Uw zoekacties: Familie De Geer van Jutphaas

68 Familie De Geer van Jutphaas ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Familie De Geer
Heerlijkheden van Jutphaas
Genealogisch onderzoek
Het archief
68 Familie De Geer van Jutphaas
Inleiding
Het archief
Organisatie: Het Utrechts Archief
De onderhavige inventaris bevat het archief van de families De Geer, De Geer van Rijnhuizen en De Geer van Jutphaas. De omvang van het archief bedraagt ruim elf meter. Het eigenlijke archief begint met Louis de Geer van Finspong en Leufsta (1587-1652) en loopt door tot Barthold Jacob Lintelo de Geer van Jutphaas (1884-1950). Het archief bevat stukken van persoonlijke en zakelijke aard vanaf de hierboven genoemde Louis de Geer, maar bovendien een aanzienlijk aantal charters uit de Luikse periode vanaf 1295. Deze stukken zijn praktisch uitsluitend van zakelijke aard. Het is niet waarschijnlijk te achten dat Louis de Geer op het eind van de 16de eeuw juist deze stukken zou hebben meegebracht naar de Noordelijke Nederlanden. Aannemelijker is het, zo er al sprake was van een familiearchief De Geer, dat dat in Luik gebleven is. Naar onze mening zijn de stukken van vóór de periode van Louis de Geer aan het archief toegevoegd in het kader van het genealogisch onderzoek en dat waarschijnlijk al heel vroeg in de 17de eeuw. Men ontkomt niet aan de indruk dat een enkele maal stukken bij de verzameling gevoegd zijn, alleen omdat de naam De Geer er in voorkomt. Een duidelijk argument voor deze manier van verwerving van de desbetreffende archivalia is óók de aanwezigheid van de twee delen van de chirografen uit 1415 en 1435. * 
Bij de inventarisatie hebben wij de afschriften, die vervaardigd zijn als bewijsstukken voor de afstamming-al of niet vermeend-van de familie gevoegd bij de andere genealogische bewijsstukken. *  De originele charters van vóór de periode van Louis de Geer, die allen op het Luikse betrekking hebben, hebben wij beschreven onder de zakelijke stukken en daarmee deze afdeling geopend. *  Onder de afdeling persoonlijk stukken, vallen ook de archivalia van het aanverwante geslacht Tamminga. * 
De archieven van het geslacht De Geer zijn lange tijd bewaard gebleven in het 'huis met de Hoofden' in Amsterdam. In Zweden bevonden de archieven zich op de kastelen te Leufsta en Finspong, beide bezittingen van de familie De Geer. Louis de Geer van Finspong erfde in 1757 het bekende huis op de Keizersgracht in Amsterdam en bracht, zoals men kan lezen in het manuscript Notes van Jan Louis Willem de Geer, de archieven over naar Finspong. *  Wat daarna met deze archieven gebeurd is, wordt niet vermeld. Waarschijnlijk bevinden zich in Zweden nog talrijke archivalia met betrekking tot het geslacht De Geer. Van belang is het om nog te wijzen op het bestaan van enkele andere archieven van de familie De Geer. Zo heeft het rijksarchief Utrecht eveneens in bewaring het huisarchief Oudegein, waarin zich archiefstukken bevinden van de tak De Geer van Oudegein vanaf Jan Jacob I. De inventaris van dit archief werd in 1976 gepubliceerd. *  Het familiearchief van de tak De Geer van Rijnhuizen bevindt zich echter altijd nog in particuliere handen, namelijk in het huisarchief Rijnhuizen. Hiervan bestaat evenwel een manuscriptinventaris. *  In dit archief bevinden zich stukken met betrekking tot Louis (1622-1695), Jan Jacob I, Jan Jacob II en Anthonie Gustaaf (1745-1808).
In dit verband dient ook gewezen te worden op het archief van het geslacht De Malapert, zich eveneens bevindend in het rijksarchief Utrecht, waarin stukken aanwezig zijn van de familie De Geer van persoonlijke aard. Ook bevat dit archief zakelijke stukken die betrekking hebben op de heerlijkheden het Over- en het Nedereind van Jutphaas, die, zoals we hiervoor gezien hebben, in bezit geweest zijn van het geslacht De Malapert. De persoonlijke stukken zijn voornamelijk afkomstig van Jan Jacob II, en zijn kinderen Antonie (1721-1756), Hedwig Ulrica (1718-1743), Charlotte (1716-1749) en Louise de Geer (1708-1761). Van dit archief bestaat een inventaris, uitgegeven in 1963. * 
In de jaren dertig van deze eeuw werd een groot gedeelte van de wetenschappelijke correspondentie van de Utrechtse hoogleraar Barthold Jacob Lintelo de Geer door diens kleinzoon aan de Utrechtse universiteitsbibliotheek geschonken. Deze collectie werd in 1939 geïnventariseerd en in hetzelfde jaar verscheen de inventaris. * 
Deze brievencollectie bleek, na de inbewaargeving van het archief in 1950, niet volledig te zijn. Enkele brieven van wetenschappelijke aard waren over het hoofd gezien in 1939. In 1952 heeft men deze brieven van 85 afzenders aan de universiteitsbibliotheek in ruil gegeven voor delen van de archieven van Jan Louis Willem de Geer, Catharina van Lintelo, Duco Gerold Rengers van Farmsum en Hendrik Hooft Graafland. De brieven waarvan de afzenders de naam De Geer droegen en die nog in het rijksarchief waren, bleven daar.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd het familiearchief op Rijnhuizen bewaard samen met het huisarchief van Rijnhuizen, waardoor beide archieven vermengd raakten. Het familiearchief werd vervolgens in 1950 door Anna Cornelia Roëll (1885-1970) in bewaring gegeven bij het rijksarchief in Utrecht. Met de eigenaar van Rijnhuizen werd vervolgens overeengekomen dat de stukken die behoorden tot het huisarchief Rijnhuizen, maar bij het familiearchief De Geer ingelijfd waren, in het oorspronkelijk archief zouden worden geplaatst. Hetzelfde gebeurde met de persoonlijke stukken van de familie De Geer vanaf 1781. In totaal werden 81 nummers teruggegeven aan het archief van Rijnhuizen.
In 1988 werden nog enkele meters archief verworven bij Barthold Jacob Lintelo de Geer jr., zoon van de inbewaargeefster. Deze archiefstukken, voornamelijk afkomstig van de familie van Anna Cornelia Roëll, werden vlak voor de afsluiting van de inventarisatie opgenomen. Tevens werden enkele stukken, afkomstig van de tak De Geer van Oudegein, overgebracht naar het huisarchief Oudegein.
Bewerkingsgeschiedenis
Bijlage
Regesten
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1295-1977
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de familie De Geer van Jutphaas (1204) 1295-1977
Auteur:
A.M. Abelmann
Datering toegang:
1988
Datering bewerking:
2012
Openbaarheid:
Stukken jonger dan 50 jaar slechts ter inzage na toestemming inbewaargever
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
6 charters; 13,13 m oude verpakking
Rubrieken:
Thema trefwoorden: