98-2 Zusterkoor te Zeist ( Het Utrechts Archief )
98-2
Zusterkoor te Zeist
Inleiding
De vestiging van de hernhutters in Nederland
98-2 Zusterkoor te Zeist
Inleiding
De vestiging van de hernhutters in Nederland
In 1722 kregen enkele uitgeweken families uit Moravië, leden van de oude Tsjechische Broeder Uniteit, waarvan de wortels terugreiken tot de tijd van de in 1415 te Constanz als ketter verbrande Johannes Hus, toestemming van Nikolaus Ludwig graaf von Zinzendorf und Pottendorf zich te vestigen in de Ober-Lausitz, deel uitmakend van diens landerijenbezit in Saksen. Zij hakten een open plek in het bos en bouwden er een nederzetting die zij Herrnhut noemden. Deze nederzetting werd spoedig bakermat en centrum van een door Zinzendorf geleide religieuze beweging, die werd gekenmerkt door een op de lijdende Christus geïnspireerd piëtisme, een afkeer van een confessiegebonden kerkorganisatie en een aktief zendingsbewustzijn.
Al snel verspreidde de beweging zich over de gehele wereld, waarbij de zendingsdrang een belangrijke rol vervulde. Ook in de Nederlanden zocht Zinzendorf, met wisselend succes, contact met gelijkgezinde geesten, waartoe zich aanvankelijk de doopsgezinde predikant Johannes Deknatel (1698-1759) en de schrijver over kerkhistorische onderwerpen Isaac Le Long (1683-1762) rekenden, beiden wonend te Amsterdam. Met Maria Louise van Hessen-Kassel (Maaike Meu), weduwe van de Friese stadhouder Willem Friso, onderhield Zinzendorf persoonlijke betrekkingen. Onder de indruk van diens uiteenzettingen verleende zij de hernhutters toestemming om een gemeente te vestigen te Eiteren in de baronie van IJsselstein, bezit van de Oranjes. Onder leiding van Christian David, een Moraviër die de bouwaktiviteiten te Herrnhut had ingezet met het vellen van de eerste boom, bouwden de broeders een groot huis met twee nevengebouwtjes aan de IJssel. Het werd een typische Hausgemeine, die men vanwege haar ligging aan de rivier 's Heerendijk noemde (1736). De bevolking van het plaatsje was de hernhutters echter zeer vijandig gezind, de schout werkte tegen waar hij kon. Het werd de broeders dan ook spoedig duidelijk dat ze zich alleen zouden kunnen ontplooien in een omgeving waar het gezag hen gunstig gezind was.
laatste wijziging 06-01-2013
192 beschreven archiefstukken
7 gedigitaliseerd
totaal 996 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 06-01-2013
192 beschreven archiefstukken
7 gedigitaliseerd
totaal 996 bestanden
Kenmerken
Datering:
1750-1969
Toegangstitel:
Inventarissen van de archieven van de koren van de ongehuwde broeders, de ongehuwde zusters en de weduwen van de Evangelische Broedergemeente te Zeist 1747-1969
Auteur:
Y.E. Coleridge, H.R. Doelwijt en H.L.Ph. Leeuwenberg
Datering toegang:
1997
Openbaarheid:
Stukken jonger dan 50 jaar slechts ter inzage na toestemming van de oudstenraad van de Zeister gemeente
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
4,74 m zuurvrije dozen
Rubrieken:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 06-01-2013
192 beschreven archiefstukken
7 gedigitaliseerd
totaal 996 bestanden