Uw zoekacties: Verzamelde stukken van de oud-katholieke kerk in Nederland

88 Verzamelde stukken van de oud-katholieke kerk in Nederland ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Achtergrond: de opstand in de Nederlanden
De verzamelingen van de apostolische vikarissen
De verzamelingen van van der Steen en van Heussen
88 Verzamelde stukken van de oud-katholieke kerk in Nederland
Inleiding
De verzamelingen van van der Steen en van Heussen
Organisatie: Het Utrechts Archief
Codde legde, in tegenstelling tot vele van zijn katholieke geestverwanten, een interesse voor oude bescheiden aan de dag. Tijdens zijn ambtsperiode als apostolisch vikaris heeft de verzameling archivalia uit kapittels en andere geestelijke instellingen twee omvangrijke aanvullingen gekend. de eerste grote aanwinst was afkomstig van mr Gerard van der Steen *  In 1590 geboren, kreeg hij, hoewel katholiek, op 21-jarige leeftijd een kanonikaat in het kapittel van S. Jan wegens afstand door zijn oom Dirk van Esch. de Utrechtse kapittels waren met de invoering van de hervorming in 1580 dan wel geseculariseerd, de zittende katholieke kanunniken mochten hun loopbaan uitzitten. Bovendien kon het katholieke element in de kapittels zich nog lang handhaven als gevolg van het geldende benoemingssysteem. In de oneven maanden werden nieuwe (én protestants gezinde) leden van het kapittel voorgedragen door de Staten van Utrecht als rechtsopvolgers in het pauselijk reservatierecht * 
Gedurende de overige maanden viel het benoemingsrecht terug aan de kapittels, waaruit bij toerbeurt één kapitulair kanunnik (turnarius) een nieuwe kandidaat mocht voordragen. Op die manier konden katholieke kanunniken hun geloofsgenoten binnenhalen, totdat de Staten van Utrecht in 1600 ingrepen *  Voortaan dienden de voorgedragen kanunniken een belijdenis in de gereformeerde religie af te leggen, alvorens zij werden toegelaten. Toch bracht deze verordening niet het beoogde resultaat, zodat zij in 1615 en 1635 nogmaals herhaald moest worden. Sedertdien nam het aantal katholieke kanunniken in de Utrechtse kapittels gestaag af * 
van der Steen ontpopte zich als een actieve persoon in het kapittel en daarbuiten. Gedurende zijn kanonikaat bekleedde hij ondermeer de functies van kameraar en fabriekmeester. In 1651 bracht hij het zelfs tot vice-deken van S. Jan. Daarnaast behartigde hij voor verschillende personen zakelijke belangen en was onder andere executeur- testamentair van de thesaurier van Oudmunster, Popko van Montzima en Albrecht van Solms, proost van S. Jan. Als gevolg van de uitoefening van deze werkzaamheden wist hij de hand te leggen op belangrijke papieren, waaronder stukken afkomstig van de rechtsgeleerde Viglius van Aytta van Zwichem (1507-1577), die via zijn familierelatie met de Montzima's bij van der Steen zijn beland *  Daarnaast verdiepte hij zich ook in het kapittelarchief en legde twee registers aan met hoofdzakelijk uittreksels uit de kapittelresoluties *  van de zo door hem in de loop der tijden bijeengaarde archivalia heeft hij op het laatst van zijn leven een inventaris aangelegd *  Na het overlijden van deze laatste katholieke kanunnik uit de Utrechtse kapittels in 1680 droeg zijn zuster Maria alle bescheiden over aan Petrus Codde * 
Voor de tweede belangrijke uitbreiding van de collectie bescheiden is Hugo Franciscus van Heussen (1654-1719) verantwoordelijk. Deze paarde een streng katholieke inslag aan een diepgaande interesse voor de vaderlandse en bovenal kerkelijke geschiedenis. Daarmee nam hij een belangrijke plaats in binnen de toenmalige roerige katholieke kerk in de Republiek. In het begin van de 18e eeuw was namelijk een ernstig conflict ontstaan tussen de apostolisch vikaris Petrus Codde en de Jezuïeten, die Codde en de zijnen beschuldigden aanhangers van het jansenisme te zijn * 
In plaats van de vroegere dreiging van vervolging door de wereldlijke overheden in de Republiek kwam nu het gevaar voor excommunicatie uit Rome. In de escalatie, die volgde, werd Codde achtereenvolgens in 1702 door de paus geschorst en twee jaar later afgezet. de katholieke kerk in de Republiek viel aan verdeeldheid ten prooi: een groep schaarde zich rond Codde, de rest bleef trouw aan Rome. Na Coddes overlijden in 1710 nam het Vikariaat van Utrecht, dat zich toen Metropolitaan kapittel noemde, het bestuur op zich. In 1723 koos het een nieuwe leidsman en benoemde Cornelis Steenhoven tot bisschop. Hiermee werd een scheuring met Rome een feit. de zich voortaan Oud Bisschoppelijke Clerezie noemende kerk van Utrecht zou later uitmonden in de Oud-katholieke kerk.
