Uw zoekacties: Kamer van Koophandel te Amersfoort: Handelsregister

4003 Kamer van Koophandel te Amersfoort: Handelsregister ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De Kamer van Koophandel Amersfoort en het economisch leven in de regio
4003 Kamer van Koophandel te Amersfoort: Handelsregister
Inleiding
De Kamer van Koophandel Amersfoort en het economisch leven in de regio
Organisatie: Het Utrechts Archief
De Nederlandse Kamers van Koophandel werden opgericht naar het voorbeeld van de Franse Chambres de Commerce. Dergelijke instellingen bestonden reeds sedert de aanvang van de 18e eeuw, maar waren pas tijdens het regime van Napoleon verplicht gesteld. Met de inlijving van het Koninkrijk Holland bij Frankrijk in 1810 werden ook de diverse Franse bestuursorganisaties in Nederland 'geïmporteerd'. In de provincie Utrecht was echter voor 1841 geen Kamer van Koophandel gevestigd.
Met de sterke opkomst van het liberalisme in de jaren '40 van de 19e eeuw ontstonden over het hele land Kamers van Koophandel. In 1851 waren er al 29. Een van de oorzaken van deze toename was gelegen in het feit dat het voortaan niet meer de koning was die het initiatief kon nemen om een Kamer te stichten, maar de gemeenteraad. Zo ook te Amersfoort waar de gemeenteraad na enige aarzeling instemde met de aansporingen van de gouverneur van de provincie Utrecht ook in de "Keistad" een Kamer van Koophandel op te richten. Bij Koninklijk Besluit van 4 juli 1842 was de Amersfoortse Kamer een feit.
De economische situatie was rond deze tijd verre van gunstig te noemen. Dit gold ook voor Amersfoort, waar zowel de tabaksteelt als katoenfabricage sterk achteruit was gegaan in het voorafgaande decennium. Ook in de daaropvolgende decennia kenmerkte het Amersfoortse zich niet door een uitgesproken grote mate van bedrijvigheid. Pas sedert 1870 kan een groei van de nijverheid en industrie geconstateerd worden. Deze groei was mede het gevolg van de onstluiting van Amersfoort door spoorlijnen, waaronder de in deze jaren geopende verbinding Amsterdam-Amersfoort. De verbetering van de infrastructuur was mede te danken aan de inspanningen van de Kamer van Koophandel. In deze periode werd Amersfoort met de komst van de Juliana van Stolberg- en Willem III-kazernes een garnizoensstad, wat ook de welvaart en de werkgelegenheid in de hand werkte. Vooral de handel in bouwmaterialen, ten gevolge van de woninguitbreiding, bloeide. Daarnaast kende de stad ondermeer de productie van bier, tabak, textiel, chemicaliën en rijwielen.
De Wet op de Kamers van Koophandel van 1920 luidde een nieuwe tijd in voor deze specifieke instelling. Sedert 1920 was men niet alleen een adviserend orgaan, maar kreeg men van de overheid ook meer uitvoerende taken. Dit hield bijvoorbeeld in dat men zich ging bezighouden met de registratie van het Handelsregister en en de Vestigingswet Kleinbedrijf. Daarnaast werden de Kamers in plaats van plaatselijk meer regionaal georiënteerde instellingen. Dit leidde ondermeer tot de herindeling van Nederland in 36 sociaal-economische regio's, waarvan de afbakening overigens niet geheel samenviel met provinciale grenzen. Zo heette de Amersfoortse Kamer vanaf dit moment tot 1942 "Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Geldersche Vallei" en omvatte naast Amersfoort en enkele Utrechtse plaatsen ook Gelderse gemeenten als Barneveld, Nijkerk en Harderwijk. Buiten de industrie in gemeenten als Amersfoort, Ede en Veenendaal kwam in deze periode de nadruk dan ook tevens te liggen op de agrarische activiteiten. De wekelijkse en seizoensmarkten, waarbij verschillende soorten vee en landbouwproducten werden verhandeld, namen een belangrijke plaats in binnen het economisch leven van de regio van die tijd.
Alhoewel het garnizoen en de spoorwegen hun voortrekkersrol bleven vervullen en Amersfoort een zekere mate van welvaart bezorgden, mag toch gesteld worden dat de decennia na de oorlog geen al te grote economische groei lieten zien. Het gemeentebestuur van Amersfoort had in deze jaren vooral oog voor het woonklimaat en de culturele ontwikkeling en minder voor het stimuleren van handel en industrie. Dit ondanks noodkreten van de Kamer, die ondermeer ondersteund werden met een door Economisch Technologisch Instituut vervaardigd rapport.
Pas vanaf de jaren '70 kan men spreken van een herwonnen elan, zowel wat betreft Amersfoort en het omliggende gebied als wat betreft de activiteiten van de Kamer. In de plannen van de overheid werd Amersfoort tot groeistad. In eerste instantie betekende dit nog dat een aantal belangrijke ambitieuze ondernemingen de stad verlieten; op den duur had de toename van het inwonertal vooral een positief effect op de groei van de middenstand alsmede het bouwbedrijf. Ook het ontsluiten van nieuw bedrijfsterrein als De Hoef en het onder meer door de Kamer opgestarte project voor jonge ondernemers wierpen hun vruchten af en zorgden in de jaren' 80 voor werkgelegenheid. Nog altijd heeft de regio Amersfoort/Eemland een van de laagste werkloosheidpercentages in Nederland.
Met het vernieuwde elan van de regio veranderde ook de naam van de Kamer. Vanaf 1976 heet deze "Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Eemland" en omvat de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Renswoude, Soest en Woudenberg. Onder voornoemde naam vierde de instelling in 1992 haar 150-jarig bestaan. Hoe de precieze toekomst van deze Kamer er uit zal zien is vooralsnog een weinig onzeker. Met de door de overheid voorgestelde fusies in de wereld van de Kamer van Koophandel zal er ook voor de Kamer te Amersfoort, die vrijwel zeker zal samengaan met die van Hilversum, het nodige veranderen. Dat ook het economische leven, binnen de zich nog altijd ontwikkelende stad en regio, zal evolueren staat ook buiten kijf. Eemland blijft, met alle uitbreidingsplannen in het achterhoofd, echter een goed vestigingsgebied voor ondernemingen van verschillende aard.
Het Handelsregister
Inventarisatie
Literatuur
Addendum
Inventaris
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1921-1992
Toegangstitel:
Inventaris van de dossiers in het Handelsregister in het archief van de Kamer van Koophandel te Amersfoort, 1921-1992
Auteur:
V.M. Theunissen
Datering toegang:
1997
Datering bewerking:
2009
Notabene:
De serie dossiers van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel te Amersfoort 1921-1992 is doorzoekbaar via de afzonderlijke index Stukken van de Kamer van Koophandel, beschikbaar via deze website.
Behoort bij het archief van de Kamer van Koophandel te Amersfoort 1842-1983 (toegangsnr. 346)
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
110,0 m