Uw zoekacties: Schilder- en tekenkundig genootschap Kunstliefde te Utrecht

777-1 Schilder- en tekenkundig genootschap Kunstliefde te Utrecht ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Leden
777-1 Schilder- en tekenkundig genootschap Kunstliefde te Utrecht
Inleiding
Leden
Organisatie: Het Utrechts Archief
Gedurende de eerste vijftig jaar van het bestaan van Kunstliefde was het ledental aan een maximum gebonden. De grote belangstelling voor het lidmaatschap maakte het noodzakelijk om dit maximum regelmatig op te trekken. De laatste verhoging had in 1850 plaats: van 100 naar 110 leden. In 1858 werden de beperkende bepalingen ten aanzien van het ledental opgeheven .
Onderstaand overzicht geeft de stijging van het ledental in de eerste halve eeuw weer:
1807-31 leden
1813-60 leden
1817-70 leden
1826-80 leden
1831-90 leden
1847-100 leden
1858-110 leden
Omstreeks 1875 telde het genootschap 200 leden en omstreeks 1890 300 leden. Daarna liep het ledental geleidelijk terug totdat in de jaren twintig van deze eeuw het reeds gesignaleerde dieptepunt werd bereikt: 23 stemgerechtigde leden. Hoewel Kunstliefde vanaf de oprichting uit werkende en kunstlievende leden heeft bestaan, zijn uit de 19de en begin 20ste eeuw geen aantallen van deze categorieën afzonderlijk bewaard gebleven. Na 1930 steeg het ledental weer snel om tenslotte in de jaren vijftig een nieuw record te bereiken. Dit record hield echter slechts enkele jaren stand, zoals uit het volgende overzicht blijkt:
1938-278 leden, waarvan 41 werkende leden
1945-287 leden, waarvan 66 werkende leden
1959-515 leden, waarvan 101 werkende leden
1965-352 leden, waarvan 83 werkende leden
1972-238 leden, waarvan 71 werkende leden *  .
In de eerste decennia van haar bestaan kende Kunstliefde alleen mannelijke leden. Het reglement van 1858 liet ook dames-leden toe, zij het zonder stemrecht. Dit reglement onderscheidde drie categorieën leden: gewone en buitengewone leden, en ereleden. De gewone leden waren weer onderverdeeld in werkende en kunstlievende leden.
Werkende leden waren zij die deelnamen aan de tekenoefeningen en van wie werk werd opgenomen in de circulerende portefeuille en-na 1856-werd toegelaten op de ledententoonstellingen. Kunstlievend lid kon iedereen worden die zich voelde aangetrokken tot de beeldende kunst. Hij beoefende die kunst zelf niet, of alleen als amateur. Onder buitengewone leden verstond men de leden die slechts tijdelijk verblijf hielden in Utrecht (officieren van het garnizoen, studenten) en minderjarige zoons van leden. Alleen de gewone leden waren stemgerechtigd en konden tot bestuurslid worden gekozen. Na 1900 hadden ook de tot deze categorie behorende dames-leden stemrecht.
In de statuten van ca. 1960 worden de werkende leden nader onderscheiden in werkende en kunstbeoefenende leden, adspirant-leden en buitenleden *  . Kunstbeoefenende leden waren kunstenaars die, in tegenstelling tot de andere werkende leden, voor hun levensonderhoud niet op de beoefening van hun kunst waren aangewezen. Adspirant-leden waren voorlopig tot het lidmaatschap toegelaten en bereidden zich voor op de permanente status van werkend of kunstbeoefenend lid. Buitenleden waren buiten de provincie Utrecht wonende kunstenaars die op grond van hun prestaties het lidmaatschap hadden verworven, of die afkomstig waren uit Utrecht en minstens zeven jaar werkend lid waren geweest. Stemgerechtigd waren volgens genoemde statuten alleen de in de provincie Utrecht woonachtige werkende en kunstbeoefenende leden en de tot bestuurslid gekozen kunstlievende leden. Nog in de jaren zestig heeft men het onderscheid tussen werkende en kunstbeoefenende leden laten varen, terwijl in de jaren zeventig het adspirant-lidmaatschap werd afgeschaft.
Om werkend lid te worden, moest men 18 jaar of ouder zijn en door één of meer werkende leden zijn voorgedragen. De ballotage had plaats in de algemene ledenvergadering, vóór 1915 ook wel op de avonden van de kunstbeschouwingen. Voor toelating tot het lidmaatschap was tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen nodig. Kunstlievende leden konden door het bestuur direct worden aangenomen.
Bestuur
Tekenoefeningen
Kunstbeschouwingen - Circulerende portefeuille
Tentoonstellingen
Premies - Prijzen
Verlotingen - Ruilcirculatie
Vriendschappelijke vereeniging - De Hanekam
Fondsen
Archief
Addendum
Geraadpleegde literatuur
N.B. G.A.U. = Gemeentelijke Archiefdienst Utrecht
HUA = Het Utrechts Archief
Bijlagen
1. Lijst van ere-voorzitters, voorzitters, secretarissen, penningmeesters en directeuren over 1807-1977
N.B. De jaartallen geven het benoemingsjaar weer
2. Lijst van gehouden tentoonstellingen over 1807-1977
N.B. De gegevens voor deze lijst zijn voornamelijk ontleend aan inv.nrs. 36, 241-246, 250-253 en 257-278
3. Specificatie van de verzameling tekeningen in inv.nrs. 460-469
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1807-1977
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van het genootschap Kunstliefde te Utrecht 1807-1977
Auteur:
J.G. Riphaagen
Datering toegang:
1983
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
11,2 m zuurvrije dozen
Rubrieken:
Thema trefwoorden: