Uw zoekacties: Familie De Geer van Jutphaas

68 Familie De Geer van Jutphaas ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Familie De Geer
Heerlijkheden van Jutphaas
Rijnhuizen
68 Familie De Geer van Jutphaas
Inleiding
Heerlijkheden van Jutphaas
Rijnhuizen
Organisatie: Het Utrechts Archief
Het huis Rijnhuizen (huis ten Rijn, huis te Jutphaas), leenroerig aan het Sticht, was in 1536 voor riddermatig erkend. De bezitters waren tevens heer van het Overeind van Jutphaas. *  Gedurende de 16de eeuw was de ridderhofstad samen met de omringende heerlijkheid Overeind van Jutphaas in het bezit van het geslacht Van Rijn van Jutphaas, dat in 1608 uitstierf met het overlijden van Johanna van Rijn van Jutphaas. Als kinderloze weduwe van Wouter van Baexen liet zij deze bezittingen na aan haar nicht Wilhelmina van Riebeeck. Zij verkocht in 1608 de heerlijkheid van het Overeind van Jutphaas aan Nicolaas de Malapert, maar zonder de ridderhofstad Rijnhuizen, die zij in 1620 verkocht aan Hendrik van Tuyll van Serooskerken. Na de dood van laatstgenoemde kwam de ridderhofstad aan zijn zoon Reinout, die in 1640 in de ridderschap van Utrecht als bezitter van Rijnhuizen beschreven werd. Na zijn overlijden verkocht zijn vrouw Agnes van Reede, Rijnhuizen aan Louis de Geer, zoals hierboven al vermeld werd. Na de dood van deze De Geer kwam de ridderhofstad aan zijn toen oudste zoon Karel (1660-1730). Karel de Geer liet op zijn beurt het bezit na aan de in 1730 nog minderjarige Jan Jacob II. Het geslacht De Geer behield Rijnhuizen tot het overlijden in 1943 van de laatste De Geer van Rijnhuizen, Anna Mathilda, weduwe van Gijsbert Duco van Hardenbroek.
Buiten de tien morgen land rondom de ridderhofstad, welke het gerecht van Rijnhuizen uitmaakten, behoorden slechts weinig landerijen aan het huis. Ook de heerlijke rechten waren niet groot. Het aanstellen van schout en schepenen had in praktijk niet zoveel te betekenen, omdat doorgaans gezinsleden van de ambachtsheer en het personeel op de ridderhofstad de enige bewoners van het gerecht waren. De personen van schout en schepenen waren vaak dezelfden als die van het omringende Jutphaas. Van de overige rechten verbonden aan Rijnhuizen was het beheer van de armenfundatie van Jutphaas één van de belangrijkste. Deze fundatie werd in 1603 gesticht door Johanna van Rijn van Jutphaas. De heren en vrouwen van Rijnhuizen waren beheerders van deze fundatie. * 
Het Over- en Nedereind van Jutphaas
Genealogisch onderzoek
Het archief
Bewerkingsgeschiedenis
Bijlage
Regesten
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1295-1977
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de familie De Geer van Jutphaas (1204) 1295-1977
Auteur:
A.M. Abelmann
Datering toegang:
1988
Datering bewerking:
2012
Openbaarheid:
Stukken jonger dan 50 jaar slechts ter inzage na toestemming inbewaargever
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
6 charters; 13,13 m oude verpakking
Rubrieken:
Thema trefwoorden: