Uw zoekacties: Fundaties te Utrecht na 1813

848 Fundaties te Utrecht na 1813 ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis
Archieven en inventarisatie
Literatuur
Inventaris
6. Archief van de fundatie van Evert van de Poll
848 Fundaties te Utrecht na 1813
Inventaris
6.
Archief van de fundatie van Evert van de Poll
Datering:
1856-1857
NB:
Oprichting
Evert van de Poll, advocaat der Staten van Utrecht, bestemde in 1602 bij testament zijn vermogen tot instelling van een werkhuis.
Doel
Doel van het werkhuis was om 'ledichgangers' en bedelaars van de straat te houden. Het huis werd in 1604 ingericht in het voormalige Karmelietenklooster aan de noordzijde van het St. Nicolaaskerkhof en in 1615 overgebracht naar een gedeelte van het St. Nicolaasklooster aan de westzijde van hetzelfde kerkhof. Men hield zich er bezig met knopendraaien, matrasmaken en spinnen. Na de sluiting van het werkhuis in de achttiende eeuw werd het kapitaal bestemd voor uitdeling van preuves aan armen.
Beheer
In het testament worden vier executeurs genoemd, die de bevoegdheid hadden om bij overlijden van een van hen een ander in diens plaats te benoemen. Het door niemand gecontroleerde beheer van de executeurs schijnt al spoedig aanleiding te hebben gegeven tot klachten. In 1718 besloot de Vroedschap het beheer van de fundatie geheel over te brengen naar de stedelijke Momboirkamer, waar de fondsen onder toezicht van de Gecommitteerden ter Momboirkamer en van de executeurs zouden worden beheerd. Na de opheffing van de Momboirkamer kwam het beheer in 1841 terug bij de executeurs, die daarvan jaarlijks rekening en verantwoording moesten afleggen aan de burgemeester
Organisatie: Het Utrechts Archief

Kenmerken

Datering:
(1795) 1814-1978
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van fundaties te Utrecht na 1813 (1795) 1814-1978
Auteur:
J.N. van der Meulen
Datering toegang:
2006
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Het archiefblok bevat archiefbescheiden met verschillende rechtstitels
Omvang:
3,67 zuurvrije dozen
Thema trefwoorden: