Uw zoekacties: Studiedeputaatschappen

1453 Studiedeputaatschappen ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Studiedeputaatschappen van de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland
Archief en inventarisatie
Addendum
Inventaris
2. Archief van deputaten inzake de plaats der diakenen in de kerkelijke vergaderingen
1453 Studiedeputaatschappen
Inventaris
2.
Archief van deputaten inzake de plaats der diakenen in de kerkelijke vergaderingen
Datering:
1947-1951
Organisatie: Het Utrechts Archief
N.B. Tijdens de vergadering van de Generale Synode van 's-Gravenhage 1949/1950 (zitting van 29 september 1949) wordt gesproken over de plaats van de diakenen in de kerkenraad en over de afvaardiging van diakenen naar meerdere vergaderingen (Acta 1949/1950, art. 374, art. 381, art. 382, bijlage LXXI). De synode neemt hierbij kennis van verschillende voorstellen die betrekking hebben op deze onderwerpen. De synode overweegt:
- dat te dezen aanzien nog geen genoegzame helderheid bestaat;
- dat, hoewel de afvaardiging van diakenen naar meerdere vergaderingen nog nader fundering en regeling behoeft, er toch in het algemeen geen principiële bezwaren tegen rijzen, dat aan de behandeling van diaconale zaken op meerdere vergaderingen ook diakenen deelnemen;
- en dat daarom reeds thans, in afwachting van een nadere algemene regeling, aan de classes in dezen een zekere vrijheid van handelen gegeven kan worden.
De synode besluit: vijf deputaten te benoemen, aan wie opgedragen wordt:
a. na te gaan, welke plaats de diakenen naar Schrift en belijdenis in de kerkeraad behoren in te nemen, alsmede of en in hoever in de artikelen der Kerkenorde, hierop betrekking hebbende, wijziging behoort aangebracht te worden;
b. een nader onderzoek te doen naar de mogelijkheid van afvaardiging van diakenen naar de meerdere vergaderingen en de nodige bepalingen dienomtrent te ontwerpen;
c. over deze aangelegenheid contact te zoeken en overleg te plegen met de kerken, met welke de Gereformeerde Kerken in correspondentie staan;
d. over deze punten rapport en voorstellen in te dienen bij de volgende generale synode, welk rapport ter kennisneming zes maanden tevoren aan de kerken zal toegezonden worden;
uit te spreken dat de classes de vrijheid zullen hebben om te bepalen, dat naar haar vergaderingen, waar zaken van diaconale aard behandeld zullen worden, door de kerken naast een dienaar des Woords en een ouderling eveneens een diaken afgevaardigd zal worden, die alleen in zaken van diaconale aard keurstem zal ontvangen.
Deputaten brengen hun rapport uit aan de Generale Synode van Rotterdam 1952/1953 (Acta, art. 244 en 245, bijlage XLI). Tijdens de zitting van 7 oktober 1952 wordt het rapport besproken. De synode spreekt uit en bepaalt:
1 dat in het vervolg onderscheid gemaakt zal worden tussen de brede en de smalle kerkeraad, welke twee evenwel in kleine kerken zullen samenvallen, hetgeen altijd behoort te gebeuren wanneer er niet meer dan drie ouderlingen zijn;
2 dat de smalle kerkerraad zal samengesteld zijn uit de dienaar des Woords (eventueel de dienaren des Woords), de ouderlingen en de diakenen, en dat het tot de taak van deze vergadering behoort alle zaken te behandelen, die betreffen de tucht en het opzicht der gemeente;
3 dat de brede kerkerraad zal samengesteld zijn uit de dienaar des Woords (eventueel de dienaren des Woords), de ouderlingen en de diakenen, en dat het tot de taak van deze vergadering behoort alle zaken te behandelen, die raken de algemene leiding der gemeente;
4 dat naar de classicale vergaderingen behalve dienaren des Woords en ouderlingen ook diakenen zullen worden afgevaardigd, indien en voor zolang daar zaken aan de orde zijn, die de dienst der barmhartigheid betreffen, en dat aan deze afgevaardigde diakenen, bij de behandeling van die zaken mede keurstem zal worden verleend;
5 dat naar de particuliere synoden en de generale synode behalve dienaren des Woords en ouderlingen ook diakenen als afgevaardigden zullen worden aangewezen, en dat deze afgevaardigde diakenen in de betreffende synoden met keurstem zitting zullen nemen, indien en zolang aldaar zaken, die de dienst der barmhartigheid betreffen, in behandeling zijn;
6 dat naar de classis één diaken uit elke kerk, naar de particuliere synode één diaken (welk getal door een particuliere synode die uit vier of minder classes bestaat ook op twee gebracht kan worden) uit elke classis en naar de generale synode één diaken uit elke particuliere synode zal worden afgevaardigd;
7 dat aan deputaten voor herziening van de K.O. opgedragen wordt:
a. de wijzigingen en aanvullingen, die uit de onder 1-6 genoemde bepalingen voortvloeien, te ontwerpen en aan de volgende synode ter goedkeuring aan te bieden;
b. de kerken, die door de rapporterende deputaten in het overleg over deze aangelegenheden zijn betrokken, van de besluiten der synode in kennis te stellen en daarover zo nodig in nader overleg te treden.
De synode spreekt uit dat het onder 7a. bepaalde niet behoeft uit te sluiten, dat de kerkelijke vergaderingen reeds van nu af naar de gedane uitspraken handelen.
Het archief heeft een omvang van 0,02 m. Het archief is zeer incompleet. Zo ontbreken bijvoorbeeld alle notulen van de vergaderingen van deputaten.

Kenmerken

Datering:
1938-1988
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de studiedeputaatschappen 1938-1988
Auteur:
F.K. Duursema, bewerkt door T.L.H. van de Sande
Datering toegang:
2007 / 2008
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
0,57 m zuurvrije dozen