De aanleg of verbetering van de weg van Harderwijk naar Apeldoorn. Vermoedelijk toch voor het grootste deel een nieuw tracé volgende omdat in aanvang een aantal tracés de revue passeren. De oorzaak lag ik het grote aantal deelnemende gemeenten en grootgrondbezitters, die betaalden, maar ook hun belangen hadden, dat de weg in de buurt van hun bezittingen kwam te liggen.

De commissie bestond uit de gemeenten Harderwijk, Ermelo, Elspeet en Apeldoorn, grootgrondbezitters als de heren Sandberg van den Essenburg, Kemper e.a. en besturen van maalschappen en bossen als de Uddelerheegde en Elspeterbosch.

In de 5e bijeenkomst horen we, dat de Koning begonnen is met de aanleg van twee wegen. Een bij het Aardhuis en de andere bij Nieuw Millingen en vandaar naar de grenzen van de gemeente Apeldoorn. In de latere stukken is er dan ook steeds sprake van de weg van Harderwijk naar Uddelermeer. Ook is van daar een zijtak gemaakt naar Elspeet.

De gunning van het werk vindt plaats op 19-02-1858. De aarden baan wordt gegund aan Hermannes Visch, aannemer te Hattem en de kunstbaar wordt gegund aan A. Rouwenhorst, aannemer te Apeldoorn.

In 1857 wordt een gemeenschappelijke regeling opgericht voor het beheer van de weg. Hier vielen ook de drie tolbomen onder plus de huisjes van de tolgaarders. De eerste tol is bij het goed Den Haspel in de gemeente Harderwijk . Hier komt als tolgaarder Willem Klaver. Hij wordt in 1891 vanwege hoge ouderdom opgevolgd door H. van Asselt. De 2e tol bij de westelijke ingang van het landgoed Staverden komt aan tolgaarder Willem Vlijm. Na zijn overlijden in 1879 opgevolgd door Derk van Asselt, die al als wegwerker werkzaam was bij deze weg. De 3e tol was nabij de Meerhoeve. Hier was Jan Spekschot tolgaarder. Deze niet rendabele tol werd deze alweer in 1866 opgeheven en werd het tolhuisje verkocht aan de grondbezitter Kemper.

In het pak ingekomen stukken zitten na de aanleg stukken met betrekking tot de tolheffing (toltarieven en overzichten) Ook zijn hierin een aantal begrotingen te vinden 1862-1865 en rekeningen van uitgaven en ontvangsten 1861-1864 en 1885