42 Unie van Baptistengemeenten ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historische achtergronden
De organisatie
Het archief
42 Unie van Baptistengemeenten
Inleiding
Het archief
Organisatie: Het Utrechts Archief
In 1918 komt in de stukken voor het eerst de zorg voor het archief ter sprake. In de notulen van de Uniecommissie van dat jaar is als bijlage een instructie voor den archivaris opgenomen *  . De archiefzorg van deze archivaris beperkte zich echter voornamelijk tot de archieven van de Algemene vergadering en de Uniecommissie. De secretarissen van de andere commissies, die in het verband van de Unie gewerkt hebben, beheerden deze archieven vrijwel steeds zelf. Bij overeenkomst van 1 december 1977 werd het archief van de Unie van baptistengemeenten in bewaring gegeven aan het Rijksarchief in Utrecht. Op dat tijdstip werden in dit fonds de volgende archieven aangetroffen: het archief van de Algemene vergadering en de Uniecommissie; de archieven van de aan de Algemene vergadering ondergeschikte commissies; de archieven van de aan de Uniecommissie ondergeschikte commissies; het archief van de Stichting Nederlands baptistencentrum; de archieven van enige opgeheven gemeenten; het archief van de vereniging "Voorzorg" en dat van het Gewest Holland. Met name in de archieven van de verschillende commissies bleken zich nogal wat lacunes te bevinden. Deze werden door contacten met de respectievelijke secretarissen en oud-secretarissen en in nauw overleg met het secretariaat van de Unie, waar mogelijk, opgevuld.
Naderhand werden bij afzonderlijke overeenkomsten van inbewaringgeving de archieven van de Stichting Pensioen- en invaliditeitsfonds van de Unie, de Bouwstichting van de Unie, de Broederschap van baptistenvoorgangers, de Nederlandse baptisten jeugdbeweging, de Nederlandse baptisten vrouwenbeweging "Zusterhulp" en de Nederlandse studenten seminariumgemeenschap "John Smyth" aan dit fonds toegevoegd. Het totale fonds omvat nu 20 meter archiefbescheiden.
De structuur van de archieven van de landelijke organisaties van baptisten weerspiegelt duidelijk de bestuursstructuur en deze is onmiskenbaar een gevolg van het congregationalistische kerktype: een unie van volkomen autonome gemeenten. De Algemene vergadering is het enige gezagslichaam waarin alle gemeenten participeren. Alle andere lichamen functioneren als ondergeschikt en hebben gedelegeerde taken. Soms is die delegatie direct, soms indirect. Het komt erop neer dat de gehele uitvoerende taak commissoriaal wordt verricht. De vele commissies, permanent of ad-hoc, geven op het eerste gezicht een aanblik van ondoorzichtigheid. In de inventaris hebben wij steeds rekening gehouden met de organisatorische plaats van deze commissies. Vanzelfsprekend ook met hun taken, hetgeen echter noodzakelijkerwijs met zich mee brengt, doordat bepaalde werkzaamheden in de loop van de tijd van de ene commissie naar de andere zijn overgegaan, dat de gebruiker sommige zaken onder verschillende commissies zal moeten zoeken.
Een probleem was de ordening van de stukken binnen de archieven van de respectievelijke commissies, stichtingen en verenigingen. Doordat de secretariaten van de commissies veelvuldig wisselden, werden verschillende ordeningssystemen in de administratie aangetroffen. Een kort overzicht van de ordeningssystemen, aangetroffen in het archief van de Algemene vergadering en de Uniecommissie kan hier als voorbeeld dienen. Naast de series notulen en kasboeken begon men in 1881 met een chronologische, overigens agendaloze ordening van de correspondentie. Al spoedig werden uit deze reeks stukken gelicht en in dossiers bijeengevoegd, zodat er vanaf 1890 sprake was van een voornamelijk dossiergewijze ordening van de correspondentie. Deze ordening werd tot 1930 gehandhaafd, maar wel is er een waarschijnlijk niet meer aan te vullen lacune in de periode vanaf 1915. Van 1930 tot 1941 werd de correspondentie chronologisch geordend en werd hierop een summiere agenda bijgehouden. Vanaf 1945 kwam de nadruk weer meer te liggen op een dossiergewijze ordening, terwijl men vanaf 1967 terugviel op een chronologische ordening. Deze gang van zaken kan als exemplarisch gezien worden voor de archiefvorming, zoals deze plaats vond bij de meeste commissies en verenigingen. Als uitzondering hierop dienen genoemd te worden de archieven van de Stichting pensioen- en invaliditeitsfonds van de Unie, de Bouwstichting van de Unie en de Broederschap van baptistenvoorgangers. In de twee stichtingsarchieven werd consequent een dossierordening gehandhaafd, terwijl de archiefstukken van de Broederschap per gehouden conferentie chronologisch werden afgelegd.
Op basis van deze situatie en ten behoeve van de toegankelijkheid van de archieven, hebben wij besloten de archiefstukken zoveel mogelijk in dossiers te ordenen, waarbij de uitoefening van de taak het belangrijkste ordeningscriterium was.
Bewerkingsgeschiedenis
Bijlagen
Organisatiestructuur van de Unie tot 1952
Erfgoedstuk
Organisatiestructuur van de Unie na 1952
Erfgoedstuk
Alfabetisch lijst van voorgangers, evangelisten en zendelingen
N.B. De lijst heeft betrekking op dossiers in inv.nrs. 154-157, 170-176, 211, 324, 444-446 en 448.
Erfgoedstuk
Alfabetische lijst van gemeenten en evangelisatieposten waarvan zich dossiers bevinden in inv.nrs. 115-126, 128-137, 141, 143, 213, 224-228, 330, 390-394, 404-407, 561-572, 578, 610-669 en 801
N.B. De lijst heeft betrekking op dossiers in inv.nrs. 115-126, 128-137, 141, 143, 213, 224-228, 330, 390-394, 404-407, 561-572, 578, 610-669 en 801.
Erfgoedstuk
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1878-1975
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de Unie van Baptistengemeenten in Nederland (1865) 1878-1975
Auteur:
G.M. Scholte
Datering toegang:
1984
Datering bewerking:
2010
Openbaarheid:
Stukken jonger dan 50 jaar slechts ter inzage na toestemming inbewaargever
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
21,77 m oude verpakking
Archiefvormer(s):