van Heussen koos in het conflict de zijde van Codde en het Vikariaat en legde zich samen met de Delftse pastoor J.C. van Erkel erop toe om hun rechten en positie door middel van geschriften te verdedigen en de geschiedenis van de katholieke kerk in de Republiek bloot te leggen. Met name het in 1714 uitgebrachte Batavia Sacra, sive res gestae apostolicorum virorum, qui fidem Bataviae primi intulerunt, en het in 1719 verschenen Historia Episcopatuum Belgii, utpote metropolitani Ultraiectini, necnon suffraganeorum Harlemensis, Daventriensis, Leovardiensis, Groningensis et Middelburgensis getuigen van een gedegen grondigheid en hebben zelfs heden ten dage nog hun waarde voor kerkhistorisch onderzoek niet verloren. van Heussen heeft voor het vergaren van bronnenmateriaal stad en land in Holland en andere gewesten afgereisd en bij nazaten van eertijds gevluchte katholieke geestelijken restanten van vele klooster- en kerkarchieven, al dan niet tegen een geldelijke vergoeding, weten los te krijgen *  Deze bescheiden werden gevoegd bij de andere collectieonderdelen van de toen nog Oud-katholieke kerk in wording.
De verzamelingen gedurende de 18e-19e eeuw
Contacten tussen het rijk en de Oud-katholieke kerk
Inventarisatie
Bewerkingsgeschiedenis
Bijlagen
1. Concordantie van J.Bruggeman, Inventaris van de archieven bij het Metropolitaan Kapittel van Utrecht van de Roomsch Katholieke kerk der Oud Bisschoppelijke Clerezie, 's-Gravenhage 1928 [1929]
N.B. Tevens van het hernummerde exemplaar met invoeging van de nummers uit het Supplement op inventaris van de archieven bij het Metropolitaan Kapittel van Utrecht van de Roomsch Katholieke kerk der Oud Bisschoppelijke Clerezie, onuitgegeven manuscript, 's-Gravenhage 1944, naar deze inventaris
Erfgoedstuk
2. Concordantie van deze inventaris op J.Bruggeman, Inventaris van de archieven bij het Metropolitaan Kapittel van Utrecht van de Roomsch Katholieke kerk der Oud Bisschoppelijke Clerezie, 's-Gravenhage 1928 [1929]
N.B. Tevens op het hernummerde exemplaar met invoeging van de nummers uit het Supplement op inventaris van de archieven bij het Metropolitaan Kapittel van Utrecht van de Roomsch Katholieke kerk der Oud Bisschoppelijke Clerezie, onuitgegeven manuscript, 's-Gravenhage 1944, en S.W.A. Drossaers, De archieven van de Delftsche Statenkloosters, 's-Gravenhage 1916. De laatste inventaris is opgenomen, omdat daarin een aantal bescheiden zijn beschreven, die naderhand weer teruggekeerd zijn naar het O.B.C.-archief.
Erfgoedstuk
3. Beknopte concordantie op J.Bruggeman, Inventaris van de archieven bij het Metropolitaan Kapittel van Utrecht van de Roomsch Katholieke kerk der Oud Bisschoppelijke Clerezie, 's-Gravenhage 1928 [1929]
N.B. Tevens op het hernummerde exemplaar met invoeging van de nummers uit het Supplement op inventaris van de archieven bij het Metropolitaan Kapittel van Utrecht van de Roomsch Katholieke kerk der Oud Bisschoppelijke Clerezie, onuitgegeven manuscript, 's-Gravenhage 1944, naar J.R. Persman, Archieven van het Bisdom Haarlem van de Oud-Katholiek Kerk (1514) 1561-1967 (1981), Haarlem 1985.
Erfgoedstuk
4. Overzicht van stukken die niet tot bruikleen van de Oud-katholieke kerk behoren maar eigendom zijn van het Rijk
5. Aangehaalde bronnenedities
6. Glossarium van archivistische termen
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1384-1699
Toegangstitel:
Inventaris van archivalia, verzameld door apostolische vikarissen van de hollandse zending en katholiek gebleven kanunniken van de geseculariseerde kapittels, gedeponeerd bij het vikariaat van Utrecht 1384-1699
Auteur:
F.H.A. Rikhof
Datering toegang:
1993
Datering bewerking:
2013
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
3,26 m zuurvrije dozen
Archiefvormer(s):