Uw zoekacties: Familie- en bedrijfsarchief Noury en Van der Lande

0881 Familie- en bedrijfsarchief Noury en Van der Lande ( Collectie Overijssel locatie Deventer )

beacon
 
 
Inleiding
1. De familie Nourij en de familie van der Lande
2. De W.E.M. van der Lande-Jansen Stichting
3. Geschiedenis van het bedrijf
4. De bestuurlijke, juridische en organisatorische structuur van het bedrijf
5. Geschiedenis van het archief
6. Verantwoording van de inventarisatie
0881 Familie- en bedrijfsarchief Noury en Van der Lande
Inleiding
6.
Verantwoording van de inventarisatie
De archieven van de families Noury en Van der Lande zijn, zoals in hoofdstuk E is beschreven, in gedeelten naar de Archiefdienst te Deventer gebracht. Tot in 2000 werden er stukken aangeleverd die bij het opmaken van de uiteindelijke inventaris nog in de beschrijvingen meegenomen konden worden. De archiefstukken van de familie Noury zijn na het overlijden van de laatste mannelijke nazaat in 1879 opgenomen in het familiearchief Van der Lande. Omdat er van de familie Noury per persoon erg weinig stukken bewaard gebleven zijn is er geen onderverdeling gemaakt van individuele familieleden.
Alle stukken zijn chronologisch achter elkaar beschreven vóór de bescheiden van de familie Van der Lande.
Bij de familie Van der Lande zijn de algemene, de gehele familie betreffende genealogieën, stukken betreffende de familievergaderingen en de documentatie over het familiebezit vóór de individuele familieleden geplaatst. Met Romeinse cijfers zijn de verschillende opeenvolgende generaties Van der Lande, waarvan archiefstukken bewaard zijn gebleven, van elkaar onderscheiden. Vanaf het echtpaar A.L. van der Lande en A.M. Borgmeijer is een scheiding gemaakt tussen de archiefstukken van de echtgenoten. Stukken betreffende het huwelijk, foto's van het echtpaar en andere bescheiden van het echtpaar gezamenlijk zijn bij de man ondergebracht.
Het aantal archiefstukken neemt sterk toe naarmate men meer de 20ste eeuw nadert. Bij J.C.L. van der Lande zijn de meeste stukken beschreven. Om hem draait eigenlijk het hele familiearchief Van der Lande. Daarna volgen in hoeveelheid stukken zijn vrouw W.E.M. van der Lande-Jansen en hun zonen A.L.M., P.L.M. en L.A.L. van der Lande. Van de overige kinderen van het echtpaar zitten soms maar enkele stukken in het archief. Van de kleinkinderen van het echtpaar Van der Lande-Jansen zijn de archiefstukken op de vingers van één hand te tellen.
Bij J.C.L. van der Lande, W.E.M. van der Lande-Jansen en hun beide oudste zoons A.L.M. en P.L.M. van der Lande is vanwege de hoeveelheid stukken gekozen voor een verdeling in stukken betreffende het persoonlijke leven en stukken betreffende het openbare leven. De rubriek stukken betreffende het persoonlijke leven is waar nodig onderverdeeld in de onderwerpen godsdienstige aangelegenheden, huwelijk en gezin, financiële zaken en belastingen en overige onderwerpen. De rubriek stukken betreffende het openbare leven werd in diverse soorten activiteiten onderverdeeld zoals wetenschappelijke, politieke, economische en overige activiteiten. Uit het familiearchief en de W.E.M. van der Lande-Jansen Stichting werden alleen dubbelen en overbodige verpakkingen verwijderd. De totale omvang verminderde hierdoor met ca. 0,75 meter tot 2,5 meter.
Het archief van het secretariaat van Noury & Van der Lande (hoofdstuk C) is na de fusie in 1965 van NL met de Koninklijke Zwanenberg-Organon groep (KZO I) deel uit gaan maken van het directiearchief van KZO I. Na de volgende fusie in 1967 van KZO I met de Koninklijke Zout-Organon groep (KZO II) en de fusie daarop van KZO II met de Algemene Kunstzijde Unie in 1969 tot het concern AKZO behoorde het NL-archief tot het directiearchief van AKZO. Hier begon men in 1980 een scheiding te maken in stukken die aan de Gemeentelijke Archiefdienst te Deventer zouden worden overgedragen en stukken die bij AKZO zouden blijven berusten. Al deze fusies en bijkomende reorganisaties hebben hun sporen nagelaten in het archief. Bij de overdracht in 1980 was aan de nieuwe verpakking van de archiefstukken te zien dat er al een selectie van te vernietigen bescheiden had plaats gevonden. Het archief ging vergezeld van een plaatsingslijst en werd in deze volgorde in het depot van de Archiefdienst opgenomen.
Het jaartal 1838 is bij de inventarisatie van het bedrijfsarchief als beginjaar gekozen aangezien het bedrijf dat jaar ook aanhield als startdatum van de firma. In 1838 vond de aankoop van de pel- en oliemolens "De Hoop" en de "De Eendragt" plaats. Er werd in die tijd reeds volop geproduceerd en verhandeld. De officiële begindatum van de firma is echter 6 februari 1839, de dag waarop de akte van vennootschap werd opgesteld en ondertekend bij de notaris. Als laatste jaar is bij hoofdstuk C 1968 aangehouden, toen de aparte Raad van Commissarissen voor NL werd opgeheven en zo de rechtstreekse band werd verbroken tussen de familie Van der Lande en het bedrijf NL.
Tot 1911 is het bedrijf een firma, na 1911 wordt het bedrijf opgesplitst in twee afzonderlijke NV's: de N.V. Industriële Maatschappij Noury & Van der Lande te Deventer en Oelwerke Noury & Van der Lande GmbH te Emmerik, Duitsland.
Er is besloten een onderverdeling te maken in enerzijds de moedermaatschappij (vóór 1911 de firma NL; de olie- en meelfabriek, na 1911 de NV Koninklijke Industriële Maatschappij NL) en anderzijds de dochtermaatschappijen. De in hoofdzaak financiële stukken van vóór 1911 zijn in hoofdstuk D bij de firma NL (olie- en meelfabriek) ondergebracht. Het jaartal 1911 mag dan wel een breekpunt vormen in de geschiedenis van NL, maar de financiële series lopen gewoon door. De hoofdindeling van het bedrijfsarchief in moedermaatschappij en dochtermaatschappijen werd ook door het secretariaat zelf gehanteerd. Beschrijvingen die het hele concern betreffen zijn dan ook in hoofdstuk C gerangschikt. Dit hoofdstuk is onderverdeeld naar de bestuursorganisaties van het concern.
De bedrijfsvorm en het kapitaal volgen hierop. De statuten zijn als basis van het concern voorop geplaatst. Onder de paragraaf "Bedrijfsvoering" zijn de stukken geplaatst die betrekking hebben op het management, de boekhouding, personeelszaken en het beheer van materieel en gebouwen. In de laatste paragraaf van hoofdstuk C is de bedrijfsgeschiedenis ondergebracht vanwege de grote hoeveelheid documentatie onder deze stukken. Uit het directiearchief zijn alleen de dubbelen verwijderd en door een meer efficiënte verpakking is het aantal strekkende meters van dit gedeelte teruggebracht van negen naar vijf meter.
De documentatie is in het hele bedrijfsarchief steeds aan het eind van een paragraaf geplaatst bij het onderwerp waarop zij betrekking heeft. Er is niet voor gekozen de documentatie en de grote hoeveelheid foto's uit het eigen foto- en filmarchief apart in een hoofdstuk onder te brengen. Deze documentatie kan alleen zinvolle informatie toevoegen aan de overige archiefstukken wanneer het verband tussen de twee soorten archiefbescheiden blijft bestaan.
De moeilijkheid bij de inventarisatie van het financiële gedeelte van het bedrijfsarchief (hoofdstuk D) lag in het feit dat het weinig structuur vertoonde. Dit werd vooral veroorzaakt door de uit elkaar getrokken series die van verschillende locaties werden binnengebracht. Op een groot deel van de financiële boeken stond niet aangegeven van welk bedrijf ze afkomstig waren. Een bijkomend probleem vormde het feit dat er in de 19e eeuw nog maar weinig regelgeving bestond op het gebied van boekhouding met als gevolg dat boekhouders veelal eigen boekhoudsystemen en eigen terminologieën hanteerden. Dit maakte het noodzakelijk de boeken zeer nauwkeurig te vergelijken en naast elkaar te leggen, wat een tijdrovende bezigheid was met een niet altijd bevredigend resultaat.
Eerst moest er sprake zijn van een duidelijk overzicht en een heldere onderlinge samenhang van archiefstukken.
De stukken tot 1850 zijn compleet bewaard. Voor de selectie van archiefstukken van na 1850 is rekening gehouden met de indeling in hoofd-, hulp- en bijboeken. Tot 1898 hanteerde men het systeem van enkele boekhouding. Bij dit systeem worden als overzichten slechts balansen opgemaakt; de balansen van de firma Noury & van der Lande zijn echter verloren geraakt.
Dit betekent dat de debiteuren- en crediteurenboeken (bijboeken) en de dagboeken (hulpboeken; b.v. kasboeken) tot 1898 deels bewaard moeten blijven, aangezien zij de enige bronnen van informatie vormen.
In 1898 stapte men over op het systeem van de dubbele boekhouding. Daarbij horen als jaaroverzichten de jaarrekeningen, bevattende balansen, winst- en verliesrekeningen en bijlagen. Deze archiefbescheiden zijn bewaard gebleven.
Om die reden is een groot deel van de hulp- en bijboeken vernietigd, wanneer ze tenminste niet meer informatie verschaften dan een opsomming van cijfers. De verschillende series zijn uitvoerig gecontroleerd op de aanwezigheid van meer dan enkel cijfermatige informatie.
Voor de dochterondernemingen werd hoofdzakelijk een puur praktische oplossing voor de selectie tot vernietiging gehanteerd. Van de meeste dochter-NV's zijn erg weinig stukken bewaard gebleven; hiervan is dan ook weinig of niets vernietigd. Voor de dochterondernemingen waarvan wel veel archief is blijven bestaan, gelden dezelfde principes voor de selectie tot vernietiging als bij de olie- en meelfabriek. Per categorie archiefstukken is een overzicht gemaakt van de criteria om wel of niet tot vernietiging van de betreffende stukken over te gaan. De daadwerkelijke vernietiging van deze financiële stukken heeft in 1995 plaatsgevonden.
Voor de archiefbescheiden betreffende de winkels van G.J.L. en A.L. van der Lande is een eigen hoofdstuk E ingeruimd. Deze privéhandel stond geheel los van de firma. Omdat in een familiebedrijf privé en zakelijk archief vaak nauw met elkaar verweven zijn horen deze stukken van de verschillende generaties Van der Lande toch in deze inventaris thuis.
De dochtermaatschappijen in hoofdstuk F zijn gegroepeerd per land. In Nederland en de andere landen worden de bedrijven vervolgens alfabetisch gerangschikt. Voor deze methode is gekozen op puur praktische gronden: het secretariaat handelde zelf ook zo en elke andere ordening bleek niet uitvoerbaar. Per dochtermaatschappij zijn er over het algemeen maar weinig stukken, die zoveel mogelijk gerangschikt werden in de achtereenvolgende rubrieken: beleid, middelen en productie, met aan het eind de documentatie over de dochtermaatschappij.
PS. Deze inventaris is tot stand gekomen onder leiding van Eva T. Suir, stadsarchivaris van Deventer. Zij heeft ook de laatste aanvullingen, wijzigingen en correcties aangebracht.
Deventer, februari 2001.
7. Aanhangsel

Kenmerken

Datering:
(1685) 1728-2002
Voorwaarden voor raadpleging:
Stukken jonger dan 65 jaar zijn niet openbaar.
Voorwaarden voor reproductie:
De voorwaarden voor reproductie bij Collectie Overijssel locatie Deventer zijn van toepassing.
Taal:
Nederlands
Opmerkingen:
De in de inventaris genoemde genealogische tabellen en organisatieschema’s ontbreken in deze digitale versie. Zie eventueel de papieren versie (nr. 49) in de studiezaal.
Publicaties:
C.M. Hogenstijn, Van rosmolen tot chemische specialiteiten: de geschiedenis van Noury & Van der Lande en de beide betrokken families, Deventer 1998
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
NL-DvCO, Collectie Overijssel locatie Deventer, ID 0881, Familie- en bedrijfsarchief Noury en Van der Lande, inv.nr. …
VERKORT:
NL-DvCO, ID 0881, inv.nr. ….