië verklaart dat hij de privileges van de drie steden van Overijssel, die tot afbreuk van de vijand schatting hadden verleend, zal handhaven, 1491
44 Akte waarbij de elect Frederik van Baden de privileges van de stad bevestigt en toezegt in geval van geschil hierover zich te zullen houden aan wat Schepenen en Raden onder ede voor recht verklaren, 1496 november 24 i
45-1 Afschrift van een akte d.d. 1498, waarbij bisschop Frederik van Baden verklaart, dat de betaling van het ruitergeld door de ridderschap van Salland, Twenthe, Vollenhoven en Drenthe en de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle geen invloed op hun privileges zal hebben en geen precedent zal vormen. Gelijktijdig afschrift, (1498) i
45-2 Akte van de stad Diest, waarbij zij verklaart de rechten van de steden Deventer, Kampen en Zwolle en de andere inwoners van het Oversticht om met hun beesten de markt in Diest te bezoeken, naar vermogen te zullen handhaven ondanks de inbreuk daarop gemaakt door de stad Lier, en waarbij zij belooft de kooplieden zo veel mogelijk van schade te vrijwaren, 1503 juli 9 i
45-3 Akte waarbij Filips de Schone op verzoek van de bisschop van Utrecht het Oversticht onder zijn bescherming stelt, met name vanwege het optreden van zijn legertroepen, 1504 maart 1 i
46-1 Vidimus, afgegeven door deken en kapittel van St. Lebuinus te Deventer, van de volgende acht oorkonden:
1. 1447 z.d., beschreven onder inv. nr. 83-a, regest 147-a;
2. 1481 juli 10, beschreven onder inv. nr. 84-a, regest 244;
3. 1481 juli 10, beschreven onder inv. nr. 84-b, regest 243;
4. 1487 februari 16, beschreven onder inv. nr. 85-a, regest 252;
5. 1481 januari 8, beschreven onder inv. nr. 41-1, regest 241;
6. 1276 september 18, beschreven onder inv. nr. 14-1, regest 3;
7. 1357 juli 13, beschreven onder inv. nr. 18, regest 32;
8. 1357 juli 13, beschreven onder inv. nr. 73-b, regest 31., 1504 december 9 i
46-2 Akte waarbij prior en convent van Groot Burlo in het Sticht van Munster verklaren dat zij het huis aan de Brink, dat Evesse Hoernemans, burgeres van Deventer, heeft gelegateerd aan hun convent en de kloosters Klein Burlo, Oosterborg en Benthlage, eveneens in het Sticht van Munster gelegen, op vordering van het stadsbestuur van Deventer weer in wereldlijke handen zullen overleveren, 1511 februari 11 i
46-3 Akte waarbij keizer Maximiliaan en zijn kleinzoon aartshertog Karel op verzoek van de bisschop van Utrecht aan de steden Deventer, Kampen en Zwolle en de inwoners van Overijssel toestaan om, zoals in oude privileges is vastgelegd, onder bepaalde voorwaarden in Holland vrij te verkeren en handel te drijven, 1507 november 21 i
46-4 Akte waarbij keizer Maximiliaan en zijn kleinzoon aartshertog Karel aan de steden Deventer, Kampen en Zwolle toestaan om in hun landen vrij te verkeren en handel te drijven voor de termijn van een jaar, 1511. Met een getransfigeerde akte waarbij Herman Hermansz., deurwaarder van wapenen in Den Haag, verklaart dat hij de inhoud van de akte van Maximiliaan en Karel in de steden Haarlem, Leiden, Amsterdam, Middelburg en Zierikzee heeft gepubliceerd, 1511 juli 14 i
Akte waarbij bisschop Frederik van Baden bekend maakt dat de accijnsen op het gemalen koren en het binnenlands en buitenlands bier in Salland en Twenthe zullen worden geïnd door de stad Deventer en in het land van Vollenhoven en in Zwollerkerspel door de steden Kampen en Zwolle, 1509
46-7 Akte waarbij bisschop Frederik van Baden bekend maakt dat de accijnsen op het gemalen koren en het binnenlands en buitenlands bier in Salland en Twenthe zullen worden geïnd door de stad Deventer en in het land van Vollenhoven en in Zwollerkerspel door de steden Kampen en Zwolle, 1511 januari 16 i
47-1 Akte waarbij de elect Filips van Bourgondië de privileges der stad bevestigt en toezegt in geval van geschil hierover zich te zullen houden aan wat Schepenen en Raden onder ede voor recht verklaren, 1517 oktober 7 i
47-2 Akte waarbij Jacob van Apeltern, domdeken van Utrecht, zijn pauselijke opdracht overdraagt aan mr. Herman Wterwijck, deken van St. Lebuinus in Deventer, en mr. Willebrord Boningerhof, deken van St. Walburg in Zutphen. De opdracht, volgens de inhoud van een ingelaste pauselijke akte d.d. 22 april 1490, luidde als volgt: paus Innocentius VIII draagt op aan Jacob van Apeltern, domdeken van Utrecht, samen met de proost van Osnabruck en de deken van St. Ludger te Munster, om de inwoners van Deventer tegen de aartsbissschop van Keulen te handhaven in het recht dat zij, zolang zij bereid zijn voor het gerecht van de stad te verschijnen, in zaken van wereldlijke aard, civiele zowel als criminele, niet tegen hun wil voor het geestelijk gerecht gedaagd kunnen worden, welk recht hen was geschonken d.m.v. een pauselijke akte van dezelfde datum, 22 april 1490, ingelast in deze oorkonde, 1517 juni 29 i
0690 Stad Deventer, periode Middeleeuwen
Inventaris
1. Archief van schepenen en raad
1.02. Verschillende rechten der stad
1.02.1. Rechten in het algemeen
47-2
Akte waarbij Jacob van Apeltern, domdeken van Utrecht, zijn pauselijke opdracht overdraagt aan mr. Herman Wterwijck, deken van St. Lebuinus in Deventer, en mr. Willebrord Boningerhof, deken van St. Walburg in Zutphen. De opdracht, volgens de inhoud van een ingelaste pauselijke akte d.d. 22 april 1490, luidde als volgt: paus Innocentius VIII draagt op aan Jacob van Apeltern, domdeken van Utrecht, samen met de proost van Osnabruck en de deken van St. Ludger te Munster, om de inwoners van Deventer tegen de aartsbissschop van Keulen te handhaven in het recht dat zij, zolang zij bereid zijn voor het gerecht van de stad te verschijnen, in zaken van wereldlijke aard, civiele zowel als criminele, niet tegen hun wil voor het geestelijk gerecht gedaagd kunnen worden, welk recht hen was geschonken d.m.v. een pauselijke akte van dezelfde datum, 22 april 1490, ingelast in deze oorkonde, 1517 juni 29
Datering:
1517 juni 29
Aanvraagnummer:
90003 : 47-2
NB:
Regest 306; GI 1870 nr. 1192.
Omvang:
1 charter.
Zie ook:

Vorige
Volgende

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Deventer
laatste wijziging 14-03-2024
1 gedigitaliseerd
43-2 Akte waarbij keizer Karel V de stad Zwolle de St. Michaelsjaarmarkt, door die stad zonder toestemming van de keizer ingesteld, ontneemt en de bisschop van Utrecht de bevoegdheid geeft om die jaarmarkt elders op te richten, 1522 mei 15 i
48 Akte waarbij de elect Hendrik van Beieren de privileges der stad bevestigt en toezegt in geval van geschil hierover zich te zullen houden aan wat Schepenen en Raden onder ede voor recht verklaren, 1525 januari 10 i
49-1 Akte waarbij de elect Hendrik van Beieren verklaart dat de kerspelen van Salland, die zich volgens een overeenkomst van 18 januari j.l. verbonden hebben de dijken en waden van de IJssel en het Mastenbroek te herstellen, dit geheel vrijwillig doen, en dat dit geen precedent zal scheppen, en dat wanneer de IJssel stroomopwaarts mocht doorbreken, de erfgenamen van Mastenbroek dan eenmaal als wederdienst zullen helpen met het herstel, 1525 februari 16 i
49-2 Akte waarbij de steden Kampen en Zwolle de stad Deventer en de ridderschap van Salland bedanken voor het herstel van de dijk bij Vekaten door de gezamenlijke kerspelen van Salland. Zij beloven dat het geen precedent zal scheppen en dat zij eenmaal een wederdienst daarvoor zullen verrichten, 1525 april 15 i
49-3 Akte waarbij de elect Hendrik van Beieren het land van Overijssel en de steden, huizen en sloten toestaat zich over te geven aan keizer Karel V als hertog van Brabant en graaf van Holland, en hen ontslaat van de eed aan hem gedaan, 1528 februari 12 i
