De eerste plannen om te komen tot een Cultureel Centrum voor Harderwijk en omstreken dateren uit begin 1951. Burgemeester G.J. Numan nam daartoe het initiatief door het voorstel te doen om in een nieuw uitbreidingsplan ruimte te creëren voor een cultureelrecreatief-vergader- en congrescentrum in de vorm van een klein "Musis Sacrum" (in Arnhem) met de mogelijkheid voor het ontvangen van 750 bezoekers.
Als motief gold dat De Stadshal voor de toekomst onvoldoende capaciteit had, op een verkeerde plaats stond wat het verkeer- en vervoer betreft en bovendien bestemd was om op den duur te verdwijnen.

Door de toenmalige stedebouwkundige, de heer ir. E.J. de Maar, werd in juni 1951 een 3-tal schetsen gemaakt voor de realisering van een cultureel centrum op een aantal lokaties, en wel op het terrein van Houthandel Arendsen, op de hoek Hogeweg/Laan 1940-1945 en aan de Scheepssingel (terrein gasfabriek).
De raad liep niet warm voor de plannen, temeer omdat in het cultureel centrum ook filmvoorstellingen gegeven moest kunnen worden, waar men toendertijd niet zo gelukkig mee was.

In 1954 deed zich een andere mogelijkheid voor. Het Burger Weeshuis bestond in oktober van dat jaar namelijk 400 jaar en het bood ter gelegenheid daarvan het gemeentetebestuur het gebouw met grond aan het Kerkplein om niet aan plus een bedrag van f 150.000 om op deze plaats een cultureel centrum te realiseren. Door architect J.W.H. Jansen werd op 9 november 1959 een definitief schetsplan ingediend, dat de volledige instemming van B. en W. kreeg.

Hoewel B. en W. de schenking van het Burger Weeshuis in dank aanvaardde is het plan nooit van de grond gekomen. Bevreesd voor de financiële consequenties van de aanvaarding van dit geschenk, bedoeld om een centrum voor het verenigingsleven te bouwen, wees de gemeenteraad de schenking af. De regenten van het Burger Weeshuis verbonden zich toen tot het verlenen van een een jaarlijkse bijdrage in de exploitatiekosten van een nieuw cultureel centrum op een andere plek.

In 1954 werd een Fonds versiering Cultureel Centrum in het leven geroepen, dat op 31 augustus 1980 een bedrag van f 4979,02 in kas had.

Dit nieuwe cultureel centrum was een initiatief van het Chr. College Nassau-Veluwe. In 1959 werden plannen ontwikkeld ter uitbreiding van het instituut, onder meer door de bouw van een aula, die ook dienst zou kunnen doen als cultureel centrum voor Harderwijk en omgeving. Een eerder plan van begin 1958 van het Architectenbureau Van Hoogevest uit Amersfoort om het gymnastieklokaal om te bouwen tot verblijflokaal, tevens toneelzaal met toneel en garderobe met hetzelfde nevendoel werd door het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen niet goedgekeurd. Gekozen werd voor een nieuw te bouwen aula.

In 1960 werd een "Commissie ter voorbereiding van de stichting van een aula tevens cultureel centrum bij het Chr. Lyceum" gevormd, waarin ook de Gemeente Harderwijk en het Burger Weeshuis participeerden.

In de raadsvergadering van 2 augustus 1962 werd besloten deel te nemen in de Stichting Cultutreel Centrum. Ook de regenten van het Burger Weeshuis besloten te zelfder tijd daartoe.

De voorbereidingscommissie heeft met voortvarendheid gewerkt. In 1963 werd een Raad van Beheer (bestuur) ingesteld, samengesteld uit 2 vertegenwoordigers van het Burger Weeshuis (per 25 mei 1963 de heren C. Timmers en J. Schuil); 4 vertegenwoordigers van het Chr. Lyceum (per 31 mei de heren Th.C.J. de Smidt, Corn. den Herder, E.M Thomas en drs. J.H. Westerhuis, rector); 2 vertegenwoordigers van het gemeentebestuur (per 25 mei 1963 de heren G.J. Numan en J. de Graaf).

De eerste vergadering van de Raad van Beheer vond plaats op 28 oktober 1963, waarin de volgende functies werden verdeeld:
voorzitter: de heer G.J. Numan,
ondervoorzitter: de heer Th.C.J. de Smidt,
secretaris: de heer C. Timmers,
penningmeester: de heer C. den Herder.

De doelstelling van de Stichting is neergelgd in de officiele stichtingsactie van 15 mei 1964, waar in artikel 2 het volgende is vermeld:
" De Stichting (Cultureel Centrum) heeft ten doel het huren en exploiteren van de aula van het Chr. Lyceum te Harderwijk als cultureel centrum ten behoeve van de bevolking van Harderwijk en omgeving, zomede al hetgeen met vorenstaande verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, een en ander in de ruimste zin des woords".

Bij raadsbesluit van 1 maart 1965 werd de financiële administratie gevoerd door het hoofd van de Centrale Boekhouding der Gemeente Harderwijk.

Het nieuwe cultureel centrum annex aula werd op 25 september 1965 geopend door de heer Maarten Vrolijk, minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk. De opening werd opgeluisterd door een concert van het Gelders Orkest onder leiding van Carl von Garaguly.