Uw zoekacties: Familie Martini Buys

43 Familie Martini Buys ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Familie Martini Buys
Het huis Loenersloot
43 Familie Martini Buys
Inleiding
Het huis Loenersloot
Organisatie: Het Utrechts Archief
Het huis Loenersloot, gelegen aan de Angstel tussen Nieuwersluis en Baambrugge, wordt tot een van de oudste kastelen van de provincie Utrecht gerekend. De eerste vermelding van de plaatsnaam komt voor in de laat-negende eeuwse goederenlijst van de Utrechtse kerk, waarin sprake is van Lonoralaca, Loenersloot dus *  . Het eerste lid van het geslacht van die naam komen wij tegen in 1156. Hendrik van Loenersloot treedt dan op als belanghebbende in een oorkonde van keizer Frederik Barbarossa inzake een grensgeschil tussen Egbert van Amstel en het kapittel van S. Marie te Utrecht. Het gaat daarbij om tienden en goederen in een ontginningsgebied in de Vechtstreek *  . De volgende verwijzingen in de bronnen naar de familie dateren van 1185 en 1186. Hendrik van Loenersloot en zijn broer Gerard Splinter treden dan op als getuigen in twee schenkingsoorkonden aan het kapittel van S. Jan te Utrecht *  . Of deze Hendrik dezelfde is als de in 1156 genoemde is niet zeker, mogelijk is het zijn zoon.
In de 13e eeuw leven de heren van Loenersloot in een woelig en belangrijk gebied. Hun territoir ligt daar waar de bisschop van Utrecht en de graaf van Holland elkaar de macht betwisten. De heren van Amstel oefenen hiertussen een vrij zelfstandige macht uit. Mogelijk heeft deze situatie Dirk Splinter van Loenersloot er in 1258 toe gebracht het tot dan toe allodiale goed Loenersloot in leen op te dragen aan een neutrale derde, graaf Otto II van Gelre *  .
In 1260 komt de elect Jan van Nassau in Utrecht op de bisschopszetel, daartoe geholpen door zijn machtige verwant graaf Otto II van Gelre. Deze zwakke figuur weet zich na het overlijden van zijn steun en toeverlaat in 1274 nauwelijks te handhaven. In 1274 breekt in Holland de Kennemeropstand uit en Gijsbert van Amstel keert zich tegen de bisschop. Deze levert zich geheel over aan de Hollandse graaf en Floris V van Holland moet de opstand bedwingen. Na 1287 weet hij ook de macht van de Van Amstels in te perken. In de hierop volgende decennia neemt de macht van de bisschop steeds meer af ten gunste van de graaf van Holland. De bisschopskandidaten hebben veel geld nodig om hun verkiezing door te voeren en in het Sticht geaccepteerd te worden. Hendrik van Loenersloot treedt op als geldschieter van de bisschop in de periode 1327-1330 *  . In de jaren ervoor zien we deze geestelijke al vermeld als kanunnik van S. Pieter, vicaris van S. Marie en deken van S. Jan, in welke laatste hoedanigheid hij onafgebroken wordt vermeld tot zijn overlijden in 1352. Op 9 juni wordt hij door de bisschop benoemd tot officiaal, nadat hij een dag ervoor een bedrag van 400 pond zwarte tornooisen aan de bisschop heeft geleend.
Dit ambt heeft hij tweemaal bekleed, namelijk tussen 1327-1332 en in 1347/1348. In de tussenliggende periode vinden we melding van nog twee andere officialen. Mogelijk is de bisschop tot herbenoeming van Hendrik van Loenersloot overgegaan wegens zijn betrouwbaarheid voor hem en vertrouwdheid met het ambt *  . Dat deze geestelijke ook het kasteel Loenersloot in leen heeft lijkt onwaarschijnlijk. We hebben echter in deze jaren geen vermelding van andere leden van de familie die hiervoor in aanmerking zouden kunnen komen. Bovendien treedt Hendrik van Loenersloot in 1326 op in een oorkonde van graaf Willem III van Holland, waarbij een overeenkomst wordt gesloten tussen hem en vier Stichtse edelen inzake het afdammen van de Vecht op een lager dan Otterspoor gelegen punt. Graaf Willem stelt vier van de zeven te benoemen heemraden aan. Hendrik van Loenersloot zal de zevende heemraad mogen aanstellen *  . Hieruit zouden we mogen afleiden dat hij toch beleend is geweest met het goed Loenersloot.
In 1339 treedt Gijsbert van Loenersloot op in een door hem gegeven stichtingsakte van de kapel van Loenersloot, waarvan de feitelijke stichting naar zijn zeggen al is verricht door zijn voorouders *  . Van deze kapel zijn nog resten over in het ter plaatse staande dorpshotel en in het voormalig rechthuis. In 1372 komt het huis in handen van zijn zoon Splinter van Loenersloot. Als deze in 1377 enige Goudse burgers op het huis gevangen houdt wordt hij door graaf Albrecht van Holland veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding. Bisschop Arnold van Hoorn ziet nu zijn kans gekomen om, onder deze voor hem gunstige omstandigheden, met deze lastige leenman af te rekenen. In 1378 slaat hij het beleg voor het kasteel met behulp van een aantal Stichtse edelen. Na achttien dagen heeft de overgave plaats waarbij wordt bepaald dat Splinter afstand moet doen van het huis en een schadevergoeding moet betalen *  . Deze onderhandelingen krijgen, mede door het vervangen van bisschop Arnold van Hoorn door bisschop Floris van Wevelinkhoven in 1379, pas in 1386 hun beslag.
Bij vonnis wordt in dat jaar bepaald dat Splinter van Loenersloot het huis moet houden als een open huis van het Sticht en dat hij het niet verder mag versterken *  . Na deze gebeurtenis zien we Splinter nog wel optreden als baljuw van Kennemerland en Westfriesland. Spijtig voor Splinter is alleen dat hij geen zonen bezit. Hij laat Loenersloot na aan zijn dochter Elsabe, die gehuwd is met de Gelderse edelman Willem van IJzendoorn. Dat de bisschop angstig is voor wederom een sterke man op het huis Loenersloot blijkt wel uit het feit dat hij tot 1408 weigert om Elsabe met het huis te belenen *  . Door financiële problemen gedwongen, verkoopt zij het huis aan de Hollander Boudewijn van Zwieten. Diens kleinzoon Dirk van Zwieten heeft veel te kampen met Gelderse benden en verkoopt het huis vermoedelijk om die reden in 1515 aan Amelis van Amstel van Mijnden. In 1536 wordt het huis door de staten van Utrecht erkend als een ridderhofstad. In handen van de familie Van Amstel van Mijnden blijft het huis tot 1684, maar dan heeft het allang zijn strategisch belang verloren. Het is in de jaren 1672-1674 nog wel door zowel Franse als Nederlandse troepen bezet geweest, maar gelukkig gespaard gebleven.
Door het uitsterven van de Van Amstels van Mijnden in mannelijke lijn komt het huis in 1684 door huwelijk in handen van leden van de familie Van Stepraedt. Deze bewonen het huis niet meer permanent en verkopen het in 1766 aan Hendrik Willem van Hoorn. Deze probeert het slot een meer geriefelijk en 18e eeuws aanzicht te geven, wat hem een fortuin kost. Niet in staat zijn schulden te betalen moet hij het huis executoriaal laten verkopen door de krediteuren van de staten van Utrecht *  . Het komt daardoor in 1772 in handen van Andries Jan Strick van Linschoten. Deze voltooit in de volgende jaren de verbouwing van het huis en is verantwoordelijk voor wat Paulus Hubert Andries Buys in zijn artikel over Loenersloot noemt de beroving van zijn oud en eerbiedwaardig aanzicht *  . Dit wordt door hem ten onrechte aan de vorige eigenaar Hendrik Willem van Hoorn toegeschreven. Na de dood van Andries Jan Strick van Linschoten en het overlijden van zijn beide zonen komt het huis in bezit van zijn dochter Geertruid, die gehuwd is met Paulus Hubert Martini Buys. Vanaf dat moment is het huis in de familie die het nu nog steeds bezit.
Het archief
Bewerkingsgeschiedenis
Bijlagen
1. Genealogie van de familie Martini Buys
2. Genealogie van de familie Martini (Van Geffen)
N.B. Uitgebreide genealogie in het Nederland's Adelsboek 1949
3. Genealogie van de familie Buys, voor zover optredend in dit archief
4. Genealogie van de familie De Grande, voor zover optredend in dit archief
5. Genealogie van de familie Casteleijn, voor zover optredend in dit archief
6. Genealogie van de familie Quintin, voor zover optredend in dit archief
7. Genealogie van de families Van Schagen, Westerwolt en Van Winteroy, voor zover optredend in dit archief
8. Genealogie van de familie Strick van Linschoten, voor zover optredend in dit archief
9. Genealogie van de familie Coenen, voor zover optredend in dit archief
10. Genealogie van de familie De Veer, voor zover optredend in dit archief
11. Genealogie van de familie Van Eijs, voor zover optredend in dit archief
12. Genealogie van de familie Bicker Caarten, voor zover optredend in dit archief
13. Genealogie van de familie Smissaert, voor zover optredend in dit archief
14. Lijst van de eigenaars van het huis Loenersloot
15. Regesten
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1559-1966
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van de familie Martini Buys 1559-1966 (1990) en van het huis en de heerlijkheid Loenersloot (1276) 1569-1954 (1986)
Auteur:
G.M.J. de Meij
Datering toegang:
1984
Datering bewerking:
2011
Openbaarheid:
Stukken jonger dan 50 jaar slechts ter inzage na toestemming inbewaargever
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
10,96 m oude verpakking
Rubrieken:
Thema trefwoorden: