791 Gereformeerde Kerk te Utrecht ( Het Utrechts Archief )
791
Gereformeerde Kerk te Utrecht
Inleiding
Christelijke Afgescheiden Gemeente te Utrecht/Christelijke Gereformeerde Kerk te Utrecht/Gereformeerde Kerk A te Utrecht, 1835-1894
Gereformeerde Kerk te Utrecht, 1894-1955
Decentralisatie en kerksplitsing
791 Gereformeerde Kerk te Utrecht
Inleiding
Gereformeerde Kerk te Utrecht, 1894-1955
Decentralisatie en kerksplitsing
Met ingang van 1 januari 1956 werd de Gereformeerde Kerk te Utrecht gesplitst in vier zelfstandige kerken: Utrecht-Oost, -West, -Noord en -Zuid. Door deze splitsing verdween de massaliteit van een grotestadskerk en ontstonden er kleine overzichtelijke kerken met ieder een eigen kerkeraad.
De kerksplitsing van 1956 had een lange voorgeschiedenis. De grotestadsproblemen speelden al enkele decennia. Door de bouw van buitenwijken en de ontvolking van de binnenstad werd het territoir van de kerk onoverzichtelijker en verminderde het saamhorigheidsgevoel. Voor de ambtelijke arbeid was er wel een wijkindeling, maar de kerkeraad moest de gehele gemeente besturen. Al in 1924 werd kerksplitsing overwogen, maar de plannen mislukten toen, omdat de Gereformeerde Kerk van Zuilen weigerde mee te werken aan een grenswijziging. In 1936 kwam de zaak opnieuw aan de orde, toen twee ouderlingen uit de Zuiderkerkwijk een voorstel tot gedeeltelijke kerksplitsing indienden. Er werd een Commissie ter bestudering van gedeeltelijke kerksplitsing ingesteld, die de zaak grondig onderzocht. Er werden zelfs drie sub-commissies benoemd: een kerkrechtelijke, een verdelings- en een financiële commissie. In april 1939 kwam de commissie in een lijvig rapport tot de conclusie dat de kerk het beste
gesplitst kon worden in twee zelfstandige kerken: Utrecht en Utrecht-Zuid. Een aantal commissieleden wilde voorlopig geen splitsing en diende een minderheidsrapport in. Door het uitbreken van de oorlog moest de zaak op de lange baan worden geschoven * .
gesplitst kon worden in twee zelfstandige kerken: Utrecht en Utrecht-Zuid. Een aantal commissieleden wilde voorlopig geen splitsing en diende een minderheidsrapport in. Door het uitbreken van de oorlog moest de zaak op de lange baan worden geschoven * .
In 1948 werd opnieuw een commissie ingesteld die zich over de mogelijkheden tot kerksplitsing moest buigen. Deze commissie gaf de voorkeur aan decentralisatie, een minder verstrekkende maatregel dan splitsing, die toch spreiding van de bestuursmacht van de kerkeraad tot gevolg zou hebben. Daarvoor was echter wel een wijziging van de kerkorde noodzakelijk. Na overleg met de andere grote steden werd in 1949 aan de Generale Synode voorgesteld deze wijziging aan te brengen. De synode ging akkoord, zodat de reorganisatie uitgevoerd kon worden. Er werd besloten tussen de kerkeraad en de wijkraden een nieuwe bestuurslaag te creëren door vier kwartieren in te stellen. De "kwartierraden" zouden taken krijgen die voorheen door de smalle en brede kerkeraad werden uitgevoerd, zoals het afgeven van attestaties en het benoemen van personeel. Het plan kon echter moeilijk gerealiseerd worden zonder de Gereformeerde Kerk te Zuilen erbij te betrekken. Eerdere onderhandelingen met deze kerk om tot samensmelting te komen, waren mislukt. Nu werd wel overeenstemming bereikt. Per 1 september 1950 werd de Gereformeerde Kerk van Zuilen bij die van Utrecht gevoegd en tegelijkertijd werd de decentralisatie ingevoerd. De gemeente werd verdeeld in de kwartieren Oost (de wijken Tuindorp, Wilhelminapark en Wittevrouwen), West (de wijken Catharijne en Oog in Al), Noord (de wijken Zuilen en Julianapark) en Zuid (de wijken Tolsteeg en Hoograven) * .
Al gauw bleek, dat de decentralisatie niet de gewenste resultaten opleverde. In 1952 werd dan ook een commissie ingesteld, die opnieuw de kerksplitsing moest bestuderen. In 1954 bracht deze commissie een voorlopig rapport uit, waarin de splitsing in vier zelfstandige kerken werd aanbevolen. Ook de Diakonale Splitsingscommissie bleek geen bezwaren tegen splitsing te hebben. Op 29 december 1955 werd definitief besloten om per 1 januari 1956 tot kerksplitsing over te gaan. De kwartieren werden opgeheven en er kwamen vier zelfstandige kerken met ieder een eigen organisatie * .
Door het teruglopen van het aantal leden en de vermindering van de inkomsten werd het na verloop van tijd wenselijk de oude situatie vrijwel geheel te herstellen. De Gereformeerde Kerk van Utrecht-West wilde zelfstandig blijven, maar de kerken van Utrecht-Oost, -Noord en -Zuid werden per 1 januari 1980 weer tot een Gereformeerde Kerk Utrecht samengevoegd.
laatste wijziging 01-02-2020
1.215 beschreven archiefstukken
6 gedigitaliseerd
totaal 418 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 01-02-2020
1.215 beschreven archiefstukken
6 gedigitaliseerd
totaal 418 bestanden
Bijlagen
Bijlage I: Lijst van predikanten
N.B. Ontleend aan: Honderd vijftig jaar gemeenten en predikanten; uitgave van het Bureau van de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland. (Leusden), 1984.
N.B. Ontleend aan: Honderd vijftig jaar gemeenten en predikanten; uitgave van het Bureau van de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland. (Leusden), 1984.
laatste wijziging 01-02-2020
1.215 beschreven archiefstukken
6 gedigitaliseerd
totaal 418 bestanden
Kenmerken
Datering:
1835-1955
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de gereformeerde kerk te Utrecht 1835-1955 en van het archief van de gereformeerde kerk te Zuilen 1892-1950
Auteur:
J.N. van der Meulen
Datering toegang:
1987
Openbaarheid:
Stukken jonger dan 50 jaar slechts ter inzage na toestemming kerkeraad voor algemene zaken van de gereformeerde kerk van Utrecht of van Utrecht-west
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
23,49 m zuurvrije dozen
Rubrieken:
Thema trefwoorden:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 01-02-2020
1.215 beschreven archiefstukken
6 gedigitaliseerd
totaal 418 bestanden