49-4 Akte waarbij keizer Karel V aan George Schenck, vrijheer van Tautenburg, zijn stadhouder in Friesland, volmacht geeft om in Overijssel namens hem de eed als landsheer af te leggen en de hulde van de onderzaten te ontvangen, 1528 februari 26 (Paasstijl) i
50-1 Akte waarbij stadhouder George Schenck, vrijheer van Tautenburg, als gevolmachtigde van de keizer, enerzijds, en de gedeputeerden van de ridderschap en van Salland en Twente en van de drie steden van Overijssel anderzijds, wederzijds de eed van trouw afleggen, 1528 maart 21 i
50-2 Akte waarbij George Schenck, vrijheer van Tautenburg, namens keizer Karel V, en het stadsbestuur van Deventer wederzijds de eed van trouw afleggen, 1528 maart 29 i
50-3 Akte waarbij keizer Karel V het verdrag ratificeert, gesloten op 7 januari 1528 tussen zijn gevolmachtigden enerzijds en de gedeputeerden van de ridderschap en de steden van Overijssel anderzijds, waarin de voorwaarden zijn vastgesteld waarop het land van Overijssel Karel V zal erkennen als zijn landsheer, 1528 februari 21 i
51-1 Akte waarbij stadhouder George Schenck, vrijheer van Tautenburg, verklaart dat zijn huldiging als gevolmachtigde van de keizer het eerst in de stad Kampen geen afbreuk zal doen aan het recht van de stad Deventer om als oudste stad de huldiging van de landsheer het eerst binnen haar muren te hebben, 1528 maart 29 i
51-2 Akte waarbij de stad Kampen verklaart dat de inhuldiging van stadhouder George Schenck, als plaatsvervanger van de keizer, het eerst in Kampen geen afbreuk zal doen aan het recht van de stad Deventer om de huldiging van de landsheer het eerst binnen haar muren te hebben. Papier, 1528 i
51-3 Akte waarbij keizer Karel V vidimus geeft van de oorkonde d.d. 21 februari 1528, waarbij hijzelf het verdrag ratificeerde, gesloten op 7 januari 1528 tussen zijn gevolmachtigden enerzijds en de gedeputeerden van de ridderschap en de steden van Overijssel anderzijds, waarbij de voorwaarden zijn vastgesteld waarop het land van Overijssel Karel V zal erkennen als landsheer, 1545 januari 7 i
52 De vraag of inwoners van Deventer in Overijssel gearresteerd mogen worden en of er op hun goederen beslag gelegd mag worden, 1531-1609 i
53-1 Het verzoek van de steden Deventer, Kampen en Zwolle aan de landvoogdes Maria (van Hongarije) tot opheffing van het keizerlijk verbod om op Noorwegen en de Oostzee te varen, en betreffende de rechten van de stad Deventer op de waard Fennenoord. Gelijktijdige afschriften, 1536 i
53-2 Akte waarbij keizer Karel V verklaart dat het accoord met de Ridderschap en Steden van Overijssel om hem binnen twee jaren een som van 32.000 Carolus guldens te betalen geen afbreuk zal doen aan de privileges die hij hun heeft gegeven t.a.v. het land van Drenthe, 1537 december 5 i
53-3 Akte waarbij Karel V verklaart dat de toestemming van de Ridderschap en Steden van Overijssel in de benoeming van Reinoud van Burmania tot kastelein en drost van Coevorden en van Drenthe, hoewel hij niet geboortig is uit deze streek, geen afbreuk zal doen aan hun landrecht en privileges, 1540 juni 24 i
54-1 Akte waarbij de officiaal van de aartsdiaken van St. Lebuinus van Deventer vidimus geeft van de volgende oorkonden:
1. van paus Johannes XXIII waarbij deze de stad Deventer het privilege schenkt dat inwoners van de stad in wereldlijke of civiele zaken niet buiten Deventer gedagvaard mogen worden, 1413 maart 28 (zie inv. nr. 26-3 en regest 94-a);
2. van bisschop David van Bourgondië waarbij deze het bovengenoemde privilege van paus Johannes XXIII bevestigt, 1479 mei 29 (zie inv. nr.40 en regest 235);
3. van bisschop David van Bourgondië waarbij deze zijn commissaris Willebrord in Zwolle opdraagt om de dagvaarding tegen Herman Hofstede, Gerard Zwelink en Hendrik Spiegel, burgers van Deventer, weer in te trekken, 1465 dec. 18 (zie inv. nr. 357 en regest 193), 1538 januari 21 i
54-2 Het geschil tussen het stadsbestuur van Deventer en Johan Slaghekke, domproost van Utrecht en deken van St. Lebuinus van Deventer, over het recht van inwoners van Deventer om in wereldlijke en civiele zaken niet gedagvaard te worden buiten Deventer, naar aanleiding van de dagvaarding van Herman Brugmeester, burger van Deventer, door domproost Johan Slaghekke voor het hof van Utrecht. Door bemiddeling van de Raad van de Keizer wordt de zaak uiteindelijk ter oplossing voorgelegd aan de stadsbesturen van Kampen en Zwolle, 1536-1538 i
55 Vidimus, afgegeven door Johan Haneton, proost van St. Lebuinus te Deventer, samen met deken en kapittel van St. Lebuinus op verzoek van de steden Deventer, Kampen en Zwolle van de volgende vier oorkonden en brieven:
1. d.d. 7 januari 1528, en wel uit deze oorkonde het artikel waarbij aan Ridderschap en Steden wordt toegezegd dat de keizer hun privileges zal handhaven;
2. d.d. 29 maart 1528, (zie inv. nr. 50-2; regest 326) waarbij George Schenck, vrijheer van Tautenburg, namens keizer Karel V, en het stadsbestuur van Deventer wederzijds de eed van trouw afleggen;
3. d.d. 6 april 1536, waarbij de landvoogdes Maria (van Hongarije) aan de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle toestaat te varen en handel te drijven op Noorwegen en in de Oostzee (zie inv. nr. 53-1);
4. d.d. 6 april 1536, waarbij de landvoogdes Maria aan stadhouder George Schenck kennis geeft van de sub 3 bedoelde vergunning, 1543 februari 7 i
De bevestiging door Keizer Karel V van de privileges van de stad.
57 De vraag of de Epserwaard onder de jurisdictie van de stad Deventer of onder die van de stad Zutphen valt, 1545-1547 i
58-1 Akte waarbij twee inwoners van het kerspel Hellendoorn op verzoek van gedeputeerden van het stadsbestuur van Deventer voor de schout van Hellendoorn verklaren dat de stad op verschillende tijden de Aa of de Regge met het slaan van een paal of op een andere manier heeft laten afsluiten, om zodoende de scheepvaart daar te verhinderen ter bescherming en handhaving van de privileges en de markten van de stad, 1547 mei 4 i
58-2 Geschil tussen de steden Deventer, Kampen en Zwolle ter ene en de stad Dordrecht ter andere zijde over een door de laatste te Haarlem gelegd beslag op vaten wijn, toebehorende aan Willem van Viersschen, burger van Deventer, vanwege het negeren van het Dordtse stapelrecht, 1548, 1549 i
58-3 Cahier met de titel "Verscheyden copiën end extracten uth een boeck getituliert 'Liber Copiarum Privilegiorum' geschreven wie volcht", (ca. 1550) i
58-4 Akte waarbij de ridderschap en de steden van Overijssel enerzijds en prins Filips, als toekomstige opvolger van zijn vader, anderzijds aan elkaar de eed van trouw afleggen, waarbij Filips belooft om alle oude rechten en privileges te zullen handhaven volgens de ingelaste oorkonde van zijn vader d.d. 21 febr. 1528 (inv. nr. 50-3), 1549 oktober 11 i
Akte waarbij de Staten van Overijssel aan prins Filips zweren dat zij hem na zijn vaders overlijden zullen aannemen tot hun landsheer. In tweevoud, 1549 oktober 11
59 Akte waarbij het stadsbestuur zweert dat het na de dood van Karel V prins Filips als zijn landsheer zal erkennen en waarbij prins Filips zweert de rechten en privileges van de stad te zullen handhaven, 1549 oktober 11 i
Uittreksel uit het judiciaal register van Overijssel d.d. 16 jan. 1551 houdende de beslissing van de stadhouder dat de steden Deventer, Kampen en Zwolle gehandhaafd zullen blijven in hun oude rechten op het gebied van de rechtspraak, 1551. Perkament. Met afschrift op papier, (ca. 1575), 1551, 1575
60-2 Akte waarbij Filips II opdracht geeft aan stadhouder Arenberg om uit zijn naam het gezag over Overijssel te aanvaarden, de eed als landsheer af te leggen en de eed van de onderzaten in ontvangst te nemen, 1556 september 27 i
60-3 Akte waarbij stadhouder Arenberg het land van Overijssel ontslaat uit de eed van trouw aan keizer Karel V; en waarbij hij uit naam van Filips II zweert om de stad Deventer te handhaven in al haar rechten en privileges, zoals vastgelegd in de oorkonde van 21 februari 1528 (ID 0690 inv. nr. 50-3); en waarbij het stadsbestuur van Deventer aan de stadhouder als gemachtigde van de koning de eed van trouw aflegt, 1556 december 16 i
60-4 Vidimus van deken en kapittel van St. Lebuinus te Deventer van de oorkonde d.d. 25 okt. 1555, waarbij keizer Karel V stadhouder Arenberg machtigt om het landsheerlijk gezag in Overijssel, Drenthe, Lingen, Wedde en Westwoldingerland namens hem over te dragen aan zijn zoon Philips, koning van Engeland (sic!)., 1556 december 17 i
Akte waarbij gedeputeerden van de ridderschap, van de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle en van de kleine steden van Overijssel aan koning Filips II als landsheer van Overijssel de eed van trouw afleggen. In drievoud, 1556 december 16
61-4 Akte waarbij de stadhouder Johan van Ligne, graaf van Arenberg, als gemachtigde van koning Filips II zweert om het land van Overijssel te handhaven in al zijn rechten en privileges, zoals vastgesteld in de oorkonde d.d. 21 februari 1528 (ID 0690 inv. nr. 50-3), waarna hij de eed van de gedeputeerden van het land en de grote en kleine steden van Overijssel in ontvangst neemt, 1556 december 16 i
Geschil tussen de stad en Herman, graaf zu Neuenahr-Moers, over het ten uitvoer leggen van een door het gerecht van Berck gewezen vonnis tegen de Deventerse burger Melchior Plier, 1555-1561
61-12 Pogingen van de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle tot opheffing van de te Amsterdam geheven impost op wijnen, door haar aldaar aangevoerd doch onmiddellijk naar elders doorgezonden, 1558-1565
61-13 Bezwaren door de drie steden Deventer, Kampen en Zwolle aan de stadhouder uiteengezet, tegen het verbod van uitvoer van haring en zoute vis en het munten van gouden en zilveren penningen, 1559
61-14 Concept-instructie voor gecommitteerden der drie steden Deventer, Kampen en Zwolle aan koning Filips II tot ontheffing van de plakkaten, houdende verbod van uitvoer van haring en zoute vis en van het munten van gouden en zilveren penningen, 1559
61-15 Beleningen van Nijenhuys (Neuenhaus) door koning Filips II als heer van Overijssel ten behoeve van de graaf van Bentheim, 1562, 1569
61-16 Akte waarbij stadhouder Arenberg verklaart dat de aanstelling van drie uitheemsen tot resp. rentmeester van Vollenhove, schout van Colmschate en schout van Kuinre niet prejudiciëren zal in het privilege van de provincie, gegeven in de Landbrief van David van Bourgondië, dat geen ambtlieden zullen worden aangesteld dan die geboren landszaten zijn, 1564 maart 18 i
62 Rapport over de wijze van procederen in strafzaken volgens het in de stad Deventer geldend recht, 1569
63 Publicatie van het plakkaat van koning Filips II tegen het leveren van munitie aan en het handeldrijven met vijanden van de koning., 1573, 1574
64-1 Verzet van Assuerus Koster, burger der stad Deventer, bijgestaan door het stadsbestuur, tegen zijn arrestatie te Antwerpen in strijd met de privileges van de stad, 1578
64-2 Akte, waarbij de Ridderschap van Overijssel en de stad Zwolle aan de steden Deventer en Kampen bescherming van de persoon en goederen van hun burgers toezeggen, 1577 i
64-3 Akte waarbij Ridderschap en Steden aan de stad Deventer toezeggen, dat de onderhoudskosten ten behoeve van haar bezetting in mindering zullen worden gebracht van haar quota, 1580
64-4 Instructie voor Dr. Johan Dorre en de secretaris Jorriën Voedt, als gecommitteerden van het stadsbestuur aan de prins van Oranje en de Staten Generaal, tot ontheffing van de in strijd met de privileges te Kampen gevorderde licenten en tot behandeling van andere zaken. Concept, 1580
65 Geschil tussen de steden Deventer en Keulen naar aanleiding van een beslag te Keulen gelegd op goederen van een burger van Deventer, ten einde de betaling van een vordering ten laste van de Staten Generaal af te dwingen, 1584
