Om der wille van de uniformiteit is bij de inventarisatie uitgegaan van het schema uit de Richtlijnen * 
De kerkelijke registers, die op het Algemeen Rijksarchief aanwezig zijn, zijn evenals de stukken, die in het oud-archief van de burgelijke gemeente berusten, zonder nummer in de inventaris opgenomen.
Zoals op het bureau voor de Archieven der Nederlandse Hervormde Kerk gebruikelijk is, is telkens met het eerste stuk uit het archief van een in de inventaris volgend college, de nummering met een nieuw hondertal aangevangen, zodat bv. het eerste archiefstuk van de diakonie nummer 101 draagt.
Aangezien het archief van de diakonie niet geheel beschreven en geordend is, zijn hiervoor de nummer 101 tot 300 gereserveerd. Het college van kerkvoogden begint daarom met nummer 301. De archiefnummers die ontbreken in de inhoudsopgave, zijn nummers die gereserveerd zijn voor eventuele nagekomen archiefstukken. Deze nummers worden allen in de inventaris genoemd als "ongebruikt".

Werkgroep Archief van de Oudheidkundige
vereniging "Arent thoe Boecop" 1980.

H. van de Riet,
Th.J.C. van Zuidam,
mevrouw J.E.G.M. van Zuiddam-Lubberdink,
B. van de Riet.