In de plannen voor de bouw van een nieuw stadhuis was voorzien in de inrichting van een ruime archiefbewaarplaats. Daardoor werd het mogelijk, dat het oude stadsarchief, dat gedurende vele jaren eerst in het Algemeen Rijksarchief in Den Haag en later in het Rijksarchief in Gelderland bewaard was, kon terugkeren op de plaats waar het behoort.

Mede in het kader van het in 1981 te vieren 750-jarig bestaan van de stad werd besloten om ook het archief van de gemeente over de periode 1813-1944 te laten inventariseren.
Het archief is daartoe tijdelijk in bewaring gegeven bij het Rijksarchief in Gelderland te Arnhem. Daar is het in opdracht van de gemeente Harderwijk grotendeels beschreven en geordend. Nadat gebleken was dat het werk in de gestelde tijd niet kon worden voltooid en omdat de heer Buiks wegens een benoeming elders zijn werkzaamheden moest beeindigen, is de inventarisatie voortgezet door mevrouw Lisman-Schaap. Beiden werden bij hun werkzaamheden begeleid door de rijksarchivaris in Gelderland drs. G.J. Mentink.

De inventaris bestrijkt de periode ca. 1813-ca. 1944.
Het beginpunt werd bepaald door het einde van de inventaris van het oud-archief (P. Berends, Het oud-archief der gemeente Harderwijk, 2 delen, Harderwijk, 1935). Als einddatum is gekozen 1 januari 1944, met ingang van welke datum de code V.N.G. werd ingevoerd, zij het dat een aantal registers en dergelijke die doorlopen tot later datum ook in deze inventaris zijn opgenomen.
Het archief over 1944-1960 is geinventariseerd door de heer Baakman (S. Baakman, het secretarie-archief van de gemeente Harderwijk 1944-1960, z.p., 1978).
De gedeponeerde archieven, waarnaar in de inventaris Buiks herhaaldelijk wordt verwezen zijn nog slechts zeer gedeeltelijk beschreven en geordend. Hiervan zal te zijner tijd een afzonderlijke inventaris verschijnen.

Een aantal financiele bescheiden als kasboeken en journalen, waarvan de gegevens verwerkt zijn in het Grootooek zijn ter vernietiging afgezonderd.

Bescheiden uit de periode 1940-1945, die betrekking hebben op de speciale omstandigheden en gebeurtenissen tijdens de oorlog zijn tot het jaar 2015 beperkt openbaar.

Het archief is materieel verzorgd door de heer F. Lenz, werkzaam op het Rijksarchief in Gelderland.

De door de heer Buiks, resp. mevrouw Lisman vervaardigde concept-inventaris is door mij afgerond. Het bleek nodig daartoe o.m. een concordans te maken van de voorlopige en de definitieve inventarisnummers, waarbij mijn neef Albert van Hell mij geholpen heeft. De inleiding is door mij geschreven met gebruikmaking van gegevens uit de Kroniek van Harderwijk en met behulp van de door de heer Buiks welwillend ter beschikking gestelde aantekeningen, verzameld tijdens de inventarisatie.

Het typewerk werd gedaan door de dames Van Dael en Koopmans-Aalten. De technische afwerking was in handen van de afdeling Reprografie van de gemeente Harderwijk.

Bij dit alles hebben de rijksarchivaris in Gelderland, drs. G.J. Mentink en het hoofd van de afdeling Interne Zaken, A. Bleyenga mij steeds met raad en daad ter zijde gestaan, waarvoor bij deze mijn dank.
Harderwijk, augustus 1983.
J. van Hell.