66 Akte waarbij stadhouder Nieuwenaar en de oversten Schenk en Hoerenken, gecommitteerden van de Staten Generaal, beloven dat zij de stad in geval van beleg bijstand zullen verlenen en dat zij allen, die zich in de stad burgerlijk en vreedzaam willen gedragen, in hun geloof en geweten vrij zullen laten, nadat de stad en haar inwoners de eed van trouw hadden afgelegd., 1585 juli 15 i
67-1 Akte waarbij de graaf van Leycester verklaart dat het in zijn opdracht vervangen van de Raad en de Gezworen Gemeente en de Burgerhoplieden, de rechten en prvileges van de stad niet zal aantasten, 1586 november 11 i
67-2 Lijst van degenen die de eed op de koning afgelegd hebben, 1587
68 Akte waarbij koning Filips II aan de burgers van Deventer pardon geeft voor de tegen hem gepleegde rebellie, 1587 februari (z.d.) i
69 Pogingen door het stadsbestuur bij koning Filips II en de hertog van Parma aangewend tot handhaving van de privileges van de stad en van de door haar verkregen rechten op het pandschap van Colmschate en het Bisschopshof, 1587, 1588
70 Certificaten van Raden van Gelre en van de prior van het klooster Monnikhuizen dat de door het stadsbestuur toegestane inning van de tijnsen van de Monnikhuizer goederen geen recht zal scheppen in strijd met de privileges van de stad, 1584, 1589
71-1 Geschil tussen Joost de Voocht van Rijnevelt c.s. en het stadsbestuur over de executie van een door de eerste verkregen vonnis van de auditeur generaal van de koning tegen Eggerick Ripperda c.s. als in strijd met de privileges van de stad, 1585-1605
1.02.2. Vrijdom van tollen
1.02.3. Vijf vrije jaarmarkten en de vrije ossenmarkt
1.02.4. Recht van vrijstoel
1.02.5. Recht de Grote Klaring uitsluitend in de stad te hebben
1.02.6. Rechten aangaande de sloten Arkelstein, Holten, geheten de Waardenborch, en het weggeld aldaar, Diepenheim, Vollenhove, Kuinre, Coevorden en Nijenhuis
1.02.7. Veerstal voor de stad, de brug over de IJssel en het veerstal te Melcleden
1.02.8. Rechten aangaande verschillende stichtingen
1.03. Wetgeving
1.04. Inrichting van het stadsbestuur
1.05. Stedelijke financien
1.06. Publieke werken
1.07. Politietoezicht op verschillende zaken
1.08. Verbonden, zoenen en andere stukken betreffende oorlogen en veten
1.09. Geschillen met de deken en het kapittel van St. Lebuinus
1.10. Geschillen met de garnizoenen der stad
1.11. De stad Deventer als rijksstad
1.12. De stad Deventer als lid der Hanze
1.13. De stad Deventer als lid der statenvergadering
1.14. Verschillende stukken in het archief van schepenen en raad gedeponeerd
2. Stukken van particuliere aard
laatste wijziging 16-03-2024
2.542 beschreven archiefstukken
1.633 gedigitaliseerd
totaal 27.364 bestanden

Kenmerken

Datering:
(1046) 1241-1591
Omvang:
22,5.
Toegang:
Stad Deventer, periode Middeleeuwen, (1046) 1241-1591.
Omvang in stuks:
907
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Voorwaarden voor reproductie:
De voorwaarden voor reproductie bij Collectie Overijssel locatie Deventer zijn van toepassing.
Taal:
Nederlands
Fysieke kenmerken:
132-1 ivm schimmel schoongeborsteld
Nadere toegangen:
index geel 2-4, index rood 120-124, index rood 241-256
Opmerkingen:
Namen van Schepenen en Raden in: G. Dumbar, Het kerkelyk en wereltlyk Deventer. Zie ook toegangnummer 0693, 0695, 0698, 0699, 0700 en 0701.
Publicaties:
G. Dumbar, Het kerkelyk en wereltlyk Deventer
Inventarisatierichtlijn:
ISAD(G): Algemene Internationale Norm voor Archivistisch Beschrijven
Openbaarheid:
Het archief is openbaar.
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
NL-DvCO, Collectie Overijssel locatie Deventer, ID 0690, Stad Deventer, periode Middeleeuwen, inv.nr. …
VERKORT:
NL-DvCO, ID 0690, inv.nr. ….
Categorie:
laatste wijziging 16-03-2024
2.542 beschreven archiefstukken
1.633 gedigitaliseerd
totaal 27.364 bestanden